1976
De Alemstraat te Leest werd verbeterd. Meteen verdwenen de laatste kinderkopjes
van de Leestse wegen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1976 Fusie der
Gemeenten
Op 23 oktober 1975 heeft men een voornaam persoon
voor het TV-scherm kunnen beluisteren die ons wou diets maken dat aangaande de
fusies een averechts beeld wordt opgehangen.
Dat was nonsens : immers door de samenvoeging van
gemeenten zou men tot een grotere communauteit komen, gemeentehuizen blijven,
het sociaal en cultureel leven zou daardoor bevorderd worden, nonsens dat men
kilometers ver zou moeten gaan om bepaalde zaken te regelen.
Als men dat alles hoort, dan kan men niet anders dan
zich voorstellen dat de nieuwe gemeente als een troetelkind te zullen behandeld
worden. Wij hoeven geen verwenningskuur, maar eenvoudig te blijven en te zijn
in een eigen gemeente, de onze aan de Zenne.
Een beslissing is reeds gevallen. De fusie of het
terugbrengen van de 2359 bestaande gemeenten tot 589 is daardoor in een
beslissende fase getreden. Met de Vox Populi werd eenvoudig geen rekening
gehouden, het klonk verloren in de woestijn.
Men mag het nu draaien of keren lijk men wil, zelfs
het doen doorgaan alsof de fusie van gemeenten de ideale oplossing is met al de
daaraan verbonden voordelen, het blijft een aanslag op de eigenheid van de
gemeenten. Er werd zelfs verklaard dat gemeenten werden geraadpleegd, m.a.w. niet alle gemeenten werden om advies gevraagd, wat weer
tot nadenken stemt. Inderdaad wat moet men daaruit concluderen ?
Het zou wel eens van belang kunnen zijn de nadelen
opgesomd te zien die ons door de fusie worden aangeboden; en wie vraagt zich
niet af, zijn er geen ernstiger zaken die naar een zinvolle oplossing wachten
dan zich te amuseren met het pesten van gemeenten ? De stille hoop die nog
mocht gekoesterd worden, werd evenwel op korte spanne tijds vernietigd. Immers
de fusie der gemeenten is een definitief feit geworden.
Men kon beter besluiten met de woorden : juicht Belgen juicht, in vreugde vol
akkoorden ! Hou vast aan de Inspraak, aan de democratie ! Allen zegden met de
gemeentelijke Overheid : Weg met de dwang fusies ! Herhalen wij dit ook voor
onze Zennevallei ! Geen verdwijning onder dwang !
Snuffelaar. (DB, 1976- enkel
jaartal gekend)
In een ander nummer
van dat jaar publiceerde Snuffelaar :
We hebben met genoegen mogen vaststellen dat de
regelmatig verschenen bijdragen omtrent de fusie van gemeenten, met aandacht
werden gelezen en bijgetreden.
Een bijeenkomst van gemeentevaderen (te Mechelen
gehouden) voor kennismaking, bracht voor de gewone sterveling geen wijsheid
meer op. Hoe zal men uit de geschapen chaos geraken ?
Hoe onbesuisd gewerkt is geworden, blijkt uit een
verschenen bericht aangaande de fusie te Rijmenam :
Rijmenam na de fusie : de eeuwenoude leefgemeenschap
wordt erg verminkt. Naar Putte gaan ruim 700 inwoners, de overige bijna 4000
gaan naar Bonheiden. Men spreekt ook over de nadelen en die werden aangestipt
door de heer De Keersmaeker uit Eppegem : een grote gemeente zal meer geld
kosten omdat zij relatief meer diensten organiseert, dus verhoging van
belastingen. Het bestaan van verenigingen en hun subsidiëring kan in t gedrang
komen. Sommige wijken kunnen verwaarloosd worden wat onderhoud betreft en
bepaalde gemeentediensten zullen worden afgeschaft, waardoor ouders en andere
personen zich naar de pilootgemeenschap zullen moeten begeven !
