Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
04-02-2008
De Geest Zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
De Geest Zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Te midden van een zuchtende schepping leven en werken wij, voelen dikwijls onze eigen zwakheid en zuchten met de schepping mee. In onze kleinheid voelen we onze afhankelijkheid van God, die we tot uitdrukking brengen in ons gebed. Maar wat we moeten bidden is ons niet altijd duidelijk. Er is nog Iemand die meezucht: de Heilige Geest! Hij weet wel wat er gebeden moet worden. Hij kent ons door en door. Hij woont immers in ons en weet wat wij nodig hebben. En de Geest van God is in staat om te bidden in overeenstemming met de wil van God. De Heilige Geest behartigt de belangen van God en die van ons.
26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor allen die hem toebehoren. 28 En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. 29 Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. 30 Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.
Het was wel even wennen nu Jezus niet meer zichtbaar bij hen was. Gelukkig had Hij hen leren bidden. Dat deden ze en bleven ze doen in de bovenzaal te Jeruzalem. Al biddend ontdekten ze wat er moest gebeuren. De Geest bepaalde Petrus bij een Bijbelpassage. Er moest een plaatsvervanger voor Judas komen. Ze waren zo wijs de keus aan God over te laten. Sinds de Heilige Geest werd uitgestort, lezen we nergens meer iets over het aanwijzen door middel van het lot, maar wel over het gebed waarin we God om wijsheid mogen vragen. Laten we daarin volharden.
12 Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Deze berg ligt vlak bij de stad, op een sabbatsreis afstand. 13 Toen ze in de stad waren aangekomen, gingen ze naar het bovenvertrek waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon de IJveraar en Judas, de zoon van Jakobus. 14 Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers.
15 In die dagen stond Petrus op te midden van de leerlingen er was een groep van ongeveer honderdtwintig mensen bijeen en zei: 16 Broeders en zusters, het Schriftwoord waarin de heilige Geest bij monde van David heeft gesproken over Judas, de gids van hen die Jezus gevangen hebben genomen, moest in vervulling gaan. 17 Judas was een van ons en had deel aan onze dienende taak. 18 Van de beloning voor zijn schanddaad kocht hij een stuk grond, maar bij een val werd zijn buik opengereten, zodat zijn ingewanden naar buiten kwamen. 19 Alle inwoners van Jeruzalem hebben van deze gebeurtenis gehoord, en daarom noemen ze dat stuk grond in hun eigen taal Akeldama, wat bloedgrond betekent. 20 In het boek van de Psalmen staat namelijk geschreven: Laat zijn woonplaats een woestenij worden en laat niemand daar meer verblijven. En ook: Laat een ander zijn taak overnemen. 21 Daarom moet een van de mannen die steeds bij ons waren toen de Heer Jezus onder ons verkeerde, 22 vanaf de doop door Johannes tot de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, samen met ons getuigen van zijn opstanding.
23 Ze stelden twee kandidaten voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Matthias. 24 Daarna baden ze als volgt: U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die u gekozen hebt 25 om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan. 26 Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.
Dit is Mijn gebod, dat u elkaar liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad.
Dit is Mijn gebod, dat u elkaar liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad.
De liefde is uit God. Hij is liefde. De Here Jezus is volmaakt in de liefde van God gebleven. Hij gebiedt ons elkaar lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad. Onmogelijk, zegt u? Nee, toch niet. Hij geeft ons Zijn Geest, waardoor de liefde van God in onze harten is uitgestort. We mogen de Vader bidden in Jezus' naam of de vrucht van de Geest, liefde, in ons leven zichtbaar wordt. De liefde verandert alles; zij doorbreekt de dikste muren van haat en jaloezie. De liefde wordt zichtbaar in een leven van zelfverloochening en dienst. De Here Jezus noemt ons Zijn vrienden als we doen wat Hij zegt.
9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: 10 je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. 11 Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. 14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. 15 Ik noem jullie geen slaven meer, want een
slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. 16 Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. 17 Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.
Het afscheid van de Here is aanstaande. Hij gaat heen om voor de discipelen plaats te bereiden. Maar de relatie met Hem zal blijven door het gebed. We mogen in Zijn naam bidden met vertrouwen, in geloof. Bidden in de naam van de Here Jezus is meer dan een formule die te pas en te onpas gebruikt wordt. Hij verwacht dat we bidden zoals Hij het zou doen. Anders is het niet in Zijn naam. Het doel van deze gebeden zal moeten zijn: opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt wordt. Als we dicht bij Hem leven en Zijn gezindheid in ons hart woont, zal dat vanzelfsprekend zijn. Dan zullen we ervaren: bidt en u zal gegeven worden.
Daarop zei Filippus: Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet. 9 Jezus zei: Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? 10 Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. 11 Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. 12 Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. 13 En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. 14 Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.
De waarachtige aanbidders zullen de Vader aanbidden in geest en in waarheid.
De waarachtige aanbidders zullen de Vader aanbidden in geest en in waarheid.
