Aan ’t eind van de week sta ik stil bij het volgende:
06-08-2011
Pietje
Woorden wekken, voorbeelden trekken. Als dat geldt voor positieve zaken (ouders die lezen, ouders die fietsen, ouders die het nieuws volgen), geldt dat toch ook voor negatieve zaken (ouders die roken, ouders die voor elke boodschap de auto nemen, ouders die enkel naar familie, e.d. kijken. Of is dat te simplistisch geredeneerd? Is de invloed van de omgeving mee een bepalende factor voor de ontwikkeling van een individu? Is zo iets al een breivik voor een stuk mee ontstaan door een verregaande tolerantie t.o.v. rechts gedachtegoed? Of is dit misschien ook een rechtse gedachtekronkel? Soms heb ik de indruk dat het toch allemaal wat ingewikkelder ligt.
Neem nu die discussie over spelende kinderen. En de overdaad aan lawaai. Mogen kinderen spelen? Is daar normaliter geen lawaai bij, soms? Ja. Ja. Maar waar ligt de grens, zowel aan spel, als - in deze discussie - aan lawaai? Ik luister graag naar muziek, maar als een auto voorbijzoeft met dzjoenke-dzjoenke bassen, krimpen mijn oren. Dat mensen honden houden als huisdier, dat daar aan toe. Maar dat die hond van negen tot vijf staat te bassen in de achtertuin terwijl de baasjes zijn gaan werken, dan staan mijn zenuwen ook strak. Van familie of villa van thilt kan ik nog wegzappen. Voor jengelende honden, keffende kinderen, daverende disco-auto's en oorverdovend verkeer heb ik nog geen zapperke, tenzij intermenselijke hoffelijkheid en, als laatste strohalm, wat wetteksten, misschien.
Uitsmijter vd week Omega Farma stept kwik
Uitsmijter vd week (bis) We moeten niet met pek gooien