Ik ga altijd belachelijk vroeg slapen maar sta dan ook vaak belachelijk vroeg op. Het is prettig om ‘s morgens, wanneer het nog niet helemaal licht is, uitgebreid te douchen en dan de dag fris en monter in te zetten terwijl de gasten nog lekker liggen te pitten.
Je kan dan ongestoord mail checken en krantje lezen terwijl de wereld rondom langzaam ontwaakt. Het is nog lekker koel, kopje koffie erbij en je voelt je de koning te rijk.
Tegen een uur of één heb je er dan al bijna de dagtaak van een gemiddelde nine-to-fiver opzitten en is een kleine siësta dubbel en dik verdiend. Dat spreek ik tenminste telkens weer met mezelf af. Ik slaap ook echt tijdens dat uurtje siësta.
Brutaal werd ik gewekt door het gerinkel van mijn GSM. Mijn ringtone is inderdaad nog echt een ringtone. Letterlijk. Een vrouwenstem die me, met een sterk Australisch accent uitlegde dat de afspraak met haar vriendin, die bij ons logeert, moest verzet worden van 19:15 naar 18:45. Of ik dat kon doorgeven. Natuurlijk kon ik dat. Daar ben ik voor. Toen ik vroeg met wie ik sprak antwoordde de vrouw dat ze ‘Avro’ heette. Nog wat verdwaasd noteerde ik een en ander en zette mijn welverdiende siësta verder.
Het papiertje met de uren en de naam was ik natuurlijk vergeten in de slaapkamer toen, na mijn schoonheidsslaapje, de dame waarvoor de boodschap bestemd was mijn kantoortje binnenkwam.
Ik vertelde haar dat haar afspraak was verplaatst naar kwart voor zeven. Terwijl ik dat zei groef ik koortsachtig in mijn geheugen naar de naam van de vrouw die had opgebeld. Het was een rare naam, iets met T.V., een Nederlandse omroep! Dat was het!
‘Your friend Veronica asked to text her to confirm the change’, zei ik triomfantelijk.
Ze reageerde anders dan ik had verwacht.
‘Veronica?’ vroeg ze. ‘I don’t have a friend called Veronica. Could it have been Avril maybe? That's my friend staying in Ubud now.’
Ik feliciteerde Made, een van onze medewerksters en uiterst links op de foto hierboven, met haar kennis van de Franse taal.
Dat deed ik in de taal van Molière natuurlijk.
Mijn dochter Esther had me namelijk verteld dat Made haar, out of the blue en in accentloos Frans had gezegd 'Merci beaucoup'; waarop Esther wat verrast 'de rien' had geantwoord.
Ze had geen flauw idee waarom Made haar bedankte.
'Esther m'a dit que tu parles très bien le Français', zei ik dus.
Ze bekeek me of ze het in Tampaksiring hoorde donderen.
'Ini bahasa apa bapak?' vroeg ze (Welke taal is dat meneer?)
Waarop ik, op mijn beurt wat verbaasd: 'Je zei toch tegen Esther - merci beaucoup - zonet?'
Ze scheen dat erg grappig te vinden.
'Nee, ik zei 'where is Ibu' (waar is mevrouw)', antwoordde ze.
De zoveelste Babylonische spraakverwarring in Villa Sabandari.