Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
07-09-2021
7 september 2021 Anderlues - Marchienne (GR412)
De wandeling. We hadden deze wandeling al een tijdje op het programma staan, maar na berichten dat een nieuwe topgids van GR 412 op verschijnen stond, stelden we de tocht wijselijk uit. De nieuwe topogids is er nu (sinds juli 2021) en bij de aankondiging was al duidelijk dat er nogal wat wijzigingen doorgevoerd werden. Ons oorspronkelijk traject tussen Anderlues en Marchienne was nog geen 13 km lang, vandaag stappen we ruim over de 15 km. Die 412 is de Sentier des terrils (en 4.12 is de naamdag van Sinte-Barbara, o.a. patrones van de mijnwerkers) die van Bernissart naar Blegny loopt: de 307 km zijn nu opgenomen in één topogids; oorspronkelijk waren er twee topgidsen: west en oost. Deze themaroute lijdt onder hetzelfde euvel als zoveel andere routes die zich vasthaken aan een bepaald thema. Bepaalde delen zijn echt de moeite waard. Ik denk dan aan het begin van onze tocht, langs de terrils van de Calvaire en van de Pétria, aan het Bois de Goutroux en ook aan bos en park die bij het Château de Monceau horen. Helemaal op het einde lopen we nu langs de Eau d'Heure, langs een pad dat dringend beter onderhouden moet worden (netels!) en dat bijna op zijn eentje verantwoordelijk is voor de verlenging van het oorspronkelijke parcours. Maar er is ook de wat troosteloze doortochten van Fontaine-l'Évêque en Goutroux. Met een TWQ van 48% wordt het een deliberatiegeval.
Dit is de meest fotogenieke van vandaag.
Ferme La Casse, met in de achtergrond terrils en in de voorgrond een eenzame fietsster.
De stafkaarten. 46/6S Anderlues en 46/7S Fontaine-l'Évêque.Op de recente schaal 1:25.000 wordt dat 46/5-6 Binche en 46/7-8 Charleroi.
Hoe we er geraakten. De aantrekkingskracht van een tramritje tussen Charleroi en Anderlues is natuurlijk groot, maar het gaat nu eenmaal een stuk sneller als we naar La Louvière-Sud rijden en daar overstappen op bus 30 die ons naar de halte Anderlues Roi des Belges brengt en dat elk half uur. Voor de terugrit kiezen we de NMBS-halte Marchienne-Zône. Zo kom je nog eens waar je anders nooit komt. Met een erg kort stukje over lijn 130A en een normale reisweg via Brussel geraken we vrij vlot thuis.
Een beetje geschiedenis. In deze streek stappen betekent "onvermijdelijk" dat je oude spoorbeddingen her en der kruist. Tegenwoordig blijft er alleen de "nieuwe" lijn 112 over, die Marchienne-au-Pont met La Louvière-Centre verbindt en een tramlijn Anderlues - Charleroi, maar in een nu al niet meer zo dichtbij verleden werd de hele regio bediend door spoorlijnen, waarvan een niet onaanzienlijk deel gewoon instond voor de afvoer van de kolen die hier door de mijnindustrie uit de grond gehaald werden. Het begint al in Anderlues, dat destijds een station en een tijdje ook een halte had. Die laatste werd Anderlues-Chaussée de Charleroi genoemd, wat weinig twijfel laat over de exacte inplanting ervan. Anderlues zelf lag even van de steenweg verwijderd. Ik heb een sterk vermoeden dat de tram hier nog altijd even de Steenweg naar Charleroi verlaat omdat op die manier een aansluitingspunt ontstond met spoorlijn 110. Die 110 zullen we trouwens een eindje volgen langs de Terril n°2 (Le Calvaire). Onmiddellijk daarna zal het over een oude spoorbedding van een industriële lijn gaan in de richting van de Terril du Pétria n°1. Beide beddingen zijn niet meer als dusdanig herkenbaar, maar wel erg goed begaanbaar. In Fontaine-l'Evêque kruisen we de vroegere lijn 112 Marchienne-au-Pont - Piéton - La Louvière. Hier is de bedding helemaal verdwenen, al volgen we een tijdje op afstand van de oude bedding de Ravel 112, nog maar eens de aanleiding om een bospad keihard te betonneren. Fontaine-l'Évêque had een zeer beperkte bediening; in het spoorboekje liep een andere verbinding Roux - Piéton, die duidelijk meer treinen had. Met de komst van de "nieuwe" lijn 112 verdwenen beide verbindingen. Verderop kruisen we in het Bois de Goutroux een andere verbinding, die in Goutroux afsplitste van lijn 112. Goutroux had tot voor WO II trouwens een tijdlang een eigen halte. Met de teloorgang van het mijnwezen in de regio werden ook de vele koolsteenlijnen overbodig. Sommige zijn nog duidelijk te herkennen op destafkaarten, van andere blijft werkelijk geen enkele herinnering meer over.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Sud
