Met de caravan door Bourgondië en verblijf in de Finistère
23-04-2016
Regen in de Puisaye
De dag is gestart met regen. De Puisaye is er voor gekend. Alles blijft mooi groen hier en het aantal plassen, vijvers en meren is bijna niet te tellen. Wie de regen niet schuwt, vindt hier een paradijs. Mooi zo!
Daar is ze dan, Colette, in het museum van St.Sauveur-en-Puisaye. Mijn bezoek aan het museum duurde een uurtje. Ik zag er de salons, de werken, de foto’s en alle herinneringen aan de beroemde Franse schrijfster, die leefde van 1897 tot 1954. Ze was in haar tijd vooruitstrevend en schreef vele romans en toneelstukken. Drie keer was ze getrouwd, en de laatste keer met een …belg! Quel honneur pour notre patrie! Ik heb een pocketboekje gekocht van Colette, om me te oefenen in de rijke Franse taal met de imparfait en de passé antérieur. Haar boeken behoren tot de grote Franse literatuur.
Deze morgen is hier op de camping een luchtballon, Montgolfière, neergestreken. Er was plaats genoeg voor het sissende monster. Het weer was geschikt voor een voettocht door het Puisayelandschap. We deden de route des Folies. Vele paden waren nauwelijks begaanbaar door diepe plassen en ontoegankelijke modderwegen. We hebben toch genoten van onze 12 kilometer en we begrepen nu pas waarom de Puisaye gekend is om zijn “poteries”, zijn aardewerk. De grond is oker gekleurd en is daarom uiterst geschikt voor ambachtelijk aardewerk. Ik kom in gesprek met vele mensen hier. Velen denken dat België nog een unitaire staat is met steden als Bruxelles, Namur, Liège et la petite ville de Bruges. Volgens hen is er nog een minderheid niet-Franssprekenden, maar Europa indachtig, zal deze minderheid toch te verwaarlozen zijn. En telkens opnieuw geef ik uitleg over de Vlaamse cultuur, het overwicht van de Vlamingen, de Vlaamse economie en de staatshervorming, waarbij de gemeenschappen belangrijker zijn dan den “Belgiek”. Het zal de lezer ook opgevallen zijn dat onze vorm van toerisme een beetje anders is dan het massatoerisme. Wij mijden de grote trekpleisters en de commerciële circuits. Op die manier proberen we mee te leven met de plaatselijke bevolking door de kleine dingen op te zoeken zoals een wandeling door bos en veld of een praatje op het marktplein. Ook proberen we de auto zoveel mogelijk te laten staan, want autotoerisme is niet aan ons besteed. Door het reizen van de ene camping naar de andere hebben we al meer dan genoeg asfalt gezien.
Onze camping is groot, immens groot. Een grote plas, een meer, overheerst. Verder is er veel ruimte en de rondwandeling rond de camping duurt een half uur. Er heerst een volstrekte rust. Vandaag, woensdag, is het marktdag in St.Sauveur-en-Puisaye. Veel stelt het niet voor, maar het is een plaats om aan de praat te geraken met de mensen van hier. Colette ging hier vroeger ook om haar eieren en prei.
Wat doet een kampeerder als hij ’s ochtends rond half zeven wakker wordt? Hij maakt foto’s, doet een wandeltripje met de hond, wast en scheert zich en zet de koffie klaar. Rond 8 uur is de receptie open en kan er brood, de gekende baguettes, afgehaald worden. Straks gaan we naar de markt in het stadje, zo’n anderhalve kilometer stappen.
Deze morgen was het 0 graden in de Loire, frisjes dus. Na een rit van 260 kilometer zijn we kort na de middag aangekomen op de mooie camping Parc Des Joumiers in St.Sauveur-en-Puisaye. De camping is een mega groot park met een vijver, bijna een meer groot. We werden er hartelijk verwelkomd. Ik heb dan mijn stapschoenen aangetrokken voor een korte kennismaking met St.Sauveur, de stad van Colette. Ik heb een lang gesprek gehad met de verantwoordelijke voor toerisme en heb een reeks wandelfiches gekregen. Hopelijk blijft het weer geschikt voor stevige wandeltochten en voor een bezoek aan Guédelon, waar ze een middeleeuws kasteel aan het bouwen zijn op de wijze van de middeleeuwen. Tegen 2032 zou het bouwwerk klaar moeten zijn.
