Goede dag vanwege jp!

Over mijzelf
Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.

Inhoud blog
  • Wandeling te Tiegem 25-06-2024
  • Wandeling te Tielt 23-06-2024
  • Wandeling te Sluis 08-06-2024
  • Wandeling te Moorsele 06-06-2024
  • Wandelweekend Valkenburg 02-06-2024
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • Willy & Brigitta
  • Patty & Freddy
  • 7mijlstappers
  • Jeroen & kristel
  • Didier reynaert
  • Wandelsport Vlaanderen
  • Freddy Lesage
  • Dshoot
  • Mario Carton





  • Foto
    Mijn_wandelavonturen
    wandlnieuws
    14-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland Dag8 14-08-2023

    Dag 8: Reykjavik - Keflavik - Zaventem - Moorslede

    We nemen vandaag afscheid van het prachtige IJsland. Omstreeks 4u30’ vertrekken we uit ons hotel voor een transfer naar de luchthaven. Rond 7u40’ stegen we op richting Zaventem. By By IJsland. Het was een hele mooie reis, iets om nooit meer te vergeten. Het was een droom die werkelijkheid geworden is.

    14-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland Dag7 13-08-2023

    Dag 7: Vik - Reykjavik

     

    Na een half uurtje rijden komen we bij de Skógafoss. Alleen de wandeling langs de rivier naar deze machtige waterval is al een ongelooflijke ervaring: de vlakte lijkt te verdwijnen in wolken spatwater en een overdonderend geraas. Je kon ook de trap naar de top beklimmen voor nog meer cascades en uitzicht over de Zuid-IJslandse kust. De Skógafoss is een van de grootste watervallen van het land, met een breedte van 25 meter (82 voet) en een verval van 60 meter (200 voet). Vanwege de hoeveelheid water die de waterval voortdurend produceert, is op zonnige dagen normaal gesproken een enkele of dubbele regenboogzichtbaar. Bezoekers kunnen doorweekt raken als ze te dicht bij de waterval komen, wederom als gevolg van het opspattende water. Het Skógar Museum ligt op 1 minuut van de Skógar - waterval, vlakbij de ringweg, 30 km ten westen van Vik en 150 km ten oosten van Reykjavik. Het Skógar Museum in Zuid-IJsland is een collectie cultureel erfgoed van 18.000 regionale volkskunstvoorwerpen tentoongesteld in 3 musea en 6 historische gebouwen. Het Volksmuseum omvat landbouw- en visserijwerktuigen, boten en maritieme uitrusting, textiel en kostuums, muziekinstrumenten, zeldzame boeken en manuscripten, natuurlijke historie en fascinerende IJslandse curiosa. Het Openluchtmuseum omvat een traditionele turfboerderij, een 19e-eeuwse boerderij met puntgevel, een huis gemaakt van scheepswrakhout, een multi confessionele kerk samengesteld uit 16 regionale kerken, en natuurlijk een miniatuur turfhuis voor elfen.                                                                                      

    We reden nog een eindje verder om de volgende waterval te bezichtigen, de Seljalandsfoss waterval. Seljalandsfoss wordt gevoed door het smeltwater van de Eyjafjallajökull. Hij is smal en niet erg hoog, maar hij stort met verbazende kracht in een veld aan de zuidkust. Het pad achter het watergordijn langs levert u een mooi nat pak op. Vlakbij zijn nog enkele kleinere watervallen. Na deze mooie rondreis konden we, tijdens deze laatste dag, genieten van een bezoek aan de “Secret Lagoon” en er is misschien nog wat vrije tijd om nog een laatste keer van de hoofdstad te genieten.                        Overnachten gebeurd, zoals de eerste dag, in Fosshotel Lind Reykjavik.













    De Skógafoss is een 60 meter hoge en 25 meter brede waterval in het zuiden van IJsland niet ver van het plaatsje Skógar. De Skógá rivier stroomt daar nu over de rand van een klif van de voormalige kustlijn van IJsland. Nadat de kustlijn zich door het omhoogrijzen van IJsland na de laatste ijstijd teruggetrokken had (die ligt nu op een afstand van ongeveer 5 km), bleven de kliffen achter en vormen nu over vele kilometers samen met de er achter liggende bergen de begrenzing tussen het laagland en de hooglanden. Het verhaal gaat dat Þrasi Þórólfsson, een van de kolonisten van IJsland, een kist met goud achter de waterval verborgen heeft. Ongeveer 1 kilometer naar het oosten valt de kleinere Kvernufoss waterval in een kloof naar beneden. Deze waterval is via een schapenpaadje te bereiken. Aan de oostzijde van de waterval gaat een pad omhoog stroomopwaarts langs de rivier. Dat pad is het begin (of eind) van de wandelroute die via de bergpas Fimmvörðuháls tussen de gletsjers Eyjafjallajökull en Mýrdalsjökull naar Þórsmörk voert. Vandaar gaat het verder via de zogenaamde Laugarvegur (warme bronnenweg) naar Landmannalaugar. De Skógafoss waterval is uniek aangezien deze direct door twee gletsjers wordt gevoed: de Eyjafjallajokull en Myrdalsjokull. De toch wel flinke klim van 370 treden naar de top van de waterval beloont je wel met een schitterend uitzicht langs de IJslandse zuidkust. Deze trap is tevens het vertrekpunt van de populaire wandelroute Fimmvorduhals Pass. De waterval stort zich over een indrukwekkende breedte van 25 meter zo’n 60 meter de diepte in. Deze lange, zware sluier van water geeft een donderend geluid en hult de wijde omgeving in een dichte spray en gebroken licht, waardoor je bij zonneschijn soms zelfs een dubbele regenboog kunt waarnemen.









    Nog even op de foto









    Hier ben je nooit uitgekeken op het landschap, je kan er uren blijven naar kijken.








    Hier een paraponte aan het werk. Daarna gaan we naar het  Skogar museum.

    Het museum bestaat uit twee grote panden en op het buitenterrein zijn enkele typisch IJslandse woningen te zien. De ene grote hal huisvest het volksmuseum en de andere het transportmuseum. In het volksmuseum vind je zo’n 6000 attributen, waaronder archeologische vondsten, maar ook lokale klederdracht, en gebruiksvoorwerpen uit het verleden. De absolute topper uit de museumcollectie is de volledig getuigde houten vissersboot Pétursey. Deze boot is meer dan 150 jaar oud en deed dienst tot halverwege vorige eeuw. Met dit soort zeilboten was het eenvoudig te landen op de zwarte stranden van de zuidkust, aangezien hier nauwelijks natuurlijke havens zijn.


    Het museum heeft verschillende zalen  over verschillende gebouwen, waarin het leven in Ijsland aan de hand van enkele thema’s wordt geschetst en presenteert vervolgens verschillende kleine lage huizen met turfdaken, zoals die tot in de 19°eeuw werden gebouwd.




























    Hier binnen kregen we uitleg over de verschillende attributen































    Na het bezoek gaan we verder naar de adembenemende Seljalandsfoss waterval.


    De Seljalandsfoss waterval zie je al vanaf de Zuidelijke Ringweg liggen. Deze opvallende waterval is dan ook erg populair om te bezoeken, zeker omdat je er

    achterlangs kunt doorlopen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat er naast de toeristen die een individuele rondreis doen, ook bussen met toeristen deze plek aandoen. Hoewel de Seljalandfoss niet bijzonder hoog of krachtig is, is deze waterval vooral populair omdat deze letterlijk vanuit 360 graden te fotograferen is. Bovendien is de waterval bijzonder goed bereikbaar over verharde wegen tot bijna aan de voet van de waterval. De Seljalandsfoss is IJslands enige waterval die ’s nachts verlicht is. Vanaf de Seljalandsfoss kun je bij in de verte de Westman-eilanden zien.

    Aangezien het mogelijk is om achter de waterval langs te lopen, is een regenjas aan te raden, want anders word je echt kletsnat. Het is geweldig om langs de Seljalandsfoss waterval te wandelen, vooral op een zonnige dag wanneer men een regenboog kan zien door de mist die van de waterval afkomt. In de winter is het pad achter de waterval gesloten, aangezien het dan meestal te glad en gevaarlijk is om daar te lopen. Het smeltwater dat deze waterval voedt is afkomstig van de gletsjer op de Eyjafjallajökull vulkaan, die in 2010 nog voor een chaos in het luchtverkeer zorgde door een uitbarsting. De ijskap bedekt een relatief klein oppervlak op de vulkaan van ongeveer 100 vierkante kilometer.








    Bewust geen mensen van onze groep op de blog geplaatst.

    Na deze mooie rondreis kunnen we tijdens deze laatste dag genieten van een bezoek aan de geheime lagune.

    De Secret Lagoon, lokaal bekend als Gamla Laugin, is het oudste zwembad van IJsland. Het werd gemaakt in 1891 in Hverahólmi, een geothermisch gebied in de buurt van Flúðir. Wat onze plek speciaal maakt, zijn de rijke natuurlijke bronnen van warm water afkomstig van warmwaterbronnen. Vaðmálahver, Básahver of Litli Geysir (actieve geiser die om de paar minuten spuit en pronkt voor de gasten), zorgen voor 100% van de watervoorziening in de lagune. Het zwembadwater stroomt continu en

    het duurt slechts 24 uur om het volledig te vervangen. Warm, schoon, rijk aan zwavel, blijft het hele jaar door op 38-40 graden Celsius. Deze warmwaterbron is lang niet meer zo geheim als de naam doet vermoeden, maar de Secret Lagoon (Gamla Laugin) in het zuidwesten van IJsland is nog steeds een heerlijke plek om in de buitenlucht ontspannend te badderen. Het hele jaar door kun je terecht in dit geothermische ‘openluchtzwembad’, met een heerlijke watertemperatuur van 38 °C tot 40 °C.

    In dit bloedhete water kun je dus niet echt zwemmen, maar deze natuurlijke hotspring is perfect om sloom te genieten van het wonderlijke IJslandse rotslandschap om je heen. De Secret Lagoon is een klein vulkanisch meertje waar de laaghangende bewolking en de stoomdampen voor een mysterieuze sfeer zorgen. In de omgeving hoor je het gesis en geborrel van geothermische activiteiten en elke 5 minuten spuit in de verte de kleine geiser Litla Geysir omhoog. Vanaf wandelpaden kun je de bemoste lavavelden en kokende bronnen beter bekijken.



    Na ons avondmaal hebben we nog wat gewandeld in Reyjavik.

    Höfði (De kop of de kaap), sinds 1986 ook bekend als het Reagan-Gorbatsjov-huis, is een witgeschilderde houten villa in Reykjavík, de hoofdstad van IJsland. Het huis ligt aan de Félagstún tussen de Sæbraut (zeeboulevard) en Borgartún. Op een tiental meters ten noorden van het huis ligt de Kollafjörður tegen de achtergrond van de tafelberg Esja.

    Blijkens een herinneringsplaquette op het gebouw was dit de plek waar op 26 juni 1905 de eerste draadloze communicatie plaatsvond tussen IJsland en de buitenwereld door de ontvangst van een telegram uit Poldhu Wireless Station in Cornwall. Op instigatie van de latere bewoner Einar Benediktsson werden de proeven op deze plek door Marconi's Wireless Telegraph Company voortgezet totdat in oktober 1906 een staatsmonopolie op telecommunicatie van kracht werd. Het huis zelf moest toen nog gebouwd worden.






















    Na deze wandeling gingen we terug naar ons hotel, zal een korte nacht worden, want we vertrokken om 4u30 in de morgen naar het vliegveld om tijdig onze vlucht te nemen.

    13-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland dag6 12-08-2023

    Dag 6: Jökulsarlon Glacier

    Vandaag rijden we naar het zuiden van het IJsland. Onze eerste halte was aan een haventje in Djúpivogur. Djúpivogur is een vissersplaatsje en de oudste handelsplaats, dat ligt tussen de Berufjörður en de Hamarsfjörður, in de Oost fjorden. Er staan oude gebouwen bij de haven die dateren uit de tijd dat de Denen hier de handel beheersten van 1788 tot 1920. Langabúð is het oudste gebouw dat dateert uit 1790. Wat verderop stopte onze bus om ons de kans te geven een kiekje te nemen van het zwarte strand. Vandaar ging het verder tot in het dorp Höfn. We ontdekken de Vatnajokull gletsjer en in het bijzonder de indrukwekkende site van Jökulsarlon - de lagune van de Vatnajokull gletsjer. Nationaal Park Vatnajökull, een Unesco- werelderfgoed, beslaat zo’n 14700 km², 14 % van de oppervlakte van IJsland, en omvat de ijskap Vatnajökull en enkele losse gebieden aan de rand ervan. Met een amfibieboot (jaki) maken we een cruise op de Jökulsarlon lagune te midden van de blauwe ijsbergen van de Vatnajokull gletsjer, één van de grootste gletsjers in Europa. We hebben ook een zeehond gespot.                                                                                                                           

    Na het middagmaal vertrekken we naar het Nationaal Park Skaftafell, één van de mooiste gebieden van het land. Hier bevind zich de Svartifoss waterval, beroemd om zijn prachtige orgelvormige basalt formaties. Wij verkozen de wandeling tot aan de voet van de gletsjers. We rijden nadien verder naar ’s werelds grootste lavagebied, Eldraun. We hielden nog eens halt in Vik, de wol hoofdstad van IJsland, en beroemd om zijn sublieme zwarte zandstrand. We kregen nog eens de kans om in een mooi winkelcentrum wat souvenirs, wollen sokken of truien te kopen. Vandaar rijden we verder in zuidelijke richting om te stoppen bij de sublieme zwarte zandstranden van Reynisfjara. De sneakergolven maken het strand van Reynisfjara tot een van de gevaarlijkste bestemmingen in IJsland. De zuidkust van IJsland ligt langs de open zee van de Noord-Atlantische oceaan die krachtige golven naar de kust brengt. De hoogste golven die daar (en waar ook ter wereld) worden gemeten, stijgen tot 40 meter, vergelijkbaar met een gebouw van tien verdiepingen.