3430
09:41 10:22
+3
2728 - 51028
M4
controle: J
La Louvière - Anderlues
[30]
10:28 11:06
+4
ab3425
Solaris Urbino T2 Hybrid
La Louvière/Houdeng
-
Marchienne-Zône - Charleroi-Sud
4785
15:33 15:39
stipt
984
mr74
controle: N
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid
2015
15:54 16:45
stipt
2730 - 61019
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
8741
16:49 16:59
stipt
2737 - 51015
M4
controle: J
En wat we beleefden. Het begint wat onheilspellend met problemen tussen Lier en Herentals, maar de vertraging blijft al bij al beperkt en in Halle is ze zo goed als volledig ingelopen. Volgens de tracker bestaat IC 3430 alleen uit een locomotief: de 2728. Dat klopt en gelukkig sleept die ook nog een lang stel M4-rijtuigen mee. In rijtuig 51028 zit nog altijd een glazen wand om symbolisch de rokersafdeling te scheiden van de niet-rokers. In coronatijden denk je dan aan iets anders. We staan even zo goed als stil voor Braine-le-Comte en met maar 6 minuten overstaptijd is dat niet bepaald geruststellend. Twee minuten vertraging zijn het gevolg en de trein zal deze vertraging tot La Louvière-Sud meeslepen.
In La Louvière-Sud is sinds de laatste keer een nieuw busstation aangelegd, aan de andere zijde van het spoorwegstation. We zien er o.a. een nieuwe E7. Onze 30 is al verdwenen van de app van de TEC, maar met een lichte vertraging komt de voorziene bus toch aanrijden. Het is een Solaris Urbino T2 Hybrid. Bij de TEC moeten ze denken dat reizigers graag rechtstaan: 3 deuren, veel anderhalve zitplaatsen, je moet al geluk hebben om te zitten. Een jongedame is bereid om van plaats te veranderen zodat wij bij elkaar kunnen zitten. De bus nemen in een ruime regio rond La Louvière is altijd frustrerend; voor de chauffeur moet het nog erger zijn: smalle straten met veel geparkeerde auto's, enige snelheid halen is gewoon onmogelijk. De chauffeur is trouwens rustig en voorzichtig, daar scheelt het hem deze keer niet. We arriveren bij de halte Roi des Belges met 4 minuten vertraging.
De terugreis wordt busloos, al hadden we ook bussen tot Marchienne-au-Pont kunnen nemen. De halte Marchienne-Zône ligt in een bocht en de perrons zijn erg laag, zoals dat vroeger de gewoonte was. De NMBS zou hier touwen en haken ter beschikking moeten stellen zodat de reizigers zich in de trein kunnen hijsen. De tbg komt niet verder dan Attention, c'est haut. Het tweeledige stel wordt weer ontsierd door verfvlekken die vermoedelijk allemaal iets te betekenen hebben. In Charleroi-Sud staat IC 2015 al klaar. We rijden over lijn 124A naar Luttre: Infrabel werkt hier tot eind 2022 aan de vernieuwing van de bovenleidingen. Dat kan alleen maar vertraging veroorzaken maar dat valt nog mee. Tegen valt dan weer de jeugd die in Braine-l'Alleud instapt en liefst in eerste klas wil zitten. De tbg's zijn wel in de buurt en dus schuiven ze toch maar door. Eén pummeltje lijkt dat niet door te hebben, ook niet dat je een mondmasker moet dragen als je de trein neemt. Ik doe hem teken, maar liever dan een masker op te zetten verlaat hij de afdeling. Mij niet gelaten. We komen zo stipt aan in Brussel-Zuid dat we zelfs nog meekunnen met de P8741 naar Binche. Dat we alleen maar van spoor 20 naar 19 moeten helpt de zaak. We zitten ons al af te vragen waarom we nog betalen voor eerste klas, als de tbg komt. Een zwarte vrouw zonder masker beweert over een attest te beschikken dat haar vrijstelt. Ze wordt naar tweede verwezen, want een eersteklasbiljet heeft ze ook al niet. Na de doortocht van de tbg is de bezetting van het rijtuig met een vierde gezakt. Het ritje naar Halle verloopt voor de rest helemaal volgens het boekje.
