Aan ’t eind van de week sta ik stil bij het volgende:
19-11-2011
Mohamed
Net terug uit noord-afrika. Vertrokken op het moment dat de revolutie weer oplaait in caïro. Na de lente-revolutie is er niet veel veranderd. Hosni is weg. So what, denken de machthebbers. En dat is het leger dat nog steeds de touwtjes in handen houdt, zowel politiek als economisch. Maar ditmaal zou het er wel eens harder aan toe kunnen gaan. De armoede is er schrijnend, de middenklasse is het echt kotsbeu. De jeugd wil grondige veranderingen. Vechten voor echte democratie. En in het decadente westen wordt diezelfde democratie belachelijk gemaakt. Maar laten we niet te pessimistisch doen.
Ik zou ook nog de loftrompet kunnen steken voor alle vriendelijkheid die we de laatste weken hebben ervaren in het buitenland. Bijvoorbeeld vanwege de treincontroleurs. Een begroeting, een glimlach, een dank u, ... Dingen die we hier in België niet meer meemaken. Maar - zoals gezegd - laten we niet te pessimistisch doen. Hoe meer talen men spreekt, hoe meer mens men is. Een spijtige zaak is dat ik maar een tiental woorden arabisch ken. En dat is toch een enorme beperking.