    Sneakergolven (ook bekend als sleeper-, king- of rouge-golven) zijn enorme kustgolven die plotseling kunnen verschijnen in een reeks kleinere golven. De sneakergolven zijn veel groter dan die ertussenin en reiken veel verder. De tijd tussen de gigantische golven kan variëren, soms komt de een direct na de ander, of kunnen er tientallen kleinere golven tussen zitten. De golven kunnen heel snel stijgen vlak voordat ze de kust raken. Dit gebeurt omdat de oceaanbodem zich snel verdiept buiten de kust. Bovendien zijn de oceaanstromingen zeer krachtig en vergroten ze het gevaar.

    Andere gevaren in Reynisfjara zijn het vallen van rotsen en aardverschuivingen. De kliffen boven het oostelijke deel van het Reynisfjara-strand zijn steil en onstabiel, dus steenslag komt vaak voor. Daar kon Jean-Pierre een papegaaiduiker spotten op een nest in de rotsen. Voor onze overnachting reden we naar Hotel Dyrhölaey in Brekkur.










    Nog eventjes wat landschappen fotgraferen.






    We ontdekken de Vatnajokull gletsjer en in het bijzonder de indrukwekkende site van Jökulsarlon – de lagune van de Vatnajokull gletsjer. 

      Jökulsárlón is het bekendste en grootste gletsjermeer in IJsland. Het ligt ten zuiden van de Vatnajökullgletsjer tussen het nationale park Skaftafell en het stadje Höfn. Het gletsjermeer is vrij nieuw, aangezien het pas in de jaren 1934-1935 ontstond. Het meer groeide echter snel van 7,9 km² in 1975 tot minstens 23 km² hedendaags door het smelten van de gletsjers. Met een diepte van ongeveer 250 meter is Jökulsárlón momenteel[(sinds) wanneer?] het diepste meer van het land. Het meer is door de altijd ronddrijvende ijsbergen met fraaie ijsformaties populair bij toeristen. Er is een informatiecentrum en er zijn boottochten met onder andere een amfibievoertuig mogelijk op het meer. Het gletsjermeer Jökulsárlón ligt vlak bij de Atlantische Oceaan en is daar met een zeer smalle strook land van gescheiden. Deze landstrook wordt door

    een rivier, die het smeltwater afvoert, doorsneden. Door de toenemende groei van het meer wordt gevreesd dat het meer ooit een diepe baai kan worden die van aan de gletsjertong rechtstreeks in de oceaan uitmondt. Er zijn echter plannen om dit te verhinderen, aangezien deze landengte de enige plaats is waar de Hringvegur een vlotte verbinding garandeert tussen het westen van het land en de streek rond Höfn





    Daarna gaan we varen met een amfibiboot op de Jökulsarlon lagune tussen de ijsschotsen.













    Hier zijn we nog aan wal





    Bij een terreinwagen

    Infobord betreft de lagune













    Hier is onze amfibiboot.

    Pakje aandoen tegen de kou

    En nu zoeken of we nog wat robben kunnen spotten. We zullen geen ijsberen zien, die leven niet op Ijsland.










    Prachtig







    Hier heb ik een de kop van een zeehond kunnen nemen.

    En deze kon ik niet missen.



    Wat uitleg tijdens de rondvaart (alles was in het Engels)

    Na de rondvaart nog een bezoek brengen aan de zwarte stranden.







    Zicht op de gletsjer








    Hier leven er papegaaiduikers. Sluwe vogels die zich moeilijk laten fotograferen. Hopelijk kan ik er een vastleggen.

    Eventjes een fotootje van ons beiden.



    Ook hier staat er een kerkje.





    Basaltformties






    Gevaarlijke golven
    Op deze rotsen zitten de papegaaiduikers en komen regelmatig opvliegen naar de rotsen op het vasteland.




    Mooi poseren






    Hier op het nest zit er een papegaaiduiker

    De papegaaiduiker stond op mijn lijstje om er een te proberen op een foto vast teleggen.Hierbij had ik heel veel geluk, het zijn schuwe vogels en moeilijk te fotograferen. Mijn dag kon niet meer stuk.

    12-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland dag5 11-08-2023

    Dag 5: Myvatn - Egilstadir - Oostelijke fjorden regio

    Om 8u35’ vertrokken we alweer voor een dag vol verrassingen. We hielden een eerste keer halt bij de pseudokraters van Myvatn. De naam van het Muggenmeer doet het ergste vrezen, maar het is een vredig meer ten oosten van Akureyri, waar ’s zomers zwermen vogels op afkomen. Het omringende landschap is niet zo rustig, want Myvatn ligt te midden van een spectaculaire combinatie van uitgedoofde askegels en verwrongen lavaformaties, warme baden, kokende modderpoelen en sissende vulkaankraters. De pseudokraters zien eruit als minivulkaantjes. Ze ontstonden uit stoomblaren in de hete lava toen deze over moeras stroomde. Er zijn veel pseudokraters rond Myvatn, maar de mooiste, bedekt met groene wandelpaden, zijn die in Skútustaðir, die we dan ook een bezoekje brachten.                                                                                                                                 Na ons ochtendwandelingetje reden we tot Dimmuborgir.Dimmuborgir is een natuurreservaat op Noord-IJsland. Het gebied kenmerkt zich door zeer grillige en grote rotsformaties die bestaan uit vulkanisch gesteente dat ontstond bij vulkanische uitbarstingen van ongeveer 3000 jaar geleden. Het afgekoelde lava lag waarschijnlijk op een zachte onderlaag, en toen die eenmaal was weggespoeld stortte het lava dak in.                                                                                                                                               De naam samengesteld uit twee IJslandse woorden:

    • Dimmur → grimmig/donker
    • Borg → fort/kasteel/stad.

    Het is duidelijk waarom dit gebied deze naam draagt: de rotsformaties hebben veel weg van een oud, vervallen en grimmig kasteel. De IJslandse overheid verplicht toeristen op de paden te blijven, omdat ze gemakkelijk de tere natuur kunnen beschadigen. Bovendien is het niet moeilijk om in het reservaat te verdwalen.                                                            We zetten onze trip verder tot aan de geothermische centralevan Krafla, die in 1977 de eerste grootschalige geothermische centrale was die groene energie gebruikte. Ten noordoosten van Myvatn ligt de Krafla, die het laatst actief was rond 1725. Toen verwoestte de lava bijna de kerk van Reykjahlíð. Víti, de ondergelopen krater is helderblauw. Nu was het tijd om de magen te vullen.                       Na ons middagmaal reden we naar Hverir. Tussen 1975 en 1984 deden aardbevingen een lange vulkanische spleet ontstaan bij Leirhnjúkur, ten westen van de vulkaan Krafla, een verschijnsel dat de Vuren van Krafla werd genoemd. Lava stroomde over de vlakte en liet een veld van nog altijd rokende formaties achter die we te voet konden verkennen. We hielden onderweg nog een tussenstop in het Fjallakaffi. Dit ‘café in de bergen’ hoort bij hoogstgelegen boerderij in IJsland. Daar serveren ze traditionele kost, zoals kjötsupa (lamssoep), slaturterta (lamsquiche) en kleina (een Ijslandse donut). Aan dit laatste kon ik niet weerstaan en proefde deze lekkernij. We reisden verder via de uitgestrekte vlaktes van het Mödrudalsöraefi woestijnplateau met maanlandschappen naar de oostelijke fjorden. Overnachtingsplaats was dit keer Hotel Breiðdalsvík.Hotel Breiðdalsvík werd geopend in 1983 en wordt omgeven door majestueuze bergen en zwart zand. Het hotel is een vredige oase in de rauwe schoonheid van Breiðdalsvík in de Austfjörður. Het hotel heeft 37 goed uitgeruste kamers, evenals een gezellige lounge met open haard en een bibliotheek, een Finse sauna en een restaurant. Het restaurant biedt authentieke IJslandse gerechten, bereid met verse ingrediënten uit de omgeving van het hotel.




    Nog een uitzicht vanaf ons hotel

    Hier brachten we de nacht door, in de middle of no ware



    We verlaten het muggengebied en rijden naar Dimmuborgir













    Aangekomen in Dimmuborgir(duistere burchten)

    We verkennen de vele natuurwonderen van de regio zoals de beroemde lavaformaties van Dimmuborgir,(het donkere kasteel) met zijn mystieke vulkanische grotten. Het is duidelijk waarom dit gebied deze naam draagt: de rotsformaties hebben veel weg van een oud, vervallen en grimmig kasteel. De IJslandse overheid verplicht toeristen op de paden te blijven, omdat ze gemakkelijk de tere natuur kunnen beschadigen. Bovendien is het niet moeilijk om in het reservaat te verdwalen.







    Heel indrukwekkend











    Efkes hallo zeggen







    Na deze rotsformaties gingen we verder richting Krafla.

    Het gebied rondom de Krafla-vulkaan is een vulkanisch gebied, met lava en kraters, dat o.a. in de jaren tachtig nog actief was. Overal komt stoom uit de grond en ruikt het naar zwavel. Rondom de geothermische Krafla-centrale ziet het landschap er futuristisch uit. Overal lijken de buizen kris kras door het landschap te lopen. Sinds 1977 wordt er in dit gebied door elektriciteitscentrale geothermische energie opgewekt uit stoom. De stoom wordt door de buizen geperst en Mývatn en Reykjahlid worden o.a. voorzien van duurzaam stroom door deze centrale.















    Na het verlaten van deze site gaan we wat eten om daarna naar de lavavelden te gaan.


    Het hotel waar we s'middags wat aten.






    Zicht op het hotel waar we aten in de middag

    Aangekomen aan de lavavelden.





    Zwavelhoudende modderbronnen

    Net maanlandschappen















    je kan het je niet voorstellen als je er niet bent geweest.





    Echt PRACHTIG!!!

    Ongeveer 6 km ten zuiden van het Krafla gebied ligt (vlak bij de bergpas Námaskarð) Hverir. Het pastelkleurige gebied is een van de grootste solfatarenvelden van IJsland. Het ligt daar bezaaid met stoompluimen, solfataren, fumarolen en kokende modderpotten.









    Na de lavavelden was er nog een verrassing voor ons. De gidse toverde nog een soort Bokrijk te voorschijn.

    Een mooi kerkje

    Wat oude huisjes uit de vervlogen jaren











    Hier kon men wat drinken











    Wat oude machines





    Woeste landschappen

    Kaart van Ijsland.

    Na ons avondmaal nog een klein toertje gemaakt rond het haventje.












    Wederom een hele mooie en vermoeide dag.

    11-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland dag4 10-08-2023

    Dag 4: Akureyri -Myvatn

    Onze dag speelt zich hoofdzakelijk af in het noorden van IJsland. We hielden een eerste halte om een kiekje te nemen van een prachtig uitzicht. We zijn de dag mistig begonnen maar na het optrekken van de nevel verscheen het zonnetje alweer. Het beloofde alweer een mooie dag te worden. De rit verliep verder naar Sauðárkrókur. Vandaar reden we verder langs de kust, richting Siglufjörður. Tussendoor hielden we even halt, tussen 2 tunnels door, om nog wat foto’s te nemen.         Siglufjörður is gelegen in het schiereiland Tröllaskagi en daar bevind zich een vissershaven op de bodem van een diepe fjord. Ongeveer 1200 inwoners leven hier het hele jaar door, in dit zeer mooie dorp met kleurrijke gevels en een levendige haven. Vanuit Dalvík maakten we een boottocht om de kans te hebben bultruggen of dwergvinvissen te spotten.                  Na anderhalf uur varen reden we verder langs het fjord en stopten om het mooie uitzicht op Akureyri te zien. Akureyri, de grootste stad van IJsland na Reykjavik, met meer dan 19000 inwoners, is een rustige plaats met een haven, winkels, cafés en restaurants. Boven alles uit torent de pittoreske Akureyrarkirkja met glas - in - loodramen en moderne afbeeldingen van beroemde IJslanders. Na de fotostop reden we verder naar Goðafoss, “De waterval van de Goden”. Overnachten gebeurde in Hotel Rauðaskriða te Husavik. Hótel Rauðaskriða is een door een familie gerund hotel, gelegen aan weg 85 tussen Húsavik en Akureyri. Het is een boerderij gelegen op het platteland, uitgebaat door een gezin met 3 kinderen. Ook de 2 katten, Grima en Krummie, het konijn Lulli Van Beethoven en een paard maken deel uit van de boerderij. Wij sliepen in een soort blokhut.




