Ik ken een aardig wicht ze woont in een gesticht in maastricht niet een groot licht maar icht een lief gezicht ondanks haar jicht plicht st getrouw, waar ik van hou daarom dit gedicht voor die nicht ze is opricht een echte nicht ... niet zo'n valse..
klein niemandallig ,maar hoopvol sprookje van de drie rovers en de kip
Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de bomen in het grote bos elkaar niet meer konden zien. De wind gierde storm machtig door de donkerte,tussen de verstomd staande bomen. Achter,in het grote bos zaten drie rovers bijeen bij het vuur. "Don Pedro" zei de een,"vertel ons nog eens van die nacht in het grote bos" Don Pedro stond op en sprak met verheffing van stem: "Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de verstomde bomen,niet durfden slapen...en de wind bang voor zichzelf gierde. Toen,die nacht..werd achter in dat grote bos ......een kip geboren" Don Pedro ging zitten, terwijl de bomen en de storm waren gaan liggen....
Terwijl de bijen in rijen vrij en blij en mussen russen kussen beminnen russinnen met liefde haaievinnen soep en de mieren plezieren en versieren bronstige rendieren gewei de vrij er rij
Thuis heb ik nog een ansichtkaart van de ouwe Drachtster vaart. Daarlangs werden de gesloten noordse gronden met het al verstedelijkte westen verbonden. Statige stoere schepen gleden langzaam maar zeker voorbij elke dag in een oneindig lijkende lange rij, met plaggen turf vol geladen De geuren kwamen tot de kaden vermengd met bloed en zweet achter heel veel gebroken leed Wie kent nog het wenen van de slaven van de venen. Dat verdriet zie je niet op een ansichtkaart van die ouwe Drachtster vaart. De beste stuurlui zaten op het leugenbankje bij de Hoge Brug hun woelig leven bijna achter de rug wat rest zijn verhalen stoer en stug. verweerde gekromde trillende hande en eeuwig pruimgebruinde tanden. Thuis heb ik nog een ansichtkaart van die ouwe Drachtster vaart Ouwe Metsje deed daar de maandagse was en Hanke Sipel zijn avondplas stralend bier gedronken bij dans en plezier in het cafe van Leer want Peye was er weer de oude straatmuzikant spelend voor koningin en vaderland Pake Taeke en lytse Age dronken nog snel een neut gewoon voor de leut buiten wachten de honden voor de kar met vracht die moesten nog naar de dorpen worden gebracht
Een keer per jaar is het feest in het dorp volks vermaak goeie zaak de bakker bakt al vroeg de zoete broodjes bruin en vult de koeken voor het happen
de slager slaat zijn slag en het mager krijsend feestvarken dood open en bloot klaar voor de verdere dag alles om te grillen van billen tot poot
dan klinkt de muziek door de straat de harmonie laat zich horen de blikken dominee slaat de maat op de grote trom en schele kromme Tom nooit vies van een stevige neut is nu nog net niet teut genoeg en bespeelt met plezier de tierelier
de pastoorsmeid denkt aan de lang vervlogen tijd toen er nog stevig werd gevrijd ze kijkt naar de hooimijt. Twee geloven op prikkelend kussen wie of wat kwam er toen tussen ? de duivel of mallemoer? Ze slaat een kruis en gaat nu maar naar huis de pastoor weet toch niet van haar stille verdriet.
de suiker spint nu al overrondjes om straks de tong te strelen van elk kind de grote en kleine mondjes zijn gauw gevuld, want tevredenheid kent tijd noch spijt.
De kermisklanten hangen vol met bier en verlangen naar avontuur bij het rad van altijd prijs zij willen meer deze keer bij zo'n feest word je toch een beest
Dan de stoelendans de laatste kans voor nog wat sjans. Rooie Dolle Dries is niet vies van een beetje pret met Dikke Tet, twintig jaar getrouwd, met een boekhouder van der Goot maar die lijkt al te oud en bijna dood. Zij is weer eens dronken en mag dan graag wat lonken Ach wat maakt dat vanavond uit geen ene mallemoere boerefluit.
