Jongens en Wetenschap
Inhoud blog
  • Jongerendagen
  • De Wetenschappelijke Methode
  • Terrorisme en Toerisme
  • Cursus
  • Hopen en Ondernemen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Wonder en is geen wonder
    03-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Creativiteit

    Vanmorgen was het weer zover op het radionieuws :  iemand was weer “creatief” bezig geweest met verblijfsvergunningen.  “Creatief” is blijkbaar een eufemisme geworden voor “net niet strafbaar”, of toch tenminste voor “onterecht”.

    Toch is creativiteit – wanneer de term niet ten onrechte gebruikt wordt - één van de beste eigenschappen van de mens, waarbij we het net zo goed hebben over de artistieke creativiteit als over creatieve intelligentie.

    Creativiteit in artistieke zin kan handelen over het maken van iets totaal nieuws, maar het kan net zo goed gaan over een nieuwe visie op een bepaald gegeven.  Zo kan het bijvoorbeeld dat iemand als Munch zelf met verschillende versies van het schilderij "De Schreeuw” voor de dag komt., of kan Monet de kathedraal van Rouen telkens opnieuw schilderen op andere uren van de dag of in andere seizoenen.  Zo kunnen zangers de nummers van anderen “coveren”, waarbij het natuurlijk altijd de vraag blijft of die cover enige waarde aan het nummer heeft toegevoegd,.

    Maar creativiteit is ook “creatieve intelligentie”.  Intelligentie is het ver­mogen om goede oplossingen te bedenken voor een probleem.  Wetenschappers die dieren observeren zullen je tientallen voorbeelden kunnen geven van dierlijke intelligentie, en er zullen nog meer gevallen zijn waar wij die dierlijke intelligentie niet herkennen.

    Binnen dit probleemoplossend denken kunnen wij nog spreken over inventiviteit en over creativiteit.  Inventiviteit is dan het vermogen om verschillende goede oplossingen te bedenken, creativiteit is dan het vermogen om met nieuwe goede oplossingen voor de dag te komen.  Het een sluit het andere niet uit, maar inventiviteit kan ook in de eerste plaats steunen op een goede dossierkennis, een goed geheugen.  Als je meer gelijkaardige situaties kent, en weet hoe het probleem in die situaties vroeger is opgelost, heb je ook meer kans om voor het nieuwe probleem met verschillende oplossingen voor de dag te komen. 

    Creativiteit veronderstelt dat je met een nieuwe oplossing voor de dag komt.  Soms is dat “nieuw” relatief :  het kan voldoende zijn dat niemand anders aan die mogelijke oplossing denkt, opdat ze als “nieuw” ervaren zou worden, terwijl je voor je zelf kan denken dat het gewoon voor de hand ligt.

    Voorbeelden geven van creatieve op­lossingen is moeilijk :  als ik hier en nu een voorbeeld geef van een nieuwe oplossing, dan is die hopelijk nog nieuw voor jou als je dit straks leest, maar als je dit morgen zou herlezen zal ze gewoon niet meer nieuw zijn, en zal de oplossing niet meer creatief zijn.

    Belangrijk blijft natuurlijk dat het om een oplossing moet gaan.  Het voorgestelde  mag dan nog zo vernieuwend zijn, als daarmee het  probleem  niet opgelost wordt, kan je niet echt spreken over “creatieve intelligentie”.  Tegenwoordig wordt daar wel een mouw aan gepast :  we schakelen marketingjongens in die dan wel een probleem bedenken waarvoor onze nieuwigheid een oplossing biedt, de marketingjongens (of -meisjes) kunnen dan aan de wereld duidelijk maken hoe groot het probleem wel is, en op de kortst mogelijke tijd is onze nieuwigheid een gadget geworden die iedereen wil hebben.

    Onrechtstreeks is er dus wel creativiteit in het spel, en voor de economie maakt het weinig uit of het nu gaat over een werkelijke behoefte, dan om een behoefte die de mensen is aangepraat.  En het zijn ook niet alleen de marketingmensen die dit soort creativiteit toepassen, ook in de politiek is het dagelijkse kost.  Schijn­problemen en problemen van een kleine groep worden telkens weer opgeklopt tot het grote problemen zijn geworden voor iedereen, en op die manier wordt de aandacht afgeleid van de echte problemen.

