Bea zwemt met Diarmuid. Het is leuk om te zien hoe mens en dier samen het zeewater trotseren. Vandaag is Bea met een groepje op jacht geweest naar algen. Ze kregen uitleg over de eetbare soorten: zeespaghetti, kruiden, en spullen om te bakken of te frituren. Onderaan zie je een foto, waarbij ze slingers droogt om ze klaar te maken voor de frituurpan. En dan zie je nog een foto van de opgaande zon rond 6 uur ’s ochtends.
Ormeaux, oftwel zeeoor, is een delicatesse. In chique restaurants krijg je er drie stuks voor 45 euro. Wij kopen er een paar bij de kweker en luisteren goed hoe je ze moet klaarmaken. Het zijn slakken, die aan de rotsen kleven, een beetje zoals bloedzuigers of huisslakken met een schelp op de rug. De kleur van de schelp varieert volgens de voeding, algen. Je maakt de schelp los, je klopt drie keer met een hamer op het vlees en dan bak je de ormeau twee minuutjes in een pan met boter. Opdienen met peterselie of een slaatje. Hieronder zie je ook nog een foto van de kwekerij, waar de klant zijn krab kiest. De vriendelijke mevrouw vist de mannetjeskrab uit het bassin. Het weer blijft mooi en het loont de moeite een avondwandeling te maken langs het strand.
Bernard Jezequel is tegen de 70. Met krachtige stem en gitaarkunst bracht hij gisteren drie uur lang zonder ophouden Franse kleinkunst en folkmuziek. Sedert twee weken hebben we hier nog geen regen gezien. Het zand is droog en de campingmedewerker heeft zijn handen vol om de bloemen water te geven.
Het leven hier op camping Les Abers kent zijn dagelijks gangetje. Vele kampeerders komen aan onze voortent langs voor een babbel, eerst zij die nog moeten eten en dan zij die al gegeten hebben. Het is hier zowat de zoete inval. We hebben niets liever dan met vele kampeerders te praten in het Frans, Duits, Nederlands of Engels. Al een paar jaar kennen we een leuk koppel uit Bayreuth. Hij wil een hond, maar zij niet. Dan moet hij maar even wachten tot zij er niet meer is. Hij heeft al een naam voor zijn hond: post mortem. En herr Fritz komt langs met zijn levendig hondje Anton (aus Tirol). Een stijlvolle Londenaar komt bijzonder grappig uit de hoek. En Claudia geeft ons adviezen over leuke campings in Noord-Duitsland. Vanavond is er terug een gratis optreden van een Bretoense folkgroep. Hier wat foto’s van de muziekavond van vorige week.
Vandaag zijn alle foto’s “gestitcht”, hetgeen betekent dat vier, vijf of meer foto’s samen één beeld geven. Elke foto is op zich slechts een onderdeel en niet te bekijken, maar samengevoegd tot een geheel, in lappen, wordt het een opname, een schilderij, met fijne detaillering. Het kan een panorama zijn, maar evengoed een gevel van een gemeentehuis met 9 puzzelstukken. Er is wel wat werk om zo’n “schilderij” te maken, gemiddeld een half uur. Hier de beelden van het gemeentehuis van Landéda, een landhuisje en de kapel “Sainte Marguérite”.
Collega fotograaf Günter en ik hadden vorige week een fotoreportage gemaakt van de kapel van St. Jaoua in Plouvien. We hebben ons best gedaan en een DVD met panoramische bewegende beelden is nu het resultaat. Met enige fierheid gaan we deze DVD bezorgen aan de verantwoordelijke van de conférerie, de genootschap van de heilige Jaoua. De heilige man draait zich om in zijn graf van contentement. Le Conquet is een toeristisch oord ten westen van Brest. Bea en mijn visakaart hebben hun best gedaan om de mooiste Bretoense souvenirs over te brengen van de winkel naar de auto. De boeren beginnen te klagen over het gebrek aan neerslag. Als het zo droog blijft, zullen ze binnen enkele dagen hun velden moeten bevloeien. We zitten hier in een uiterst westelijke hoek van Frankrijk, aan de oceaan. De wind komt al vele dagen uit het noordoosten, waardoor regen uitblijft.
