Jongens en Wetenschap
Inhoud blog
  • Jongerendagen
  • De Wetenschappelijke Methode
  • Terrorisme en Toerisme
  • Cursus
  • Hopen en Ondernemen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Wonder en is geen wonder
    01-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grootste...

    Afgelopen zondag hebben de Amerikanen de gelegenheid gehad hun grootste te kiezen, zoals de Britten, de Fransen, de Nederlanders en de Duitsers al eerder hadden gedaan. En wie is als winnaar uit de bus gekomen ? Ronald Reagan. Als je bedenkt wie de anderen waren bij die “final five”, namelijk Abraham Lincoln, George Washington, Martin Luther King Jr. en Benjamin Franklin, dan merk je dat een ontstellend gebrek aan historisch inzicht zeker geen Nederlands monopolie is.

    In Nederland waren enkele kunstgrepen nodig om Willem van Oranje vóór Pim Fortuyn geklasseerd te krijgen. Blijkbaar kiest het publiek massaal voor iemand die ze zelf nog “in levende lijve” op TV hebben gezien. – dat was trouwens ook met de Britten, de Duitrsers en de Fransen het geval.

    Dat de Britten Churchill kiezen, is een beetje normaal : hij ver­persoonlijkt het Groot-Brittanië dat nog een wereldmacht was, en dat alleen stand hield tegen Nazi-Duitsland. Maar dat prinses Diana hoger eindigt dan Queen Elisabeth I is nogal bedenkelijk.

    De Duitsers schatten Adenauer hoger dan Luther, en bij de Fransen werd Charles De Gaule de winnaar. Allemaal figuren die op zijn minst tot na de tweede wereldoorlog een rol van betekenis hebben gespeeld. En tot op zekere hoogte is dat begrijpelijk : iemand van wie het gezicht regel­matig op TV komt moet wel belangrijk zijn. Je verschijning op het kleine scherm werkt ook langer na dan je afbeelding op het biljet van één dollar : die beweegt niet, en die spreekt ook al niet. Van al die “grootsten” waren dus genoeg bewegende beelden en klankfragmenten beschikbaar om ze min of meer regelmatig op het kleine scherm te laten paraderen.

    Nu zijn zowel De Gaule als Churchill inderdaad grote figuren. De Gaule is een beetje het archetype van de militair die tot staatsman uitgroeit. Blijkbaar genoot hij toch in hoge mate het vertrouwen van de Fransen, zowel in de woelige periode onmiddellijk na de tweede wereldoorlog, als in de jaren ’60 toen hij in het tijdperk van de dekolonisatie Frank­rijk opnieuw moest positioneren op het wereldvlak. Uiteraard ging dit niet altijd zonder weerstand : zowel van linker- als van rechterzijde werd hij regelmatig hardhandig aangepakt. Maar blijkbaar is hij in de ogen van de Fransen toch overeind gebleven.

    Churchill genoot dit vertrouwen van de natie vooral in de cruciale eerste jaren van de tweede wereldoorlog. Hoewel ontegen­sprekelijk behorend tot de zogenaamde leidende klasse, wist hij toch in de ogen van de gewone man over te komen als “één van ons”.

    De Duitsers zullen allicht van mening zijn dat Adenauer hun land weer op de been geholpen heeft na de ineenstorting die volgde op de tweede wereldoorlog. En zijn onmiddellijke opvolgers op de lijst, namelijk Luther en Marx, zullen waarschijnlijk teveel tegen­standers hebben gehad onder de respectievelijke “andersdenkenden”.

    Het media-aspect van dergelijke verkiezing mag ook niet onderschat worden. Het succes van de campagne om Pascal Vyncke genomineerd te krijgen is hiervan een overtuigend bewijs. Ik weet best dat zonder Pascal deze blog niet zou bestaan, en dit stukje misschien nooit zou geschreven zijn, maar in mijn ogen volstaat dit niet om in de lijst van grootste Belgen opgenomen te worden. Som­migen denken daar anders over, en verder zijn er velen die zonder veel nadenken gewoon meelopen in de stoet.

    De verkiezing van de grootste was overal een media-event. Het talent van de promotor die de kandidaat-grootste voor moest stellen, zal mogelijk even zwaar hebben doorgewogen als de kennis die de kiezer had over die kandidaat. En het is bekend dat een gewelddadige dood een schitterende zet is naar de media toe. Dat zowel Pim Fortuyn als zijn promotor Theo Van Gogh op gewelddadige manier aan hun eind moesten komen, zal het resultaat in Nederland zeker sterk beïnvloed hebben.

    Met Reagan hebben ook de Amerikanen voor een media-figuur gekozen. Zij noemen hem ook graag “the great comunicator”. Maar hij is nooit meer geweest dan een acteur, die wel de rol van een Churchil of De Gaule dacht te spelen, maar daar in Europese ogen nooit in is geslaagd.

