Een tijd lang heb ik gedacht als titel gewoon iets als Paradoxen 2 te nemen. Maar ik geloof dat het paradoxale toch voldoende in deze titel vervat zit, en dat de lezer meteen een beetje in de juiste stemming gebracht is.
Waar het om gaat is dat bij sommige religies het Opperwezen niet bij name genoemd wordt ik denk bijvoorbeeld aan het Jodendom, waar men het heeft over Adonai (De Heer), terwijl andere religies een eindeloze reeks n namen voor het Opperwezen hebben bedacht spreekt men in de Islam niet van de Duizend Namen van Allah ?
Een paradox is een schijnbare tegenspraak en ook hier is de tegenspraak er slechts oppervlakkig. Als je duizend namen kan gebruiken om Hem, Haar of Het te benoemen, dan is er alle kans dat je nog niet aan een volledige omschrijving toe bent. Iets een naam geven is tegelijk het omschrijven, het inperken. Als duizend namen niet volstaan, kan je Hem, Haar of Het misschien beter niet benoemen.
Want Onnoembare als naam klinkt nogal dreigend, alsof het noemen van iets gelijk zou staan met het oproepen ervan, met alle mogelijke nare gevolgen van dien. Zo kennen we in het Nederlands de uitdrukking als je van de duivel spreekt, zie je zijn staart. Daarom past Onnoembare beter in een griezelverhaal. Onvatbare en ongrijpbare zijn net als onnoembare negatieve termen, en iets omschrijven door wat het niet is kan niet beter zijn dan een noodoplossing.
Taal is een gereedschapskist, waar we de werktuigen uit halen om over iets te praten, of over iets na te denken. Blijkbaar ontbreken daarin de werktuigen om over deze begrippen te spreken of na te denken. En dit probleem is ook de wetenschap niet vreemd.
In de moderne fysica kennen we twee theorieën, die onderling onverenigbaar lijken, maar evenwaardig zijn in de zin dat ze niet te weerleggen zijn, en voor heel wat fenomenen een verklaring geven. Ik heb het over de relativiteitstheorie en de kwantumtheorie. Ik ga hier niet proberen deze theorieën uit te leggen, ik ben niet eens zeker dat ik ze zelf voldoende begrijp. Maar het volstaat niet dat we een theorie niet begrijpen om ze te mogen verwerpen, dat mogen we pas als we kunnen bewijzen dat ze fout zijn. Of we dat bewijs nu leveren uit proefnemingen dan wel uit redenering is daarbij van minder belang.
Kunnen wij het de taal verwijten, dat we iets niet begrijpen ? Noch Einstein noch Planck hadden zo veel meer werktuigen ter beschikking dan wijzelf toe ze elk over hun theorie nadachten. En Newton heeft zelfs een complete nieuwe set werktuigen moeten ontwikkelen om zijn algemene gravitatietheorie te bewijzen, waardoor wij nu beschikken over de infinitesimaalrekening. Einstein moest zijn toevlucht zoeken in het beeld van de steeds sneller rijdende tram, en wat Planck precies gebruikte weet ik niet.
Wij zijn geen Newtons, Einsteins of Plancks. Tegenover deze heren schieten wij hopeloos tekort, zowel in genialiteit als in opleidingsniveau. Newton begrijpen ligt intussen wel binnen de mogelijkheden, de infinitesimaalrekening behoort tot de leerstof van het middelbaar onderwijs. Het lijkt me niet waarschijnlijk dat we de dag nog zullen beleven dat Einstein en Planck even toegankelijk zullen zijn. Maar ooit zal die dag er komen.
Ik heb mijn voorbeelden gehaald uit het domein van de natuurwetenschappen, omdat ik me op dat terrein beter thuis voel. Anderen zullen misschien vergelijkbare voorbeelden zoeken in andere wetenschappen, of in de filosofie. In elk domein zal je wel figuren hebben waarvan de ideeën buiten ons bevattingsvermogen liggen.
Wij zijn dan misschien geen Einstein of Planck, ook niet op ons eigen vakgebied, wij hebben het meestal moeilijk genoeg om nog maar te proberen deze pioniers te volgen. Maar dat mag ons niet beletten om verder te zoeken, met de middelen waarover wij beschikken.
Ik zal nog maar eens een citaat uit zijn verband rukken om af te ronden, en dit keer neem ik mijn toevlucht tot Willem van Oranje, en naar het schijnt is het oorspronkelijk in het Frans genoteerd. Het is niet nodig te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden.
|