Dan gillen de keukenmeiden en begeleiden de sterren van de nacht die opkomen en vallen in kleurrijke pracht vliegende toverballen sluiten het feest 't is weer mooi geweest
Achter een zachtfluwelen gordijn zit de pastoormeid met een fles wijn en schreit omdat die Mooie Rooie Dries zeker al weer vrijt in hun hooimijt maar nu met die andere meid niemand ziet haar verborgen verdriet
Toon is dood net als zijn duif Ach, een goede goochelaar was hij nooit De mensen lachten door hun tranen heen vergaten hun verdriet. Geloofden weer even in wonderen omdat ze er zelf bij waren. Dat de hemel blauw was zo blauw zo blauw als Toon het wou Hij was maar een clown maar....... ?
nu is hij dood net als die duif duiven moeten vliegen niet dood zijn
Toon is dood ook gevlogen Hij zingt nu een toontje hoger lachen de engelen door hun tranen heen vergeten ze hun verdriet om ons zo kunnen ze weer hun wonderen doen vliegen voor ons ook Toon's eigen engel Gabriel
God ziet dat het goed is en lacht zich de tranen om Toon
Een verhaal voor kinderen en allen die zich nog niet te groot voelen, om kinderachtig te mogen zijn.
Heeel heeel lang geleden,nou ja niet zo heel lang hoor, leefde er ergens en overal, maar wel ver weg in het Land van de Onvolkomen Dromen een echte koning Hoe hij heette ? Geen idee! Het was ook al heel lang geleden en heel ver weg he. Laten we hem voorlopig maar Jachie noemen,dat klink mooi.. Ik denk dat zijn vrouw Mina heette,want zo noemde hij haar en als ze weer eens gek deed "Dolle Mina". Die twee waren rijk ! Och,och,och,Poe poe poe,nou zeg.! Alles wat er blonk was goud. De oprijlaan waar de gouden koetsen stonden had ipv een grinten- een diamantenpad. De koning zei vaak : "Jeetje Mina,wat zijn rijk. zeg!" Dan antwoorde zij : "Ach Malle Jachie toch",dat mocht zij zeggen, als er verder niemand bij was he. En dachten jullie dat ze gelukkig waren ? Nou reken maar,want geld maakt best gelukkig hoor.. En toch .. Ze misten iets...... Ze wisten niet precies wat,maar ze misten iets. Wij zouden zeggen: "Dat wat je niet weet,kun je toch niet missen?" Maar ja,.wij zijn gewone mensen he. Als je koning bent.en alles al hebt van blinkend goud.tot diamanten op je pad en .zelfs een dolle Mina,als koningin,kun je zelfs zonder te weten wat, plotseling voelen,dat er iets mist.
Als die dolle maar echt niet zo onnozele Mina er niet geweest was,had hij waarschijnlijk nog van niets geweten en was dit verhaal wel heel plots en traag geeindigd. Het was op een vakantie in een warm en broeierig land dat Mina hem verleidde en in haar tent lokte en dat terwijl ze eigenlijk altijd wel samen in het paleis leefden,maar gescheiden van tafel en vooral bed. Laten we maar zeggen dat Jachie zich maar wat graag in die tent liet lokken,hetgeen maar weer eens bewees dat mannen eigenlijk het echte zwakke geslacht vertegenwoordigen. De gevolgen bleven niet uit,sterker nog het geluk kwam later niet alleen. Op een mooie pinkstermorgen werd het koninkrijkje van de Onvolkomen Dromen verblijd met twee prinsjes. Op dezelfde dag dus. Inderdaad een tweeling ! Goed opgelet zeg. In die tijd was het gewoonte kinderen de namen van kledingstukken te geven. Ik heb geen idee waarom. In de hogere kringen kregen de kinderen ook duurdere namen,vaak overgenomen uit het Frans en Engels. Het blije koninklijk echt paar noemde de prinsjes dan ook Pantalon en Shirt. In de volksmond heetten ze al gauw Broekie en Hempie. Dat waren toen hele gebruikelijke namen hoor. Er waren er zelfs zoveel met die namen,dat de meesten bijnamen kregen om ze van anderen te onderscheiden. Zo had je rooie broekies,witte hempies,ouwe broeken enz.en bij ruzies had men het over dat rottige hempie en dat smerige broekie. De beide prinsjes waren natuurlijk in liefde ontvangen, ook verwekt trouwens. Toch bleek al vrij snel dat Broekie eigenlijk niet zo lief was. Je kon gerust zeggen,dat het een akelig,geniepig etterbakje was. Ja sorry,ik had het ook graag anders gewild,maar helaas. Daar kwam nog bij Hempie niet bepaald een van de slimsten was,om het maar heel voorzichtig uit te drukken,een goeie sufferd zou men zeggen als het een boer of burger geweest