    Het eerste fotostopje van de dag begon met wat mist





    Aangekomen aan het vissershaventje Siglufjördur

    Siglufjörður is een kleine vissersstad met 1.190 inwoners (2013) aan een smal fjord met dezelfde naam in de gemeente Fjallabyggð aan de noordkust van IJsland. Van 1900 tot 1970 was Siglufjörður de haring-hoofdstad van het Noord-Atlantisch gebied toen dagelijks honderden vissersboten het kleine fjord invoeren om hun gevangen waar aan land te brengen. In hoogtijdagen waren er wel 10.000 man in de haringverwerkingindustrie bezig, veel meer mensen dan er in het plaatsje zelf woonden. In het Síldarminjasafnið, een rood houten gebouw aan de kade, is het tegenwoordige haringmuseum gevestigd waar met beeld en geluidsmateriaal de herinneringen aan de haringvangst worden bewaard.

    Eventjes wat tijd om enkele mooie foto's te nemen.







































    De marie Louise







    Hier een tweede stop tussen de tunnels, hier waren er enkele muggen aanwezig.










    Daarna reden we verder richting Dalvik, van daaruit maken we een boottocht om bultuggen en dwergvinvissen te spotten.


    Aangekomen in Dalvik en ons pak gaan passen om mee te varen op zee



    Op weg naar onze boot



    Richting zee

    Een deel van onze groep.



    Een eerste staart in de verte. Hopelijk kan ik eentje maken van dichterbij.



    Hebbes

    Een bultrug

    Nog een staart

    Het kon niet op, hier waren aan het begin van de oceaan, de golven waren wat ruwer en sommige kwamen onwel.





    Op de terugweg werden we getrakteerd met een warme chocolademelk en een stuk cake.

    De groepsfoto

    Nog een, nu met de gidse erbij.




    Zicht vanuit Akureyi





    Na deze ging het richting Godafoss, de waterval van de Goden.




    De Goðafoss is een van de grotere watervallen van IJsland. Hij is gesitueerd in het district Mývatn in Noord-IJsland aan het begin (of eind) van de Sprengisandur-route, die dwars door het binnenland voert. Het water van de rivier de Skjálfandafljót valt over een breedte van 30 meter 12 meter naar beneden, en de Goðafoss wordt door rotsen in een paar stukken verdeeld. Een aantal kilometer stroomopwaarts ligt de Aldeyjarfoss. In het jaar 1000 werd door de Alding besloten om het christendom als nationale godsdienst te erkennen (althans buitenshuis; binnenskamers mocht men nog de oude goden aanbidden). De bedenker van deze constructie, de wetspreker Thorgeir Thorkelsson, die op weg naar zijn huis bij Ljósavatn langs de Goðafoss kwam, gooide als blijk van zijn bekering zijn heidense afgodsbeelden in deze waterval. Vandaar de naam Godenwaterval. Een van de gebrandschilderde ramen in de markante kerk van Akureyri herinnert aan dit verhaal.







    Prachtig om er te wandelen, men komt ogen tekort om alles te zien.





    Zie ons glunderen.






















    Na het bezoek aan de Godafoss waterval was het nog een heel eind rijden tot aan ons hotel. Terug een prachtige dag gehad.

    10-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland dag3 09-08-2023

    Dag 3: Regio Skagafjordur

    Bij goed weer vertrokken we naar Deildartunguhver om de warm- water geisers te bezichtigen. Daarna reden we met de bus verder tot bij de prachtige watervallen van Hraunfossar (lavawaterval) en Barnafossar (kinderwaterval). Bij Hraunfossar spat het blauwe water van onder een met weelderig mos begroeide lavabank en stort in de rivier, terwijl Barnafoss in een woeste reeks stroomversnellingen door een kloof net stroomopwaarts raast.                                                We bezochten ook  Reykholt, de stad van de beroemde middeleeuwse historicus en schrijver Snorri Sturluson.                Na dit bezoek reden we verder, helemaal te lande, om ons middagmaal te nemen in Laugarbakki.                                      In de namiddag hielden we halt bij een kloof om nadien door te rijden naar een afgelegen boerderijtje (Listakot Doru) bij Vatnsdalsholar. Daar stelde een vrouw haar kunst tentoon. We trekken verder noordwaarts via de hoogvlakte van Holtavorduheidi, een desolaat landschap van eindeloze heidevelden, in de provincie Skagafjordur, één van de welvarendste streken van het land dankzij de landbouw en de paardenfokkerij. We hielden ook nog halt bij een afgelegen kerkje, Pingeyrakirkja. Deze prachtige natuurstenen kerk in Noord-IJsland staat  vlak bij de vergaderplaats van de Vikingen en de vermeende locatie van het eerste klooster van het land. Het middeleeuwse albasten altaar van deze kerk komt uit Engeland. Het plafond is blauw geverfd en bezaaid met honderden gouden sterren die een overweldigend effect geven.Overnachten deden we in Mikligardur hotel in Sauðárkrókur. Een studenten accommodatie die in de maanden juni tot en met augustus dienst doet als hotel voor toeristen.




    Zicht vanuit ons hotel



    Deildartunguhver is de hoogst stromende warmwaterbron van Europa en staat alom bekend om zijn snelle stroomsnelheid van 180 liter (380 pinten) per seconde. 






    Reykholtsdalur is een van de populairste plekken van IJsland om warmwaterbronnen te zien, samen met het geothermische gebied Geysir, de Hooglandenhet schiereiland Reykjanesde Reykjadalur-vallei en de Námaskarð-pas. Hoewel elk van deze gebieden zijn aantrekkingskracht heeft, stijgt het water op geen enkele andere met zo'n felheid.

    Het water bij de warmwaterbron Deildartunguhver komt tevoorschijn bij een constante 97 graden Celsius (207 graden Fahrenheit), waardoor het ongelooflijk gevaarlijk is voor degenen die zich te dichtbij wagen. Gelukkig zijn er een aantal houten loopbruggen en observatiepunten die je rond de warmwaterbronnen leiden zonder je in gevaar te brengen.

    Vanwege de enorme energie die onder Deildartunguhver borrelt, wordt veel van het water gebruikt voor het verwarmen van IJslandse huizen. Eén pijp reist 34 kilometer (21 mijl) naar Borgarnes, terwijl een andere 64 kilometer (40 mijl) naar Akranes reistDit betekent dat als je een douche of bad hebt genomen binnen een straal van 64 kilometer van Deildartunguhver, je het water van de warmwaterbron hebt aangeraakt. Al het IJslandse warme water komt uit warmwaterbronnen zoals deze, behalve in sommige delen van de Westfjorden die nu geologisch veel ouder zijn dan de rest van het land, en dus minder actief. Dit is een fantastisch voorbeeld van hoe IJslanders efficiënt omgaan met de geleverde geothermische energie en is een van de belangrijkste redenen waarom IJsland zo'n uitstekende reputatie heeft voor groene energie.












    De Hraunfossar (lavawatervallen) aan de Hvítá (Witte rivier) in het westen van IJsland is een heel bijzondere reeks van watervallen. Over een afstand van meer dan 900 meter lijken vele waterstroompjes vanuit het lava van het lavaveld Hallmundarhraun in de rivier te stromen. Dit lavaveld ontstond door een uitbarsting van een vulkaan die nu onder de Langjökull gletsjer ligt. Omdat dit lava poreus en water doorlaatbaar is, en op een harde en waterdichte ondergrond ligt, stroomt smeltwater en regenwater tussen het lava en de harde ondergrond naar beneden totdat het bij de Hvítá als het ware uit de muur komt. Een zeer bijzonder gezicht.      




















    Mooi zicht

    Reykholt is een plaatsje in de gemeente Bláskógabyggð in het district Árnessýsla in het zuiden van IJsland. Reykholt (Rookhelling) ligt in een geothermaal gebied en er komen door aardwarmte verwarmde kassen voor. Ook ligt er in dit plaatsje de Reykholtshver, een geiser die met enige regelmaat een waterkolom omhoog spuit. Deze geiser is met eenbetonnen bak afgedekt en het warme water wordt voor de kassenteelt gebruikt. In 2013 woonden er in Reykholt ongeveer 185 mensen. Verder heeft Reykholt een lagere school en wat kleine bedrijven.










    Snorri Sturluson 1179 - 22 september 1241) was een IJslands historicus, dichter en politicus.  Hij werd tweemaal verkozen tot wetspreker van het IJslandse parlement, de Althing. Algemeen wordt aangenomen dat hij delen van de Proza Edda heeft geschreven of samengesteld, wat een belangrijke bron is voor wat tegenwoordig bekend staat als de Noorse mythologie, en Heimskringla, een geschiedenis van de Noorse koningen die begint met legendarisch materiaal in de Ynglinga-saga en doorgaat naar de vroegmiddeleeuwse Scandinavische geschiedenis. Om stilistische en methodologische redenen wordt Snorri vaak beschouwd als de auteur van Egils saga. Hij werd in 1241 vermoord door mannen die beweerden agenten van de koning van Noorwegen te zijn.  
























    Na het bezoek aan Reykholt gingen we wat eten in Laugarbakki.


    We reden verder na het middagmaal


    De Skagafjörður is een fjord in het noorden van IJsland, gelegen tussen de schiereilanden Tröllaskagi (oost) en Skagi (west). Aan de Skagafjörður ligt de gelijknamige gemeente Skagafjörður, waartoe het stadje Sauðárkrókur en het dorp Hofsós behoren en waar de visserij de belangrijkste economische sector is. Er bevinden zich drie eilandjes in de fjord: Málmey, Drangey en Lundey. Skagafjörður (IJslands: Sveitarfélagið Skagafjörður) is een gemeente in het noorden van IJsland in de regio Norðurland vestra. Het heeft 4.010 inwoners (in 2013) en een oppervlakte van 4180 km². De gemeente ontstond op 6 juni 1998 door het samenvoegen van de stad Sauðárkrókur met tien andere gemeentes. De grootste plaatsen in de gemeente zijn Sauðárkrókur met 2.575 inwoners, Hofsós met 171 inwoners, Varmahlíð met 128 inwoners en Hólar met 78 inwoners (in 2013).







    Prachtig uitzicht





    Je kan er uren doorbrengen zonder dat het verveelt









    Prachtige vergezichten

    Dorre landschappen








    Rustig diertje



    Zalig, zo'n rustig bestaan.







    We hielden ook nog halt bij een afgelegen kerkje, Pingeyrakirkja.



















    Het was terug een fantastische dag. De natuur is hier toch op zijn mooist.

    09-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    08-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland dag2 08-08-2023

    Dag 2: Golden Circle

    Vandaag op het programma stond een bezoek aan de hoofdstad Reykjavik. Een eerste halte hielden we aan de haven. Het monument, de Sun Voyager, sprong meteen in het oog alsook de Harpa concert hall en conference center. De bus bracht ons naar het centrum van de stad waar we nog een korte wandeling maakten en de gids Kari ons de belangrijkste gebouwen en plaatsjes toonde. We kwamen zo nog eens in de Laugavegur straat, voorbij het stadhuis en het parlement. De bus pikte ons terug op en we reden even ten zuiden van het centrum. Daar vindt men de beboste heuvel Oskjuhlid. Op de top van die heuvel staat Perlan (de parel), een koepel van spiegelglas. Dit prachtige gebouw, gemaakt van 6 ronde waterreservoirs, heeft vanaf het observatieplatform een geweldig uitzicht. Binnen bied de expositie Wonders of Iceland met interactieve technologie en design inzicht in de natuur van IJsland. Daarna reden we naar het schiereiland Reykjanes dat vrijwel geheel overdekt is met kale lavavelden. Daar bevind zich de helderblauwe Blue Lagoon die in de velden verborgen ligt. Doordat er creatief gebruik wordt gemaakt van het afvalwater van de waterkrachtcentrale kunt u in de buitenlucht heerlijk in de Blue Lagoon baden. Het witte slib zou genezend zijn.

    Voor het middagmaal reden we terug naar Reykjavík . Hierna bezoeken we de hoogtepunten van de Gouden Cirkel. Eerst bezochten we de indrukwekkende Gullfoss waterval. De ‘Golden Falls’ zijn genoemd naar de gouden regenboog die zich op een heldere dag boven de kloof vormt. De machtige waterval Gullfoss in de rivier de Hvítá is adembenemend mooi, of hij nu half bevroren is in de winter, aanzwelt in het voorjaar of donderend omlaag stort in de lange, lichte zomer. De ligging in een diep ravijn draagt bij aan het spektakel, evenals het landschap van beijsde bergtoppen en grindwoestijn direct naar het noorden - een groot contrast met de groene vegetatie dichter bij de rivier. We rijden verder naar de Geysir, één van de krachtigste geisers ter wereld. Het warmtebronnengebied Geysir ligt op de uitlopers van Bjarnarfell, ten noordoosten van Reykjavik en telt een twaalftal heetwaterspuitgaten, waaronder Geysir, die zijn naam aan alle geisers in de wereld gaf. Tegenwoordig is de indrukwekkendste geiser de Strokkur, die we ook in actie zagen. De poel van de Geysir is veel groter maar meer dan wat belletjes zien we niet meer. In Strokkur spuit de karnton trouw tien keer per uur en blaast tamelijk geluidloos vanuit zijn helderblauwe poel een waterzuil van zo’n 15 tot 30 m hoogte. Tussen de uitbarstingen zakt het water, terwijl de druk toeneemt. Verder bezochten we ook nog het Nationaal Park Þingvellir, dat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat vanwege zijn historisch, cultureel en geologisch belang. Op een wandeling door het diepe ravijn van Almannagja ziet u veel van de geologie van Þingvellir. De Amerikaanse en Euraziatische continentale platen drijven hier uiteen met een snelheid van 2.5 cm per jaar en scheuren IJsland open. Het lijkt op een canyon en je kunt de Oxarafoss waterval zien. We nemen daarna onze intrek in Bifröst Hotel te Bogarnes. Geniet tevens van de mooie zichten.









