Het regenseizoen was aangebroken en we werden in de vroege ochtend gewekt door een bulderende donderslag en daarna een tropische stortbui. Gezellig slapen is dat en het geeft bovendien groene rijstvelden en mooie wolkenluchten.
We zijn bestolen! Er staan flink wat kokospalmen in onze tuin. Sommigen dragen jonge kokosnoten ofte kelapa muda. Van die jonge kokosnoten wordt eerst een kapje afgeslagen met een hakmes zodat je de klappermelk kan drinken. Daarna wordt de kokosnoot verder opengemaakt en wordt het kapje omgetoverd tot een lepeltje waarmee je het jonge vruchtvlees uit de noot kan schrapen. Saar had daar wel zin in en vroeg aan Komang, de tuinman of hij in de boom wilde klimmen om er een kokosnoot uit te halen. 
Hij bleek dat niet te kunnen wat hem op een meewarig lachje van Willy trakteerde. In Allang kunnen alle jongens dat namelijk. Komang dus naar de buren om de hulp in te roepen van zijn vriend die daar tuinman is. Die bleek dat wel te kunnen. Kost: 10.000 Rupiah. Voor die prijs haalde hij dan wel al de noten uit de boom. Hoewel de vraagprijs €0.77 is en zo'n boom een metertje of tien hoog, vond Willy dat schandalig duur. Bovendien kan je kelapa muda maar één dag bewaren en hadden we geen zin om elk 5 kokosnoten te eten . De deal ging dus niet door. Saar's oog viel toen op de kleine bananenplantage die achter de muur is ontstaan, op het stuk grond waar we voor onszelf gaan bouwen. Ze vroeg aan Komang of hij een tros rijpe bananen wilde gaan halen. Dat bleek onmogelijk. De rijpe trossen waren meegenomen door onbekenden, gestolen dus. Het zou gebeurd zijn voor wij in de villa aankwamen. Potverdorie! En dan maar offertjes brengen en ceremonies bijwonen. Telkens ik vanaf nu een trotse Balinese zal zien lopen met een stapel offers op haar hoofd zal ik aan onze bananen moeten denken. Potverdorie nog 's an toe zeg!
|