Van de paardentram naar de Dampoort tot de Hermelijn naar Flanders Expo
19-09-2007
Op. vervoer in Gent (85)
*** AFLEVERING 8 (WEEK VAN 17 TOT 23 SEPTEMBER 2006) TERUG BESCHIKBAAR !!! =============================
HET DOSSIER "ROZEMARIJNBRUG" -------------------------------------------------------
De eerste Rozemarijnbrug dateert van 1753. Het was een draaibrug omdat men met ophaalbruggen onvoldoende doorvaartbreedte haalde. Ze lag in het verlengde van Twaalfkameren, net in de bocht die de Coupure op die plaats maakte. In 1808 werd ze vernieuwd, maar de afmetingen waren dezelfde.Later in de negentiende eeuw werd ze nogmaals aangepast aan de nieuwe eisen van de scheepvaart, maar ze bleef Twaalfkameren met de Rozemarijnstraat verbinden (zowel de Papegaaistraat als de Bernard Spaelaan waren toen nog niet aangelegd. Zicht op de draaibrug uit de negentiende eeuw over de Coupure ter hoogte van de "Salon Napoleon"
Tenslotte nog een beeld van rijtuig 72, een ex-motorrijtuig, tijdens de oorlogsjaren omgebouwd tot bijwagen. Op 26 juni 1972 had op het stadsnet de allerlaatste rit plaats met een aanhangwagen in reizigersdienst. Hij was gekoppeld aan drie-asser 321, voor een reis op het traject van lijn 20 tussen het Sint-Pietersstation, het Arsenaal en Melle.
Bijwagen 72 aan het tramperron op het Maria-Hendrikaplein. Bovenaan bemerken we de sleepbeugel van het motorrijtuig. (foto: Pierre de Meyer)
De twee-assige bijwagen 70 behoorde tot de reeks 65-72 en werd gebouwd uit het voormalige motorrijtuig 187 van het half open type "Expo 1913", met gesloten platforms, zes ramen en een dak voorzien van een lichtkap of lanterneau. Het rijtuig werd voor het Vlaamse Gewest in 1986 teruggekocht van de Waalse vereniging TTA en eerst naar Kalken overgebracht. In 1999 belandde het in de stelplaats van Knokke-Heist om er volledig te worden gerestaureerd. In 2004 werd het rijtuig aan de kust ingeschakeld voor rondritten, georganiseerd door TTO Noordzee. In september kwam het even terug naar Gent voor deelname aan de historische tramstoet.
Bijwagen 70, samen met de 60, 67 en 72 op 31 juli 1972 verkocht aan de "Tramway Touristique de l'Aisne" (TTA). Foto genomen te Erezée in augustus 1973.
De twee-assige bijwagen 60 uit dezelfde reeks 55-64, beschreven in rubriek (80)., gerangeerd in de stelplaatsloods in Gentbrugge. Bemerk het stopcontact bovenaan en het snoer, diagonaal gespannen voor de kopdeur, dat de stroom leverde voor de verlichting binnenin. Het rijtuig werd eind juli 1971 eveneens overgebracht naar de toeristische lijn in Erezée. (foto: 1969)
De twee-assige bijwagen 55 vormde een onderdeel van de tiendelige reeks 55-64, in 1912 gebouwd door de Ateliers Métallurgiques de Nivelles, alle voorzien van langsbanken en kopdeuren. Ze werden ingezet op de lijnen naar Melle en Merelbeke. Na een modernisatie te hebben ondergaan in 1943 werd het rijtuig begin 1969 uit dienst genomen en door de zorgen van AMUTRA overgebracht naar Kalken. Daar werd het jaren later grondig gerestaureerd. Nadien verhuisde het naar het VlaTam in Berchem-Antwerpen, waar het na een kortstondig verblijf te Gent naar aanleiding van de viering "Honderd Jaar Elektrische Tram" terugkeerde. Een tramstel in het gedeelte van de Brabantdam tussen het "Rond Punt en het Van Arteveldeplein (Sint-Anna). Het betreft hier een combinatie van een motorrijtuig uit de reeks 316-330, een bijwagen van het type 65-72 en de bijwagen 55., in dienst op lijn 20 "Sint-Pietersstation - Arsenaal - Melle", de fameuze "studententram". (foto omstreeks 1967 genomen)
De twee-assige bijwagen 50, de enige die overgebleven is van de reeks 50-54 uit het tijdperk van de accutrams, werd oorspronkelijk geleverd in de groene N.M.V.B.-kleur en omstreeks 1913 in het "Empaingeel" van de E.T.G. gestoken. Het deed dienst op de buurtlijn Gent-Zuid - Merelbeke en bestond deels uit een pakgoedafdeling (fourgon-bagages"), deels uit een reizigerscompartiment. Het is sinds 1969 in dienst op de toeristische tramlijn van de TTAA in Erezée. De pakgoedafdeling werd staanruimte.
