Welkom! Fijn dat u een bezoekje bracht! Dank u wel!
Als u interesse heeft om dit bundeltje aan te schaffen, voel u vrij om me te contacteren op
kerima.ellouise@gmail.com
klik op de kleine foto om een gedicht uit deze bundel te beluisteren, voorgelezen tijdens de presentatie
-----------------
Stilte in het tegenlicht
De bundel bevat ongeveer 90 gedichten (2008)
ISBN 978-3-86703-895-9 Engelsdorfer Verlag
wil je één van mijn
schrijfselkes gebruiken, had ik graag dat je mijn naam erbij vermeldt en
ik zou het erg fijn vinden als je me dat even laat weten. woorden
zijn er, soms onverwacht, ze geven en nemen iets van mij, ik laat ze
gaan als een zielenvlinder, zwerf even mee want nooit ben ik, alleen,
volledig
Hieronder vindt u de laatste
schrijfsels. Eerdere werkjes bevinden zich in het archief
(onder deze titels), per maand geordend.
01-03-2012
gedichten van maart 2012
27-03-2012
in ogen gestreept
in ogen gestreept
kan ik alles achterlaten nu ik eenmaal weet heb van verleden, dagen aan nachten keten met niets dan adem tekens verdwijnen, de kiem van glijdend geluk wanneer ontkenning breekt in assen doorheen het geweld van vuur kan ik, beroofd van verlangen, liefde in oprechtheid leggen of ben ik al te diep door het gestreepte sterven bevangen nu leegte, vervreemd van verheffing, zich op een geluidloze lente drukt (13/13)
kerima ellouise ©
zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=t20Smun28DQ
25-03-2012
van as tot aarde
van as tot aarde
welke waarheid wordt gebeeldhouwd onderaan de urne terwijl onze handen wrijven over het gelaat van schaamte hoelang zal de trein blijven branden tussen losgehaakte windstreken die doorheen zwartgekalkte grachten de gruwel spoelen in de keel van menselijkheid en de vloed van vrede willen herwinnen zeg mij, wie richt het hoofd op in een wijde cirkel om het oorlogsmonument en de vele naamloze schaduwen Krakau, 21 februari 2012 (12) kerima ellouise ©
20-03-2012
gas-licht
gas-licht
de nachten erna delen zij het kussen met mij ik laat de naaktheid toe, de dode handen in de spiegel, de schepper onder het puin van het geweten duizenden monden zwijgen gaan van hier naar daar, van daar naar hier, naar vaker en meer telkens anders ook voor mezelf de een helpt de ander tot er geen dag meer is, slechts grote, uitgeholde ogen naast het lege ontbijtbord ik kan niet meer weg * ik schud het kussen op jij zwijgt in een andere taal en legt de afstand er tussen Auschwitz-Birkenau 21 februari 2012 (11) kerima ellouise ©
19-03-2012
waar de dood schreeuwt
waar de dood schreeuwt
ik laat de stilte na als allerlaatste beeld elk oog, door zwart en wit omrand, hecht zich als een zwerver aan het spoor waarlangs zij liepen gekleed in flarden van wanhoop die bleven haken aan elkaars hand en het schrale, nog bestaande licht ik veeg gaten in de sneeuw wil met naakte voeten stemmen vinden achter de tralies van de aarde nacht na nacht met hen praten in een zo dichtbij verleden ik ga weg, kijk nog een keer om en neem het afscheid mee Auschwitz-Birkenau, 21 februari 2012 (10) kerima ellouise ©
17-03-2012
veraste kreten
veraste kreten
tot stompjes uitgekleed werden ogen gebroken in het godvergeten licht baarmoederloze barakken vol doden van vroeger tot nu waar ontbloot, duizenden en duizenden werden beroofd in een verschuivende, reeds verlaten, bestemming waar zijn de kinderen? een stil aanschouwen staart naar hier of elders naar gruwelijk, onverlost verdriet en een wereld vol waan waar een anjer getuigt van een laatste vlinder waar zijn de kinderen? waar zijn de kinderen? waar zijn de kinderen? Auschwitz-Birkenau, 21 februari 2012 (9) kerima ellouise ©
14-03-2012
in het duister geklemd
in het duister geklemd
barakken waar doden verblijven half in muren, op betonnen vloeren, in oneffen uren half boven grijze wolken, ergens hoog ruggengraten, gebroken in een gracht met as en weke lijken, er is geen steen meer, niet eens een boom die nog kan slapen met mijn witte handen raak ik een naam aan, het glasraam waarachter ogenblauw staart naar wanhopige verbinding ik verleg mijn hart naar een langzame sneeuwvlok op bruin, zwart en roze, ooit door straten gelopen uit hun stappen komen woorden ze schreeuwen het rennen, het neerschieten tussen hoofd en gele ster afgeschoren haren winden zich rond assen zonder spiegelbeeld, rond verbrande wimpers; de borstels hebben geen weet van de doden ik fluister hen een paar woordjes toe een streepje zonlicht raapt een bloem op en mijn tranen Auschwitz-Birkenau, 20 februari 2012 (8) kerima ellouise ©