    De Sun Voyager  is een sculptuur van Jón Gunnar Árnason, gelegen naast de Sæbraut-weg in Reykjavík, IJsland. Sun Voyager wordt beschreven als een droomboot, of een ode aan de zon. De kunstenaar wilde het overbrengen van de belofte van onontdekt terrein, een droom van hoop, vooruitgang en vrijheid.






    Harpa is een concertzaal en conferentiecentrum in Reykjavík, IJsland. Het openingsconcert vond plaats op 4 mei 2011. Het gebouw heeft een opvallende gekleurde glazen gevel geïnspireerd op het basaltlandschap van IJsland. Harpa is ontworpen door het Deense bureau Henning Larsen Architects in samenwerking met de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. De structuur bestaat uit een stalen raamwerk bekleed met geometrisch gevormde glaspanelen van verschillende kleuren. Het gebouw maakte oorspronkelijk deel uit van een herontwikkeling van het Austurhöfn-gebied genaamd World Trade Center Reykjavík, dat tijdelijk werd verlaten toen de IJslandse financiële crisis van 2008 uitbrak. De ontwikkeling was oorspronkelijk bedoeld om een hotel met 400 kamers, luxe appartementen, winkels, restaurants, een parkeerplaats en het nieuwe hoofdkantoor van de IJslandse bank Landsbanki te omvatten. Deze gerelateerde ontwikkelingen werden on hold gezet, maar in 2018 werd de bouw hervat en vanaf 2022 is de ontwikkeling bijna voltooid. Het Reykjavik Edition Hotel, beheerd door Marriott International, opende in 2021 samen met winkels en restaurants; Landsbankinn zal naar verwachting begin 2023 zijn intrek nemen in hun nieuw gebouwde hoofdkantoor.




































    Op regelmatige tijdstippen wat grondig uitleg over de beelden en gebouwen die we tegen kwamen








    DE UITDRUKKING "GEZICHTSLOZE BUREAUCRAAT" IS over het algemeen niet bedoeld als een compliment. Maar in Reykjavik zijn deze schijnbaar anonieme arbeiders vereeuwigd in de kunst. Daar, naast een eendenvijver, staat een standbeeld van een man die met een aktetas naar het stadhuis loopt. Het is een alledaags gezicht; een afbeelding van de alledaagse 'gezichtsloze' stadsambtenaren op weg naar hun werk. Deze ambtenaar is echter een beetje anders dan zijn levende inspiraties, omdat hij letterlijk gezichtsloos is. Een grote plaat IJslands vulkanisch basalt zit waar je een romp en hoofd zou verwachten. Het unieke beeld werd gebeeldhouwd door Magnús Tómasson in 1994, en je zult zelf moeten beslissen of het bedoeld was als een serieus eerbetoon, of een humoristisch, satirisch stuk. Monumenten voor een onbekende soldaat zijn gebruikelijk over de hele wereld, maar omdat IJsland geen staand leger heeft, is misschien een eerbetoon aan de burgers die hun land dienen het op een na beste ding.

















    Het stadhuis van Reykjavik








    Perlan is een merkwaardig gebouw dat dateert uit 1988, uniek in IJsland en in de hele wereld. Op de aan de oostzijde van de stad gelegen heuvel Oskjuhlid is een glazen koepel gebouwd, in het midden tussen zes grote tanks. In vijf van de tanks wordt middels geothermie verwarmd water bewaard voor de stad, de zesde is omgebouwd tot museum. In dit Saga museum brengen waxwork figuren het oude IJsland tot leven en vertellen ze de geschiedenis van het bijzondere land.

    Vanaf het platform bovenop de tanks kunt u overdag mooie plaatjes schieten van de stad en de omgeving. Beneden in de koepel zijn winkeltjes gevestigd en er is, eveneens binnen, een kunstmatige geiser nagebouwd, die om de paar minuten warm water en stoom spuit.
















    De Gullfoss is een waterval in de Hvítá (Witte rivier) in Zuid-IJsland. Het is een van de populairste watervallen van IJsland en is gemakkelijk (per auto) te bereiken. De waterval maakt deel uit van de Golden Circle, een favoriete rondreis langs Þingvellir, de Geysir en de Gullfoss die vanaf Reykjavik in één dag is af te leggen, en is mede daardoor een van de meest bekende IJslandse toeristenplaatsen. Het water valt in twee trappen, die min of meer haaks op elkaar staan, 32 meter naar beneden in een kloof die ook weer geheel haaks op de tweede trap staat. De trappen worden gevormd door harde lagen basalt die worden afgewisseld door zachtere materialen. Deze afzonderlijke lagen zijn ook goed in de wanden van de kloof te herkennen. De kloof is meer dan 70 meter diep, 20 meter breed en 2,5 kilometer lang. De Hvítá is een gletsjerrivier die echter ook door regen wordt gevoed en kan grote hoeveelheden water vervoeren (50–110 m³/s in de winter tot 100–180 m³/s 's zomers). Het in de kloof neerstortende water zorgt vrijwel altijd voor een grote hoeveelheid stuifwater dat, als de zon erop schijnt, prachtige regenbogen veroorzaakt. Daaraan dankt de Gullfoss zijn naam: Gouden waterval. Het is mogelijk om helemaal tot aan de rand van de waterval te komen waarbij het donderende geraas overweldigend is. Als het steile pad (dat alleen met een dun touwtje is afgezet) in de winter beijzeld is, kan dat echter een hachelijke onderneming zijn.



    Wandelpad naar de waterval







    Mooi zicht op de waterval









    Mooie vergezichten

    Met deze wagens rijden ze in het binnenland waar de gewone auto's niet kunnen rijden.



    Hier zijn we bij de grote Geysir.Eruptie

    Eruptie


    De Geysir is een geiser op IJsland en van deze naam is het alom bekende woord geiser afkomstig. Geysir is afgeleid van het IJslandse werkwoord að gjósa, dat zoiets als spuiten of (op)borrelen betekent. De Geysir is nu een wat bolvormige, uit geyseriet bestaande ronde plaat met een diameter van ongeveer 14 meter, met in het midden een met heet water gevuld gat van ongeveer 3 meter breed dat 23 meter diep is. Daarna maakt de tunnel in de diepte een bocht en is de verdere ondergrondse waterloop onbekend. De Geysir ligt in een geothermisch zeer actief gebied in het Haukadalur, een dal in het zuidwesten van IJsland niet ver van de Gullfosswaterval. Een paar meter van de Geysir bevindt zich een andere geiser, de Strokkur ofwel karnton. In de onmiddellijke omgeving van deze beide geisers liggen meerdere heetwaterbronnen waarvan er een aantal door silicaten veroorzaakt blauw gekleurd water heeft. Een aantal van deze warmwaterbronnen had vroeger geiseractiviteit.






    De Strokkur is een geiser in het zuidwesten van IJsland. Op een steenworp afstand ligt Geysir, de geiser waarvan de naam gebruikt werd om dit natuurlijke fenomeen een naam te geven. De Strokkur heeft regelmatige erupties om de 4 tot 8 minuten. De Strokkur werd na een aardbeving in 1789 actief en bleef ruim honderd jaar regelmatig tot uitbarstingen komen. Door een aardbeving in 1896 werd de watertoevoer van de geiser geblokkeerd, waardoor deze inactief werd. In 1963 werd de waterweg door de lokale bevolking schoongemaakt en sindsdien heeft de geiser weer regelmatig erupties. De geiser is 23 meter diep. Daar heeft het water een temperatuur van 120°C, maar door de heersende druk gaat het water niet koken. Op 16 meter diepte is de druk laag genoeg geworden, en kan het hete water tot dampvorm overgaan. Deze plotseling ontstane damp zoekt zich een uitweg, en sleurt de bovenliggende waterkolom met zich mee. Een eruptie is het gevolg. Strokkur betekent karnton. De geiser dankt deze naam aan het feit dat het wateroppervlak tussen twee erupties door nogal op en neer kan bewegen, gelijk aan melk in een karnton. Strokkur ligt in het Haukadalur (Haviksdal), een dal waarin zich meerdere warmwaterbronnetjes bevinden.





















    Nationaal park Þingvellir [ˈθiŋkˌvɛtlɪr̥] (IJslands: Þjóðgarðurinn á Þingvöllu) is een van de drie nationale parken in IJsland (naast Nationaal park Snæfellsjökull en Vatnajökull). Het ligt ongeveer 50 km ten oosten van de hoofdstad Reykjavik en is een 6 bij 40 km grote verzakking van de aarde

    Als we het over geologie hebben, heeft de plaats een reeks scheuren in de aardkorst, veroorzaakt door de scheiding van de Noord-Amerikaanse en de Euraziatische tektonische platen. Hierdoor  ontstaan prachtige steenstructuren. De belangrijkste van de scheuren is Almannagja. Het lijkt op een canyon en je kunt de Oxarafoss waterval zien. Sommige fouten zijn gevuld met doorzichtig water. In de beroemdste Silfra, is het zelfs mogelijk om te duiken. Over geschiedenis gesproken: het Ijslandse parlement werd hier in 930 opgericht. Het bleef hier tot 1798.


















    Heel veel genoten van deze dag. Het is een heel prachtig eiland.

    08-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rondreis Ijsland 07-08-014-08-2023

    Voorwoordje over Ijsland:

    IJsland (IJslandsÍsland) is een eilandstaat ten noordwesten van het Europese vasteland. IJsland wordt omringd door de Atlantische Oceaan in het zuiden, de Straat van Denemarken (tussen IJsland en Groenland) in het westen en de Groenlandzee, een deel van de Noordelijke IJszee, in het noorden. Het noordoosten van het land ligt net binnen de poolcirkel. IJsland had een bevolkingsaantal van 368.792 per 1 januari 2021, en meet een oppervlakte van 103.000 km². Daarmee is IJsland het dunst bevolkte land van Europa.

    De hoofdstad Reykjavík ligt aan de zuidwestkust en is de noordelijkst gelegen hoofdstad op aarde. De stad Reykjavik heeft ongeveer 120.000 inwoners, met de omliggende gemeentes heeft de hoofdstadregio ongeveer 200.000 inwoners. Ongeveer twee derde van alle IJslanders woont dus hier. IJsland zelf is het meest westelijk gelegen land van Europa. Omdat de continentale breuklijn over het eiland loopt, ligt het westen van IJsland op de Noord-Amerikaanse Plaat.

    Anders dan vele andere landen, die de staatsvorm in hun officiële landsnaam hebben opgenomen, stelde de regering in 2004 bij monde van de minister-president, dat de term "republiek" (lýðveldi) vóór de naam IJsland (Ísland), beschouwd moet worden als een beschrijving van de regeringsvorm van het land en niet als een deel van de naam van het land.

    Het eiland is geologisch zo'n 20 miljoen jaar geleden ontstaan door vulkanische activiteit in de Atlantische Oceaan; het bleef echter lange tijd onbewoond. Volgens de overlevering was de Noor Ingólfur Arnarson, die in 874 arriveerde, de eerste permanente bewoner van IJsland. Nadat het eiland sinds 930 als het IJslands Gemenebest enkele eeuwen onafhankelijk was geweest, viel het in de eeuwen daarna onder bestuur van achtereenvolgens het Koninkrijk Noorwegen, de Unie van KalmarDenemarken-Noorwegen en Denemarken. In de 19e eeuw groeide het nationaal bewustzijn, maar pas sinds 17 juni 1944 is IJsland geheel onafhankelijk. Het huidige IJsland is een parlementaire republiek naar Scandinavisch model; in 2007 en 2008 leidde het land de index van de menselijke ontwikkeling.

    Het merendeel van de IJslanders stamt af van Noorse en Ierse kolonisten en de cultuur van IJsland is sterk beïnvloed door de Noorse cultuur. Het IJslands behoort tot de Scandinavische talen

    Het land kent een aantal actieve vulkanen, waaronder de Katla onder de Mýrdalsjökull, het Laki-gebied, de Hekla, en het nieuwe eiland Surtsey. In april 2010 zorgde een krachtige uitbarsting van de vulkaan onder de Eyjafjallajökull voor problemen, met name voor het vliegverkeer. Andere slapende vulkanen zijn de schildvulkaan Skjaldbreiður, de twee Snæfell-vulkanen, KeriðEldborgHverfjallKrafla en Askja. De dode vulkaan Þrihnukagigur is bekend omdat de magmakamer ervan toegankelijk is voor bezoek. Daarnaast komen er pseudokraters voor, met name bij MývatnKirkjubæjarklaustur en in de buurt van Rauðavatn bij Reykjavík.

