Aan ’t eind van de week sta ik stil bij het volgende:
24-07-2010
José
Het einde van de Tour nadert. Spijtig. Ik volg dat dolgraag. De inspanningen van de renners, alsof je zelf meedoet. De prachtige beelden van de omgeving. Het geweldig werk van motards, cameramensen, etc.. Waar we niet om treuren is dat we dat debiel geleuter van de commentatoren niet meer moeten aanhoren. Michel, Renaat en José, oef we zijn er vanaf. Zelden uitleg bij de beelden. Onsamenhangende zinnen en inhouden, een schabouwelijke taal, omhooggevallen ego's. Ik kijk graag naar de Tour, maar ik ken de renners zo niet. Wie zijn dat allemaal, die gasten die door het scherm defileren? En dan maar commentaar geven bij wat gisteren verteld werd tussen pot en pint, of bij wat 40 jaar geleden is gebeurd, terwijl een renner bandbreuk lijdt en op achtervolgen is aangewezen. Alles tweemaal zeggen, zelfs driemaal, ... Pseudo-filosofieën ontwikkelen die kant noch wal raken. Maar daar wil ik het niet over hebben deze week. Wat me meer stoort is dat debiel geleuter van de commentatoren. Michel, Renaat en José, oef we zijn er vanaf. Zelden uitleg bij de beelden. Onsamenhangende zinnen en inhouden, een schabouwelijke taal, omhooggevallen ego's. Ik kijk graag naar de Tour, maar ik ken de renners zo niet. Wie zijn dat allemaal, die gasten die door het scherm defileren? En dan maar commentaar geven bij wat gisteren verteld werd tussen pot en pint, of bij wat 40 jaar geleden is gebeurd, terwijl een renner bandbreuk lijdt en op achtervolgen is aangewezen. Alles tweemaal zeggen, zelfs driemaal, ... Pseudo-filosofieën ontwikkelen die kant noch wal raken.