Op een dag ontmoet Martinus aan de poort van de stad Amiens een bedelaar. De scene is vereeuwigd op een schilderij van Antoon van Dyck. Martinus staat er afgebeeld als een engel Gods. De ruiter, meer barmhartige mens dan hooghartige krijger, is vertederd door het verhaal van de bedelaar. Hij heeft gelezen over Christus en wil in de praktijk brengen wat Jezus preekte. Andere soldaten en voorbijgangers negeren de bedelaar die lijdt in de koude. De soldaat van Tours houdt halt, snijdt met zijn zwaard de mantel in tweeën en geeft de helft aan de bedelaar. Waarom slechts een halve mantel? Omdat in het Romeinse leger de helft van het uniform wordt betaald door het leger zelf.