|
Een huisvrouw lieve mensen Is spil van haar gezin Ze is als eerste wakker, en slaapt als laatste in En is ze eens afwezig, dan jammert heel de troep Want niemand kan haar missen Toch heeft ze geen beroep Ze tovert met haar centjes, ze brengt de kindjes groot Droogt tranen en snuit neusjes Is net een duizend poot Als iedereen de griep heeft verpleegd zij heel de troep Loop zelf van koorts te bibberen
. Toch heeft ze geen beroep Maar
zis de troost der kleinen, en vaders grootste schat Het aanrecht is haar altaar, de pan haar wierookvat Zij is int drukke leven, het rustpunt voor haar troep Haar wapenschild is Liefde God zegene haar beroep
|