    De Strokkur-geiser in de Haukadalur-vallei barst eens in de paar minuten uit.

    Een natuurlijk fenomeen waar IJsland om bekendstaat, zijn geisers. Tot circa 1950 kwamen verspreid over heel IJsland zo'n 30 geisers voor. Bij Hveragerði en omgeving, in het Haukadalur (waar de Geysir ligt), bij Flúðir, en bij Hveravellir in het noorden van IJsland lagen de meesten. Het hete water dat ze omhoog spoten was zoet, maar er zijn minstens vier geisers geweest waar dit zeewater was. Eén lag in het zuidwestelijke puntje van het schiereiland Reykjanes vlak bij Gunnuhver, twee anderen aan de Ísafjörður in de Westfjorden en de vierde niet ver van Drangsnes.

    Op IJsland zijn altijd tientallen geisers actief geweest; het aantal varieerde als gevolg van (kleine) aardverschuivingen van tijd tot tijd. Nieuwe geisers ontstonden, kokende waterbronnen kregen geiseractiviteit, de activiteit van andere geisers daalde (het bekendste voorbeeld hiervan is de Geysir) of stopte zelfs. Doordat men in de buurt van de geisers actief naar warmwaterbronnen is gaan boren, is het aantal geisers afgenomen.

    Op dit moment is de Strokkur, die zijn waterfontein om de 5-8 minuten omhoog spuit, de enige bron op IJsland die aan de verwachtingen van een geiser voldoet. De andere geisers zijn nauwelijks actief of zijn door betonnen bakken afgedekt; het water ervan wordt opgevangen en voor verwarmingsdoeleinden of voor de warmwatervoorziening gebruikt.

    Andere fenomenen van vulkanisme op IJsland zijn subglaciale meren (bijvoorbeeld Grímsvötn), solfataren en fumarolenminerale bronnen en hete bronnen. De bron bij Deildartunguhver levert 180 liter kokend water per seconde en is daarmee de grootste heetwaterbron van Europa. Ook alle gesteenten op IJsland zijn van vulkanische oorsprong. Voorbeelden zijn basalt en basaltlavatefra en tufsteenvulkanisch glaspalagoniet en ryoliet. Een zeldzamer fenomeen zijn hornito's. Een voorbeeld hiervan is Tintron.

    Omdat aardwarmte op IJsland in ruime mate voorhanden is, zijn er voor de opwekking van stroom meerdere geothermische energiecentrales, zoals Nesjavellir, gebouwd. 

    IJsland bestaat voor het overgrote deel uit laag- en middelgebergte, al dan niet met gletsjers bedekt, van waaruit vele rivieren naar zee stromen. Ze zijn doorgaans voor schepen onbevaarbaar door de snelle stroming. Het binnenland is vrijwel onbewoond; het dichtstbevolkte gebied ligt aan de zuidwestkust rond Reykjavík. De hoogste berg van IJsland is de Hvannadalshnúkur. Deze ligt met zijn 2.110 meter hoogte grotendeels verscholen onder de Öræfajökull.

    Bomen komen op IJsland vooral in dwerg- en struikvorm voor, bijvoorbeeld in het natuurreservaat Þórsmörk. Alleen in het oosten van het land komt een gebied voor dat 'bos' mag genoemd worden, het 2.000 hectare grote Hallormstaðaskógur. De bomen zijn daar voor het grootste deel aangeplant. Grote boomstammen die men soms langs de kust aantreft, is drijfhout dat van ver is gekomen.

    Langs het noorden van het eiland stroomt de koude Oostgroenlandstroom, langs het zuiden de warme Golfstroom. Gekoppeld aan de wind die vaak van zuid naar noord over het eiland waait, is het klimaat in Reykjavík (zuidwest) kouder dan in Europa, maar nog steeds gematigd. In het noordelijke Akureyri daarentegen zijn de temperatuurschommelingen vanwege de vaak aflandige wind groter. 

    Vanaf de Vestfirðir in het noordwesten via het noorden tot aan het oosten van het land wordt de kustlijn gekenmerkt door grotere en kleine fjorden en baaien. Een aantal fjorden is in de wintermaanden alleen over het water te bereiken en is zelfs in de zomer slechts toegankelijk met een terreinauto. Dat is mede de oorzaak van de ontvolking die sinds de Tweede Wereldoorlog in dit deel van het land gaande is.

    In het zuiden wordt de kustlijn gekenmerkt door een bijna volkomen afwezigheid van natuurlijke inhammen en uitgebreide spoelzandvlaktes, een resultaat van de overspoeling van de streek door het smeltwater van de Vatnajökull.

    De westkust kenmerkt zich door brede fjorden en baaien, zoals de Faxaflói (Faxabaai) en de Breiðafjörður. De vuurtoren bij Bjargtangar nabij de vogelkliffen van Látrabjarg is het westelijkste puntje van Europa.

    De puin- en gravelwegen in grote delen van het binnenland, zoals de Kaldidalur-route, zijn tijdens de zomermaanden uitsluitend toegankelijk voor terreinvoertuigen. In de winter echter zijn deze wegen daar zelfs voor de krachtigste voertuigen onbegaanbaar en derhalve ook gesloten voor alle verkeer.

    Het landschap is bergachtig. Tafelbergen wisselen af met actieve en slapende vulkanen en caldera's, waartussen (meanderende) rivieren zich een weg banen. Omdat IJsland geologisch gezien erg jong is en de rivieren zich nog een weg door het harde basalt moeten slijten, komen er vele watervallen voor. In het IJslands wordt een waterval "foss" genoemd. Hiervan zijn er een aantal spectaculair. De Dettifoss is qua watervolume de grootste waterval van Europa. Valleien werden in het verleden opgevuld door de lava van grote vulkaanuitbarstingen, waardoor er soms hele lavavlakten zijn. Een derde van alle lava die de laatste 500 jaar wereldwijd werd uitgestoten, werd op IJsland uitgestoten.

    IJsland heeft vier nationale parken: het Nationaal Park Jökulsárgljúfur, het Nationaal Park Skaftafell, het Nationaal Park Snæfellsnes en het Nationaal Park Þingvellir

    De poolvos is het enige oorspronkelijke landzoogdier. In zee leven walvissen en aan de kust vindt men twee soorten zeehonden (grijze zeehondHalichoerus grypus en gewone zeehondPhoca vitulina). De immigranten brachten schapenkoeienvarkenspaarden en pluimvee mee. Muizenrattennertsen en konijnen zijn over het algemeen per ongeluk ingevoerd. Rendieren zijn in de 18e eeuw ingevoerd en een aantal is verwilderd en leeft in de oostelijke hoogvlakten. De ijsbeer komt er niet voor, maar onder andere in Húsavík is een opgezet exemplaar te vinden. Deze kwam in 1969 op een ijsschots vanuit de richting van Groenland aangedreven. Ook in de zomers van 2007 en 2008 kwamen er ijsberen aan land. Deze dieren werden echter gedood omdat ze buiten hun natuurlijke habitat als gevaarlijk voor mensen worden beschouwd.

    Reptielenamfibieën en giftige dieren, zoals schorpioenen, komen op IJsland niet voor. Wel muggen, met name waar begroeiingen bij moerassen en meren voorkomen. Mývatn (letterlijk muggenmeer) staat bekend om de vele muggen die bij windstil weer als wolken over het meer zweven. 's Zomers zijn er ook vlinders, die echter moeilijk waar te nemen zijn. In de schone en heldere wateren op en rondom IJsland komt zeer veel vis voor, zoals zalmforelplatvis en kabeljauw.

    IJsland is een belangrijk biotoop voor ontelbare vogels en vogelsoorten. Vele soorten eenden en ganzen komen er voor, naast zeevogels, waadvogels en zeldzame roofvogels zoals de sneeuwuil. De wilde zwaan (Cygnus cygnus) is zeer algemeen in Reykjavík. Op IJsland komen zowel overwinteraars voor als vogels die het als rustplaats, broedplaats of foerageerplaats gebruiken. Zo komt de papegaaiduiker in groten getale (60 procent van de wereldpopulatie) voor. Daarnaast komt ook de zeekoet veel voor langs de klifkusten

    In door warmwaterbronnen verwarmde kassen worden planten, bloemen, groenten (onder andere tomaten, komkommers en paprika's) en fruit (onder andere druiven en sinaasappels) geteeld. De belangrijkste regio's met kassenteelt zijn in Zuid-IJsland bij Hveragerði en de geothermale gebieden rond Reykholt (Borgarfjörður) in het westen en Flúðir in het zuidwesten.

    Dag1:Moorslede-Zaventem-Reykjavik

    Om 9u30’ zijn we vertrokken, vanuit Reizen Patteeuw, naar de luchthaven van Zaventem. Daar namen we dan de vlucht naar Keflavik, in IJsland. Na een vlucht van 3u15’ landden we op onze bestemmining. Het uurwerk konden we onmiddellijk 2 uren terugdraaien en zo werd het een dag van 26 uren. Met een bus werden we tot het Fosshotel Lind, in Reykjavik, gebracht. Na onze intrek in het hotel en een opfrisbeurt wandelden we door de levendige Laugavegur straat tot aan het restaurant. Daar werden we culinair verwend. Op de terugweg naar het hotel maakten we nog een klein ommetje om de Hallgrímskirkja kerk te bewonderen met het standbeeld van Leifur Eiriksson.




    Ons hotel voor de eerste en laatste dag. Hotel Foss























    De intrigerende Hallgrimskirka kerk. De Hallgrímskirkja (letterlijk de kerk van Hallgrímur) is een kerk in Reykjavik, de hoofdstad van IJsland. De kerk is vernoemd naar de geestelijke Hallgrímur Pétursson (1614-1675), die door zijn Passíusálmar ("Lijden liederen") beschouwd wordt als de grootste hymneschrijver van het land. Met zijn 74,5 m is dit IJslands hoogste kerkgebouw. Door de ligging nabij het oude centrum van Reykjavik en de zichtbaarheid vanuit de wijde omgeving is de kerk een van Reykjaviks bekendste symbolen. Hoewel zij verreweg de grootste kerk is van het land is niet de Hallgrímskirkja de kathedraal van de Evangelisch-Lutherse Kerk van IJsland, maar de Dómkirkja, ook in Reykjavik. De architect, Guðjón Samúelsson (1887-1950), begon aan zijn ontwerp in 1937. Volgens het oorspronkelijke plan zouden kerk en toren niet zo groot worden, maar de Lutherse kerkbestuurders wilden de rooms-katholieke kathedraal, de ook door Samúelsson ontworpen Landakotskirkja, in grandeur overtreffen. Hij heeft zich bij dit expressionistische bouwwerk laten inspireren door de grote basaltpartijen die op IJsland te vinden zijn, bijvoorbeeld bij de Svartifoss. De trap rocks, bergen en gletsjers in het landschap worden weerspiegeld in het ontwerp van de kerk. Een inspiratiebron was voor Samúelsson ook de Grundtvigskerk, die in de jaren twintig en dertig in Kopenhagen in aanbouw was. De bouw van de Hallgrímskirkja begon in 1945 en werd 41 jaar later, in 1986, afgerond. Tijdens de werkzaamheden werd het ontwerp bekritiseerd als een ouderwetse mengelmoes van stijlen. De Hallgrímskirkja is Samúelssons laatste werk en wordt als zijn belangrijkste bouwwerk beschouwd. Hij heeft de voltooiing niet meegemaakt. Het orgel is in 1992 gemaakt door de Duitse orgelbouwer Johannes Klais te Bonn. Het heeft vier klavieren, een zelfstandig pedaal, 72 registers en 5275 pijpen. De grote luidklok in de toren draagt de tekst Eijsbouts Astensis me fecit ("Eijsbouts van Asten heeft mij gemaakt") en is gegoten door Klokkengieterij Eijsbouts te Asten. Voor de kerk staat het standbeeld van Leif Eriksson, zoon van Erik de Rode, de vermoedelijke eerste Europese kolonist van Noord-Amerika. Het standbeeld, vervaardigd door Alexander Stirling Calder, werd in 1930 door de Verenigde Staten geschonken om het 1000-jarig bestaan van de Alþingi

     (het parlement van IJsland) te herdenken.






























    Terug aan ons hotel, het was een lange dag geweest.

    07-08-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Huldenberg 23-07-2023

    14°Zomertochten :

    Vandaag ging de wandelclub van WSK Marke met de bus naar Huldenberg, om daar deel te nemen aan hun jaarlijkse Zomertocht. 

    Huldenberg is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt ruim 10.000 inwoners. De gemeente ligt in de landstreek Dijleland en de Druivenstreek.

