Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Stad Eeklo heeft een nieuwe veegwagen. Deze vervangt de vorige veegwagen, die 10 jaar oud was en helemaal op was.
De laatste jaren waren er veel herstellingen nodig aan de oude veegwagen met hoge kosten tot gevolg. Vandaar dat de stad besloten heeft om een nieuwe veegwagen te kopen. Deze wagen, een Kärcher MC 250, kostte ruim 210.000 euro en is uitgerust met een 360°-camera en een opvangcontainer met een inhoud van 2.500 liter. Dit bedrag is inclusief een onderhoudscontract van 5 jaar.
De wagen wordt dagelijks ingezet voor uiteenlopende taken, zoals het reinigen van straten en greppels, het opvegen van zwerfvuil en bladeren, ondersteuning bij de opkuis door de groendienst en het weg borstelen van onkruid.
“Propere buurten en een nette stad daar houden we allemaal van”, zegt schepen van Groenbeleid Filip Smet. “De stad Eeklo zet hier ook volop op in. Door te investeren in kwaliteitsvol materiaal en machines, zoals deze veegwagen, kunnen de stadsmedewerkers daar ook mee helpen voor zorgen.”
Momenteel volgen vijf medewerkers een opleiding om met deze veegwagen te kunnen rijden.
Gisteren werd Tom Dice door de Eeklose bevolking gekozen tot Artistiek Ambassadeur van Eeklo. Hij ging daarbij dirigent David De Geest en tekenkunstenaar Lukas Verstraete vooraf.
1. Een absolute must is dat een sonnet 14 regels (verzen) telt. 2. Die 14 verzen zijn verdeeld over 4 strofen. Doorgaans zijn dat twee kwatrijnen (4-regelige strofe), die samen het octaaf vormen, en twee terzetten of terzinen (3-regelige verzen), samen het sextet. 3. Na het octaaf ligt dikwijls een inhoudelijke wending, ook wel chute of volta genaamd. Het octaaf beschrijft b.v. een waarneming en het sextet geeft daar een overpeinzing bij. Soms ligt de volta elders of groeit het sonnet toe naar een pointe. 4. Het rijmschema van het klassieke sonnet is vaak ABBA ABBA CCD EED, maar ook andere rijmschema's worden gebruikt. 5. De rijmwoorden zijn (bij voorkeur) telkens anders. Dwangrijm of zwak rijm zijn te vermijden. 6. Elke versregel telt afwisselend 12 of 13 lettergrepen overeenkomstig het rijmschema. Bij het rijmschema ABBA ABBA CCD EED horen dan b.v. 13 12 12 13 - 13 12 12 13 -12 12 13 -12 12 13 lettergrepen of een variant hierop. 7. Het metrum bepaalt waar de klemtonen vallen in een vers. Bij een jambisch metrum heeft elke versvoet eerst een zwak- en daarna een sterkbeklemtoonde lettergreep. (Z-S) 8.De korte ‘mannelijke’ verzen eindigen op een beklemtoonde, helle lettergreep. De langere ‘vrouwelijke’ verzen eindigen op een doffe, onbeklemtoonde lettergreep. 9. Er ligt doorgaans een rustpunt of cesuur in het midden van elk vers, waardoor het wordt opgesplitst in 2 stukken met 6 lettergrepen. 10. De dichter heeft de vrijheid om enkele van deze voorschriften te doorbreken, als daar ten minste een goede reden voor is. De inhoud moet blijven primeren op de vorm en de dichter zal dus spaarzaam omspringen met poëtische trucjes (chiasme, alliteratie, assonantie, enz) die bedoeld zijn om het gedicht te verfraaien. Je kan het vergelijken met het aanbrengen van make-up, die uiteraard in dienst moet staan van de natuurlijke schoonheid. Men kan schoonheidsfoutjes wegmaquilleren en sterke punten accentueren, maar het eindresultaat is nooit gediend met overdreven ingrepen. In de poëzie is dat niet anders. Uiteindelijk speelt ook de factor smaak een belangrijke rol. Benieuwd of mijn sonnetten stroken met jouw literaire smaak.
Mijn eerste nieuwjaarsbrief voor vrienden en familie schrijf ik in 2003, niet op 1 januari zoals gebruikelijk maar pas op 16 februari, wanneer de Chinezen hun nieuwjaar vieren. Het is een kort rijmke van amper acht verzen, Qua metrum is de dominante versvoet de minder gebruikelijke dactylus (sterk-zwak-zwak).