Het gemengde rijtuig voor pakgoed en reizigers, gedegradeerd tot werfwagen op de "spoorkoer" van de stelplaats omstreeks 1968.
Drie-asser 378 werd na een verblijf sinds oktober 1971 op de binnenkoer van het trammuseum te Schepdaal naar een militaire loods in Weelde overgebracht. Door het lange verblijf in open lucht verkeert het rijtuig in een lamentabele toestand. Toch bestaan er op lange termijn plannen om het te herbouwen met de typische ramen, binnenverlichting en lijnaanduiding (met "disque") uit de jaren dertig en veertig.
De 378, in de stad vooral opgemerkt wegens het ingebouwde koplicht aan de ene en het vooruit springende aan de andere voorplaat, vertoefde vele jaren op de binnenkoer van het trammuseum in Schepdaal (foto: september 1972).
Drie-asser 339 werd in 1930 samengesteld uit de accutram 151, bouwjaar 1903, waarvan de elektrische uitrusting en het koetswerk zonder de platformen werden gerecupereerd. Na een dramatisch ongeval met een vrachtwagen in 1966 ter hoogte van het Duivelsteen werden de nog bruikbare onderdelen ingebouwd in rijtuig 362, dat vernummerd werd tot 339(II). Tusen 1980 en 1998 kwam de 339 af en toe buiten als museumtram (Floraliën 1985, Lentebeurs 1987, Ajuinmarkt Ledeberg 1987-'88...). In die hoedanigheid was het rijtuig op 20 juli 1989 andermaal betrokken bij een zware aanrijding met een vrachtwagen, deze maal aan de Sint-Lievensbrug, waarna het in 1992 volledig hersteld terug in omloop kwam. De voorlopig laatste verschijning geschiedde in de gedaante van bloementram tijdens de Floraliën van 2005, tot een motor het begaf. Thans staat de tram in de stelplaats gerangeerd op spoor 14, tussen een reeks afgeschreven, niet-gerenoveerde PCC's.
Na een aantal jaren met een pantograaf te hebben gereden, werd met het oog op de bijzondere ritten tijdens de Gentse Feesten van 1989 uiteindelijk terug een traditionele sleepbeugel op het rijtuig geplaatst (eigen foto - 8 juli 1989).
Drie-asser 354, ex-accutram 150 (drie-asser 372, in 1948 hernummerd tot 354), werd in 1974 door Achiel Ryckaert aangekocht en door hem in de periode 1975-'79 op een privé-terrein in Sint-Amandsberg gesloopt en volledig heropgebouwd. Het rijtuig was in 1987 een opgemerkte verschijning in Henegouwen op de toeristische buurlijn Anderlues - Lobbes - Thuin en aan de kust, onder meer bij de jaarlijkse Trammelant-tweedaagse van de TTO in De Haan. Het rijtuig werd voorzien van motoren die het slepen van bijwagens mogelijk maakte en is nog steeds rijvaardig. Het bevindt zich thans in een VVMa-stelplaats aan de kust.
"La Belle et la Bête"... Links een glimmende 354 op het Henegouwe tramnet, rechts een behoorlijk besmeurd rijtuig van buurtlijn 81 Charleroi - Courcelles - Trazegnies. (eigen foto testrit 6 december 1986)
Drie-asser 332 werd na een kort bestaan als rijtuig van de spoordienst in september 1980 verkocht aan tramhobbyist Freddy Coussens en overgebracht naar de stelplaats van Kalken tot voor de sloop van de oude gebouwen aldaar. Momenteel zijn er geen concrete plannen voor een restauratie. Het rijtuig is thans eigendom van de vzw TTO Noordzee en bevindt zich in een militaire loods in Weelde, Limburg.