    Toen we vanmorgen met de bus vertrokken richting Huldenberg was het goed an het regenen. Het beloofde een kletsnatte wandeling te worden.Dit jaar zijn de startlocatie en inschrijvingen in zaal Den Elzas te Huldenberg en de wandelaars konden uit een hele resem afstanden kiezen. Kom en ondek de valleien van Dijle en IJse, de tussenliggende plateau’s, en het natuurreservaat de Doode Bemde. De club biedt die dag uitgepijlde wandelingen aan met afstanden die variëren in lengte van 5 km tot 50 km. Door een slimme combinatie van verschillende lussen is er keuze tussen de volgende afstanden: 5, 8, 10, 12, 14, 18, 22, 25, 30, 40 en 50km. De mooiste onverharde paden en verkeersluwe wegen werden daarvoor uitgekozen. De wandelaars zullen ontdekken hoeveel ongerepte open ruimte en natuurschoon Huldenberg nog te bieden heeft, ofschoon het in de Brusselse rand ligt.

    Na het bekijken van de verschillende parcours, besloot ik de 27km te wandelen.Het starten van de wandeling was door de regen, we kregen veel afwisseling tijdens de wandeling , jammer dat de zichten een heel stuk minder waren door het slechte weer. Gelukkig was het gestoopt met regenen tijdens het tweede gedeelte en bleef zo tot ik het einde haalde. Op de terugweg naar huis was het opnieuw aan het regenen, zodat we een natte start en aankomst hadden.































































































    Mooie wandeling met heel veel variatie.

    23-07-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Lapscheure 21/07/2023

    Grenskrekentocht:

    Deze keer ging ik wandelen naar Lapscheure. Daar was er een wandeling georganiseerd door levenslijnteam Damme. 

    Lapscheure is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Damme, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Het dorp ligt in het noordoosten van de provincie, tegen de grens met Nederland. Het is een plattelandsgemeente in De Polders, met in het landschap verschillende dijken, kreken en grachten.

    Over de oudste vermeldingen van de naam is onduidelijkheid. Reeds in documenten uit 938 duiken de namen "Conbescura" en "Betscura" op, die waarvan sommigen vermoeden dat het Latijnse benamingen voor de plaats zijn. De vermelding "Lappesscura" dateert uit 1019, wanneer er reeds sprake is van een kapel die afhankelijk was van de kerk van Oostkerke. In 1200 wordt Lapscheure een zelfstandige parochie. Een eerst gebedshuis van Lapscheure lag noordelijker dan de latere dorpskern.

    Bij een transgressie van de zee halverwege de 12de eeuw lag Lapscheure voor een groot deel in overstromingsgebied. De daaropvolgende eeuw wordt door middel van dijken een groot stuk van Lapscheure weer droog gelegd. Lapscheure zou echter veelvuldig te maken krijgen met zowel oorlogen als overstromingen tot aan de 20ste eeuw. In 1583 worden de dijken nabij Lapscheure om strategische redenen door de geuzen doorstoken, waardoor een groot stuk van het grondgebied weer overspoeld wordt. Er ontstaat in het oosten een kreek, het "Lapscheurse Gat". De kerk komt op een aparte schor te liggen. Sluis wordt door de Spanjaarden met forten verschanst. In het noorden van Lapscheure worden twee forten gebouwd rond 1600, namelijk de forten van Sint-Donaas en Sint-Job. In het begin van de 17de eeuw worden nieuwe dijken aangelegd. De deken van Aardenburg besliste na een bezoek aan Lapscheure in 1639 dat het geïsoleerde kerkje niet meer voldoet, en een nieuwe kerk moet worden opgericht. Een eerste houten kerk wordt in 1640 gebouwd, ten zuiden van de oude kerk, in de Sint-Jobpolder. In 1650-1652 wordt uiteindelijk een stenen kerk opgetrokken, met materiaal van de oude kerk. De forten Sint-Donaas en Sint-Job werden in 1783 onder keizer Jozef II ontmanteld. Bij de Belgische onafhankelijkheidsoorlog (1830) werden nog eens de dijken doorgestoken en werd de grens met Nederland bewaakt, maar daarna bleef het dorp gespaard van grote overstromingen en oorlogen, en kon het zich rap ontwikkelen. Halverwege de 19de eeuw was de bevolking toegenomen tot 700 inwoners. In de 20ste eeuw verdwijnen echter geleidelijk lokale winkeltjes, werden er geen nieuwe verkavelingen gelegd, en nam de bevolking weer af. Lapscheure bleef een zelfstandige gemeente tot 1971, toen het samen met Hoeke bij de gemeente Moerkerke gevoegd werd. In 1977 werden deze deelgemeenten van de gemeente Damme.

    De start van deze wandeling was in Zaal Heldewijs en men kon kiezen uit een 5tal afstanden. Ik ging terug voor de langste afstand van 23km. Wandelen op de grensstreek tussen Lapscheure en Nederland. Nieuw parcours! Vanaf 15 km ga je naar Sluis, de meest Vlaamse stad in Nederland. De 4-9-12 km ontdekken de poldernatuur rond Lapscheure en Hoeke. Overzet over Damse Vaart voor iedere afstand is extra troef.














































    Zicht op St Anna Ter Muiden



    Hier in St Anna Ter Muiden was onze 2°rust. Sint Anna ter Muiden (West-Vlaams: Anna-ter-Mu) is een zeer kleine stad in de gemeente Sluis in westelijk Zeeuws-Vlaanderen (Nederlandse provincie Zeeland), aan de Belgische grens. De stad heeft ongeveer 50 inwoners (2006) en concurreert met het iets kleinere Staverden en het iets grotere Bronkhorst en Eembrugge om de titel 'kleinste stad van Nederland'. Van deze plaatsen met historische stadsrechten kan alleen Sint Anna ter Muiden aanspraak maken op een naar middeleeuwse maatstaven stedelijk verleden. Een ander uiterste is dat Sint Anna ter Muiden op het westelijkste punt van het Europese deel van Nederland ligt. Sint Anna ter Muiden ligt in het zeekleipoldergebied op een hoogte van ongeveer 1,5 meter. In de omgeving vindt men diverse historische polderdijken die ook de Belgisch-Nederlandse grens overschrijden. In het zuiden ligt de Damse Vaart en in het nabijgelegen België vindt men kreken en overblijfselen van de Staats-Spaanse Linies, zoals de Linie van Cantelmo. Hier moest ik een lus maken van 8km richting Sluis















    Hier ging ik over de vestingen van Sluis.



    Een regenvlaag kwam opzetten



    Het begon stilaan te regenen. Hier een zicht op de molen van Sluis. De Brak is een ronde stenen stellingmolen die zich bevindt te Sluis en als korenmolen is ingericht. Hoewel de stad Sluis in de 15e eeuw wel zeven windmolens telde zijn de meeste daarvan gesloopt. De laatste twee, beide houten standerdmolens, in 1926 en 1937. Gebleven is De Brak, genoemd naar een hondenras, die gebouwd is in 1739 en zich op een 2,5 m hoge molenbelt bevindt. Het was de eerste stenen molen van Sluis. In 1933 werd de molen stilgezet maar werd het malen op de begane grond voortgezet met een oliemotor. Op 31 oktober 1944 brandde de molen af ten gevolge van oorlogshandelingen. In 1950 werd hij echter hersteld. Op de begane grond kwam een elektrische maalderij, die echter in 1964 buiten bedrijf werd gesteld. Sindsdien is er een horeca-inrichting in gevestigd.


    Sluis is een vestingstad in het westen van Zeeuws-Vlaanderen, in de Nederlandse provincie Zeeland. De gemeente waartoe het stadje behoort heet eveneens Sluis, maar de hoofdplaats van deze gemeente is Oostburg. Tot 1995 was Sluis een zelfstandige gemeente. Op 1 januari 2021 had de stad Sluis 2.350 inwoners. Sluis ligt in het zeekleipoldergebied op een hoogte van ongeveer 2 meter. De omgeving wordt gekenmerkt door akkerbouw. De Wallen van Sluis en de Damse Vaart zijn belangrijke natuurgebieden. Ten oosten van Sluis ligt de Krabbekreek terwijl de Belgisch-Nederlandse grens ten zuiden van Sluis gevormd wordt door het Lapscheurse Gat, dat overgaat in de Stierskreek. Enkele overblijfselen van de Staats-Spaanse Linie, zoals de Kruisdijkschans en Krabbeschans, zijn nog in het landschap aanwezig.




    Na deze felle regenbui klaarde de hemel terug open en zo zou het nog de hele wandeling bliven.












    Zicht op de Hoekemolen van Hoeke. De Hoekmolen is een windmolen in het tot de West-Vlaamse gemeente Damme behorende dorp Hoeke, gelegen aan Natiënlaan 21. Het betreft een ronde stenen molen van het type grondzeiler, die fungeerde als korenmolen.





    De Kerk van Oostkerke




    Het was terug een hele mooie wandeling.

    21-07-2023 om 20:53 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Erwetegem 19/07/2023

    Ijsjes midweekwandeling:

    Na gisteren een wandeling te hebben gedaan in Ingelmunster, ging ik vandaag wandelen in de streek van Zottegem. Ikreed naar Erwetegem.

    Erwetegem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Zottegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Erwetegem ligt in de Vlaamse Ardennen. Het hoogste punt van het dorp ligt rond de Emmerstraat, op ongeveer 102m boven zeeniveau, en is daarmee het hoogste punt van de stad Zottegem. In Erwetegem werden muntvondsten gedaan uit de Gallo-Romeinse periode en uit midden 11de eeuw. In 1116 bekend als "Herwetengem". Uit geen enkel document blijkt dat Erwetegem reeds als vastomlijnde levens-, rechts- of kerkelijke gemeenschap zou bestaan hebben voor de 12de eeuw. Op het grondgebied van de latere parochie Erwetegem is nochtans zeker een vroeg-Frankische nederzetting, waarschijnlijk in de 5de eeuw, gebouwd geweest, zoals de Saal-Frankische naam aanwijst (1087 Heruetingehem): "Hariwith - inga - heim" of: "woonst van de lieden van Hariwith. Vanaf de 13de eeuw beheerden de Sint-Pietersabdij van Gent en de abdij van Mont-Saint-Martin (die vanaf 1162 het patronaatsrecht had verkregen over de kerk) er veel eigendommen (pachthoeves). Tot de 13de eeuw behoorde het dorp aan de heren van Erwetegem (Zeger van Erwetegem 1118) en nadien, tot de 18de eeuw, aan de heren van Zottegem.

    De start was vanuit het OC en men kon uit een 5tal afstanden kiezen. Ik ging voor de langste afstand(21km). Parcours naar Steenhuize-Wijnhuize, deelgemeente van Herzele, waar de centrale rustpost was.





















































































    Een leuke en aangename midweek wandeling.

    19-07-2023 om 17:30 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Oedelem 16-07-2023

    Zomertocht:

    Na gisteren te hebben gewandeld in Oost-Vlaanderen, ging ik vandaag richting Oedelem, waar de wandelclub uit Beernem er hun Zomertocht hielden. 

    Oedelem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Beernem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. In het oosten van Oedelem ligt het gehucht Oostveld. Oedelem is sinds 906 terug te vinden in geschreven bronnen. De schrijfwijze was toen Udelhem. De naam komt van "odila" en "haima" en betekent "woning van het erfgoed of van het domein", een naam die geen verwondering wekt gezien de heren van Praet al in de jaren 900 een heerlijkheid stichtten in Oedelem. De Oedelemse geschiedenis gaat echter veel vroeger terug in de tijd. In een grafheuvel op Wulfsberge zijn sporen teruggevonden van prehistorische bewoning. Er zijn ook sporen van Romeinse aanwezigheid. In de kleiput van de vroegere steenbakkerij is zelfs een waterput uit de Romeinse tijd teruggevonden. In die tijd waren Oedelem, Maldegem en Aardenburg de meest noordelijke bewoonde plaatsen in de streek. Wat noordelijker lag was een groot moerassig gebied. Bij Oedelem ondernam Filips van Artevelde op 3 mei 1382 een verrassingsaanval op de aanhangers van graaf Lodewijk II van Male die hij versloeg, in wat men de Slag op het Beverhoutsveld noemt. Oedelem behoort tot Zandig Vlaanderen en het landschap wordt gekenmerkt door de cuesta van Oedelem-Zomergem, welke leidt tot een golvend landschap op 10 à 23 meter hoogte. De drempel van de kerk ligt op 18 meter hoogte. De bodem bestaat uit lemig zand. Er zijn enkele bossen te vinden ten oosten van Oedelem, namelijk het Koningsbos bij Oostveld en het domein van Kasteel De Wapenaer. Ten noorden van Oedelem ligt een bescheiden hoogte, Berg genaamd, van meer dan 23 meter. Beken lopen in westelijke richting, zoals Hellepoelbeek en Bergbeek.

    De start was vanuit de school De Notelaar en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Ik besloot om de langste afstand te wandelen (22km). Omloop door het rustige en landelijke Oedelem met tal van nieuwe wegen en weggetjes.





















































































































    Zicht op Oedelemberg.In het groene landschap ten noorden van Oedelem is het vooral de Bergbeek die door de tijden heen het glooiende reliëf tekende en vorm gaf. Op vandaag steekt de berg nog steeds 23 meter boven zeeniveau uit. De zachte heuvelrug heeft haar ontstaan te danken aan een langdurig proces van sedimentatie en erosie. De ondergrond van Bartoonse klei werd eeuwenlang ontgonnen in functie van steenbakkerijen in de omgeving. Oedelemberg is een typische cuesta met een langgerekte, zwakke helling naar het noorden en een iets steilere zijde aan de zuidkant. De berg spreekt tot de verbeelding. Echt klimwerk komt er niet aan te pas, maar het uitzicht van de top is zeker de moeite waard. Je kan de omgeving van Oedelemberg verkennen aan de hand van het wandelnetwerk Velden en Meersen of de Oedelembergwandelroute.