De Here Jezus spreekt de Samaritaanse vrouw heel persoonlijk aan op haar zondige leven. Zij tracht nog te vluchten in een theologische discussie. In plaats van te erkennen dat de Here gelijk heeft en dat zij inderdaad een zondares is, stelt zij de vraag naar welke 'kerk' zij zou moeten gaan. Ook tegenwoordig wordt vaak op dezelfde manier op het evangelie gereageerd. Het antwoord van de Here Jezus maakt duidelijk dat die vraag verkeerd is. Aanbidding is niet aan een bepaald godsdienstig genootschap of bepaalde rituele handelingen gebonden. Het gaat er in de eerste plaats om dat wij de Here God met ons hele hart liefhebben en oprecht willen dienen. Alleen dan kunnen wij ware aanbidders zijn.
13 Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, zei Jezus, 14 maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft. 15 Geef mij dat water, heer, zei de vrouw, dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten. 16 Toen zei Jezus tegen haar: Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug. 17 Ik heb geen man, zei de vrouw. U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt, zei Jezus, 18 u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar. 19 Daarop zei de vrouw: Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! 20 Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden. 21 Geloof me, zei Jezus, er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. 23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid. 25 De vrouw zei: Ik weet wel dat de Messias zal komen (dat betekent gezalfde), wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen. 26 Jezus zei tegen haar: Dat ben ik, degene die met u spreekt.
Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is reeds gedaald.
Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is reeds gedaald.
Dat mag ook onze wens zijn nu de nacht die over de wereld gaat komen, zijn schaduwen vooruitwerpt. Ondanks de eeuwenlange verkondiging van het evangelie wordt het in de wereld alleen maar donkerder. Steeds duidelijker blijkt dat men ons als vreemde elementen beschouwt. Wat is het dan fijn te weten dat de Here Jezus bij ons wil blijven. Ook met ons wil Hij meelopen, onderweg tot ons spreken en voor ons de Schriften openen. Wordt ook ons hart daar warm van? Hij wil ons graag zegenen, Zich aan ons bekendmaken en gemeenschap met ons oefenen. Dan voelen we ons gesterkt om ons licht in deze donkere wereld te laten schijnen, en bidden we dat daaruit nog velen tot Zijn wonderbaar licht worden getrokken.
28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. 29 Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde. Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. 30 Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. 31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. 32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot? 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34 die tegen hen zeiden: De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen! 35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
De Here Jezus besluit Zijn toekomstrede met een gelijkenis en een waarschuwing. De gelijkenis laat zien dat we moeten letten op de tekenen der tijden. Als we zien wat er in de wereld om ons heen gebeurt, kan Zijn komst niet meer ver weg zijn. De waarschuwing die hieraan gekoppeld wordt, houdt in dat wij moeten waken en bidden. Waken wil zeggen: de ogen open houden en uitzien naar Zijn komst. Dat zal ons leven reinigen van zondige dingen (zie 1 Joh. 3:3: 3 Jezus zei: Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien. )Bidden is je gevoel van machteloosheid aan God vertellen en Hem vragen dat Hij je bewaart voor de gevaren die in vs. 34 worden genoemd.
29 Hij vertelde hun ook een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. 30 Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is. 31 Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is. 32 Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker niet verdwenen zijn wanneer dit alles gebeurt. 33 Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. 34 Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt, 35 onvoorspelbaar als een val die dichtklapt. Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen. 36 Wees waakzaam en bid onophoudelijk om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen.
37 Overdag gaf hij onderricht in de tempel, maar s avonds vertrok hij om de nacht door te brengen op de Olijfberg. (Lucas:21.29-37
1 Juich niet over de dag van morgen,
je weet niet wat hij brengen zal.
2 Laat een ander je prijzen, doe het niet zelf,
laat het over aan een vreemde, zie er zelf van af.
3 Een steen is zwaar, het zand is een last,
zwaarder dan beide drukt de ergernis over een dwaas.
4 Woede is wreed, razernij is als een stortvloed,
maar wie is tegen jaloezie bestand?
5 Beter dat je openlijk terechtgewezen wordt
dan dat je uit liefde wordt gespaard.
6 Het verwijt van een vriend is oprecht,
de kus van een vijand al te hartelijk.
7 Wie genoeg te eten heeft, veracht de zoetste honing,
voor wie honger heeft, is al het bittere zoet.
8 Een man die wegvlucht van zijn huis
is als een vogel die zijn nest ontvlucht.
9 De geur van balsem en wierook maakt gelukkig,
maar zoeter voor het hart is ware vriendschap.
10 Houd een vriend in ere, ook die van je vader,
ga niet naar je broer als je problemen hebt;
een vriend in de buurt is beter dan een broer ver weg.
11 Mijn zoon, wees wijs, dan geef je mij vreugde,
en heb ik een weerwoord voor wie mij beschimpt.
12 Wie verstandig is, ziet het gevaar en hoedt zich ervoor,
wie onverstandig is, gaat eraan voorbij en wordt gestraft.
Altijd bidden en niet verslappen, dat vraagt volharding. Vandaar het voorbeeld van een weduwe. Ze kan immers niet anders. Niemand is er die voor haar opkomt. Vooral in dien tijd was een weduwe volledig afhankelijk van de goede wil van haar medemensen. Ze gaat door totdat de rechter haar recht verschaft. Bidden totdat het antwoord komt, laat zien dat het ons ernst is. Waarom beleven we zo weinig gebedsverhoringen? Misschien wel omdat we 's middags vergeten zijn wat we 's ochtends gebeden hebben. Here, leer ons bidden!
