De grasmus (Sylvia communis) bron foto:IVN vecht & plassengebied bron geluid:soortenbank.nl
Vermits het meerlenhof gelegen is in de vogeltjeswijk van Hoboken, zal ik het eens hebben over het vogeltje waarnaar de grasmuslaan is genoemd.
Een grasmus is een zangvogel, die je meestal hoort vanonder een dik struikgewas met liefst veel doornen. Het mannetje zit op verleidingsmomenten meestal zichtbaar bovenop een struik.
Vaak ga je dit niet te zien krijgen vermits hij echt weer een typische grondvogel is, een kereltje dat zich graag tussen de lage takken en doornen verscholen houdt.
Het is een echte rusteloze vogel.
Het vrouwelijkevogeltje heeft niet de grijze kop en rozige borst, iets wat het mannetje wel heeft.
Het is een vogel van ongeveer 14 cm, die je af en toe kan waarnemen vanuit een struikje waar het mannetje als een pijl omhoog schiet, om daarna weer als een steen naar beneden valt.
Ze zijn eigenlijk niet echt kieskeurig wat eten betreft, ze eten insecten, spinnen maar ook bessen.
Hun nestje maken ze dicht bij de grond tussen doornen of netels, plekken waar bijna iedereen weg wil blijven dus.
Als hun nest gemaakt is zal het vrouwtje er een 4 of 5 eitjes leggen, deze zijn lichtgrijs gespikkeld.
Het Nachtegaaltje (Luscinia megarhynchos) klik op de foto om zijn zang te horen
Deze kleine zangvogel is een beetje groter dan een musje.Het is een zangvogel die je eerder gaat horen dan zien.
Het is een echt grondvogeltje, niet dat hij niet kan vliegen hoor want het is een uitermate trekvogel.
In de winter gaat mijnheer/mevrouw, lekker op reis voor enkele maanden. Nu ze dan toch de tijd hebben trekken ze naar het zuiden van de Sahara (dus vliegen kunnen ze zeker.)
Wanneer het zand onder hun voeten een beetje te heet wordt komen ze een beetje afkoelen in onze streken, gewoon om een eitje te komen leggen want ginder zouden hun eieren direct gebakken zijn, nog voor ze gelegd zijn. Daarbij komt ook dat er bij ons dan ook meer voedsel is, zoals insecten, spinnen, wormen maar ook vruchten,zaden en bessen.
tijdens het broedseizoen hoor je hem dag en nacht.
Zijn zang zal je wel meestal horen in het donker, wanneer de andere vogels slapen.
Zijn bovenzijde is roodbruin, de onderzijde is lichter. Het is eigenlijk een vogel die geheel roestbruin lijkt. Het mannetje kan je niet onderscheiden van het vrouwtje.
Ze bouwen hun nest altijd op of dicht tegen de grond. Daarom is het belangrijk om een dichte bebossing in een drassig gebied te hebben.
Een nestje bestaat meestal uit een 5-tal eieren,met een variabele bevlekking, die na 13 dagen uitkomen.
De jonge vogeltjes blijven nog een 12 dagen in het nest om dan de grote aardbol te verkennen.
Hallo bezoeker, Vanaf vandaag zal u dagelijks en op satelietfoto kunnen volgen welke nestkastjes er zijn ingenomen en door welke vogel. dit zal zo door blijven gaan tot na het broedseizoen. De link om te gaan kijken staat in de rechter kolom, boven. Juist onder archief per maand. Je moet wel even het scherm maximaliseren. Geniet er van! groetjes bart
De merel (Turdus merula)en ons meerlenhof' klik op de foto en hoor hem zingen!
Allereerst dien ik te verwijzen naar de benaming het meerlenhof, hiervoor kan je alle uitgebreide info vinden op www.meerlenhof.be (want anders is mijn bericht véél te lang.).
Onze merel is een vrij algemeen voorkomende vogel, maar daarom niet zomaar een vogel, want hij heeft zo zijn specifieke eigenschappen.