was. Dat zou op zich niet zo erg zijn,want wat slimmigheid is bij koninklijke families niet echt nodig he. Wat wel erg was,dat Broekie die goede onnozelaar Hempie vaak peste en dan zg. van de prins geen kwaad wist. Het leek er ook op dat anderen de gienipheid van Broekie niet door hadden. Hij leek zelfs voor iedereen die bij de wieg kwam kijken een vriendelijk lachende baby terwijl Hempie bijna altijd jankte. Maar ja,dat kwam omdat Broekie de in de wieg kijkende visite dan toelachte,terwijl hij onder de dekentjes,de naast hem liggende Hempie in de billetjes kneep,waardoor die dan in janken uitbarstte. Zo'n jochie was Broekie dus,eigenlijk vanaf het begin al en dat zou later alleen maar erger worden. Een voorbeeldje. Ze fietsten op een dagje richting paleis op hun gouden fietsjes. Plotseling een eindje voor de laatste bocht riep Broekie : "Wedstrijdje doen?" en begon te spurten. Dat wilde Hempie wel en hij boog diep voorover en zette de achtervolging in. Vlak voor de bocht voor het paleis remde Broekie....... "Ik win!" riep Hempie en vloog triomfantelijk de hoek om.....en botste frontaal op de gouden koets,die voor de paleisingang stond..... Hij maakte een zwieperd en landde op zijn knieen op de scherpe diamantjes op het pad voor het bordes. "Hempie,Hempie toch"riep Broekie met een gemeen greinslachje naar zijn bloedende broer kijkend. Zo'n jongen dus. Nog een voorbeeldje ? Nou vooruit,maar ik ben er eigenlijk helemaal niet blij mee,want zo krijgt dat ettertje veel te veel aandacht. Maar ja de waarheid mag nooit verzwegen worden he,ook niet in een fantastisch verhaal. Op een dag,zo'n typische dag,waarvan je later zegt:"Wat was dat een typische dag zeg!" zaten de beide koningskinderen aan een vorstelijke zeg maar prinsheerlijke maaltijd. Pa en ma,zoals alleen de prinsen koning Mallejachie en koningin Mina,voor wie nog steeds niets te dol was mochten noemen,waren weer eens op staatsbezoek. Deze keer naar het nog zo onbekende land dat ooit Niemandsland heette om kennis te maken met de ontdekker en nieuwe koning, die voor hen nog een Nobody was Ze zaten aan de soep, die net heel heet was opgediend en dus hadden ze beiden hun vingers gebrand. Op dat moment werd het hoofdmenu al opgediend. Het keukenpersoneel had haast omdat ze een avondje vrij wilden,nu Malle Jachie en Dolle Mina ook de hort op waren. Op tafel verscheen een schaal met twee,prachtige parelhoenen !! Mmmmmmmmmmmmm,wat zag dat er heerlijk uit zeg!! De beide prinsjes kregen water tussen de gouden tandjes. Maarrr (2x.).De ene parelhoen was en stuk groter dan het andere. Hempie staarde naar de parelhoenen en zag niet dat op Broekies gezicht een sluw lachje verscheen. Dat betekende weer niet veel goeds,maar ja dat wist Hempie niet he,want die was niet een van de slimsten. "Probleempje Hempie,er is een grote parelhoen en een kleinere he.Wie krijgt welke?" "Nou ik ben de oudste toch,dus ik ga voor!"antwoorde Hempie "Dat is waar,maar niet bepaald de slimste" dacht Broekie,maar hij zei het niet. "Ja maar dat is toch niet eerlijk,ik weet wat beters" "Nou wat dan?" " We laten degene,die de soep eerst op heeft ook eerst kiezen". Hempie had al onraad moeten ruiken toen Broekie met een idee kwam,maar hij zag en rook alleen die heerlijke dikke parelhoen.en hij wist dat hij meestal sneller at. "Okay" en hij begon al snel de de soep te eten,die niet meer te heet was. Broekie probeerde hem bij te houden,maar dat scheen niet echt te lukken. "Ik ben bang dat jij wint broer"verzuchte hij. "Ik dacht het ook wel" zei Hempie en hij keek al verlekkerd naar de dampende parelhoenen Hij nam nog een grote hap en toen........... "AAAAAAAAAAAAAAACH !!" "OOOOOOOOOO" Verbijsterd greep Hempie naar zijn mond....... "Ik PIJIJIJIJIN" Uit zijn mond sijpelde wat bloed,twee gouden kiezen.........en een diamantje.. Dat had Broekie stiekum snel in zijn soep gegooid. Verbaasd keek die naar zijn oudste tweelingbroer en belde snel een lakei. Terwijl Hempie snel naar de tandarts/goudsmid werd gebracht veroberde Broekie met een sluwe grijns beide parelhoenders. "Ben ik mijn broeders hoeder vroeg hij zichzelf rethorisch" Hoe moet dit verder gaan ?