Is dit het monster van Loch Ness? Neen, het is Bea die aan het zwemmen is in de Atlantische Oceaan. De oversteek naar America is wel wat ver gegrepen, maar het getuigt toch van moed om het zilte water op te zoeken. Mens en hond zijn tevreden, meer moet dat niet zijn.
Het schijnt dat het in België regent. Hier schijnt de zon volop en het is hoogzomer. We zijn zo bruin als een kieken dat een half uur te lang in de oven gezeten heeft. Maandag betekent marktdag in Lesneven, de moeite waard om tien kilometertjes ver te rijden. Om de benen en het gemoed op peil te houden, zijn we dan naar de Aber Benoit gestapt. Daar waren ze de “goëmon”, de zeewier aan het overladen. Zeewier wordt verwerkt tot dierenvoer en cosmetica. Langs de kapel van Brouennou stapten we op het kustpad. Er had net een koe een kalfje ter wereld gebracht.
Gisteren sloegen vijf jongedames, rond de dertig, Engels en Frans, hun tenten op naast ons perceel. Na een avondje stappen legden de vijf pseudo-maagden het aan boord een feestje te bouwen vanaf middernacht. Muziek, gekwebbel en geknal van kurken duurde tot 4 uur. Niets kon hen tegen houden, zelfs niet mijn quasi professioneel aanmanen tot rust. Wij kenden dan een rusteloze nacht en ik durfde er zelfs niet aan denken me mee op te nemen in het feestgedruis. Rapportering van mij en buur Harald leidde tot de interventie van Hubert, de campingbaas. Ze moesten zo snel mogelijk opkrassen. Ik denk dat er geen ergere vorm van afgang vol schaamte bestaat dan uit de camping gezet te worden. Het feestje vol drank en gelal is ten einde. De meiden kunnen nu thuis of in de auto hun roes uitslapen en hun kater verdrijven, een complete afgang. Foto’s van verlepte objecten heb ik niet. Verder is het hier een vredige zondag, een rustdag voor een vermoeide fotograaf. De zon blijft schijnen en daarom plaats ik enkele beelden van de zonsondergang en het strand overdag.
Kazarch is een driekoppig Bretoens muziekgroepje. Zij spelen Bretoense en Ierse folk met viool, dwarsfluit en gitaar. Gisteren konden we gratis hun optreden bijwonen. Zo werden we ondergedompeld in de typische muziek van Bretagne en Ierland. Campingbaas Hubert zorgt iedere week voor een evenement. De zon maakt dat we de voortent moeten openritsen om het gevoel van een serre te vermijden. Het ruisen van de zee, een fel zonlicht en warm zand is waar we nu van genieten.
Een complete tegenstelling: eerst de kapel van Saint Jaoua bezoeken en dan oesters gaan halen in Prat Ar Coum. Günter en ik werden opgewacht door een vriendelijke dame, die de stokoude kapel van de fameuze Sint Jaoua voor ons open deed. De kapel is van de 15e eeuw en is in stukken gebouwd, twee eeuwen lang. De vloer bestaat uit gestampte aarde. Onze goede vriend Jaoua ligt er in een sarcofaag, zo dood als een pier. Hij zwerfde rond in Bretagne rond 500 na Christus en besloot in Plouvien te blijven om er een nederzetting te stichten en om de heidense Bretoenen te christianiseren. Hij zal in zijn missie gelukt zijn, met of zonder fundamentalisme, want anders had hij geen kapel met sarcofaag. Wie onder de sarcofaag kruipt, krijgt absolutie van zijn zonden en krijgt een ticket enkele reis naar de hemel, een koud kunstje voor mensen met een lage BMI. In de kapel zien we ook nog het beeld van de heilige Michaël die de draak of de duivel verslaat. Vele doempredikers hebben jaren de arme Bretoenen gewaarschuwd voor het kwade: wie niet braaf was en geen penningen gaf aan de bisschop, ging hetzelfde lot tegemoet als deze duivel. Brave mensen waren het toen. In Prat Ar Coum zie je de verwerking en verhandeling van zeevruchten: krabben, kreeften, zeespinnen, étrilles en oesters. Wie een krab koopt, kan ze in een van de stoomkokers klaar maken voor consumptie.