Hij hoort tot de familie van de lijsters (dat hoor je zeker en vast al aan zijn zang), waarvoor Turdidea staat voor lijsterfamilie en merula staat dan weer voor het Latijnse woord voor merel. Maar dat klinkt voor mij als Latijn (ik wou het u alleen maar meegeven).
Onze soort is een typische soort van deze streken, want hij kent veel ondersoorten.
Het is zelfs zo sterk dat hij een beetje zoals bij de mens kan verschillen tussen stads- en bosdier.
En toch is het zo dat de merel een trekvogel is, in principe komen er hier in de winter meer merels voor doordat ze zijn doorgetrokken vanuit de noordelijkere kanten, onze vogels van de zomer die trekken daarentegen dan weer meer naar het zuiden,of ze blijven hier (want of dat verhaal nu de dag van vandaag door de opwarming van de aarde nog klopt? Das een andere vraag).
Hij ziet er nogal verschillend uit, zeker het verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Het mannetje (een zeer sterke territorium vormer) is een volledig zwarte vogel (alhoewel wij hier een ander exemplaar hebben) met een oranje spitse snavel en een duidelijke oogring die meer naar de gele kleur neigt (enkel te zien met goede verrekijker uiteraard). Het vrouwtje ziet er meer roodbruin uit (met strepen op de keel en een gespikkelde onderzijde), waarbij ook de snavel meer aan de gelige kant zal zijn. Vrouwtjes zijn ook kleiner en dus ook lichter in gewicht dan mannetjes, een mannetje weegt maar liefst gemiddeld 90 95 gram (met een grootte van 24cm). Een mannetje is pas volwassen wanneer hij volledig in de kleuren zit(zwart dus) want wanneer hij jong is heeft hij nog steeds bruine vleugels en een donkere snavel. De jonge vogels (of juveniel) is meer bleekgestreept, heeft meer een gemberkleurig lijf en een snavel die zowat de kleur van onze tanden heeft.
De vorm die er ook in ons park voorkomt (de bonte merel), is een typische stadsvorm met albino kleuren.(slechts 1 exemplaar hier aanwezig)
Een merel is een diertje dat we vaak in onze heggen een nestje weten te maken(niet hoger dan 2m boven de grond en grotendeels door het wijfje gemaakt!!), dat doen ze uiteraard ook in bomen. Eens het nest klaar is, legt het vrouwtje er tussen de 4 en 6 eieren in.
Dat is meestal rond maart. Daarna komt er een periode van 14 dagen intensief voederen opdat de jongen na 2 weken het nest kunnen verlaten. Het probleem is dan wel dat ze nog niet kunnen vliegen, dus blijven ze nog een 3 tal weken afhankelijk van de ouders.
Dit herhaalt zich zo tot 4 maal per jaar (als stadsmerel, want die heeft genoeg voedsel).
Ze zullen zich voornamelijk voeden met insecten, daarnaast echter ook zaden, vruchten tot zelfs afval.(nog een weetje:steken ze hun bek in de grond om een worm te pakken, dan houden ze hun hoofd scheef om hem te horen aan komen!)
Als de honger echt héél erg groot is dan stoort een merel er zich niet aan om een ander zijn eitje, of zelfs, een jong op te eten.
De gemiddelde leeftijd van de merel is ongeveer een vijftal jaren. Deze kerel is een kereltje dat zeker zal blijven, zolang de mens geen roet in het eten gooit
Deze rubriek zal uitsluitend over deze bijzondere vogel gaan.
Bijzonder is hij al omdat hij niet tot de familie van mezen behoort, neen, hij heeft een eigen familie de staartmezen familie. Een mooie zangvogel die uiteraard enorm hard opvalt door zijn uitermate lange staart (zo lang zelfs dat hij niet als vanzelfsprekend op zijn eieren kan gaan zitten. Dus moet hij helemaal omhoog slaan op zijn rug.)
Zijn staart is net zo lang als zijn lichaam en in totaal is het staartmeesje ongeveer 14 cm lang en weegt om en bij de 9 gram.