    Een hele rustige wandeling, met veel variatie.

    16-07-2023 om 19:58 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Oordegem 15-07-2023

    Midzomertochten:

    Vandaag ging ik wandelen in Oost-Vlaanderen, al hoewel bij ons ook enkele wandelingen doorgingen, besloot ik toch om een tocht te maken in Oordegem.

    Oordegem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Lede, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Oordegem ligt in de Denderstreek. De heerlijkheid Oordegem behoorde achtereenvolgens toe aan de familie de Ordengem, de Laval, Turpin, Mastaing en aan de familie Vilain tot eind 18e eeuw. Ten slotte kwam ze in handen van hertogin de Laragnais. De vrijheerlijkheid Hof ter Lichtervelde was in 1544 eigendom van de familie de la Force. Oordegem was in 1801 kantonhoofdplaats.

    De start was vanuit het OC en de wandelaars konden kiezen uit een 5tal afstanden. Alle afstanden vertrekken in dezelfde richting via “Keibergstraatje en Burchtstraatje” richting rustpost te Papegem. De 14, 18 en 21 km bewandelen van daaruit, via talrijke veldwegeltjes, een lus van 6 km richting Impe, om daarna samen met de 6 en 10 km via “Papegemdries” en “Oude Heirweg” terug te stappen richting startplaats.





    In het midden van het dorpsplein staat de Sint-Martinuskerk. Deze gotische kerk werd in de 14e eeuw opgericht in Lediaanse steen. In de 17e en 18e eeuw werden de zijbeuken aangebouwd in baksteen. Boven de kerkdeur ziet men het ruiterbeeld van Sint-Martinus, de patroonheilige van de parochie.






























































































    Na het eerste gedeelte, moest men nog een tweede lus maken(10-14-18-21km) respectievelijk 3.6km en 7.3km. Een rustige tocht met heel wat afwisseling.

    15-07-2023 om 13:44 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Kanegem 08-07-2023

    Tielt Zomert:

    Vandaag reed ik naar Kanegem waar de wandelclub uit Tielt de Watewystappers er hun tocht Tielt Zomert hielden. De start was niet vanuit de gebruikelijke zaal, daar die wordt afgebroken, moesten we starten vanuit Moeninckhof in de Nagelstraat.

    Kanegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van stad Tielt. Het dorp ligt in het oosten van de provincie, tegen de grens met Oost-Vlaanderen. Het is een landelijk dorp met ruim 1000 inwoners. Het draagt de bijnaam "Bloemendorp" of ook "Groen Dorp". Kanegem was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Kanegem ligt in Zandlemig Vlaanderen, op het Plateau van Tielt. De hoogte bedraagt 12-37 meter. Kanegem ligt op de cuesta die van Aarsele naar Koolskamp verloopt. Van de beken, die ingesneden zijn in de cuestarug, kan de Reigerbeek worden genoemd, die uitmondt in de Poekebeek.

    De dorpskern Kanegem is van Frankische oorsprong: ‘Caningahem’ wat ‘het heem, de woning van de volgelingen van Cano’ betekent. Volgens de legende vestigde Cano zich omstreeks de 6de eeuw op de hoeve Groot Goet Ten Broucken. De eerste geschreven naamsvermelding Caningahem dateert van 967 in een klaagbrief van de abt van de abdij van Sint-Baafs in Gent. Het agrarische en verstilde dorp Kanegem staat vooral bekend om de faam die het dorp geniet omwille van zijn bloemenpracht. Op 4 november 1956 werd het comité Kanegem Bebloemd opgericht en zo ontstond dan ook letterlijk een bloeiende geschiedenis! Jaarlijks bloeien duizenden rozenstruiken in minstens 75 variëteiten. Ook heel wat dorpsbewoners sieren hun gevels met kleurrijke geraniums. Vier eigen bloemvariëteiten werden gecreëerd: de roos ‘Kanegem’ (1982), de zalmkleurige dahlia ‘Kanegem Star’ (1990), de ‘Pink’ (1998) en de ‘Fuchsia Caninga’ (1998). Talrijke gedenkplaten en sfeervolle monumentjes op en rondom de dorpskern herinneren aan de vele provinciale, gewestelijke, nationale én internationale prijzen die het comité reeds in ontvangst mocht nemen. Het dorp is ook bekend om tweevoudig wereldkampioen wielrennen Briek Schotte. Hij werd door Jef Claerhout vereeuwigd en siert het in 1997 heraangelegde dorpsplein.

    Men kon kiezen uit een zestal afstanden, ik koos voor de grootste afstand van 25km. het beloofde terug een warme dag te worden van om en bij de 30°. Dus vroeg vertrekken was de boodschap. De wandeling ging richting Poeke via enkele mooie paden, afgewisseld met autoluwe wegen. Eénmaal in Poeke aangekomen , moest ik nog een deeltje door het kasteeldomein gaan alvorens de rustpost te bereiken.








































    Aangekomen in de gemeente Poeke, waar de wandelaars van de grootste afstand hier een mooie lus moeten maken.

    Poeke (Frans: Poucques) is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Aalter, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Poeke ligt op de grens tussen Zandig en Zandlemig Vlaanderen. Het is gelegen in de driehoek Tielt-Deinze-Aalter. Ten noorden van het dorpscentrum loopt de Poekebeek.









    Het Kasteel van Poeke is een kasteel bij Poeke, een deelgemeente van Aalter in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is volledig omgeven door water en is zowel voor- als achteraan toegankelijk via een brug.Wanneer de eerste burcht ter plekke werd gebouwd is onbekend, maar Poeke werd in 1139 reeds vermeld. Het gebouw heeft wel een voorname rol gespeeld in het conflict tussen Lodewijk van Male en de Gentenaars in 1382. In datzelfde jaar sneuvelde Eulaard II van Poeke toen hij aan het hoofd van de grafelijke troepen bij de slag op het Beverhoutsveld de opmars van de Gentse milities die zijn burcht hadden ingenomen trachtte tegen te houden.

    De kasteelheren van Poeke waren trouwe vazallen van de graaf van Vlaanderen. Zo was Anastasia van Oultre, tweede vrouw van Eulaard III van Poeke, hertrouwd met Robert van Vlaanderen, bastaardzoon van Lodewijk van Male. In 2021 verkocht de gemeente Aalter het kasteel voor een symbolisch bedrag aan Toerisme Vlaanderen. In 2019 werd het kasteel gebruikt in de Netflix-serie De bende van Jan de Lichte als woning van de burgemeester.








































































    Een hele mooie wandeling. Jammer van de magere opkomst, de spelbreker was andeermaal het te warme weer. Een 600tal mensen hebben die wandeling gedaan.

    08-07-2023 om 21:14 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    02-07-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Lokeren 02-07-2023

    Zomertocht:

    Al hoewel er een wandeling was op het thuisfront, verkoos ik tcoh te wandelen in Oost Vlaanderen, ik ging naar Lokeren waar de wandelclub Reynaertstappers er hun zomertocht hielden. 

    Lokeren is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en ligt in het Waasland, ook wel Land van Waas genoemd, waarvan het de tweede belangrijkste stad is na Sint-Niklaas. De stad, gelegen aan de rivier de Durme, de Lede, en de autoweg E17, telt ruim 43.000 inwoners, die Lokeraars of Rapenfretters worden genoemd. Omdat Lokeren aan de Durme is gelegen, wordt de stad ook vaak "De Durmestad" genoemd. Lokerse paardenworst is officieel erkend als streekproduct.

    Lokeren is volledig gelegen in de Durmevallei, waardoor er op sommige plekken nog steeds een moerassige ondergrond aanwezig is. Het natuurreservaat Molsbroek is hier een goed voorbeeld van. In het verleden waren de enige belangrijke waterlopen in de stad de Durme en de Lede. Maar door de eeuwen heen is de Durme nabij Eksaarde en Moerbeke vele keren aangepakt geweest, waardoor die delen van de Durme nu bekend staan als de Zuidlede en de Moervaart, die ter hoogte van Daknam samenvloeien. De Vondelbeek en de Lokerenbeek zijn voorbeelden van kleine waterlopen die nog steeds aanwezig zijn in de stad. Buiten het stadscentrum ligt de rest van het Lokerse grondgebied in vijf polders: Polder Moervaart en Zuidlede, Polder Sinaai-Daknam, Polder Schelde Durme Oost, Polder tussen Schelde en Durme en Polder van Belham.

    De start was vanuit de jeugdkantine van de Lokerense voetbalclub. de wandelaars konden uit diverse afstanden kiezen.

    Overgrote deel van het parcours gaat langs open velden. Eerste deel tot aan de rust op 7.5 km loopt hetzelfde parcours als de 10 km. Na de rust gaan we via de boorden van de Durme naar het Natuurreservaat het Molsbroek en komen terug via het Natuurreservaat de Buylaers. Ook het Bospark en het Verloren bos worden aangedaan, vooraleer terug te komen aan de startzaal. Plekken die aangedaan worden, Molsbroek en Buylaers (beiden een natuurreservaat). Hamputten, verloren bos en verschillende parken in Lokeren. Aan natuur gaat het op deze wandeling niet ontbreken.













































































































































    Een mooie en aangename wandeling met heel veel variatie.

    02-07-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Tiegem 27-06-2023

    Hooitocht:

    Vandaag een weekse wandeling in Tiegem van de wandelclub uit Vichte.. 

    Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977.

    Vanaf het paleolithicum waren er nederzettingen op het grondgebied van Tiegem, zoals op de Tiegemberg. In 1904 waren er al aanwijzingen voor Gallo-Romeinse bewoning en in 1983 werden resten van een villa uit dit tijdvak ontdekt. In de eerste helft van de 9e eeuw werd Tiegem voor het eerst vermeld, namelijk in het Liber Traditionem van de Sint-Pietersabdij te Gent. Het patronaatsrecht behoorde toe aan de Sint-Diederiksabdij bij Reims. In 1040 werd Sint-Arnoldus hier geboren. Hij was de zoon van de plaatselijke heer. Tijdens de 14e en 15e eeuw was de heerlijkheid achtereenvolgens in bezit van de families Van Rode, Gistel, Betune en Ailly. Tijdens de 15e en 16e eeuw kwam het aan de familie Van Kleef en van einde 16e eeuw tot 1792 was de familie de Plotho de eigenaar. Tiegem had veel te lijden onder de godsdiensttwisten (eind 16e eeuw) en de Negenjarige Oorlog (eind 17e eeuw). De economie beperkte zich -naast de landbouw- tot de thuisweverij van vlas en katoen. In 1910 kwamen er twee katoenweverijen, waar in totaal 326 mensen werkten. Later kwam er ook een wolweverij. Op 26 oktober 1918 vielen er 75 dodelijke slachtoffers door Duitse gasaanvallen, maar op 31 oktober werd Tiegem door Welshe en Schotse troepen bevrijd.

    De start was vanuit de parochiezaal De Mesinde en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. De kleinste afstand deed een lus in Tiegem zelf. De langere afstanden gingen richting Inooigem en Otegem.















































































    Aangekomen aan het Sint Arnolduspark

    Het Sint-Arnolduspark is een bedevaartpark op de Tiegemberg in Tiegem, dat tot de West-Vlaamse gemeente Anzegem behoort. Het park is een overblijfsel van het voormalige Holdebroekbos, en er is een bron in een uitgesneden dal waar zeldzame plantengroei is te vinden. Ook zijn er bijzondere parkbomen en huizen er zeldzame vogels. Het was Vital Moreels die het initiatief nam tot de aanleg van het park. Zo kwam er in 1866 een neogotische bedevaartkapel, die in de plaats kwam van een eerdere kapel die in 1817 bij de bron was gebouwd als dank voor een genezing. Landschapsarchitect Hubert Van Hulle ontwierp om de kapel heen een park met kunstmatige grotten, bruggetjes, watervalletjes en een houten uitkijktoren, die omstreeks 1900 vervangen werd door de Belvedère, een cementen constructie. Dit alles leidde tot de komst van bedevaartgangers en toeristen. De bedevaart betrof de heilige Arnold van Soissons, de stichter van de Sint-Pietersabdij in Oudenburg. Die is in 1040 in Tiegem geboren, en dat trekt pelgrims aan. Ook kwamen er kunstenaars wonen, zoals Staf Stientjes die omstreeks 1926 de Villa 't Vossenhol liet bouwen. In 1937 kwam er een openluchttheater bij de bron. Alfons Moortgat schreef speciaal voor deze plek enkele vrome toneelstukken, zoals De Passie van ons Heer. Ook de Villa Albert werd gebouwd, waar kunstenaars zich tijdelijk konden vestigen.











    Een hele rustige en aangename wandeling.