Het ganse weekend werd overheerst door de regengoden. Niet alleen de Loirerivier was nat, maar ook al wat uit de hemel valt. Dit geeft het voordeel dat er geen muggen zijn en dat we ons kunnen toeleggen op een kuisbeurt van de caravan en op het lezen van boeken, waar we nooit tijd voor maakten. Houden zo! Philippe en Marylene kwamen ons een bezoek brengen. Hier een foto van de V 200 omringd door zijn gezelschap tussen twee regenbuien door. Onze elf jaar oude Diarmuid is altijd in zijn nopjes en voelt zich als een pup.
De Loire blijft verwondering opwekken. Deze morgen heb ik wat foto’s genomen van wolkenpartijen. Camera mooi recht, zoeker goed gecentreerd, gulden snede bepalen, ISO op 200, polarisatiefilter op, zon op 60 graden van de camera, filter draaien, diafragma op 8 voor een goede belichting, sluitersnelheid op 1/250 voor beeldstabilisatie en dan afdrukken. Dinsdag gaan we naar het land van Colette, die met haar welgevormde t…thoraxheuvels! Dan zitten we terug midden in Bourgondië, in de Morvan, in Saint Sauveur-en-Puisaye, in het departement Yonne. We worden verwacht op camping Parc des Joumiers. Colette was een beroemde Franse schrijfster, die haar dorpsleven in St.Sauveur-en-Puisaye omruilde voor het wulpse leven in Parijs. We schrijven 1900, een tijd waarin het puriteinse Frankrijk niet toeliet dat dames lof schreven over de schoonheid van het lichaam. Enfin, Colette is allang dood, maar een Vlaamse senior heeft ook nog recht op enige vorm van geschiedenis van de erotiek.
Hond, stapschoenen en camera: dat zijn de attributen voor een voettocht met militaire tred langs de Loire richting St.Priest-la-Roche. Bea is thuis gebleven om de obligatoire was te doen en om daarna alles droog zien te krijgen. Bij het naderen van het dorp St.Priest begon het lichtjes te regenen. De camera werd in een speciale waterdichte zak gestoken en onder een lichte en verfrissende regen vatte ik mijn terugtocht aan.
Het weer was vandaag geschikt voor een stevige voettocht. Gewapend met de stafkaart, de routebeschrijving en de Garmin GPS konden we onze kilometers afmalen met voortdurend felle stijgingen en dalingen. De route ging rond het dorp Cordelle. Cordelle was in de romeinse tijd een vestiging (zie de toren als overblijfsel) en had een belangrijke handelsfunctie in de middeleeuwen. Nu is het een ingeslapen dorpje.
Er staat dan toch één kasteel aan de Loire, of beter ín de Loire. De waterburcht van La Roche in St.Priest-de-la-Roche overheerst in de gorges de la Loire. Het dorp Cordelle stelt niet veel voor. De enige café is definitief gesloten. De wegen zijn hier erg smal en overal staan borden met waarschuwingen voor lange en stevige hellingen van 20 %. Een brit kon daardoor met zijn caravan zonder hulp niet van de camping af met zijn Ford Mondeo. Er worden permanent cursussen gegeven voor roeiers. Met acht of meer krijgen ze instructie van een monitor. En roeien in de gorges de la Loire is de meest veilige manier van contraceptie, want veel plaats is er niet voor de benen.
Op een regenachtige dag als vandaag zetten we koers naar Lentigny, 15 kilometer van de camping. Daar wonen Marylene en Philippe, die al vele jaren vrienden van ons zijn. Zij hebben het actieve leven in Parijs omgeruild voor het rurale en gezonde leven in het Loiregebied. Onze Diarmuid voelt zich goed thuis bij Philippe. Marylene en Bea zijn erg bedreven met elk hun tablet.
