30-04-2004 |
vlucht voor de dag |
alleen de nacht brengt donkere ramen neemt de leugens in bezit verfraait de kamers met lege tafels
de waarheid blijft onuitgewist
alleen de nacht verzamelt de schaduwen vult de hoeken met gelogen woorden verbergt de tijd tussen woedende tanden
verraden hebben jouw ontrouwe handen
alleen de nacht vlucht voor de dag kropt alles op wat niet is gezegd schreeuwt de stoelen om door stikkende monden
de nacht heeft het dunne touw in de schemer gevonden
kerima ellouise ©
|
|
|
26-04-2004 |
Zonder onderwerp |
ik woon in speekselloze woorden, in licht dat net niet uitdooft, in een huis dat niet wil horen
ik loop wat zachtjes door maar vind geen onderwerp dat me zoekt, geen enkele voetafdruk op een zachtwollen doek
mijn lichaam zakt maar vindt alleen een afdruk van uitgeleefde tranen, een onderworpen ziel in de tijd achtergelaten
de dood staat handenwringend voor mijn deur te dralen maar kan haar slag niet halen
ik woon immers zonder onderwerp in een dakloze hoek
misschien dat ik geruisloos verhuizen moet
kerima ellouise ©
|
|
25-04-2004 |
Als twee ogen |
Haar ogen dromen, staren langs de bomen, verwonderd om de leegte
Als twee blaadjes, hoog in de lucht, trillen ze , vermijden een zucht
Haar ogen strelen, sluiten zonder te bewegen, luisterend naar de stilte
Als twee veertjes, geruisloos in haar handen, zweven ze, breken het verlangen
Haar ogen sterven, zwijgen om het zwerven, fluisterend in een waterplas
Als twee druppels regen, zacht op haar wang, begraven ze de liefde, een eeuwigheid lang
|
|
|
21-04-2004 |
Een gevoel van eeuwigheid |
Ooit beminde ik de lucht en kleurde ze hemelsblauw. Ik dook dan in de glimlach van een zachte schilderskwast en droomde dat dit stilleven de lente was.
Ooit zat ik op een bank en zong met zwaluwen mee. Ik danste dan op de vleugels van de zomer, wang tegen wang, en dacht, dit innere lied duurt een leven lang.
Ooit sierde ik de tuin en vlocht herfsttinten in mijn haar. Ik legde me dan neer op gouden neveldraden en hoorde de lieflijke klanken van de elfensnaren.
Ooit omarmde ik de winter en betoverde ze met ijskristallen. Maar ik gleed tussen de stilte van eeuwige, koude nachten en wist dat mijn laatste glimlach niet op de breekbare lente zou wachten.
kerima ellouise ©
|
|
|
18-04-2004 |
De zachtheid van je naam |
ik word zo graag wakker in mijn dromen en nestel mij in de zachte schaduw van de schemering, hopende dat de duisternis mijn verlangen kan horen
gewoon wakker worden in mijn dromen, om te stoeien met lichte woorden, zodat ik aan een vreemde, koude wereld kan ontkomen
wakker worden met de letters van je naam, glimlachen naar de stilte van onze taal, het ontdekken van een diepe, onbekende tint, verwonderd zijn om het onuitgesprokene dat ons zo verbindt
laat me daarom zoeken naar de nacht, voor de eerste stralen van het ochtendgloren, want ik weet dat jij op me wacht in de zachtheid van mijn dromen
kerima ellouise ©
|
|
14-04-2004 |
Sad song |
ik ween lange dagen, grijs en koud, breken mijn ogen, in wat ik liefhad, sterven mijn tranen, zinloos en leeg, drijven woorden, in gebroken vertrouwen, vluchten de schaduwen, onrustig en bang, huil ik doodse nachten, in wat ik verlangde, breekt mijn hart, stil en wit, streel ik jou, in lange uren, op een afstand van ons laatste lied
kerima ellouise ©
|
|
10-04-2004 |
In tranen gevangen |
toen het verdriet onder jouw huid kroop, zag ik je wenen langs de rand van je hand
eenzaam gevangen zuchtte je mee, tot jouw wereld onmachtig in het duister vergleed
toen de nacht achter je aan sloop, zag ik je huilen langs de rand van je angst
schuilend in verlangen klonk er een schreeuw, tot een traan stervend jouw wangen vermeed
kerima ellouise ©
|
|
|