De op deze foto weergegeven staartmees is de meest voorkomende soort maar de familie is eigenlijk een groepsnaam van vele ondersoorten, in Nederland komen verschillende groepen voor, die voornamelijk dankzij hun kopveren een naam kregen (witkoppig,of donkerkoppig)
Opvallend aan deze vogel is dat er bijna per land binnen Europa, een andere ondersoort voorkomt.
Zelfs buiten Europa, in Japan, komt er een soort staartmees voor(caudatus), die ook in de Scandinavische landen voor komt.
Ze hebben allemaal wel de lange staart gemeen en ook de nestvorming is bij de verschillende soorten hetzelfde.
De staartmees van bij ons heeft een duidelijke oogstreep(dikke wenkbrauw),een witte kruin en zijn lange staart is omboord met een witte rand. Zijn bovenzijde is zwart-wit en zijn buikje en romp hebben een mengeling van zwart,wit en roze kleuren.
Het is een vogeltje dat meestal in erg grote groepen samenhangt en tijdens de winter slapen ze, omwille van hun gevoeligheid, ook in groepjes tegen elkaar gedrukt. Het zijn trouwens zeer sociale vogels en vertonen geen agressief gedrag naar anderen toe.
Hun nestje is bolvormig (wat ze zelf maken), met de opening aan de voorzijde, sommigen zeggen dat het aan de opening aan de zijkant zit. Zo zie je maar dat naar dit vogeltje nog veel onderzoek wordt verricht, want we weten nog lang niet hoe het allemaal in elkaar zit met dit zeer complexe ventje.
Ze leggen tussen de 8 en 12 eitjes (groot aantal, om dezelfde reden als bij het winterkoninkje )
Ongeveer 2 weken nadat de eitjes zijn gelegd komen de jongen er uit en na een intensieve voeding gedurende 18 dagen, verlaten deze geborenen hun nestje.
Daarna zullen ze te zien zijn op verschillende plekken, waaronder voornamelijk heidegied, bossen, parken en tuinen.
Daar voeden ze zich vooral met insecten, larven, maar ook zaden, alhoewel je ze niet onmiddellijk op een voedertafel zal aantreffen.
Vetbolletjes in de winter nemen ze wel graag aan.
Dus wanneer je de volgende keer in uw tuin zo een vogeltje ziet, dan weet je er weer wat meer over.
De koolmees (Parus major ) KLIK op de foto om hem te horen.
De meeste mensen verwarren deze jongen met de pimpelmees, alhoewel ze toch veel van elkaar verschillen. ook in geluid.
In de eerste plaats herken je hem door zijn meer zwarte kruin i.p.v. blauw bij de pimpelmees.
Anderzijds is deze knaap meer voorzien van een zwarte borststreep in tegenstelling tot zijn kleinere broertje pimpelmees.
Hij is dus wel een stuk groter en dus ook een stuk minder beweeglijk. Daarenboven is deze kerel erg strijdlustig met alle andere mezen.
Zijn kruin is bruin, tegen het zwarte af (tot halverwege de ogen), hij heeft wit-gele wangen.
Het is een vogeltje dat zal vechten om een plaatsje in een nestkastje (maar soms ook in de holte van een boom).
Als je het onderscheid wil maken tussen mannetje en vrouwtje, dan moet je vooral letten op de buikstreep want bij het vrouwtje is die opmerkelijk (voor het kritische oog) wat smaller en iets lichter van kleur dan bij het mannetje.
Verder is de buik volledig geel, en hun rug gaat meer naar de groene kleur.
In de vlucht (voor zover je dat kan merken) is hun staart merkwaardig door de duidelijk wit getekende buitenste staartveren.
Hij is ongeveer 14 cm groot,weegt 20 gram, en is dus de grootste van zijn soort (vandaar zijn naam major).
De jonge vogeltjes beschikken niet over de borststreep en zijn nog niet helemaal ingekleurd
Eigenlijk zijn het een beetje luie jongens geworden in onze streken, omdat ze normaal gesproken vooral insecten en rupsen eten, maar zoals we wel weten hangen deze kerels bijna constant aan de vetbolletjes en eten ze de zaden uit de voederbakjes.
