CLOBILA
Inhoud blog
  • Hoofdstuk 7 : VELT en de erkenning door de overheid
  • Hoofdstuk 6: van dure potgrond tot ecologische boomschorsrecyclage
  • HOOFDSTUK 5 : Jongen en wetenschap!
  • Hoofdstuk 4: VELT wint veld...!

    Zoeken in blog



    06-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mijn vroege belangstelling voor de natuur zorgde ervoor dat ik mijn job als kinesist in het leger combineerde met het verlangen naar een ecologische levenswijze. Om de daad bij het woord te kunnen voegen, zouden we mijn geboortestad Gent verlaten om met gans het gezin naar het platteland te verhuizen. Daar zouden we kunnen werken aan ons ideaal: zoveel mogelijk zelf in onze bio-behoeften voorzien.

    In 1961 verliet ik het leger om te starten met een zelfstandige kinesistenpraktijk. Voor de uitbouw van mijn praktijk zocht -en vond- ik een gelijkvloers appartement in mijn geboortestad (Gent). Dat we buiten de stad zouden wonen en leven stond als een paal boven water! We gingen dan ook enthousiast op zoek naar een geschikt perceel bouwgrond op het platteland.

    De kinderen zouden verder naar school gaan in het St.-Amandusinstituut in Gent. Na de consultaties konden we dan samen naar huis...We wisten alleen nog niet waar dat huis zou staan. We begonnen onze zoektocht via advertenties. vrij snel vonden we aan aantrekkelijke aankondiging: "verkavelde kasteeltuin in Ronsele - prachtperceel - schitterend gelegen". Van bij ons eerste bezoek sprong de vonk over. Liefde op het eerste gezicht! En dat zowel bij mij als bij vrouw en kinderen. We hadden ons ideale plekje gevonden: een ruim bemeten perceel,  midden in een tamelijk bebost domein waar de kinderen in volle vrijheid een prachtige en gezonde jeugd konden doorbrengen.

    Onmiddellijk ging ik aan de slag en tekende het plan van wat ons droomhuis moest worden (foto boven )  Ik liet het officieel overtekenen door een patiënt-architect. De bouwvergunning liet niet al te lang op zich wachten: als fervent en onverschrokken doe-het-zelver begon ik aan de bouw.

    Alles verliep perfect... hoewel...
    De aansluiting op de "openbare nutsvoorzieningen" zou nog zes maanden op zich laten wachten. Prioriteit nummer één was dus: het graven van een waterput...

    Ook met de aanleg van de tuin werd meteen begonnen. We lieten er dus -letterlijk- geen gras over groeien...Aan een kortgeschoren pelouse hadden we helemaal geen behoefte. Integendeel: ik legde de BIO-groententuin aan,  plantte de bessenstruiken, gaf de fruitbomen een geschikte plaats en besteedde veel zorg aan een uitgebreide kruidentuin . 

    In mei 1962 was de ruwbouw klaar. We verhuisden meteen. Dat we nog steeds geen aansluiting hadden op het water-  en electriciteitsnet kon ons niet deren.  Nostalgie en  romantiek waren nooit ver weg: we kookten op een propaanvuurtje, aten bij kaarslicht en warmden ons op aan elkaar en aan het knetterend haardvuur.

    Aan de binnenafwerking van ons stolpje werkten we gestaag verder. Al wat we op het einde van de maand konden bijeensparen, werd in ons on(t)roerend bezit geïnvesteerd!

    Op 31 januari 1963 werd onze Christian geboren , de vijfde in de reeks van ons gezin , ging dan ook
    zoals de anderen naar Gent op school in het St.Amandus instituut . Verder in 1966 kwam er nog een
    flinke dochter bij , Annick welke later ook met broers en zuster genoot van de tuin van EDEN .

    Eén van mijn patiëntern moest in dat jaar afscheid nemen van zijn hobby als imker. Hij was allergisch aan de bijensteken. Ik nam zijn 4 bijenkassen over (model Mussche) en kon reeds enkele maanden later onze eerste zomerhoning oogsten!

    In het vorige hoofdstuk vermeldde ik al de goede contacten die wij onderhielden met de familie Gevaert (LIMA)uit Sint-Martens-Latem. Ik had er vrije toegang tot de bedrijfsbibliotheek zodat ik mij naar hartelust kon documenteren over de samenhang tussen voeding en gezondheid via de BIO-TEELT. Mijn persoonlijke bibliotheek groeide ook zienderogen. Het viel mij op dat vooral in onze tweede landstaal geschreven werd over de onderwerpen die mij interesseerden. Aangezien dat voor een rasechte Gentenaar als ik geen probleem kon zijn, verslond ik al wat ik onder ogen kreeg. Ik herinner mij uit die beginperiode zeer levendig de namen van Hans Peter Rusch (la fécondité du sol), Lemaire Boucher,  Rudolf Steiner (antrposofie), Claude Aubert, Dominique Soltner (met zijn  zesdelige uitgave: “ les bases de la production biologique vegetale en aminale “. Ook naar de culinaire aspecten van de gezonde levensstijl ging onze belangstelling uit: we informeerden ons over vegetarisme, veganisme, makrobiotiek, enz...

    Onze tuin bleek al snel te klein om er al onze practische zaai- en plantideeën in kwijt te kunnen. We  pachtten nog wat landbouwgrond op onze gemeente. Zo kon ik bepaalde teelttechnieken uittesten zoals mengculturen met tarwe en vlinderbloemigen. We beschikten nu over gemengde weiden voor onze koetjes, we teelden onze eigen tarwe en bakten ons eigen volkorenbrood met of zonder zuurdesem.

    We hadden het geluk dat we konden meegenieten van de resultaten die de labo-onderzoeken bij LIMA opleverden. De bakwaardetesten (metode Choppin) lieten ons toe een keuze maken van de meest geschikte tarwerassen. Verder leerden we ook de best geschikte vlinderbloemige als ondervrucht of mengcultuur te kiezen.

    In het dorp Ronsele was men wel nieuwsgierig naar mijn eigen(wijze) BIO–aanpak. Die kwam in de jaren '60 wel heel revolutionair over. De traditionele landbouwers uit de omgeving dachten er het hunne van...

    Een tractor had ik niet. En wou ik niet! Alle bodembewerkingen, tot en met het inzaaien, gebeurden met een trekpaard. Een sympathieke buurtboer (die ook voeling had met de gezonde en natuurlijke landbouw) leende mij met graagte zijn materiaal uit. En ik... ik ploegde (en egde en zaaide en schoffelde naarstig verder...

    Onze kinderen waren in die periode -in de ogen van hun medeleerlingen en leerkrachten- echte buitenbeentjes: zij waren de enigen die 's middags op school volkorenbrood aten. s’Avonds stond hen immers steevast een lekker warme bio-maaltijd te wachten. Met onvervalste ingrediënten uit eigen tuin! En lekker dat dat is...

    Zo boerden we letterlijk verder. In 1974 kwamen we in contact met VELT vzw tijdens de algemene ledenvergadering op het LIMA bedrijf. Ik maakte er kennis met de eerste voorzitter -Jan Hyman-  met de familie Willaeys–Lagrou en met Alberic Spillebeen uit Zwevegem, de eerste beroeps BIO – teler in West–Vlaanderen. Er stonden mij boeiende tijden te wachten!

    Wordt vervolgd...

    06-12-2008, 00:00 geschreven door F. Verheughe

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 21/09-27/09 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!