We hebben geen winter gehad. Nee, écht niet, na de hersft kwam de lente. OK, een beetje nat, dat wel, en veel wind, maar zachte temperaturen.
Marc zat vanmorgen, gewapend met de tablet, te zoeken naar de temperaturen in India:
Amritsar: 20°
Shimla (waar monnik Giel zit): 9°, donderdag 17!
Srinagar: 12°
Bubaneshwar: 34°!!
Laat Bubaneshwar nu de eerste plaats zijn die we zullen aandoen. We zullen het geweten hebben! De zomerbloesjes liggen klaar. Al een geluk dat we geen problemen hebben met hoge temperaturen. Niet dat we fervente zonnebaders zijn, maar een fris glaasje onder een koele boom, daar kunnen we van genieten.
Een paar jaar geleden gingen we in Myanmar fietsen bij temperaturen van tegen de 40°. Gekkenwerk? Misschien wel n beetje, maar ook genieten! Ons stalen ros lieten we iedere 30 minuten rusten. 't Was tenslotte een gehuurde fiets en we moesten hem in goede staat terug brengen. We hadden zo onze stekjes waar we een rustpauze namen: 4 krakemikkige stoelen, 2 scheve tafels en een overbejaarde koelbox moesten reizigers verleiden tot een pitstop.
Wij hadden het meer voor de ontwapenende glimlach van het meisje dat de bediening verzorgde. Een kloeke meid van half de twintig. Haar jonge spruit speelde blootpoeps in het zand: gebruikte rietjes op een rijtje leggen, eerst links, dan weer rechts. Geen Barbiepoppen, evenveel plezier.
In de koelbox lagen frisdrankjes. Hipgekleurde Myamarese limonade, maar ook veel duurdere coca cola en pepsi. De blinkende flesjes lagen tussen dikke pakken ijs. Die had een bezorger net gebracht.
Ze lachte toen ze onze bezwete gezichten zag. "Hot?"
"Yes, yes"
Toeristisch reizen hebben ze pas uitgevonden in Myanmar en met een overweldigend succes! Maar er is nog veel werk aan de winkel: oa te weinig infrastructuur en té weinig mensen die Engels spreken.
Nu hebben wij dat nooit een probleem gevonden. Het meisje en wij communiceerden met handen, en vooral ogen. Lachende ogen, verwonderde ogen, vriendelijke en liefdevol, ontwapenend, zoals de Birmezen zijn.
Ze liet ons nooit gaan zonder steevast dezelfde zin (die ze zéker héél speciaal van buiten geleerde had):
"Tomorow... come again?"
"Yes, yes.. of course!"
We waren er zeker van dat t de volgende dag weer broeierig heet zou zijn. We keken er al naar uit:
onze pitstop in Baghan zullen we nooit vergeten!
|