In het broeden is het een beetje een berekende vogel. Dat wil zeggen dat hij een toegewijde ouder kan zijn tijdens de goede tijden en evenwel zijn nest met eieren kan laten voor wat het was tijdens de dagen van onzekerheid. Dat is ookeen beetje afhankelijk van het broedsel zelf .(te weinig eieren)
Bij een gewoon broedsel leggen ze tussen de 7 en 10 eieren,die na ongeveer 14 dagen bebroedt te zijn, zich ontpoppen tot kleine koolmeesjes.
Na intensief, door de ouders, het nest gevoederd te hebben, vliegen de jonkies na ongeveer 16 dagen uit het nest. Daarna blijven ze nog wel wat bij de ouders maar ze moeten opschieten, want het volgende legsel komt er bijna aan. En dan zijn er nieuwe jongen om voor te zorgen.
Vandaag was het een dag om naar uit te kijken want we gingen vogels tellen.
De weergoden waren ons zeer gunstig, het leek wel een lentedag, en niet alleen voor ons.
Overal zaten vogels te fluiten doorheen het parkje en met ons groepje van vijf, trokken we met verrekijker, potlood en papier en de brochure van natuurpunt, er gezellig op uit.
Gedurende één uurtje hebben we geteld wat we zagen. Hiervan ziet u hiernaast het resultaat.
Het ging er gezellig én leerrijk aan toe. Allemaal bedankt om mee te doen groetjes Bart
Het winterkoninkje zoals hiernaast op de foto is het typische Europese exemplaar.
Het is een zangvogeltje en dat laat hij je dan ook luidkeels horen, dit doet hij niet alleen omdat hij maar amper 10cm klein is, dat doet hij voornamelijk om zijn territorium af te bakenen (dat is trouwens bij de meeste vogels de reden tot gezang).
Dus het is vooral een klein kereltje met een grote bek, maar naar mijn mening ook een hele mooie vogel. Om eerlijk te zijn is voor mij onze Europese jongen mooier dan al zijn Amerikaanse familie. Het is vooral zijn bijna constant rechtopstaand staartje dat hem zo kenmerkend en ook wel schattig maakt.
Om hem waar te nemen is het een beetje moeilijker, tenzij in dichte struiken of kreupelhout, ongeveer 1 meter boven de grond kom je ze wel tegen. Dat is ook de hoogte waarop ze hun nest bouwen, als ze het niet in een holletje kunnen doen, ergens onder een boomstronk of langs de waterkant, want daar houden ze wel van.
Een nestje maken is de taak van het mannetje, eentje volstaat echter niet, hij moet er verschillende hebben gemaakt. Daarna kiest het vrouwtje er één uit, waar ze haar eitjes zal leggen en bebroeden. Het mannetje slaapt dan in één van de overblijvende nesten.
Meestal hebben ze per nestje tussen de 5 en 8 jongen. (toch wel een zware taak hoor)
Dat doen ze soms wel tot 3 keer in één seizoen.
Van deze beestjes sterven er soms wel veel tijdens strenge winters(zelfs tot 70% van de populatie). De reden is dan voedselschaarste vermits ze eigenlijk enkel leven van insecten, spinnen en slakken. Het zijn niet direct de vogeltjes die je zal aantreffen in voederhuisjes.
Vandaar dat ze dus zo veel eitjes leggen. Als de winter echt lang aan blijft houden dan kruipen ze wel met velen samen in een nestje, om warm te blijven. Een vogel is trouwens het dier met de hoogste lichaamstemperatuur (41-43gr) en moet dus veel kunnen eten om die temperatuur te behouden.
Een speciaal vogeltje dus.
Als je dus één van de dagen een spin in huis aantreft, hou dan je sloffen aan en zet het beestje buiten, denk dan aan dit verhaaltje want je weet, je kan er een bekje mee eten geven.
Zondag 4 februari gaan we om 12 uur op verschillende plaatsen in ons meerlenhof eten strooien voor de vogeltjes.
