DINSDAG : De verkenning wordt nog voortgezet en zo belanden we op een oude hoeve, eens een kasteel geweest, waar we de koeien, de varkens en de hele kleine varkskes mogen bewonderen. De mentaliteit van deze vriendelijke mensen brengt ons in een eigenaardige stemming en als we verder trekken, op zoek naar het lemen huisje, is het alsof we een andere wereld betreden. In de namiddag brengt een bijzondere speurtocht veel opschudding teweeg.
WOENSDAG : We krijgen tot onze grote verwondering, maar toch blij verrast, bezoek van onze E. Heer Proost, die met lekkere chocolaatjes trakteerde. De madeliefjes maken ’s voormiddags een zware trektocht naar de oude windmolen van Meerhout, nu nog in werking. Het is een lange maar schone weg door dennenbossen en heide, onder een stralende zon aan een helblauwe hemel. De zonnebloemen staan alleen voor het werk van de keuken, en of ze het druk hebben…De middagrust wordt natuurlijk een beetje verlengd vandaag, want ocharme, die voetjes.
DONDERDAG: De laatste dag voor ons vertrek is aangebroken. En vanzelfsprekend wordt het een verhuis van stoelen, banken, en brandhout voor het kampvuur. Gelukkig maar, dat Nonkel en Krol helpende handen reiken. Het repertorium is bovengehaald en aangevuld. Hoe later het wordt, hoe drukker en spannender, want er komen heel wat gebuurtjes kijken. Tenslotte raken de 24 nummertjes dan toch in orde en het vuur kan ontstoken worden. De vlammen laaien lustig op tegen de donkerblauwe avondlucht en in een warme sfeer van vriendschap en gezelligheid gaat de tijd te snel. DE DAG HEEFT WEER ZIJN TAAK VOLBRACHT, HET GOUDEN LICHT WIJKT VOOR DE NACHT, EN ALLE VOGELS ZWIJGEN, LAAT ONS EEN KRING NU RIJGEN, RONDOM HET KNETTEREND SPARREVUUR, IN DIT GEWIJDE AVONDUUR…
VRIJDAG : Veel te vlug komt ook de dag van vertrek, wat het afscheid van Eindhout betekent. Een afscheid van de mensen, van de omgeving, van de schuur en van de strozakken, ja van alles wat ons op deze dagen heel duurbaar is geworden. Het is met een beetje weemoed dat de rugzakken weer worden ingepakt, maar eveneens met een dankbaar hart, voor al degenen die het voor ons zo schoon en zo goed hebben gemaakt. We zouden er heel veel kunnen over vertellen over het paard dat met zijn staart de maat van Moustafa sloeg, over toegenaaide pyama’s, over boer Corneel, de strijd om de wimpel, enz, enz., maar dan zou het zeker een boek kunnen worden. Laat ons zonnebloemen en madeliefjes het maar liever zelf vertellen. Moeilijk is dat zeker niet, want elke dag is schoon geweest, vol liefde voor mekaar, ook al kwamen er eens moeilijkheden piepen. Maar bij de slotformatie klonk het telkens diep gemeend :
HEER, DEZE DAG WAS GOED, VOOR U ONZE LAATSTE GROET : TROUW !!! H.S.”
Foto’s :
-V.l.n.r. : Eveline Van de Poel, Victoire De Borger, Maria Jansen(s), Annie Bradt, Rina Spoelders, Micheline Van den Heuvel, Maria Lauwens en Els Vloeberghen.
-V.l.n.r. : Eveline Van de Poel, Victoire De Borger, Maria Janssens, Els Vloeberghen, Maria Lauwens, Micheline Van den Heuvel en Rina Spoelders.
-Boven : Els Vloeberghen, Maria Jansen(s), Eveline Van de Poel, Rina Spoelders, Victoire De Borger Onder : Maria Lauwens, Annie Bradt en Micheline Van den Heuvel.