    27-06-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te St-Denijs Zwevegem 25-06-2023

    Vlastocht:

    Vandaag ging het nog iets warmer worden dan gisteren,gelukkig moest ik heel vroeg enkele cluggenoten ophalen die deze dag hun medewerking verlenen. Ik reed naar Sint Denijs Zwevegem waar de wandelclub WSK Marke er hun Vlastocht hielden.

    Sint-Denijs (Frans: Saint-Genois) is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een deelgemeente van Zwevegem. Het is een landelijk woon- en landbouwdorp. Sint-Denijs was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977.

    De gemeente heeft twee patroonheiligen, namelijk Sint-Dionysius en Sint-Genesius, en ontleent haar beide namen aan deze patroonheiligen, respectievelijk, namelijk Sint-Denijs (in het Nederlands) en Saint-Genois (in het Frans)

    Diverse vondsten uit silex tonen bewoning aan vanaf het neolithicum. Ook zijn er vondsten uit de tijd van de overgang van de Hallstattcultuur naar de La Tène-periode. Ook werden sporen van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen. In 1156 werd Sint-Denijs voor het eerst vermeld, en wel als villam Sancti Genesii. De dorpsheerlijkheid was afhankelijk van het Bisdom Doornik. Sint-Denijs had sterk te lijden onder de godsdiensttwisten in de tweede helft van de 16e eeuw. In 1646-1647 had Sint-Denijs te lijden onder Franse en Spaanse troepen. Ook in 1655-1659 maakten Franse troepen het dorp onveilig. De Negenjarige Oorlog (1688-1697) leidde tot de aanleg van een Franse verdedigingslinie dwars door het dorp met het Fort Ter Klare als belangrijkste strategisch punt. Pas na 1713 kwam er weer vrede onder Oostenrijks bewind. In 1881 kwam er een spoorlijn. Begin 20e eeuw waren de middelen van bestaan beperkt. Veel mensen gingen werken in de Noord-Franse textielindustrie. De enige industrie was een in 1932 opgerichte tapijtweverij. In 1918 werd het dorp zwaar beschadigd door oorlogsgeweld.

    Sint-Denijs ligt in Zandlemig Vlaanderen en de hoogte bedraagt 17-76 meter. Het Grandvalbos en Kooigembos zijn oude bossen. Daarnaast kent men er het Mortagnebos, het Beerbos en de Lindebermen. De Zandbeek stroomt door het heuvelachtige landschap. Sint-Denijs behoort tot de dunstbevolkte gebieden in Vlaanderen.

    De start was vanuit het OC Ter Streye. De zaal was nog niet toegankelijk voor de wandelaars op dit vroege uur en ik keek naar het infobord en besloot om de grootste en de kleinste afstand te wandelen. Dus in totaal een 36km..Ik begon meteen aan de kleinste afstand, een lokale lus rondom Sint Denijs. Toen ik terug kwam was de zaal geopend, er waren al een aantal mensen aanwezig, schreef me in en vertrok voor de langste afstand. Deze ging richting Kooigem via enkel paden en een doorsteek door het Granvalbos, om zo aan te komen aan de ruwstpost te Kooigem.Ginds moest ik een lus van bijna 10km wandelen, richting Dottenijs en vandaar naar Bellegem om zo terug aan te komen voor de 2°maal te Kooigem. Daarna ging ik richting Spiere om zo naar mijn 3°rustpost te gaan in St-Denijs. Het begon heel warm te worden, nog een 6km te gaan na de rust tot het einde. De zon was hard tussen de velden, geen wind en ook geen beschutting.Was blij toen ik aankwam. 




    Startzaal voor de opening van de wandeling.











    Mooie vergezichten.











    Zicht op Kooigem







    Strakke helder blauwe hemel.












    Was heel warm tussen de velden.

    Zicht op Molen ter Klare











    Nog een laatste blik op Kooigem









    Een vlasveld op grondgebied Spiere



































             Het was een hele mooie tocht, jaamer dat het zo warm was, er warenmaar een 660 deelnemers er op afgekomen.

    25-06-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Avelgem 24-03-2023

    Guldensporentocht:

    Terug een mooie dag, met waarschijnlijk hoge temperaturen. Ik besloot om vroeg te gaan wandelen en koos voor deze wandeling Avelgem uit. De wandelclub uit Heestert organiseerde er hun Guldensporentocht. 

    Avelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 10.000 inwoners, die Avelgemnaars[1] worden genoemd. Avelgem ligt in het uiterste zuidoosten van de provincie, ten zuidoosten van Kortrijk, langs de Schelde, tegen de grens met de provincies Oost-Vlaanderen en Henegouwen.

    De gemeente werd rond 23 mei 1940 bezet door het Duitse leger en bevrijd op 5 september 1944. Minstens één weerstander werd naar het Auffanglager van Breendonk getransporteerd.

    Avelgem had in het midden van de 19e eeuw tussen 4.000 en 5.000 inwoners. De inwoners verdienden geld door landbouw en linnennijverheid, maar wanneer de crisis in de vlasnijverheid uitbrak (jaren 1846 - 1848), betekende dit een catastrofe voor de bevolking. In het noorden van Frankrijk was er toentertijd veel steenkoolwinning en dit oefende een grote aantrekkingskracht uit op de bevolking. Noord-Frankrijk ligt niet erg ver van Avelgem, maar toen waren er nog geen transportmiddelen voorhanden waarmee men elke dag die afstand zou kunnen afleggen. Daarom besloten velen dan ook te migreren naar Frankrijk, waardoor de bevolkingscijfers vrij sterk daalden. Pas in het begin van de negentiende eeuw waren er meer transportmiddelen voorhanden, en ook grote delen van bevolking die nog steeds in Avelgem werkte ging nu werken in de grensstreek. De bevolkingscijfers kenden weliswaar opnieuw een lichte groei. Op het einde van de 19e eeuw geraakte de industrie in Kortrijk op gang en er ontwikkelde zich een vlasnijverheid rond de Leie. Door deze nieuwe industrieën kende Avelgem opnieuw een lichte bevolkingsgroei.

    De start was vanuit het Gemeeschapscentrum Spikerelle. Er was van alles te doen in Avelgem(braderie en rommelmarkt), veel parking afgesloten, maar we hadden toch een parkeerplaatsje gevonden. De wandelaars konden er uit verschillende afstanden kiezen. Ik koos voor de 16km, daar ik in de vfroege namiddag nog een afspraak had.






























































































    24-06-2023 om 00:00 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Baudour 17-06-2023

    40e Marche du Solstice - 21e Mémorial Hilaire Debeil

    Vandaag eens gaan wandelen over de taalgrens. Ik ging wandelen in Baudour in de provincie henegouwen. 

    Baudour is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen en een deelgemeente van de Waalse stad Saint-Ghislain. In het zuiden van de deelgemeente ligt het gehucht Douvrain.

    Op het eind van het ancien régime werd Baudour een gemeente, waartoe ook Tertre behoorde. In 1849 werd het gehuchtje Lahaine omwille van zijn grote afstand naar het centrum van Baudour overgeheveld naar de gemeente Boussu. In 1883 werd Tertre afgesplitst als zelfstandige gemeente. Bij de gemeentelijke fusies van 1977 werd Baudour een deelgemeente van Saint-Ghislain.

    De start was niet vanuit het Parc Communal, maar een hondertal meter eerder, in Maison du Peuple.Ik kon kiezen uit een 4tal afstanden en ging voor de langste afstand. Het was een landelijke en bosrijke wandeling met het doorkruisen van het bos van Baudour en de bossen van Stambruges. 90% gewandeld door de 2 bossen rond Baudour.




    Het te volgen traject de 20km

    Hier door het Parc Communal









    Op weg naar het bos van Baudour







    De eerste halte



    Nu op weg naar het bos van Stambruges.












    Het Bos van Stambruges (Frans: Forêt (indivisée) de Stambruges of Bois de Stambruges) is een bos- en natuurgebied in het Natuurpark Scheldevlakten in de gemeentes Beloeil, Saint-Ghislain en Bernissart in de provincie Henegouwen in Wallonië. Het bos van 475 hectare is erkend als 'Site de Grand Intérêt Biologique' (SGIB2495) door het Waals Gewest. Tot de jaren 80 was het bos eigendom van de adellijke familie De Ligne; het bosgebied loopt door tot aan het kasteel van Beloeil. Het bos is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bord nord du bassin de la Haine' (Noordrand van het Henebekken (BE32012). Aan de rand van het bos ligt de zandverstuiving van het natuurreservaat 'Mer de Sable'. In het bos van Stambruges ligt 'la Fontaine bouillante', de borrelende bron waar volgens de legende een maîtresse van de Prins De Ligne verdronk met haar koets en de bemanning van de koets tracht boven te komen. In werkelijkheid gaat het om bronwater dat opborrelt door een scheur in de aarde.



























    Een hele mooie en rustige wandeling, zeker een aanrader.

    17-06-2023 om 18:58 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te Beernem 15-06-2023

    Rondom de Kijkuit:

    Vandaag terug een midweekse tocht. Ditmaal ging ik richting Beernem, waar de plaatselijke wandelclub er een tocht gaf in St-Joris. 

    Beernem is een gemeente in de groene rand rond Brugge (30 km ervandaan) in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 15.000[1] inwoners, die Beernemnaars worden genoemd. Beernem is bekend van het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus, haar verenigingsleven, de gesloten jeugdinstelling De Zande Beernem waar meisjes tussen 12 en 18 jaar die misdrijven gepleegd hebben worden geplaatst door de jeugdrechter. Beernem bevindt zich op een knooppunt van verbindingswegen, wat ideaal is voor pendelaars.

    Beernem wordt al vermeld in een akte van 847: 'in territorio Menap quod nunc Mempiscum appellant ... Coloscampum, Wenghinas, Berneham ...' (Recueil des actes de Charles II le Chauve, roi de France, red. Ferdinand Lot, 1943, nr. 92). De naam Berneham komt van het Germaanse birnu (beer of modderige plaats in de vorm van een beer) en hamma (een landtong die uitspringt in moerassig terrein). Het was duizenden jaren lang een desolate streek van bossen, heide en moeras. Feodaal was Beernem afhankelijk van het Vrije van Brugge en bestond uit een lappendeken van heerlijkheden. De bewoning lag toen hoofdzakelijk ten noorden van het huidige kanaal. Zuidelijk lag het onvruchtbare en woeste heidegebied het Bulskampveld dat zich toen uitstrekte van Torhout tot Bellem. Op het eind van de 18e eeuw werd dit onvruchtbare gebied ontgonnen. De rust en de natuur in de ontgonnen gebieden trokken de aandacht van rijke edellieden. Hun kastelen liggen nu nog verscholen in het groen. In 1852 werd een begin gemaakt met de Hervormingsschool, die zou uitgroeien tot het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus.Tussen 1915 en 1944 vonden in de streek de zogenaamde moorden van Beernem plaats die al dan niet verband hielden met elkaar en voor de nodige beroering hebben gezorgd.

    In 1977 werd besloten tot een gemeentelijke fusie tussen Beernem, Oedelem en Sint-Joris-ten-Distel. De gemeente bestaat naast Beernem zelf nog uit de deelgemeenten Oedelem en Sint-Joris (ook wel Sint-Joris-ten-Distel genoemd). Beernem zelf is de grootste deelgemeente, maar Oedelem telt slechts een grote 1000 inwoners minder. Op het grondgebied van Oedelem ligt nog een klein afzonderlijk gehucht en parochie, Oostveld genaamd. Het centrum van Beernem bestaat uit de oude dorpskern ten noorden van het kanaal Gent-Brugge, een nieuwer gedeelte ten zuiden van dit kanaal nabij de snelweg A10/E40 en een woonkern genaamd Vliegende Paard.

    Het beloofde terug een warme dag te worden, dus terug vroeg starten was de boodschap. De start van deze wandeling was vanuit de zaal De Barge. De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Ik ging deze keer voor de langste afstand (19km). Deze afstand heeft 2 rustposten. Tot de 1° rustpost loopt de wandeling samen met de 6 en 12km. Na de rustpost trekken we richting de Pluime. Langs de Langendonkstraat trekken we naar het kanaal. We nemen het jaagpad langs het kanaal tot rustpost 2. Het laatste stuk wandelen we door de velden richting Legeweg naar Gevaerts Noord. Als afsluiter gaan we door het natuurgebied Gevaerts-Noord naar het eindpunt.

























































































    Gevaerts-Noord is een natuurgebied langs de oevers van het kanaal Gent – Brugge, in de vallei van de Zuidleie. Die oevers zijn de favoriete broedplaats voor oeverzwaluwen. Op de zanderige bodem van de kanaalbermen vinden we droge graslanden welke in stand worden gehouden voor extensieve begrazing van een 9 tal ezels. In de zonnige open plekken gonst het van de vlinders en insecten. Via klaphekkens kun je het hele jaar door het natuurreservaat vrij in en uit.





















    Rustige, landelijke, goed begaanbare wegen. De noordelijke kant van Beernem-centrum met mooie vergezichten, natuurgebied, oude boerderijen biedt meer wandelmogelijkheden dan je denkt.

    15-06-2023 om 18:13 geschreven door jipie

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)




    Over mijzelf
    Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
    Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
    Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 60 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.


    Archief per week
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !























    Foto




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!