De bedoeling is dat we gedurende één uurtje (met de verrekijker in de aanslag) zoveel mogelijk vogels gaan tellen die er op dat moment hun graantje komen meepikken.
Ik hoop van harte een paar enthousiaste medewerkers op de been te krijgen om een zo volledig mogelijke lijst te kunnen verkrijgen.
Mensen met een digitaal fototoestel die een paar mooie kliekjes willen maken zijn natuurlijk ook steeds welkom.
Ik kan zorgen voor kleurenfolders van natuurpunt zodat de meeste mensen die niet thuis zijn in vogeltjes, ook snel enkele exemplaren kunnen herkennen en noteren wat ze gezien hebben. ik laat u natuurlijk vrij om zelf zo een foldertje te downloaden, alle informatie kan u vinden in vorige bericht.
Contact: Wim Van den Bossche, 015-29 72 49, wim.vandenbossche@natuurpunt.be Onderwerp: Telweekend Vogels Voeren en Beloeren Datum: 1 februari 2007
Voerders en beloerders startklaar
Dit weekend, 3 & 4 februari, staat voor de 7de opeenvolgende winter in het teken van het tellen van tuinvogels. Vorige winter was het de huismus die het talrijkste de voederplaatsen bezocht en kwam de merel het meest verspreid voor. 2007 belooft door het warme weer een speciale telling te worden.
Vrijdag wordt het startsein van de telling gegeven in de scholen. Over gans het land speuren de kinderen naar koolmezen en pimpels. Tijdens het weekend wordt iedereen uitgenodigd om mee te doen. Door het voederen komen de dieren dicht genoeg waardoor we de soorten kunnen herkennen en tellen. Aan de waarnemers wordt gevraagd om tijdens een halfuurtje of langer te noteren welke soorten er op bezoek komen. Per soort moet je dan het maximaal aantal noteren die je tegelijkertijd op en nabij de voederplaats te zien krijgt.
Vorig jaar telden meer dan 8.100 gezinnen meer dan 350.000 vogels op de voederplaatsen. Dit jaar wordt erg interessant om het effect van de hoge temperaturen op de vogelpopulatie te meten. Vooral zaadetende vogels komen nog talrijk naar de voederplaatsen.
In februari 2006 was de Top-5: huismus koolmees merel Turkse tortel vink.
Om de vogels in je tuin te herkennen brengt Natuurpunt met de steun van de dierenspeciaalzaak Tom & Co een folder uit met daarin foto's van de meest voorkomende tuinvogels. Er staan ook allerlei tips en weetjes in om vogels in je tuin te helpen. De folder kan je gratis bestellen bij Natuurpunt (wim.vandenbossche@natuurpunt.be, 015-29 72 20), downloaden op www.natuurpunt.be/tuinvogels of bij een winkel van Tom & Co.
De gegevens kunnen via www.natuurpunt.be/tuinvogels worden ingevoerd of per post opgestuurd naar het Natuurpunt-secretariaat.
Vogels Voeren en Beloeren is een project van Natuurpunt, gesteund door Tom & Co, Vivara en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Thomas De Maeseneer Persverantwoordelijke Natuurpunt Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Tel: 015-29 72 24, 0496-15 10 90 Fax: 015-42 49 21
De pimpelmees (Cyanistes caeruleus) of volgens de wat oudere boeken (Parus caeruleus)
Deze vogeltjes zijn eigenlijk nogal vrij tam. Niet dat je ze zomaar op de hand kan krijgen maar je kan ze best wel,met een beetje moeite, fotograferen van een afstandje van 2 meter.
Hun gestalte is vrij klein, een beetje kleiner dan de koolmees (waar ik je later nog ga over vertellen).Elf centimeter en evenveel grammetjes ingewicht, dat is ongeveer hun gemiddelde.
Hij valt vooral op door zijn prachtige kobaltblauwe en gele kleuren, afwisselend met een beetje wit en vooral, het zwarte streepje over zijn ogen (doet me een beetje denken aan zorro, toen ik kindwas. Vandaar misschien dat ik het persoonlijk een teder vogeltje vind).