Wij hebben ook ons licht gaan opsteken in
West-Vlaanderen en daar kwam de volgende toestand na de fusie tot stand :
De gemeente K
, bestaande uit 5 samengesmolten
gemeenten. Daarvoor bestaat slechts één gemeentehuis waar alle dossiers
aanwezig zijn voor het bekomen van inlichtingen. Er is maar voor één zaak
onderscheid gemaakt : de werklozen moeten niet naar de moedergemeente gaan
stempelen, maar wel in de eigen gemeente.
En
het systeem van Pontius-Pilatus is reeds aan bod
gekomen. Inderdaad, de enen hebben het precies zo niet gewild, anderen zeggen,
vanaf 1977 willens-nillens te zullen behoren bij de nieuwe gemeente, en
nog anderen zeggen dat er in ieder geval moet overgegaan worden tot het
oprichten van dorps- en wijkraden.
Zal men de voorgeschotelde onduidelijkheden, de burger
voorgehouden, kunnen wegmoffelen om het eigen gezicht niet te schenden.
Men heeft ook belangstelling voor de straatnamen, waarom
geen namen van bloemen gegeven, zoals reeds werd voorgesteld ?
Bij het napluizen van gelijklopende benamingen komen
we tot een viertal straten : Kapellestraat, Molenstraat, Scheerstraat en
Vinkstraat.
Wat aan dat alles ontbreekt is : 1° het ontbreken van
degelijke voorlichting. 2° de verkrachting van het begrip inspraak.
Het spreekt vanzelf dat de bevolking, inzonderheid van
de landelijke gemeenten niet te spreken zijn over deze fusies van gemeenten.
Waarom niet zal men vragen, maar dan van bepaalde zijde ?
Is het nodig nogmaals klaar en duidelijk te zeggen,
dat het een greep is naar meerderheid van de ene of de andere, en niet zoals
men het wil presenteren, ten nutte van de bevolking.
1976 Leest telde 2064 inwoners.
(Wikipedia)
1976 Het Bouwspook Slaap op
beide oren, de Zennevallei is verloren.
Onlangs
wandelden we door de Zennevallei, een stukje natuurschoon in het lieflijk
Leestse dorpje. We kuierden langs het Chiroplein naar de Kerkenblokweg en
verder door t privaat goed van Van den Bergh naar de Bleukens. Mooie streek,
vonden we. Dat is het inderdaad, zei een stem van ergens tussen de hoge
populieren. Ik heb dit gebied met zorg bewaard en nu de prijzen van bouwgrond
zo erg gestegen zijn ligt het hier als een rijpe appel klaar om er de
bulldozers in te zetten. In plaats van distels en brandnetels zullen vlug
tientallen woningen als paddestoelen uit de grond schieten.
-Hm,
zeiden we, je bent zeker het bouwspook.
-Zeker,
zei de stem, maar laten we niet afdwalen. Wat zou jij de dag van vandaag doen
om hier heer en meester te blijven ? Om miljoenen gaat het hier. En die zouden
we zo maar laten voor een hoopje distels ? Kijk, we maken het fijn. Eerst
ruimen we het schijtbos van de Chiro op ; hard(t) nodig of niet. De kinderen
krijgen langsheen en op de kerkhofmuur plaats genoeg om alles kwijt te geraken.
Zo zullen de bewoners verlost zijn van die zware reuk.
-Je
vergeet Ruisbroek, zeiden we.
-Zwijg,
we hebben aan alles gedacht. Gaven we geen vijfentwintig meter grond cadeau
voor een tweede dijk met wandelweg. Uitheemse struiken en heesters maken dan
het uitzicht op de schilderachtige rivier nog veel mooier.
-Maar
die waterzieke gronden, die ongezonde mist in het najaar ? Geen enkel mens wil
hier wonen. De mensen van hoger den de Kerkenblokweg klagen over water in de
kelder, stinkende beerputten en behangselpapieren die lossen van de
vochtigheid.
-Vergeet
niet : - een wijkcomité heeft hier gewerkt voor een speelplein met recreatie.
-Bezwaren
tegen woonwijkuitbreiding werden ingediend bij het Schepencollege, bij de
Ministers en zelfs bij de Koning.