1 Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: 2 Er was eens een rechter in een stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet liggen. 3 Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander. 4 Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, 5 toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan. 6 Toen zei de Heer: Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. 7 Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen? Of laat hij hen wachten? 8 Ik zeg jullie dat hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?
Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Wie in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Veel gelovigen menen dat 'in Christus geloven' een garantie is voor zegen. Als je gelooft, zul je gezegend worden. Dat is natuurlijk ook zo. Maar de Here Jezus zegt hier juist het omgekeerde. De 'stromen van levend water' zullen niet 'in je binnenste vloeien', maar 'uit je binnenste vloeien'. Het is goed om daar vandaag eens bij stil te staan. Wij, u en ik, mogen iets betekenen voor de mensen om ons heen. We confronteren hen met 'stromen van levend water'. Dat is het gevolg van het feit dat we geloven en de Heilige Geest in ons is komen wonen. God is bezig ons te veranderen naar het beeld van Zijn Zoon, en dat moet de wereld zien.
37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft, zo zegt de Schrift. 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.
40 Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: Dit moet wel de profeet zijn. 41 Anderen beweerden: Het is de Messias, maar er werd ook gezegd: De Messias komt toch niet uit Galilea? 42 De Schrift zegt toch dat de Messias uit het nageslacht van David komt en uit Bethlehem, waar David woonde? 43 Zo ontstond er verdeeldheid in de menigte, 44 en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets.
Of zijn we meestal slechts op het moment zelf aangesproken en gebeurt er verder niets mee ?
Ik heb de indruk (alleszins bij mijzelf) dat met de meeste preken die ik hoor het volgende gebeurt:
'Het zaad dat tussen de distels terechtkwam, is iemand die de boodschap hoort, maar zo in beslag genomen wordt door de zorgen van het dagelijks leven en de valse schittering van de rijkdom, dat de boodschap verstikt wordt en geen vrucht draagt.' (Matth.13:22)
Vaak ben ik aangesproken door een boodschap, maar wat is hier 1 dag later nog van over ?
Ik zou kort na het horen van een boodschap of een Bijbelstudie, een moment van stilte moeten hebben om hierover na te denken, en zo de Geest de gelegenheid te geven mij ergens over aan te spreken.
Misschien moet ik bepaalde concrete stappen nemen, iets veranderen in mijn leven, ........
Heel heel vroeger, toen ik nog student was, zat ik enkele jaren op een Bijbelstudiegroep. Naar aanleiding van elke Bijbelstudie kregen wij de opdracht om na te denken over onszelf en een puike toepassing te maken.
Puike toepassing = een bepaalde Aktie, voornemen met de volgende 3 kenmerken: Praktisch, Uitvoerbaar, Controleerbaar.
Enkele voorbeelden van toepassingen:
-Iedere dag wil ik 1/2 u. Bijbellezen: dit is praktisch, uitvoerbaar en controleerbaar
-Ik wil meer Bijbellezen: dit is te vaag en moeilijk controleerbaar
God heeft ons Zijn Woord gegeven om ons bij te schaven, te veranderen naar het beeld van Jezus Christus (Rom.8:29).
'Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust' (2 Tim.3:16).
Om terug te komen op mijn vraag: zijn preken en Bijbelstudies wel nuttig ?
Ja, mits we het gezaaide Woord toepassen in ons leven en het niet laten wegroven door de vijand !
De God der heerlijkheid doet de donder weerklinken.
De God der heerlijkheid doet de donder weerklinken.
Misschien vindt u dit helemaal geen tekst voor de dag des Heren. Wie kiest er nu een tekst over de donder? Die is gekozen om die prachtige uitdrukking die in precies dezelfde woorden slechts twee keer voorkomt in de Heilige Schrift: 'de God der heerlijkheid'. De andere plaats is Hand. 7:2: 'De God der heerlijkheid is verschenen aan onze vader Abraham.' In onze Psalm zien we de grootheid en heerlijkheid van God in de natuur. Zevenmaal wordt 'de stem des Heren' genoemd in verband met Zijn Woord vol kracht waarmee Hij de hele schepping beheerst. Bewonderend zeggen we: Hoe groot bent U!
1 Een psalm van David.
Erken de HEER, o goden,
erken de HEER, zijn macht en majesteit,
2 erken de HEER, de majesteit van zijn naam,
buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.
3 De stem van de HEER boven de wateren,
de God vol majesteit doet de donder rollen,
de HEER boven de wijde wateren,
4 de stem van de HEER vol kracht,
de stem van de HEER vol glorie.
5 De stem van de HEER splijt ceders,
de HEER splijt de ceders van de Libanon.
6 Opspringen doet hij de Libanon als een kalf
en de Sirjon als het jong van een wilde stier.
7 De stem van de HEER ontbrandt in vurige vlammen,
8 de stem van de HEER brengt de woestijn tot beven,