Tijdens de paartijd is het echt mooi om te zien wanneer het mannetje met alle moeite van de wereld indruk wil maken op de vrouwtjes. Net zoals wij kippevel krijgen, zetten ze hun blauwe kruin rechtop (doen ze altijd bij opwinding) en spreiden dan hun vleugels naar de grond toe. Kortom, ze willen zich struis(vogel) voordoen om te imponeren.
Het uiterlijke verschil in vrouwtje en mannetje is moeilijk te bepalen, tenzij dat het vrouwtje iets matter oogt dan het mannetje. Ook is het soms moeilijk te zien vermits de buikstreep niet bij elk exemplaar goed te zien is.
De jongen verschillen in kleur omdat ze een beetje groener zijn i.p.v. blauw en dat ze een gele kop hebben terwijl dat bij volwassen exemplaren wit hoort te zijn.
Hij broedt en nestelt eigenlijk zowat overal, maar als ze een nestkastje kunnen vinden dan laten ze zich graag bedienen,het is alsof het hotel er staat maar dat ze enkel het bed dienen op te maken. Wie maakt zich daar nu zorgen om?
Het invlieggat mag wel maar enkel 2 mm afwijken van hun wens! (dus ze zijn wel echt kieskeurig. Het is net alsof je niet in een bed wil slapen omdat het 5 cm te breed is.)
Dat kieskeurige gedrag is natuurlijk om zo weinig mogelijk indringers in hun nest te krijgen (denken we maar even aan de koolmees, die niet zoveel groter is), want zelfs de koolmees komt niet in een gat van 26mm. Dus, is dat ideaal en daarom is dat ook de afmeting van de gaatjes in onze nestkastjes.
Eens ze zo een kastje hebben gevonden, dan doet het vrouwtje er een paar turn oefeningen in, zou je denken, maar nee hoor.
Ze neemt gewoon de afmetingen en dat doet ze door op de vloer te gaan liggen met haar vleugels gespreid, van hoek naar hoek. Dus als de maten naar haar zin zijn dan zal ze hier samen met haar mannetje nest maken.
Dat doen ze uit allerhande materialen. (ook hondenharen helpen goed om een warm nest te bouwen, dus heb je een hond, dan kam je hem in open lucht wanneer er veel wind is, zo verspreiden de haren zich vrij goed).
Ze krijgen zon 8 tot 10 eieren die ze ongeveer 15 dagen bebroeden. En de jongen blijven ongeveer 16 dagen in het nest, daarna zijn ze nog wel afhankelijk van de ouders, maar ze kunnen snel hun eigen prooi vinden, die overigens meestal bestaat uit spinnen, bladluizen, bloemknoppen, maar ook boomvruchten.
ik wens jullie echt een heugelijke dag met de pimpelmees!
Tijdens een flinke wandeling door het park werd mijn aandacht plots naar een dikke boom getrokken.
Een stevig geroffel kwam van zowat halverwege de boom. Nadat ik mijn verrekijker in de hand nam, was mijn vermoeden al gauw in waarheid omgezet.
Daar zat hij dan, de grote bonte specht. Een vogel van ongeveer 25 cm lang met een rode onderstaart,spitse grijze bek en witte wangen. Ook beschikken ze over witte schoudervlekken.
Hun kop is zwart en dit exemplaar bleek duidelijk een volwassen mannetje te zijn vermits ik duidelijk de rode nekvlek kon zien, iets wat het vrouwelijke geslacht niet heeft.
Hij was duidelijk druk in de weer om een lekker hapje van onder de bast van de boom uit te halen. Ze eten normaal gesproken hoofdzakelijk de larven van kevertjes en vandaar moeten ze soms eens een gaatje in de boom hakken om aan eten te komen, het is hard werken voor de kost.
Op een minder actieve dag, voeden ze zich met noten of bessen (als die er zijn, anders zal hij moeten hakken).