    Is het dan te verwonderen dat met de term “creativiteit” soms creatief wordt omgesprongen, en men die gebruikt voor “louche praktijken” ?

    03-06-2005, 17:42 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    02-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paradoxen

    Als titel had hier net zo goed “schijn en wezen” kunnen staan, maar dat leek me wat hoog gegrepen voor een opstel dat maar een A4-tje lang mag worden.  Met “paradoxen” heb ik daarbij nog de mogelijkheid om er een ganse dynastie van te maken, en bij gelegenheid met “Paradoxen 2” af te komen.  Denk dus maar dat hier “Paradoxen 1.0” boven staat.

    Twee van die paradoxen spoken me door het hoofd.  Naar aanleiding van het referendum in Frankrijk is er de vraag of zo een referendum wel het toppunt is van democratie.  En naar aanleiding van een gesprek onder vrijwilligers stel ik mij de vraag of we met het “wegnemen van drempels” niet net het omgekeerde bewerken van wat we willen bereiken.

    In verband met het referendum is de eerste vraag natuurlijk wat we precies verstaan onder “democratie”.  Volstaat het om de stemmen te tellen en de meerderheid te volgen, om zich als democraat te kunnen noemen, of moeten we er soms van uitgaan dat we het beter weten, en ons gedragen als “verlichte despoten” ? 

    Het antwoord zal wel weer ergens tussenin liggen.  Pim Fortuyn is niet de grootste Nederlander, al had hij de meerderheid van de volksstemmen achter zijn naam, en zelfs al zou Pascal Vyncke alle stemmen van alle gebruikers van Seniorennet hebben gekregen, dan zou hij nog niet echt de Grootste Belg zijn.  Het al dan niet aannemen van een Grondwet overlaten aan de stemmen van de kiezers, waarvan nog geen 10 % zelfs maar het voorwoord heeft gelezen, is niet de ultieme democratie.  Die grondwet blijkt dan ook nog zo complex te zijn, dat een openbaar debat er rond voeren ook al niet haalbaar is.  In zo een tekst wordt je daarbij nog meer getroffen door de punten waar je het niet mee eens bent, dan door de punten die je wel kan goedkeuren.  Dat zo een grondwet ooit zou goedgekeurd worden – buiten dan in de “nieuwe” landen die duidelijk baat hebben bij de toetreding – lijkt me een mirakel.

    Het systeem van de “getrapte” democratie lijkt me betere garanties te geven.  Moet je dit nu doen via het verkiezen van een wetgevende vergadering zoals we dat nu kennen, of via een systeem waarbij cellen voor lokaal bestuur iemand afvaardigen naar een hoger niveau, die dan weer iemand afvaardigen naar een nog hoger niveau ?  Dat is weer zo een vraag waarop je binnen het formaat van een A4-tje geen gefundeerd antwoord kan geven.

    De vraag of we geen drempels moeten toevoegen om echt drempelverlagend te werken sluit hier ook bij aan.  In een referendum zullen de grootste schreeuwers altijd de doorslag geven, en als er geen drempels gemaakt worden zullen het weer die grootste schreeuwers zijn die het best aan hun trekken komen

    Willen we echt drempelverlagend werken, dan moeten we de kansen verbeteren van de mensen die in een hoekje gedrumd worden.  Als je overal de trappen vervangt door hellingen, dan wordt het voor rolstoelgebruikers wel wat gemakkelijker, maar tegenover de mensen die goed kunnen lopen blijven ze toch in het nadeel.  Als we niet kunnen bereiken dat iedereen die loopt niet automatisch de reflex heeft om de rolstoel voor zich uit te duwen (aangenomen dat de rolstoelgebruiker inderdaad die richting uit wil), dan moeten we bij gelegenheid een regel handhaven die aan de rolstoelgebruiker voorrang geeft.  

    De rolstoelgebruiker is hier natuurlijk maar een voorbeeld.  Maar dat geldt net zo goed voor een schoolklas, waar zowel de extra zwakke als de extra sterke leerlingen ook extra aandacht zouden moeten krijgen.  Nu is die extra sterke leerlingen meestal assertief genoeg om die aandacht op te eisen, en de extra inspanning van de leerkracht zal bij die sterke leerling ook meer kans op succes bieden.

    Dit lijkt wel een pleidooi te worden voor positieve discriminatie, en op zijn best is dat paternalisme, en dat is ook al een vies woord geworden.

