Ik ben peter vondel
Ik ben een man en woon in hasselt (belgie) en mijn beroep is overlevende.
Ik ben geboren op 28/04/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: oude rock - computer - schrijven.
wil mijn steentje bijdragen in de overlevering van mensen die nooit gemist zullen worden omdat ze zo diep in de marginaliteit zitten.
het beviel peter wel op de boot alhoewel het er in normale mensen termen werkelijk vies en vuil was en evenmin de stank viel te harden. alle metalen dubbeldekbedjes, afdankertjes van het leger waarschijnlijk stonden gewoon tegen elkaar geschoven zodat je 2 verdiepen matrassen had. geen loopgangetje of zo, gewoon beneden en boven 2 supersized matrassen. Peter leerde er een jongen kennen, belg, die anderhalf jaar geleden was ontsnapt uit de jeugdinstelling in mol. Kris, zo heette hij, was een echt straatjochie, leefde van de straat, had trouwens geen keuze. peter dacht ook dat hij zich met duistere zaakjes bezighield want regelmatig leurde hij met due uurwerken, juwelen, merkkledij , en ga zo maar verder. Peter, de goedgelovigheid zelve had zich open en bloot gegeven aan kris. hij had hem laten zien waar hij zijn hash en zijn weinige geld verstopt had en zijn dure omega chronograaf die hij nog van zijn grootvader had gekregen. je kan je al inbeelden wat er gebeurde. kris, de rat verkasde van woonboot naar een onbekend adres en ook peter zijn spullen waren verdwenen. Kees en otto verwittigden peter op te letten voor deze tak van de bevolking die ze "de ratten" noemden. in de paradiso, de muziektempel in de jaren '60 en begin '70 waar grote namen op de affiche hadden gestaan, samen met de melkweg, de ontmoetingsruimte van het hippe volkje, ontmoette peter weer een amerikaanse G.I. die gedeserteerd was uit vietnam. was gewond geraakt in 'nam en naar een amerikaanse legerkliniek in duitsland overgebracht en daar de benen genomen naar amsterdam om ongeveer dezelfde redenen als peter. dacht ook in het hippieparadijs terecht te komen. uren praatte peter met hem, aanhoorde verhalen van kapotgeschoten lichamen, hoe napalm aan je huid blijft kleven terwijl het je verbrand, en angst...angst, nachtmerries op volle dag met je ogen open. en terug kon hij zomaar niet want op desertie onder oorlogstijd stonden werkelijk zware straffen. dit waren de mensen die op het randje leefden...geen heden, geen toekomst, alleen op de richel van een brug...en velen die sprongen. dat moest geen brug zijn, ze waren inventief de jongeren, de verschoppelingen die het zelf gezocht hadden. ze hadden maar beter moeten studeren, luisteren naar vader en moeder. amerika zond zijn zonen naar de slachtbank en was dan verwonderd als ze eronderdoor gingen. ja, de ratten die de straten afschuimden en je linkermouw stalen terwijl ze je rechtermouw streelden, over die ratten had peter geen goed woord.