De 332 met platte wagen, een restant van een gesloopte twee-asser, keert in de Cataloniëstraat terug naar de stelplaats, na op een werf spoorstaven te hebben afgezet. Bemerk de pantograaf die in de plaats van de sleepbeugel was geïnstalleerd. Links PCC 13, in dienst op de toenmalige lijn 1: Moscou - Van Beverenplein. (dia: Freddy Cousens)
Drie-asser 328 werd omstreeks 1930 in de stelplaats samengesteld uit materialen van een twee-assig accumulatorenrijtuig van de allereerste bestelling op 23 maart 1898 van 42 rijtuigen met langsbanken, geleverd door La Métallurgique de Nivelles. Na 1936 voorzien van sterkere motoren en zoals de andere rijtuigen uit de reeks 316-330 uitgerust met een beremming voor het slepen van aanhangwagens, vervaardigd in het Zwitserse bedrijf Sécheron. Achtereenvolgens overgebracht naar Woluwe en Kalken, om uiteindelijk te belanden in het Vlaamse Tram- en Autobusmuseum aan de Groenenhoek te Berchem-Antwerpen.
Aankomst van de 328 te Woluwe op 3 januari 1973 (verzameling F. Coussens).
*** AFLEVERING 7 (WEEK VAN 10 TOT 16 SEPTEMBER 2006) TERUG BESCHIKBAAR !!! ===================================
Deze week even de puntjes op de "i" zetten wat betreft het nog bestaande trammateriaal uit de ETG- en MIVG-periode, dat tussen 1971 en 1974 door nieuwe rijtuigen werd vervangen. Sommige rijtuigen werden terug in de belangstelling gebracht tijdens de historische tramstoet op 12 september 2004, van enkele andere lijkt elk "spoor" wel verdwenen. Dus is een toelichting hier wel op zijn plaats...
ALGEMEEN OVERZICHT: - twee-assig motorrijtuig 216 - de drie-assers 328, 332, 339, 354 en 378 - twee-assige pakwagen 55 - twee-assige aanhangwagens 55, 60, 67, 70 en 72 Totaal 12 : 6 motorrijtuigen en 6 aanhangwagens
De twee-assige open zomertram 216 uit de reeks van 19 rijtuigen 216-234, gebouwd in 1909 door La Métallurgique de Nivelles en uitgerust met een trolleystang. Na 1924 verbouwd tot gesloten motorwagen.In augustus 1937 aan de reizigersdienst onttrokken en omgevormd tot rijtuig van de spoordienst. In april 1974 naar Woluwe overgebracht en bewaard voor museumdoeleinden. In 1982 in de oorspronkelijke staat gerestaureerd en 20 jaar later in Oostende rijvaardig gemaakt voor de viering "Honderd jaar elektrische tram in Gent" in september 2004.
Foto, auteur F. Coussens: Rijtuig 216 in de kleur van de spoordienst. Opname in de stelplaats naar aanleiding van de afscheidsrit met de drie-assers 333 en 354 op 30 maart 1974, exclusief voor hobbyisten. Twee dagen later, toen ook op lijn 10 PCC's werden ingezet, kwam een einde aan de reizigersdienst met oude gele tramrijtuigen.
Op 13 augustus werd aan de ingang van de stelplaats een nieuw, zeshoekig huisje voor de "koerman" opgericht, samen met een nieuw type schuilhuisje voor buslijn 9. Op 3 september werd de nieuwe busparking in gebruik genomen, aangelegd voor de bussen 79 tot en met 95. Enkele dagen later werd het dak van het oude ontvangstgebouw langs de Brusselsesteenweg weggenomen, de eerste fase van de volledige sloping in de daarop volgende week. (* de tweede vleugel van het nieuwe dienstgebouw was eerder op 18 maart in gebruik genomen)
Het oude ontvangstgebouw langs de Brusselsesteenweg wordt gesloopt. (foto: Freddy Coussens)
De nieuwe trambedding van lijn 2 in het midden van de Brusselsesteenweg te Gentbrugge is in gebruik genomen. De nieuwe terminus ligt thans enkele honderden meter verder aan het kruispunt met de Jules de Saint-Genoisstraat en de Schooldreef. Tramlijn 20 krijgt op die locatie een ingekorte eindhalte.
