Mie de Dulle Het jaar 1866. Een Antwerps meisje, bijgenaamd Mie de Dulle, die van haar moeder niet mocht gaan dansen, zei : "Ik zal vanavond dansen, bij Jan Krabzocht, als was het met de duivel." Ze ging 's avonds naar de danszaal. Toen iedereen aan de dans was, riep een kind, dat op de arm van zijn moeder gezeten, de dansparen gade sloeg : "Och, moeder, daar danst een heer met een staart !" Allen, hoorden dit, zagen hetgeen gebeurde en hielden op. Het meisje schrikte zodanig, wanneer ze begreep wie haar danser was, dat zij er later van uitteerde. Er ontstond zelfs een liedje daarover, waarin o.a. voorkwam : "En iedere trap, die ze deed, was er een gat in de plancher".
|