200 gram noorse garnalen, 3 sjalottes, 1 teentje knoflook, 2 ontpitte lomboks of 1 thelepeltje sambal oelek, 1/2 theelepeltje trassi, 1 thelepeltje asem, 2 salamblaadjes, 1 schijfje laos, 1 stengel sereh, zout naar smaak, 1 groen of rode paprika, 3 djeroekpoeroetblaadjes, een plak santen van 1 1/2 cm. dikte, 2 eetlepels boter 1 thelepeltje suiker of goela djawa.
Was de garnalen in water of citroensap.snijd de sjalottes, knoflook en de lomboks fijn. Met de trassi, asem, salam, laos, sereh, en zout in de boter op klein vuur fruiten. Voeg de in dunne reepjes gesneden paprika en de djerokoeroetblaadjes er onder voordurend roeren aan toe. Vervolgens de garnalen met 1 kopje heet water erbij. laat alles 7 minuten door sudderen. tenslotten lost u er al roerende de santen in op.
doe suiker erbij en wacht nog 5 minuten totdat er een olieachtig vocht boven komt drijven. Niet vergeten zo nu en dan te roeren. Dampt het te veel in, dan een scheutje heet water toevoegen. Dit gerecht mag niet droog zijn. Naar verkiezing serveren met frikandel pan en gestoomde of gekookte seizoengroenten.