De ontvanger keert de sleepbeugel van drie-asser 345 voor de volgende rit naar het Sint-Pietersstation. Net achter het rijtuig is vaag een PCC te bemerken. Links de ingekorte halte van lijn 20, met op de voorgrond het verbindingsspoor voor het aan- en afvoeren naar de stelplaats. (foto Freddy Coussens)
Wegens de bouwwerken aan het E3-viaduct (*thans E17) aan het Arsenaal is tramlijn 2 ingekort geworden tot juist over het kruispunt met de Magerstraat, waar tijdelijk een overloopwissel is geplaatst. Thans wordt rakelings langs de sporen betonnen pijlers met dito draagvlakken opgericht. Omdat daardoor de lijn naar Melle geïsoleerd is komen te liggen, werden daar sedert enkele weken drie rijtuigen gestald. Tot na het wegnemen van de stellingen moeten ze dus noodgedwongen 's nachts buiten slapen...
Tijdelijke terminus van lijn 2 wegens de werken aan een constructie voor het E17-viaduct. Uiterst rechts twee van de drie geïsoleerde rijtuigen welke verder de dienst verzekeren tussen het Arsenaal en Melle. (foto A. De Coninck)
In de nacht van dinsdag op woensdag hebben de verslagen Duitsers in hun roes van woede heel veel schade berokkend. Talrijke bruggen werden opgeblazen en zo moesten niet alleen de Keizerpoort (lijn 2), Sint-Lievenspoort(lijnen 1, 9 en Merelbeke) en Dampoort (lijn 3) er aan geloven, doch ook de spoorwegbrug aan de Kasteelsluis, de Lousbergbrug (lijn 7), de Visserijkombrug (buurtlijnen naar Oostakker, Lochristi en Wetteren), de De Smetbrug (lijn 1bis naar het Van Beverenplein), Ekkergembrug (buurtlijn naar Nevele), Wondelgembrug (buurtlijn naar Evergem en Zomergem) en Hamerbrug (lijn 31 naar het Van Beverenplein * thans Guislainbrug). De Rozemarijn-, Albert-, Bargie- en Terplatenbrug bleven in tegenstelling met het begin van de oorlog onaangeroerd. De Duitsers houden zich nog op aan de noordelijke oever van de Verbindingsvaart en bestoken van daaruit de stad. Onophoudelijke beschietingen en gevallen obussen beletten het uitrijden van de tramrijtuigen. Bovendien zijn op talrijke plaatsen de luchtlijnen afgebroken. Verscheidene granaten vielen in en rond het Zuidpark. Bijna al de ruiten van het Wilsonplein en van een groot deel van de Dierentuinlaan (* thans Rooseveltlaan) en de Frère-Orbanlaan werden verbrijzeld.
Rijtuig 323, uitgerust voor het slepen van bijwagens, reed op 15 december 1944 op de lijn naar Merelbeke. Locatie: Graaf van Vlaanderenplein.
Sedert maandag 4 september is het verkeer over de oude Bargiebrug definitief stopgezet. De voertuigen moeten langs de Leiekaai, de Contributiestraat en de Nieuwewandeling, ofwel langs de Noordstraat. In die straat zou het verkeer beter in één richting verlopen, aangezien zij de voorlopige terminus van lijn 3 is geworden. Voor de personen die per tram reizen is het natuurlijk niet aangenaam. Die moeten nu een omweg maken om terug aansluiting te hebben. Hier zouden autobussen van de soort die sedert Kerstmis vorig jaar de dienst verzekeren tussen de Sint-Pietersstatie en de Dampoort goed van pas komen en de verbinding kunnen verwezenlijken vanaf Mariakerke langs de Drongensesteenweg, Rooigemlaan, Nieuwewandeling, Contributiestraat naar de Korenmarkt. (* vanaf 14 november kwam er inderdaad een busverbinding Korenmarkt - Brugsesteenweg, echter weer afgeschaft op 16 februari 1934 wegens te duur en te weinig belangstelling) Er is hoegenaamd geen sprake van een tramlijn te leggen langs de Rooigemlaan tot aan de Brugsesteenweg. (* tramverkeer over de nieuwe Bargiebrug vanaf 15 december 1934)
Een rijtuig van lijn 3 verlaat hier de Noordstraat om via de nog niet gerenoveerde Bargiebrug naar Mariakerke te rijden.. Let op het enkel spoor. Overloopwissels in de Noordstraat en de Phoenixstraat.
