200 gram noorse garnalen, 3 sjalottes, 1 teentje knoflook, 2 ontpitte lomboks of 1 thelepeltje sambal oelek, 1/2 theelepeltje trassi, 1 thelepeltje asem, 2 salamblaadjes, 1 schijfje laos, 1 stengel sereh, zout naar smaak, 1 groen of rode paprika, 3 djeroekpoeroetblaadjes, een plak santen van 1 1/2 cm. dikte, 2 eetlepels boter 1 thelepeltje suiker of goela djawa.
Was de garnalen in water of citroensap.snijd de sjalottes, knoflook en de lomboks fijn. Met de trassi, asem, salam, laos, sereh, en zout in de boter op klein vuur fruiten. Voeg de in dunne reepjes gesneden paprika en de djerokoeroetblaadjes er onder voordurend roeren aan toe. Vervolgens de garnalen met 1 kopje heet water erbij. laat alles 7 minuten door sudderen. tenslotten lost u er al roerende de santen in op.
doe suiker erbij en wacht nog 5 minuten totdat er een olieachtig vocht boven komt drijven. Niet vergeten zo nu en dan te roeren. Dampt het te veel in, dan een scheutje heet water toevoegen. Dit gerecht mag niet droog zijn. Naar verkiezing serveren met frikandel pan en gestoomde of gekookte seizoengroenten.
De timpi in dobbelsteentjes snijden. Kunt u niet over reboeng beschikken, dan kan het ook zonder. De boontjes afhalen en grof snijden, evenzo met de kool. Nu de sjalottes, de knoflook en de lombok fijnsnijden. (Beter is het om te kneuzen met de suiker en de trassie en de ketoembar.) De boter smelten en de gekneusde kruiden er in fruiten tesamen met de salam, laos, djerokpoeroetblaadjes en de asem.
Wanneer de sjalottes lichtbruin zijn de timpi eraan toevoegen; Gedurende 1 minuut omroeren; dan 2 glazen heet water erbij gieten. Voeg de gesneden boontjes erbij en de bouillonblokjes. doe de deksel op de pan en laat alles 10 minuten op een zacht vuurtje stoven. Voeg het blok santen er aan toe en blijf roeren totdat het geheel gesmaolten is. Nu de gesneden kool er bij voegen en nog 3 a 4 minuten laten door sudderen. Het deksel mag niet op de pan.
Mocht u toch de lodeh met reboeng willen klaarmaken, dan dient de reboeng van tevoren gesneden te worden, niet al te fijn; en 10 minuten apart opgekookt te worden. Deze sajoer moet met ruim vocht opgediend worden.
Serveer met een paar satés, een droge sambal goréng of een kipgerecht zonder sanren bereid en wat kroepoek.
Gekookte rijst voor 4 personen, 4 sjalotten, ketjap 3 teentjes knoflook, 3 rode pepers, 2 theelepeltjes trassi- of een plakje van 2 cm. 1 theelepeltje zout, 50 gram boter, 200 gram vlees_restjes, 100 gram gekookte garnalen, 1 flinke prei, 4 takjes selderij, 3 eieren, atjar ketimoen, kroepoek.
De beste manier van het bereiden is, de gesneden sjalotten, knoflook en gesneden pepers met de trassie en zout in een stevig schaaltje_ of in de tojbeh met de oelekan te kneuzen;
Het geheel in de boter een wadjan half gaar te fruiten. Vervolgens al roerende het aan blokjes gesneden vlees en de garnalen toevoegen. Niet al te groot vuur. Schep de geheel afgekoelde rijst door de kruiden en het vlees in de wadjan.
Is het geheel goed dooreen gemengd en goed heet, dan de fijngesneden prei en selderij er doorheen mengen.
Haal de wadjan van het vuur.
Doe de nasi goréng in een schaal.
Bak van de eieren een omelet, en snijd het in dunne repen, leg ze kruislings op de nasi goréng, als ganering.
Serveer het met atjar ketimoen en kroepoek.
Er zijn er velen, die een scheutje ketjap door de nasi goréng doen, maar nodig is dit niet. Voor hen, die van scherpe spijzen houden, kan er natuurlijk nog atjar lombok rawit bij.
Voor hen die de ingrediënten kunnen kneuzen, is het ook mogelijk om de sjalotten, de knoflook en de pepers fijn te snijden en met de trassi (fijn te wrijven) en dan in de boter te fruiten. En dan alles gelijk als hier boven staataangegeven