1960 – Van 16 tot 20 juli : Bivak van de Landelijke Jeugd
Dat ging door op een prachtig gelegen hoeve te Eindhout nabij Veerle : “een schilderachtig stukje Kempenland waar bossen en zand overheersen. Welk jong meisjeshart zou niet verlangen naar een kamp als dit ?”…(“DB”, juni 1960)
In “De Band” nr.7 verscheen volgend verslag van Hilde Silverans : “Heimwee doet ons hart verlangen, naar het stukje Kempenland, waar we allen leerden smeden, d’onverbroken zusterband. Werkelijk, zo is het geweest : er werd een duurzame band gesmeed, maar vooraleer we u een en ander over ons kamp gaan vertellen, willen we toch eerst en vooral alle vriendelijke, goede mensen bedanken die zo vrijgevig en sympathiek zijn geweest en ons het kamp hebben mogelijk gemaakt. Dank voor de aardappelen en groenten die we met hele zakken en kassen mochten in ontvangst nemen, dank voor al de voedingswaren, voor het geleende keukengerei, enz., te veel om op te noemen, maar wat ons heel wat fijne dineetjes heeft bezorgd. Misschien kunnen we u een klein deeltje teruggeven, door een kijkje te geven op deze schone kampdagen ? Wel, hier gaan we dan…. Vrijdag wordt er een hele dag gereden en gesjouwd met kruiwagens en andere vervoermiddelen, met het gevolg dat het middenlokaal veranderd wordt in een warboel van kolen, patatten, suiker en zo meer. ’s Avonds wordt een camionette langs binnen en buiten bevracht en kan een eerste tocht naar Eindhout worden aangevat, onderweg overvallen door wolkbreuken en onweders, maar toch veilig aan wal geraakt.
ZATERDAG : Dag van vertrek. Om 2 uur staat ieder klaar met pakken en valiezen, maar wie zich niet laat zien : DE BUS. Er wordt opgebeld, wegen afgespeurd, maar geen bus te zien. ’t Wordt 3 u, 4 u, nog niks. Maar de Landelijke Jeugd geeft het niet op. Er wordt gezongen en gespeeld (doch af en toe geroepen ’t zijn toeren…). Eindelijk meldt men ons dat ons buske in pan ligt. 5u30 algemene opschudding : daar is ze !!! Opladen, instappen en dan richting Eindhout. Een uurtje later zitten we reeds in de bossen van de Kempen en weldra landen we aan op de gastvrije hoeve in de Rundershoek. Uitpakken, strozakken vullen, eten, formatie en bed in. Het duurt wel een tijdje eer bij iedereen de slaap komt aankloppen en er moet nog eens met pillampen gelicht worden. Dan daalt de nacht en ook de stilte over de schuur.
ZONDAG : Hijs de Vlag bij zonnig dag : T R O U W ! De madeliefjes worden in twee vendels verdeeld : durvers en voortrekkers, die elke dag dapper zullen kampen voor de wimpel. De taken worden volbracht en ’s middags brengen de kooksters ons de lekkerste fritten die ge u kunt inbeelden. De dag is verder in beslag genomen door ontdekkingstochten, in ’t bijzonder een wandeltocht naar het Albertkanaal. Van hoog op de brug hebben we een prachtig zicht op de typische Kempische omgeving. MAANDAG : Buiten afwas en patattenjas brengen we in de voormiddag een bezoekje aan E.H. Driesen, gewezen onderpastoor van Leest, nu pastoor te Eindhout. Na de rust wordt een brief naar huis gestuurd en de spellendoos bovengehaald. Een uurtje later staan de vendels opgesteld, klaar voor bosspelen.
Vervolgt.
Foto’s :
-Hijs de vlag…
-Boven : Els Vloeberghen, Maria Jansen(s), Eveline Van de Poel, Rina Spoelders, Victoire De Borger. Onder : Maria Lauwens, Annie Bradt en Micheline Van den Heuvel.