Ik kon niet weerstaan aan de behoefte om bij het ochtendgloren foto’s te nemen op mijn camping Mars. De oranjegloed geeft de flanken van de bovenloop van Loire een bijzonder effect. En het is hier stil. Er is geen geluid van verkeer of industrie. Enkel de wind en de vogels maken een streepje geluid. Het is hier wat frisser 's avonds dan elders, omdat we op een hoogte van zowat 500 meter zitten. Ik heb hier geen wifi, maar mag met plezier gebruik maken van het netwerk van de camping.
We zitten aan de bovenloop van de Loire. Vlakbij is de afdamming van Villerest. Camping Mars biedt ons een fantastisch uitzicht op de wilde Loire. De rivier maakt hier een grote bocht. Stilte en rust heeft hier de bovenhand, want we zitten ver van de bewoonde wereld. De caravan staat mooi opgesteld voor een verblijf van meerdere dagen. Ik kreeg van de campingbaas enkele brochures met wandelkaarten. Het zal dus niet lang meer duren voordat ik de bergschoenen aantrek.
Vandaag heb ik het gemeentelijke museum van Louhans bezocht. De oude drukmachines van de streekkrant werden er gemaakt. Morgen rijden we verder zuidwaarts, naar de Loire, 200 kilometer verder. We trekken niet naar de kastelen, maar naar de echte Franse Loire, het departement Loire. De Loire heeft de industriestad St.Etienne, waar ooit de mijnindustrie overheerste. Wij trekken naar de meander op de bovenloop van de Loire, naar Cordelle. Zoek Cordelle niet op de wereldkaart, want het is een dorp van 300 inwoners. We trekken naar een heuvelachtig gebied, dun bevolkt, waar de Loire als wilde rivier zegeviert. We zitten vlak tegen de stuwdam van Villerest, waar de Loire zorgt voor stroomvoorziening en daarachter rustig voortkabbelt naar haar kastelen, 500 kilometer verder. De Loire is immers de langste rivier van Frankrijk.
Met stevige tred en 15 kilometer lang begaven we ons op de Sentier des Grands Bois, richting Beaufort. We hadden een mooi uitzicht op de Jura. Bea wilde nog wat wachten op de trein, maar na lang aandringen van mij, heeft ze van haar plan afgezien.
Louhans is een oude middeleeuwse stad met 157 arcaden. Vanaf de 13e eeuw begon de commerciële activiteit in de stad van het Bourgondische rijk en Savoye. Bea heeft een Bressekip gekocht. We gaan een week eten van het immense beest. Bressekippen worden in weiden gekweekt en worden enkel met mais bijgevoederd.
Sornay is een dorp, dat naast Louhans ligt. Er is geen fluit te zien, maar de voettocht van acht kilometertjes naar de sluis op de Seille, bijriviertje van de Saône, is de moeite waard. Bourgondië is verzadigd van de riviertjes en de sluisen. Vogelliefhebbers kunnen hier vele soorten herkennen, maar wij kennen alleen maar de “Jean-de-Gand” en de “Oiseau oeioei”. En die hebben we net niet kunnen ontwaren. De benen zijn los en de calorieën zijn onder bedwang, meer hoeft er niet voor ons.
De ochtendzon breekt door een laagje mist: Bourgondië op zijn mooist tussen de middeleeuwse gebouwen en de waterpartijen. De dakbedekking van de kerk van Louhans heeft een eigen stijl, typisch voor alle kerken van de Bresse.
Vandaag hebben we geen last van muggen, wel van een natte broek, als we ergens op een bankje gaan zitten. De ganse dag blijft het regenen, maar morgen zou het beter worden volgens Meteofrance. We zien wel. Het zijn geen dure vakantiedagen, die we verspillen. Nog even een klein historisch misverstand wil ik uit de weg ruimen. Wanneer wij Vlamingen het over het Bourgondische leven hebben, dan denken we aan rijk gevulde tafels. Deze voorstelling is een overblijfsel van de late middeleeuwen, toen Vlaanderen deel uitmaakte van het Bourgondische Rijk. De inwoners van Bourgondië van vandaag kennen dit cliché echter niet. Eten als een Bourgondiër is zoals drinken als een Zwitser of smoren gelijk een Turk. De komende dagen hoop ik een foto te kunnen plaatsen van de typische kerktorens hier. Ze hebben een bonte kleur, zijn spits en zijn meestal getordeerd. Eerst moet de hemel uitklaren.