Op de veranda zaten we in stilte
het was een zwarte dag
gedachten slingerden als wolken om ons heen
de avond maakte lood van onze woorden
hoewel de zomertijd in aantocht was
wij hups en blij de zon mochten omarmen
wij hadden zelfs geen oog voor de maan
die boven het dak stond in rosse gloed
we waren gesoldeerd met diep verdriet
met het noodlot dat nu weer regeerde
moeder was weer opgenomen in het PZ.
ze was weer een andere dolende ziel
die hartverscheurend in isolatie lag.
we waren haar weer kwijt aan een vreemde wereld
waar wij geen toegang hadden.
Het relaas van haar zieleboek
heeft ze nooit meer herschreven
ze heeft zich ingemetseld
in de muren van haar vreemde lijf.
Ingrid Lenaerts
|