    Maar is het dan zo verwerpelijk zich als een goede vader te gedragen ?

    02-06-2005, 09:27 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het missioneringsyndroom

    Wie de term ooit bedacht heeft, zou ik echt niet weten, en zo vaak heb ik hem nog niet aangetroffen. Het gaat er om hoe verschillende initiatieven die allemaal bedoeld zijn om mensen te helpen, elkaar meer beconcurreren dan dat ze elkaar aanvullen. Een beetje zoals in de koloniale periode verschillende missies elkaar bekampten in de strijd om de zelfde zieltjes, of zoals je vroeger in een zelfde stad naast het bisschoppelijk college ook nog een colleges van de paters van dit en een college van de paters van dat, een instituut van de broeders van hier en een school van de broeders van ginder kon vinden; waarbij we de instellingen van het officieel onderwijs nog buiten beschouwing laten.

    Op gebied van het onderwijs zijn er intussen wel samenwerkingsverbanden ontstaan, maar bij het vrijwilligerswerk lijken we daar nog niet altijd aan toe te zijn. Enerzijds zullen de economische motieven ontbreken – het brengt weinig op te snoeien in de salarissen van vrijwilligers – anderzijds zullen de verschillende organisaties altijd wel voldoende verschillende accenten leggen om niet meteen tot samensmelting over te gaan.

    Maar niet willen samensmelten is nog lang niet hetzelfde als niet willen samenwerken. In verband met het missioneringsyndroom is er het verhaaltje (uit de “Lachende Kerk” van Fons Jansen) van de twee missieorganisaties die willen samen­werken, maar daar niet in slagen omdat er één de eerste vergadering begint met te zeggen “We kunnen maar beter samenwerken, want wij werken tenslotte voor de zelfde Baas, u op uw manier en ik op de Zijne.” Ons eigen grote gelijk zou wel eens een grote belemmering voor samenwerking kunnen zijn.

    Verschillen moeten we ook niet in de eerste plaats zien als tegenstellingen, maar als mogelijke terreinen waarop we elkaar kunnen aanvullen. Uiteraard kan dit “aanvullen” enkel blijven duren als het inderdaad gaat om een wederzijds helpen, tenzij er bij de ene de bereidheid bestaat zich als afhankelijk op te stellen. En misschien is dat afhankelijk maken van een andere organisatie ook weer een teken van het missioneringsyndroom.

    Mogen we dan niet fier zijn over wat we weten te bereiken, of over de specifieke manier waarop we dit bereiken ?  Toch wel, maar - net als in de wetenschap - moeten we ons altijd durven afvragen of we inderdaad het gestelde doel bereiken, en of we dat op de beste beschikbare manier doen.

    Dit soort gewetensonderzoek zal er dikwijls toe leiden dat wij onze werkwijze bijsturen, en soms zullen we ons er toe verplicht zien om de doelstellingen bij te sturen. Als je op een dag merkt dat je niet meer de mogelijkheden hebt om de dienst te verzekeren voor je doelgroep, dan heb je maar drie mogelijkheden : ofwel moet je zorgen voor meer middelen (of dat nu menselijke of materiële middelen zijn) ofwel beperk je de dienstverlening ofwel beperk je de doelgroep. Of je kan de drie gewoon combineren. 

    Of als je merkt dat er binnen je doelgroep noden bestaan waar je niet kan op in gaan, dan kan je proberen jezelf bij te scholen, of dan kan je (helpen) zoeken naar een organisatie die zich wel op die specifieke noden richt.

    Noch de menselijke noch de materiële mogelijkheden van een vrijwilligers­organisatie zijn onbegrensd. Vooral omdat die organisaties vaak op dezelfde mensen moeten terugvallen.

    Dit is precies wat de hoop levend houdt om niet al te zeer in dat missioneringsyndroom te vervallen : er zullen altijd wel mensen zijn die in twee of meer organisaties actief zijn en die ofwel zullen te kampen hebben met een dubbele loyaliteit, .of anders zullen moeten zorgen dat de verschillende initiatieven elkaar aanvullen in plaats van elkaar te bestrijden.

    Het is pas als hierin voldoende slagen, dat we mogen beginnen denken aan onszelf bijscholen om ook aan de onbeantwoorde noden van ons “publiek” te voldoen.