12-03-2012
links, rechts, links, rechts, links,
links, rechts, links, rechts, links,
het is daar, deze dagen dat ik zag wijzers vielen uit uurwerken vielen op het ongrijpbare begrip waarin het ademen onbewoonbaar werd verklaard en een kind de gesloten mond van de dood het is daar, die dagen toen dat zij niet meer zagen het slapen of het gaan in nog minder lijf waaronder ze elkaar zochten het is daar, deze dagen dat ik zag gezichten en namen met stilte doorboord ik ben van ze gaan houden Auschwitz-Birkenau, 20 februari 2012 (7) kerima ellouise ©
09-03-2012
die dag te sterven
die dag te sterven
geen vogel geeft er antwoord en de treurwilg prevelt tevergeefs: niet doodslaan naald na naald in ogen, ontredderd blauw nijptangen in bolle buiken trekken de dood naar lege handen; het geschreeuw waait door onbestaande ramen, vrouw na vrouw niet doodslaan trage messen sluipen door identieke lijfjes; harten op zwarte, naamloze schaduwen, kind na kind uit het stof, uit versteende vleugels uit de sporen van scheefgetrokken monden uit de tijd, zevenenzestig jaar geleden sla me dood Auschwitz-Birkenau 19 februari 2012 kerima ellouise ©
08-03-2012
koud, zo koud
koud, zo koud
haast naakt, lijf aan lijf vergrendelt magerte hun nachten betonschaduwen verschrompelen de dag, zoeken een plek om te ontlasten zij fluisteren de honger muren toe, vijf aan vijf hun pols klopt nauwelijks ramen enkel een zwarte mantel van sneeuw en een homp oud brood waarmee zij het ontbrekende kussen delen en waarin ze zichzelf niet meer zien zelfs niet wanneer hun mond het onderdrukte licht opvangt ik betreed hun slaapstal zie namen waarvoor geen woorden zijn gekrast met de laatste horizon uit mijn vingers stromen onmenselijke klanken Auschwitz-Birkenau 20 februari 2012 (5)
05-03-2012
geen klank meer
geen klank meer
hoe kan je onmenselijkheid begrijpen wreedheid nog dieper dan zonder grenzen stilte in alle mogelijke vormen wanneer de dood er niet meer toe doet het kan niet ik zwijg uit respect meer dan één minuut 1,1 miljoen keer ween ik zwart Auschwitz-Birkenau 20 februari 2012 (4)
04-03-2012
onvatbaar hoog
Onvatbaar hoog
er is een weg die geen ander kan horen, een weg in het laatste licht van hun sterflijkheid het houdt mij in mijn stilte gevangen; duister, de gele vlek, het gloeiend ijzer van de dood buiten rouwt het wit terwijl de dag huilt om de zware boodschap van de boom die mij in zijn treurlied omhoog werpt naar de silhouetten van de wolken los van kwelling ik wil de afstand verkleinen en strek mijn armen uit naar het meest nabije mensen, het waren mensen ik hoor hen gaan Krakau, 19 februari 2012 (3)
03-03-2012
ik draag geen zichtbaar schild
ik draag geen zichtbaar schild
eerste sterren ter grootte van een handpalm dwingen mij naar de linkerkant van het raam de boom, al lijkt hij gespijkerd in zwarte aarde keert weer om de rest van zijn verhaal te vertellen ik leg het gele stof in de sneeuw, naast kleine voetstappen en zes jaarringen hoor slechts het wiegelied van de boom die met zijn takken zachtjes zielen beroert en terwijl afgesloten vlokken het perron kerven voor de trein ontsnapt de stroom aan de wachttoren doorkruist en met grote honger ik reis samen met zwarte assen die uit de hoed van onschuld in grachten vallen, lijfelijk gemeten, terwijl spinnen kruipen uit herkenning; een enkele spint een driehoek tussen de straat, de pijn en mijn borst * het kasteel van Wawel kijkt me met oude ogen aan; het laat tranen van toekomst ik draag ze van verleden naar morgen er was veel meer dan een draak die in brand vloog Krakau, 19 feb 2O12 (2) * de Wawel is een heuvel in Krakau. Onder de heuvel bevindt zich de Drakengrot. * spinnen : legende over het ontstaan van de Davidster
Schrijver: kerima ellouise , 03-03-20
02-03-2012
voorbode (1)
Voorbode (1)
een Poolse vrieslucht waait binnen de tijd vertraagt wanneer een kale boom driehoog mij oud aankijkt zijn takken zijn dofgrijs en zwart aan de randen alsof hij treurt en me wil waarschuwen voor wat komen zal ik ril om reeds gevallen schaduwen en knik hem toe hij heeft het koud in zijn marmeren huid vol huiver ik ween nog niet kerima ellouise © 17 februari 2012, Krakau
foto kerima ellouise ©
Reacties op bericht (0)