The year of the Cat
Iedereen die ooit dit kaartje zal lezen Wensen we samen met alle Chinezen Nu bij de start van 't Chinese nieuwjaar Op dinsdag de zestiende van februaar Het beste voor 't komende Jaar van de Kat Met dagen vol zon en dus niet meer zo nat, Veel warmte, geluk en een knuffel erbij Van Hilde, Charlotte, Renate, en mij 1 januari 2003
Vooraleer we verder gaan met de nieuwjaarsbrieven door de jaren heen van Paul Verstraete eerst toch nog een verduidelijking.
Voorwoord
Het schrijven en voorlezen van nieuwjaarsbrieven is een oude Vlaamse traditie die ook in mijn familie in ere wordt gehouden. Met nieuwjaar zijn er altijd gezamenlijke voorleessessies van alle nieuwjaarsbrieven, niet enkel door de kleintjes maar ook door de wat oudere ‘kinderen’.
Zelf heb ik altijd heel hartstochtelijk meegewerkt aan dat gebeuren. Met te huwen is dat nieuwjaarsvuur sinds 1982 wel wat geluwd maar nooit helemaal gedoofd. Vandaar dat ik in 2003 mijn nieuwjaarswensen voor het eerst heb verwoord in een gedicht en rondgestuurd naar familie, vrienden en kennissen. Dat is sindsdien een vaste gewoonte die in 20 jaar tijd heeft geleid tot ruim 55 gedichten.
Dat ik vaak meer dan één gedicht schreef, had verschillende redenen. In de eerste jaren maakte ik vrijwel altijd een Engelse vertaling van mijn nieuwjaarswensen omdat ik heel veel vrienden en collega’s in het buitenland had. Dit dank zij de vele Europese uitwisselingsprojecten die ik organiseerde voor het College O.L.V.Ten Doorn in Eeklo. Later vroeg mijn moeder om ook voor haar elk jaar een nieuwjaarssonnet te schrijven en bovendien wou ook Inge soms een eigen nieuwjaarsbrief toegedicht krijgen, omdat ze zich niet altijd helemaal kon vinden in wat ik had verzonnen.
Het resultaat van twintig jaar rijmen en dichten is nu vastgelegd in dit bundeltje met 55 nieuwjaarsgedichten. Mijn literaire liefde voor het sonnet is gewekt tijdens mijn opleiding Germaanse filologie aan de K.U.Leuven in de lessen literatuur van Professor Lode Roose. Door later ook als leraar Nederlands die liefde te willen doorgeven aan mijn leerlingen is ze weer opgeflakkerd en uitgemond in een hele resem sonnetten, waaronder 46 nieuwjaarssonnetten. Ik hoop dat dit bundeltje ook in u de belangstelling voor het sonnet kan aanwakkeren.
Wat is een sonnet?
Het sonnet is volgens Wikipedia “waarschijnlijk de populairste dichtvorm in de westerse letterkunde”. De grote promotor was ongetwijfeld de Italiaanse dichter Petrarca in de 14de eeuw. Nog heel veel bekende dichters kwamen later in de ban van het sonnet zoals Dante Alighieri, Pierre de Ronsard, William Shakespeare, Goethe en Aleksandr Poeskin.
De Nederlandse literatuur beleefde haar hoogtepunt in de 17de eeuw mede dank zij de sonnetten van C.Huygens, G.A.Bredero en P.C.Hooft. In de 19de eeuw beleefde het sonnet een revival met o.a. Jacques Perk, Willem Kloos en Karel Van de Woestijne. Ook na WOII kende het sonnet nog zijn adepten zoals Hans Andreus, Gerrit Komrij en Hugo Claus.
Wat een diamant is voor de juwelier, is het sonnet voor de poëet. Zijn briljante schoonheid kan je pas ten volle waarderen als je weet hoe zo’n gedicht vakkundig wordt geslepen volgens de regels van de kunst. Die regels van de poëtica zijn als de spelregels in het voetbal. Pas als aan die regels is voldaan, wordt balletjetrappen verheven tot voetbalkunst. Alleen wie die regels kent, kan echt genieten van het betere voetbal.
Paul Verstraete schrijft al 20 jaar een nieuwjaarsgedicht naar zijn ouders, vrienden en familie.
Nu, 20 jaar later, heeft hij alles samen ruim 56 gedichten geschreven voor nieuwjaar, waaronder 46 sonnetten.
Naar aanleiding van dit jubileum heeft hij alle gedichten bijeengezocht en in een bundeltje ‘Zeer Lieve Ouders’ gestoken. Het moet niet altijd kommer en kwel zijn, een beetje ‘La vie en rose’ doet ook soms deugd, zegt Paul.
Nu beginnen we met deze van dit jaar. Vanaf volgende week starten we met het eerste gedicht.