-De Turnhoutenaar Adalbert Hendrik Driesen (°Turnhout 30/3/1899, +Antwerpen 6/5/1970) was van 1942 tot 1947 onderpastoor te Leest. Hij werd in 1947 onderpastoor te Eindhout waar hij in 1954 pastoor werd.
1960 – Julinummer “De Band” : Te Lourdes op de bergen…de GROT zou er komen…
“Het moet zeker en vast niet meer onderlijnd worden hoezeer onze gemeentenaren een bijzondere eerbied koesteren voor O.L. Vrouw. Het schoonste bewijs daarvan is wel geweest de “kapellekens-actie”. Hoeveel ziet men er niet aan de huisgevels prijken ? Met welke eerbied togen des ’s morgens tijdens de “kruisdagen” onze mensen naar de onderscheiden kapellekens om daar te bidden tot de Heilige Moeder, troost der bedrukten en bijstand der kristenen ? Reeds bestaat er een huisje, opgesmukt en door zorgzame handen onderhouden, zoals b.v. O.L.Vrouw van Fatima, e.a. Thans is er groot nieuws ! Inderdaad, beste mensen, hoevelen onder ons hadden het voordeel en het voorrecht te gaan bidden in Lourdes, voor het genadeoord, en hoevelen zijn er niet die er naar hunkeren éénmaal bij en met O.L. Vrouw van Lourdes te zijn ? Voor de enen kan het werkelijkheid worden, voor de anderen zal het wellicht tot een verlangen blijven. Daarom werd er sedert geruimen tijd aan mogelijkheden gedacht in onze gemeente ook een “O.L. Vrouw van Lourdes” te hebben. Na heel wat zorgen en palabers zal dan toch de wens in vervulling kunnen gebracht worden. Dank zij de toestemming van de heer L. MOYSON, zal in dezes weelderige hof, gelegen in de Kouterstraat, een “GROT” oprijzen, gewijd aan O.L. Vrouw van Lourdes. Het is er nu om te doen er iets “schoons” van te maken. Het mag en zal niet alleen de “grot” van de straat zijn, maar zij moet uitgroeien met de andere kapellekens tot de grot van gans de gemeente. Het is vanzelfsprekend dat van buitenstaanders-bezoekers, Leest, één wandeling kan uitmaken naar de onderscheiden kapellekens met als slot DE GROT, gewijd aan O.L.Vrouw van Lourdes. OVERAL WAAR MEN GAAT LANGS VLAAMSE WEGEN, KOMT MEN MARIA TEGEN ! Eenieders hulp is uiterst welkom. Materiaal, zoals stenen die zijn er reeds, zand en zavel zullen weldra aangekocht worden ; werkers zullen er ook zijn, maar hoe meer handen, hoe rapper de afwerking. Wie wil bijdragen, zorgt voor wat “zaad” in ’t bakske, steeds welkom bij de E.H. Onderpastoor met vermelding “VOOR HET BOUWEN DER GROT”. De Grot zou er komen, meer details in deze Kronieken : 30/4/1961 bij de inhuldiging.
1960 – Julinummer “De Band” : Bericht van het gemeentebestuur – DRINKWATERLEIDINGSNET “In het jaar 1961 zal er vermoedelijk met staatstoelagen overgegaan worden tot het aanleggen van een drinkwaterleidingsnet in de gemeente. Iedereen zal kunnen aansluiten op dit net. Ten einde de raming der kosten te kunnen opmaken is het wenselijk het aantal aansluitingen te kennen. Gelieve dan ook onderstaande strook ingevuld voor 26/8/1960 te laten geworden.”
1960 – 3 juli : Eerste Prijs voor Leestse Kon. Fanfare St.-Cecilia te Tisselt.
Door de K.F. “Concordia” van Tisselt werd ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan een Festival met Muziekwedstrijd in stapmarsen gegeven. St.-Cecilia Leest behaalde 599 op 660 punten of een 1ste prijs met lof van de jury.
1960 – 10 juli : vertrek “Lourdesbedevaart over Lisieux”.