Vandaag heb ik alleen maar wat beelden gemaakt van de zee, 50 meter achter de caravan. Bij laag tij zijn de meeste eilandjes bereikbaar, maar bij opkomend tij moet men rap zijn, want anders mag je er zes uur of meer blijven. Met Günter heb ik geoefend met de techniek “festliegende Blende”, een techniek waarbij je het licht meet op één object en de waarde daarvan overneemt op een andere positie. Na veel telefoontjes heb ik eindelijk een afspraak kunnen maken met de concierge van de kapel “Saint Jaoua” in Plouvien. Morgen trekken Günter en ik daar naartoe met fototoestellen en statieven.
Een Brit is hier aangekomen met een prachtige oldtimer. De eigenaar was in de wolken met de mededeling dat ik een foto van zijn vehikel op mijn blog ging zetten. Frankrijk wordt momenteel geteisterd met een tekort aan brandstof. Je kan maar voor 20 euro tanken. Wij in Landéda en Lannilis hebben daar iets op gevonden. Vóór we gaan winkelen in de supermarkt tanken we 20 liter en na de winkelbeurt nog eens 20 liter, en er zijn geen rijen om aan te schuiven. Niemand maakt er hier een probleem van. “La vie en rose”! L’écailler in Aber Wrac’h is gekend om zijn vispannetje, of beter “vispan” of “vispot”. Samen met Daniel en Arlette hebben we de middag doorgebracht met onze vispot.
Vandaag ben ik naar de jachthaven van Aber Wrac’h gestapt, een twaalftal kilometertjes in totaal. Onder een stralende zon kijk ik naar de zeeklassen, naar de schuitjes en naar de mooiste natuur van Bretagne. Dan zit ik op een bankje naast een oude visser, die vertelt over de tijd van toen, over de gevaarlijke visvangst en de wilde zee, die menig visser verzwolgen heeft.
Het is zomer in Landéda. Mensen liggen aan het strand en wij eten buiten in t-shirt. De buurvrouw is bezig met het klaarmaken van lekkere hapjes voor de vissen. Misschien kan je de wormen ook op de barbecue leggen en met een lekker sausje opdienen. Met mijn Duitse vriend Günter hebben we vandaag als noeste fotografen geoefend met autofocus in relatie met het juiste diafragma en de juiste ISO-waarde. Ik kon de “Deutsche Gründlichkeit” ervaren, want werken met Günter is ernstig, aangenaam en vol toewijding.
Deze morgen heb ik een foto genomen rond 06 uur bij maanlicht. Wie de moeite doet om ’s morgens vroeg op te staan en ’s avonds laat te gaan slapen, kan de mooiste foto’s maken. Dan is het licht het best voor fotografie. Ik heb dan mijn stapschoenen aangetrokken en bij een helder blauwe hemel en een aangenaam temperatuurtje ben ik naar de Aber Benoit gestapt, zo’n 10 kilometerjes. Aber Benoit is een diepe inham, waar de getijden sterk meespelen. En dan zien we weer de trouwe vrienden die twee keer per dag een wandeling maken met de hondjes. Ofwel doen zij een wandeling langs de zee, waarbij de hondjes hun bad kunnen nemen, ofwel stappen ze langs de duinen. Alles hangt af van het getij.
Met mijn Duitse compagnon Günter ben ik vandaag naar Bourg-Blanc gereden, naar het museum van fotografie. Het museum biedt een overzicht van zowat alle foto- en filmtoestellen, die bestaan hebben in het analoge tijdperk. Ik herontdekte de box camera die ik als kind al mocht gebruiken. De toegang is gratis en is een bezoek meer dan waard.
Vorig jaar heeft Bea een tegel gemaakt samen met de andere trouwe kampeerders van Les Abers. De tegels vormen nu een zuil, die midden op de camping staat. De strandwandelingen gaan onverminderd voort, twee maal per dag. Na de wandeling hebben Bea en Christel een uitvoerige bespreking over breien, in het Duits uiteraard. Das stricken soll weiter gehen!