Hun nest maken ze door verschillende gaten in bomen te maken en het meest geschikte gat krijgt uiteraard de voorkeur. Daarna zal het vrouwtje 4 tot 6 eieren leggen, die na een broedtijd van ongeveer 12 dagen uit komen. Nadat de eieren zijn uit gekomen, is het een beetje opletten voor rovers, die de jongen uit hun nest komen halen. Voor zover ik weet zitten ze hier in het parkje nog veilig, vermits ik hier nog geen halsbandparkieten heb gezien. Na ongeveer 21 dagen verlaten de jongen het nest en zijn ze klaar om de wijde wereld in te gaan.
Door zijn rode borst kun je hem meteen onderscheiden van alle andere vogels.
Jagen doet hij in zijn eigen territorium, dat overigens helemaal niet zo groot is.
Wat echter wel zo is, is dat hij/zij geen andere roodborst zal dulden in hun territorium, of ze nu mannelijk of vrouwelijk zijn, tenzij het broedseizoen er aan zit te komen.
Een vrouwtje zingt net zo mooi als een mannetje maar dat komt wellicht vanwege het feit dat ze familie zijn van de lijsters (Turdidea). Dit vanwege de sterk bespikkelde jongen. Maar omdat hij zo mooi zingt zijn er veel mensen die hem tot de zangvogels rekenen.(iedereen is tenslotte vrij van denken hé )
Wat dus ook merkwaardig is zijn hun jongen, ze lijken nogal sterk op die van de kleine vliegenvanger. Hun verenpracht, de rode borst krijgen ze pas in het najaar van hun eerste levensjaar.
Een volwassen vogeltje is ongeveer 14 cm groot(klein) en weegt om en bij de 16 gram.
Een lastig iets is dat een mannetje en een vrouwtje uiterlijk gelijk zijn.
Iets wat ik persoonlijk ook wel interessant aan deze vogel vind, is dat wanneer hij het contact met zijn ouders verliest, hij schijnbaar ook (kzal maar zeggen) niet meer de taal van de ouders spreekt, waardoor zij hem/haar niet meer zullen herkennen.
Verder bestaat een nestje uit ongeveer 4 tot 6 eitjes, die na een goede 14 dagen uitkomen.
Nadat ze een 15 tal dagen onder moeders vleugels hebben geleefd vliegen de jongen uit.
De jongen zijn nu klaar om zelf spinnen, slakken, kevers, bessen en wormen te gaan zoeken.
Dit alles kan zich een tweede maal herhalen in éénzelfde jaar.
Enkele maanden geleden kreeg ik het idee om hier in ons parkje nestkastjes te hangen. De bedoeling hiervan was dat er verschillende vogelsoorten, zoals de pimpel- en koolmees, hier zouden kunnen overwinteren en ook nest maken, om uiteindelijk zich te vermenigvuldigen en te kunnen blijven. Tot nog toe was zoiets in het verleden, bij mijn weten, nooit ondernomen. Wat ik al wel ontdekt had, was dat ons park tot voorheen de ideale broedplaats voor het winterkoninkje en de roodborst was. De grotere vogels zoals de kraaien, kauwen, vlaamse gaai, ekster die maakten nest in de toppen van de bomen; duivensoorten deden dat helaas ook op de terrassen van menigen hun appartement. De kastjes die we hebben opgehangen zijn eigenlijk dus met de bedoeling opgehangen om kleinere vogelsoorten hier te houden. De diameter van de 'invliegopening' verschillen van kastje tot kastje, dit om de concurrentiestrijd tussen de koolmees en de pimpelmees een beetje te kunnen temperen. In ons parkje zijn hiervan elf stuks opgehangen en we zullen in de loop van het komende jaar nauwlettend in de gaten houden welke bezetting er zal zijn, welke vogelsoort en hoeveel jongen er zijn groot gebracht. Hiervan maak ik een kleine inventaris, maak ook eventueel foto's (in zoverre het mogelijk is) en hou jullie graag via deze site op de hoogte. ik wacht alvast vol spanning de lente af want dan gaat het allemaal gebeuren!