Sedert zaterdag 5 september is tramlijn 1 verlengd van de Vooruitgangplaats (* Ledebergplein) tot nabij de overgang van de ringspoorweg in de Gontrodestraat, waarachter een volkrijke wijk gelegen is. De nieuwe terminus kreeg de benaming Moscou. Lijn 9 verzekert verder de verbinding met het Arsenaal langs de Hoveniersstraat. De trammaatschappij vestigt de aandacht op de volgende vervoertarieven: - de reizigers die uitsluitend de nieuwe lijn tussen het Kerkplein en Moscou gebruiken, betalen een gewoon biljet: 70 c. in eerste klasse, 60 c. in tweede; - de reizigers die tussen de Sint-Lievenspoort en het Kerkplein in- of uitstappen en tevens de nieuwe lijn moeten gebruiken, betalen een uitbreidingsbiljet van 20 c. naast hun gewoon biljet; - de reizigers die de nieuwe lijn gebruiken en verder op het grondgebied van Gent in- of uitstappen betalen: a) hun gewoon biljet, b) een uitbreidingsbiljet van 20 c., c) een bijbiljet van 10 c. voor de voorsteden, d) een aansluitingsbiljet van 5 c. indien zij moeten overstappen, e) eventueel een tweede bijbiljet van 10 c. indien zij naar Gentbrugge (lijn 3), Mariakerke (lijn 3), Zwijnaarde (lijn 5) of Sint-Amandsberg (lijn 7) of het Van Beverenplein (lijn 1bis) moeten. Zo te zien zal het behalve voor de studenten van de hogeschool, wel twee jaar duren vooraleer de gewone burger door heeft hoeveel centen hem uit de zak zullen geschud worden voor een ritje van Gent-Sint-Pieters naar de Gontrodestraat. En dan te weten dat in de wijk Moscou, de pleisterplaats van de werklieden van de spoorwegateliers, maar weinig gegoede burgers wonen...
Drie-asser 378 , thans in lamentabele staat in een legerdepot in Weelde, hier aan de terminus "Moscou", vertrekkensklaar voor een rit naar het Van Beverenplein via lijn 1 (foto: Freddy Coussens, 4 maart 1971). PCC's op die lijn vanaf 2 november van dat jaar.
In de laatste zitting van de gemeenteraad werd de uitbreiding van het bestaande tramnet goedgekeurd. In afwachting van de goedkeuring door het bevoegde ministerie brengt men reeds de sporen aan voor de lijn die van de Maria-Hendrikaplaats naar de Rozemarijnbrug zal lopen langs de Albertlaan, Brittanniëlaan, Martelaarslaan en Bernard Spaelaan. De rijtuigen van lijn 8 - wit-geel bord - zullen deze dienst verzekeren tot wanneer de heropbouw van de Rozemarijnbrug de rijtuigen van lijn 2 zal toelaten tot aan de Sint-Pietersstatie door te rijden. Het toenemende verkeer in en om de statie maakt het verzekeren van tramverbindingen in die richting noodzakelijk. (° bedoelde lijn werd ingehuldigd op 9 december 1923, de Rozemarijnbrug op 22 december 1925)
Een twee-assig tramrijtuig op lijn 2 in de Zonnestraat, hoek Veldstraat.
Drie-asser 325 met aanhangwagen uit de reeks 65-72 geparkeerd op het Emiel Braunplein, richting Klein Turkije, klaar om de rit langs lijn 4 naar het Sint-Pietersstation aan te vangen. Foto uit 1958, kort voor de afbraak van de huizenrij. Rechts een gedeelte van het belfort.
NOG VEEL MEER OVER HET GENTSE OPENBAAR VERVOER!!!
Bekijk ook het blog "MIVG" van Dany !!!! ________________________________________