Een reis van 7 dagen, zonder nachtrit. Vertrek 10 juli. Prijs : 2.475 frank, hotels en geestelijke leiding inbegrepen. Inschrijving bij weduwe Piessens Dorp of café bij de Croes in het Dorp. (Advertentie in “De Band”)
1960 – Zondag 10 juli : Nieuwelingenkoers te Leest.
27 Vertrekkers. – Uitslag : 1. Dourlens Maurice (bijgenaamd “Batske”), de 80 km in 2u29, 2. Janssens, 3. Selleslagh, 4. Caluwé, 5. Daniels, 6.Van Migro, 7. Caluwaerts, 8. Van Roost, 9. Borré, 10. Bernaerts. (G.v.A., 11/7)
De winnaar Maurits Dourlens was niemand minder dan Maurice Van Camp, ook “Jitte van den Bats” genoemd. Hij was op 15 november 1942 geboren als zoon van Karel Lodewijk Van Camp en van de Française Yolande Louise Hélène Dourlens die hem oorspronkelijk haar nationaliteit en familienaam bezorgde. Op 26 februari 1961 liet Maurice zijn nationaliteit en naam veranderen in de Belgische en de familienaam van zijn vader. Maurice was een uitstekend wielrenner en in de kranten kwamen zijn prestaties tot zijn naamsverandering onder zijn oorspronkelijke naam te staan.
1960 – 12 juli – G.v.A. : Ongevallen.
-In de Willem Rosierstraat te Mechelen werd de personenwagen van Alberti Ivo uit Leest aangereden door een andere wagen. De bestuurder van deze wagen vervolgde ongestoord zijn weg. De nummerplaat van deze auto kon echter genoteerd worden.
-Op de Koningin Astridlaan had een aanrijding plaats tussen een lichte vrachtwagen, bestuurd door Meysmans Jean uit Elewijt en de personenwagen gevoerd door Slootmans Eduard uit Leest.
1960 – 14 juli – G.v.A. : Hond doet bromfietser vallen te Leest.
Een loslopende hond heeft de bromfietser Verschueren Albert uit Leest in de Vinkstraat te Leest ten val gebracht. Verschueren werd erg gekwetst.
Foto’s:
-Maurice Van Camp op oudere leeftijd. -Zijn gedachtenisprentje.
Verslag van Jos Verlinden in “De Band” nr. 7 van 1960 : “Eindelijk is dan toch de dag aangebroken waar we reeds zo lang naar getracht hebben. De dag waarop er minstens 600 soldaten met een onverklaarbare gemoedsstemming de treinen opstapten, de trein die ons zou brengen tot het wereldbekende bedevaartsoord LOURDES, om aldaar voor Onze Lieve Vrouw te knielen, zoals de H. Bernadette dit deed 102 jaar geleden om er onze moeilijkheden met Onze Lieve Vrouw te gaan bespreken en om er te gaan bidden vooral de intenties die in ieders soldaat zijn hoofd geprent waren. We vertrokken ’s morgens omstreeks 8 uur uit Keulen met de bedevaarttrein, na eerst aldaar een H. Mis bijgewoond te hebben, omdat de reis voor ieder van ons goed zou mogen verlopen. Rond 11u30 kwamen we te Schaarbeek aan, waar we dan te samen met de soldaten die in België gekazerneerd waren om 12u30 te vertrekken. Onze militaire bedevaart was begonnen. De reis ging over Bergen, Quévy, Compiène, Poitiers, Bordeaux, Dax, Pau en dan tenslotte Lourdes. De reis verliep goed. We konden de reisweg goed volgen met zijn voornaamste bezienswaardigheden, waarvan we inlichtingen konden vinden in onze reisgids. Tegen de avond aan werd er dan op de trein een rozenhoedje gebeden met enkele speciale intenties. Er werd voorgebeden door een aalmoezenier, voor de zieke en gekwetste soldaten, om hun de zware en pijnlijke ogenblikken lichter te maken. Ook werd er voorgebeden door een meisje (verloofde) in naam van alle verloofde meisjes voor hun jongen, soldaat. Vervolgens door een moeder, in naam van alle soldatenmoeders voor het behoud van hun jongen in het leger. Tot slot werd er gebeden, opdat deze bedevaart voor ieder van ons vele vruchten zou mogen dragen. Alzo liep dan de eerste reisdag van onze bedevaart stilaan ten einde. De nacht werd in stilte doorgebracht, met de grote betrachting naar de donderdagmorgen, voor de ontmoeting met