Deze school is gelegen aan het begin van de Beriotstraat (Cattestroot) uitkomende in het midden van de Tiensestraat en kent een bewogen geschiedenis door de eeuwen heen te Leuven. Het is ook de school waar menige vrouw uit het Leuvense is gevormd en dit tot in onze huidige tijd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Om de geschiedenis en de naam van de school te begrijpen, moeten wij drie eeuwen in het verleden teruggaan. De school werd opgericht door de Zusters van Maria, in Leuven gekend als de zusters Maricolen of "de Marollekens van de Cattestraat". Waarvan komen deze namen?
De congregatie die aan de basis ligt van het Sancta Mariainstituut werd in 1664 te Dendermonde gesticht. Men noemde hen Maricolen, dat komt van het Latijn Mariam colere wat 'Maria eren' betekent. De stichter, Pater Herman, een Carmeliet noemt ze "De nederige en vrije familie van de Maricolen". De zusters Maricolen willen geen erkende kloosterorde zijn met voorrechten, maar gewoonweg een familie, waar ze zich, zonder geloften en slot, aan God en aan mekaar verbinden op volledig vrije basis. Dat was een gans nieuwe levensvorm. In 13 jaar tijd vinden we de Maricolen in al de grote steden van Vlaanderen: Brugge, Gent, Dendermonde, Antwerpen, Mechelen en in 1672 ook in Leuven, eerst in St. Jacob, dan in St Michiel.
In 1677 kochten de Maricolen een huis in de Cattestraat, op dezelfde plaats waar het klooster nu nog staat. Catte had in het Nederduits - zoals men Nederlands vroeger noemde - de betekenis van een aarden wal, verstevigd door palen en rijshout, die aan de eerste stenen ringmuur van de stad Leuven voorafging.
De Maricolen werden verschillende keren uit hun klooster weggejaagd. De laatste keer gebeurde dat tijdens de Franse Revolutie in 1798. Het huis in de Cattestraat werd als eigendom van de Staat publiek, als zwart goed verkocht.
In 1801 werden de Maricolen als kantschooltje terug opgestart via een een viertal zusters. In 1838 werd een deel van het vroegere klooster terug opgekocht. Een school voor de dochters van de arbeiders, het volkskind, kreeg vorm. Door verdere uitbreiding in de jaren 1843, 1879, 1898, 1923, 1927, 1941, 1959 en 1965, 1982 waar door de invoering van het VSO een moderne meisjesschool werd gevormd.
In de volksmond echter blijft men spreken van de Marrollekes van de Cattestroot.
|