    01-07-2005, 18:36 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    27-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Duizend Namen van de Onnoembare

    Een tijd lang heb ik gedacht als titel gewoon iets als “Paradoxen 2” te nemen. Maar ik geloof dat het paradoxale toch voldoende in deze titel vervat zit, en dat de lezer meteen een beetje in de juiste stemming gebracht is.

    Waar het om gaat is dat bij sommige religies het Opperwezen niet bij name genoemd wordt – ik denk bijvoorbeeld aan het Jodendom, waar men het heeft over “Adonai” (De Heer), terwijl andere religies een eindeloze reeks n namen voor het Opperwezen hebben bedacht – spreekt men in de Islam niet van de Duizend Namen van Allah ?

    Een paradox is een schijnbare tegen­spraak en ook hier is de tegenspraak er slechts oppervlakkig. Als je duizend namen kan gebruiken om Hem, Haar of Het te benoemen, dan is er alle kans dat je nog niet aan een volledige omschrijving toe bent. Iets een naam geven is tegelijk het omschrijven, het inperken. Als duizend namen niet volstaan, kan je Hem, Haar of Het misschien beter niet benoemen.

    Want “Onnoembare” als naam klinkt nogal dreigend, alsof het noemen van iets gelijk zou staan met het oproepen ervan, met alle mogelijke nare gevolgen van dien. Zo kennen we in het Nederlands de uitdrukking “als je van de duivel spreekt, zie je zijn staart.” Daarom past “Onnoembare” beter in een griezel­verhaal. Onvatbare en ongrijpbare zijn – net als onnoembare – negatieve termen, en iets omschrijven door wat het niet is kan niet beter zijn dan een noodoplossing.

    Taal is een gereedschapskist, waar we de werktuigen uit halen om over iets te praten, of over iets na te denken. Blijkbaar ontbreken daarin de werktuigen om over deze begrippen te spreken of na te denken. En dit probleem is ook de wetenschap niet vreemd.

    In de moderne fysica kennen we twee theorieën, die onderling onverenigbaar lijken, maar evenwaardig zijn in de zin dat ze niet te weerleggen zijn, en voor heel wat fenomenen een verklaring geven. Ik heb het over de relativiteitstheorie en de kwantumtheorie. Ik ga hier niet proberen deze theorieën uit te leggen, ik ben niet eens zeker dat ik ze zelf voldoende begrijp. Maar het volstaat niet dat we een theorie niet begrijpen om ze te mogen verwerpen, dat mogen we pas als we kunnen bewijzen dat ze fout zijn. Of we dat bewijs nu leveren uit proefnemingen dan wel uit redenering is daarbij van minder belang.

    Kunnen wij het de taal verwijten, dat we iets niet begrijpen ? Noch Einstein noch Planck hadden zo veel meer werktuigen ter beschikking dan wijzelf toe ze elk over hun theorie nadachten. En Newton heeft zelfs een complete nieuwe set werktuigen moeten ontwikkelen om zijn algemene gravitatie­theorie te bewijzen, waardoor wij nu beschikken over de infinitesimaalrekening. Einstein moest zijn toevlucht zoeken in het beeld van de steeds sneller rijdende tram, en wat Planck precies gebruikte weet ik niet.

    Wij zijn geen Newtons, Einsteins of Plancks. Tegenover deze heren schieten wij hopeloos tekort, zowel in genialiteit als in opleidingsniveau. Newton begrijpen ligt intussen wel binnen de mogelijkheden, de infinitesimaalrekening behoort tot de leerstof van het middelbaar onderwijs. Het lijkt me niet waarschijnlijk dat we de dag nog zullen beleven dat Einstein en Planck even toegankelijk zullen zijn. Maar ooit zal die dag er komen.

    Ik heb mijn voorbeelden gehaald uit het domein van de natuurwetenschappen, omdat ik me op dat terrein beter thuis voel. Anderen zullen misschien vergelijkbare voorbeelden zoeken in andere wetenschappen, of in de filosofie. In elk domein zal je wel figuren hebben waarvan de ideeën buiten ons bevattingsvermogen liggen.

    Wij zijn dan misschien geen Einstein of Planck, ook niet op ons eigen vakgebied, wij hebben het meestal moeilijk genoeg om nog maar te proberen deze pioniers te volgen. Maar dat mag ons niet beletten om verder te zoeken, met de middelen waarover wij beschikken.

    Ik zal nog maar eens een citaat uit zijn verband rukken om af te ronden, en dit keer neem ik mijn toevlucht tot Willem van Oranje, en naar het schijnt is het oorspronkelijk in het Frans genoteerd. “Het is niet nodig te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden.”

    27-06-2005, 16:08 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Archief per week
  • 22/08-28/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!