O.L. Vrouw. Na een lange nacht was dan toch de volgende dag aangebroken, en wanneer wij met onze nog slaperige ogen naar buiten keken, stelden we vast dat we reeds stilaan in de Pyreneeën begonnen te komen. Terwijl we het landschap bewonderden, wordt er ons medegedeeld dat we Lourdes naderden, en inderdaad, enige tijd later zagen we de Gave met haar kolkende water en in de verte de Kathedraal van Lourdes met de Grot. Van zodra we de Grot te zien kregen zongen we allen uit volle borst : “Te Lourdes op de bergen”. Onze reis was ten einde. Wanneer we in de voor ons aangeduide hotels aankwamen, stond er ons een smakelijk morgenmaal te wachten. Als de honger zo wat gestild was en opgefrist gingen we om 10u30 naar de H. Mis. Na de H. Mis was het de openingsplechtigheid van de Belgische Militaire Bedevaart aan de grot. Om 4 uur in de namiddag namen we voltallig deel aan de sacramentsprocessie. Onze eerste dag werd besloten met de deelname aan de kaarskensprocessie. Iedereen zong mee uit volle borst, dat zo eenvoudige, maar zo wondermooie lied : “Te Lourdes op de bergen”. Dat eenvoudige lied, dat onverpoosd herhaald werd en dat zo’n machtige indruk geeft dat men er van moet rillen als men het aanhoort. De dag van de ontmoeting met O.L.Vrouw was ten einde gelopen ; samen trokken we in een stille en tevreden stemming naar de hotelkamers, waar er ons een zacht bed te wachten stond. De 2de dag hadden we na de H. Mis, de kruisweg die werd gepredikt door Aalmoezenier Willems. In de namiddag, om 4 uur, hadden we dan ook nog de sacramentsprocessie en ’s avonds de kaarskensprocessie ; na deze was het H. UUR waarna we dan een middernachtmis bijwoonden. De zaterdag gingen we op uitstap met de autobus naar de Hoge Pyreneeën, o.a. Cantevets, waar de Gave stroomt in een diepte van 75 meter onder de autobaan. Vervolgens reden we naar Pont d’Espagne en kregen een machtige waterval te zien, ook van daaruit konden we een meer gaan zien “Lac de Gaube” een meer tussen de toppen van de bergen. Rond de middag reden we dan verder naar Gavernie waar we met ezels of paardjes het cirkus van Gavernier gingen bewonderen. Na aldaar enkele uren te hebben vertoefd werd het dan stilaan tijd om de autobus in te stappen voor het vertrek. Vermoeid van het klauteren in de bergen, kwamen we dan rond 19 uur terug in Lourdes. Intussen waren dan ook de legers van de andere landen te Lourdes aangekomen met een totaal van 40.000 militairen en ’s avonds was het dan ook een machtige kaarskensprocessie, waar er in alle talen werd gebeden en gezongen. De zondag hadden we dan de godsdienstige plechtigheden met het Nato-leger. In gans Lourdes wemelde het van soldaten, soldaten uit alle landen, men zag er alle soorten uniformen. Onze bedevaart had het hoogtepunt bereikt, het nato-leger was één blok geworden. Zo was dan ook de voorlaatste dag van onze bedevaart ten einde gekomen en spoedig was de maandag aangebroken. De dag dat het Belgisch Leger afscheid nam van O.L. Vrouw van Lourdes, afscheid van al die andere soldaten, die op die enkele dagen tijd allen onze broeders waren geworden. Omstreeks 3 uur vertrok de trein uit Lourdes en met de tranen in de ogen wierpen we een afscheidsblik door het venster naar de Basiliek, naar de Grot, waar we ons reeds zo goed thuis voelden. Alzo verlieten we Lourdes en meteen was de Belgische militaire bedevaart ten einde gelopen. Allen waren we getroffen van wat we gezien en gevoeld hadden. Die honderden zieken die men daar ziet, steeds met de glimlach op het gelaat ; die duizenden pelgrims die men daar ontmoet en die er allen komen met éénzelfde bedoeling. Wat men daar te zien krijgt, wat men daar aanvoelt, dat is niet met woorden uit te leggen. Jos Verlinden.”