-Daarbij
heeft het Leestse Leefmilieu uitvoerig het ontwerp-gewestplan besproken en de
bezwaren overgemaakt aan de Gouverneur.
-Perfect
! Zo mag ik het horen. Maar niet overdrijven anders ga je spoken zien.
Werd
het plan voor het speelplein niet verwezen naar het kerkhof ? En het behoud van
de Zennevallei werd gekelderd met een pijpekop ; een ontwerpplan voor 43 huizen
in de beemden.
En
Leefmilieu Leest, zag die niet als dank voor haar werk de gemeentesubsidiëring
gehalveerd.
En
toen de makers van t gewestplan ineens zo weinig landelijk natuurschoon zagen
te Leest hebben ze maar vlug een stukje Dorpelpoel groen geschilderd, om je
te sussen.
En
vergeet niet, lachte het bouwspook, vorige maand kocht een bouwmaatschappij de
gronden aan. Een fontein van geld spoot in de zakken van de eigenaar en ik, ik
krijg mijn zin, je zult het zien.
-En
toch laten we de vallei niet los, zeiden we.
De Distel.
(De Band, 1976)
Dezelfde auteur schreef datzelfde jaar :
De Zennevallei : tehuis en jachtgebied
van de TORENVALK.
In
de vorige nummers van De Band vertelden we reeds dat de torenvalk een trouwe
inwoner is van onze Zennevallei. Ons zijn er enkele broedgevallen van de torenvalk
bekend. Enkele leden van de Wielewaal hebben deze zomer verschillende jongen
geringd. Ze vertelden me : de torenvalken bezetten één kunstmatig nestkastje
in de Bleukens. De jonge torenvalken, zes in aantal, waren al zo volgroeid dat
op het ogenblik van het ringen, ze hun heil zochten in de vlucht. Drie anderen
werden geringd.
1976 Afbraak
van de oude herberg In de groene linde
Op de Dorpplaats werd dat jaar het
bouwvallig huisje, op de hoek van de
Scheerstraat (Ten Moortele) en de
Dorpsstraat, afgebroken.
Het was oorspronkelijk een
tweewoonst.
In 1723 waren dat de huisjes
van Bertel Vermijlen en Jan Ditens.
Later stond de woning op naam van
het echtpaar Jan Baptist Van Hoof-Serafina
Coeckelbergh. Ze waren te Leest
getrouwd in 1852.
Jan Baptist was te Leest geboren op
21 september 1822 als zoon van Frans en
Elizabet Van Hoof. Hij zou op 4
april 1874 overlijden aan de gevolgen van
typhus. Het echtpaar kreeg 7 kinderen :
5 dochters die allen zeer jong stierven
en 2 zonen : Isidoor Constant (de
latere garde en de grootvader van de allerlaatste
garde van Leest Victor) en Frans
Eduard Sooi (°8/7/1854, +17/10/1929).
Deze laatste bleef in de woning en
baatte er jarenlang met zijn echtgenote Louise
Wiske Huys (°Leest 3/12/1860) de
herberg In de groene linde uit.
Er stond trouwens een mooie linde
voor de deur, evenals een mestput, zoals dat
vroeger algemeen de mode was. Sooi
Van Hoof was immers ook boer.
Het echtpaar Van Hoof-Huys kreeg 12
kinderen. Twee onder hen zouden
overlijden aan de gevolgen van de
eerste wereldoorlog : Theofiel sneuvelde te
Diksmuide in 1917 en Alfons kwam
als invalide terug uit die oorlog, hij was een
slachtoffer van een gasaanval en
zou aan de gevolgen daarvan overlijden in 1921.
Een andere zoon, Jozef Jef, was
medestichter van de toneelkring Rust Roest
en te Leest en omgeving zeer
populair als komisch acteur.
Prosper Goovaerts uit Heffen was de
laatste eigenaar van het huisje.
Fotos :
-De Alemstraat
-De dorpskom zou een heel ander aanzicht krijgen
na de afbraak van de tweewoonst.

|