    31-05-2005, 10:21 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kloven en drempels

    In de wereld van de vrijwilligers hoor je constant praten over drempels die moeten verlaagd worden, en kloven die moeten gedicht worden. En naar aanleiding van de BHV-crisis hoor je opnieuw hoe de kloof tussen Vlamingen en Franstaligen weer eens breder (of is het nu dieper ?) is geworden.

    Ik vraag me dan af of je zo een kloof eigenlijk moet dichten, of je ze misschien niet beter kan overbruggen. Een kloof dichten wordt namelijk gemakkelijk en vaak gedaan door ze vol te storten met allerlei afval. Achteraf blijkt die aanvulgrond dan niet voldoende stabiel te zijn, en het moet al erg meevallen als je geen milieuproblemen krijgt. Als je de kloof overbrugt, dan is de kloof niet weg, maar blijkt dat er best mee te leven valt.

    Tussen Vlamingen en Franstaligen zijn er inderdaad verschillen, die dikwijls verder gaan dan de taal alleen. Het heeft geen zin die te ontkennen. Maar er in berusten dat er een kloof bestaat, is ook geen oplossing. Dus moeten we werken aan een brug. En daarvoor moeten we eerst beginnen met fundamenten. Dat betekent dat we moeten proberen de anderen te begrijpen – en dat zou wel eens het moeilijkste deel van de oefening kunnen zijn.

    Franstaligen zouden moeten proberen te begrijpen waarom de Vlamingen – en dan in de eerste plaats de Vlamingen uit de Brusselse rand - zo aandringen op die splitsing. En Vlamingen zouden moeten begrijpen waarom de Franstaligen zo aandringen op het behoud van het ene kiesarrondissement, op het eeuwigdurende karakter van de faciliteiten.

    Mij lijkt het nu dat van geen van beide zijden geprobeerd wordt om die redenen te verklaren. Als Vlamingen zeggen dat het gewoon om een toepassing van de grondwet gaat, dan is dat geen reden, dan is dat een technische kwestie. Als ze zouden toegeven dat ze zich bedreigd voelen door een Franstalige kolonisatie, dan zou dat wel een reden zijn. En dan zouden de Franstaligen moeten bereid zijn na te gaan of die Vlamingen uit de rand geen reden hebben om zich bedreigd te voelen, en of die faciliteiten waarop ze zich beroepen om zich niet te integreren niet moeten gezien worden als een voorrecht, een privilege, eerder dan als een recht.

    Dit stukje zal de kwestie niet oplossen, en ik kan ook niet voorspellen of BHV gewoon uit de belangstelling zal wegdeemsteren, dan wel een steeds pijnlijker kwestie zal worden. De bedoeling was trouwens dat ik het niet alleen over kloven zou hebben, maar ook over drempels.

    Ik ben als vrijwilliger actief in een initiatief dat Buurtweb heet, en waar we volgens de gebruikelijke terminologie op drempel­verlagende manier willen bijdragen tot het dichten van de digitale kloof. Zelf probeer ik die woorden een beetje te vermijden; en hoe we in de praktijk te werk gaan kan je best bekijken op onze website www.buurtwebaalst.be.

    Als je zo een tijdje bezig bent, leer je wel dat je niet alle drempels kan verlagen, of alle kloven kan dichten. Soms moet je de drempel laten voor wat ze is, en er de mensen gewoon even çoverheen helpen.

    Dikwijls bestaan er allerlei regeltjes om je te beletten die drempel door een zachte helling te vervangen. Soms zijn die regels best zinvol : het aantal mensen dat gehinderd en zelfs in gevaar gebracht wordt door zo een helling is vaak hoger dan het aantal mensen dat er door geholpen wordt.

    Zelfs mensen uit de gehandicaptenzorg zullen weten dat het niet alleen om “fysieke” drempels gaat. Je krijgt te maken met verborgen agenda’s, met territoriumgedrag, met belangen­vermengingen, met situaties waarbij een vrijwilliger moet keuzes maken tussen een aantal organisaties, omdat hij of zij zichzelf niet onbeperkt kan opdelen,

    Maar de keren dat je merkt dat je wel iemand over de drempel hebt geholpen, dat je wel een kloofje hebt overbrugd, maken het allemaal wel waard.

    30-05-2005, 16:46 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Archief per week
  • 22/08-28/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!