Foto’s :
-De auteur van het verslag Jos Verlinden. -De rivier de Gave naast de Basiliek. -De waterval van Pont d’Espagne. -Het “Lac de Gaube”.
1960 – 21 – juni – G.v.A. : N.C.M.V tegen zondagnamiddagsluiting
“De N.C.M.V. afdeling Tisselt-Leest, heeft een actie gevoerd voor de zondagnamiddagsluiting welke tot een groot succes is uitgegroeid. Niet minder dan 96% van de handelaars-winkeliers hebben spontaan aan deze actie deelgenomen. Wij wensen het bestuur, onder de leiding van dhr Eeraerts Jaak, van harte proficiat met dit initiatief. Mogen de andere afdelingen hun voorbeeld volgen.”
1960 – Zondag 26 juni : Grote Voetbalmatch K.W.B.-B.J.B.
Dit naar jaarlijkse gewoonte en ten voordele van de Lourdesactie. De ploegen waren als volgt samengesteld :
KWB :
Jan Casteels, Leopold Bas en Louis Keulemans (invallers). Louis Vloebergh, Jozef Vloeberghen, Jozef Polfliet, Emiel Polfliet, Felix Polfliet, Louis Selleslagh, Hubert De Wit, Jan Geets, Th.De Prins, Désiré Van Winghe en Leo Hellemans.
BJB :
Jerome Verbruggen, August Peeters, Willem Slachmuylders, Achiel Van Winghe, Henri De Smet, August Verbruggen, Frans Verbruggen, Aloïs Bevers, Herman De Wit, Eduard Diddens en Louis Van Winghe. De uitslag is ons onbekend gebleven. (DB)
1960 – Woensdag 29 juni : Proclamatie en prijsuitdeling St-Romboutscollege
In de feestzaal van het St.-Rombautscollege vond de eindejaars-proclamatie en prijsuitdeling plaats voor de leerlingen van de Oude- en Moderne Humaniora. De feestvergadering, waarop heel wat voorname mensen aanwezig waren, werd ingezet met het vaderlands lied gevolgd door de uitvoering van enkele lente- en zomerliederen, waarna het tweede en het derde bedrijf van het toneelstuk ”Het nieuwe gewaad van de Groothertog” werd opgevoerd door enkele leerlingen. Vervolgens ving de proclamatie aan. Onder de vele namen troffen we die van twee Leestenaars aan : -Eduard Rottiers (Vierde Moderne B, 2e acc.) -Roger Silverans (Vijfde Moderne B, 1e prijs). (G.v.A., 30 juni)
1960 – Julinummer “De Band” : Ter bescherming van de jeugd
“In het Belgisch Staatsblad verscheen een besluit waarbij het vanaf 1 augustus 1960 verboden is aan minderjarigen tot 18 jaar toegang te verlenen tot danszalen, drankslijterijen, indien niet vergezeld van ouders of voogd of van wie het gezag uit te oefenen heeft. Strenge maatregelen zullen tegen de overtreders van hogervernoemd besluit getroffen worden.”
Foto’s :
-Twee keer Eduard Rottiers : op bezoek bij de Sint met zijn zusje Viviane en in zijn soldatentijd.