De treinlectuur. Antonio MUÑOZ MOLINA, Als de schaduw die verdwijnt. Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.
Domus Medica vindt dat we de lasten van de coronacrisis helemaal op de jeugd afschuiven en wil dat er minder getest wordt in de scholen… Sterven was inderdaad een handige zet van al die oudjes.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
2 september 2021 - Maaseik - Opoeteren (Via Limburgica)
De wandeling. Het was alweer van 20 augustus 2013 geleden dat we het eerste deel van de Via Limburgica, tussen Thorn en Maaseik, stapten. Vandaag staat een tweede etappe op het programma: van Maaseik tot Opoeteren. Dat is 16 à 17km, met een TWQ van 36% en dat laat eigenlijk het ergste vermoeden. Laat ons beginnen met wat echt interessant is: het pad naar Heppeneert, aan de Maaszijde van het muurtje dat in de kletsnatte julimaand nog in het nieuws kwam - op zich beter dan de oninteressante weg, met veel fietsers aan de andere kant van de muur; de wandelvriendelijke oever van de Zuid-Willemsvaart (de andere oever met verhard pad is niet veel soeps) en een echt mooi wandelstukje langs de Bosbeek, die hier ook echt in een bos loopt. En daarmee hebben we het spijtig genoeg ook wel gehad. Twee lange, bijna rechte stukken met woningen aan weerszijden zijn er echt te veel aan. Kortom, dit deel van de Via Limburgica is de inspanning eigenlijk niet waard. Bovendien is de bewegwijzering onbruikbaar (geworden): meer dan je af en toe eens bevestigen dat je nog steeds op het rechte pad loopt, doet ze niet…Het kaartje.
De foto's vind jehier. De volg drie geven een voorproefje:
Alle eendjes zwemmen in het water… falderaldeliere
In anderhalve maanden tijd kwamen we Amor 3 keer tegen, telkens op ver uit elkaar gelegen locaties: Turnhout, Brugge en Neeroeteren. Het is lang niet zeker dat het altijd over dezelfde boot gaat.
Ongetwijfeld het mooiste punt van de hele wandeling, dit brugje over de Bosbeek, vlak bij Opoeteren.
Het weer. Licht bewolkt en aangenaam warm.
De stafkaarten. 18/7Z Maaseik - 26/3N Rotem - 26/2N Opglabbeek. Op 1:25.000 en recent worden dat 18/7-8 Maaseik, 26/1-2 Opglabbeek en 26/3-4 Dilsen-Stokkem.
Hoe we er geraakten. Maaseik wordt al bij al goed bediend door De Lijn, maar lijn 45 steekt er toch bovenuit. Met een halfuurdienst en de keuze om in Hasselt of Genk over te stappen kun je de reismogelijkheden zelfs riant noemen. We kiezen de overstap in Genk, in aansluiting met de IC uit Blankenberge en Brussel. Voor de terugrit is er minder keuze: lijn 11 zal ons tot Genk brengen, waar de aansluiting met de IC naar Brussel en Blankenberge met 12 minuten zelfs tijdens de spits geruststellend is.
Een beetje geschiedenis. Opoeteren kreeg een station op de lijn 21A Hasselt - Maaseik, maar verloor blijkbaar zijn statuut als station in 1913, toen het tot halte gedegradeerd werd. De naam van de halte was Opoeteren-Dilsen, maar dergelijke dubbele benamingen voorspellen zelden veel goeds: de kern van Opoeteren lag inderdaad meer dan 3 km van de spoorweg. Nu zag men er in die tijd waarschijnlijk niet echt tegenop om zich enkele keren per jaar te voet of met de fiets - of met paard en kar! - naar de halte te begeven, maar echt praktisch moet het allemaal niet geweest zijn. Toch lijkt het er wat op dat de aanwezigheid van een treinhalte de echte ontsluiting van het dorp in de ogen van de gezagsdragers onnodig maakte. Het duurt inderdaad erg lang voor er een bus komt. Een eerste vond ik dankzij zone01 in 1938 toen een buslijn Bree - As - Hasselt 3 keer per dag Opoeteren met Bree of Hasselt verbond. Dan volgt een enorme blinde vlek in mijn gegevens. Vanaf 03.06.1956 verschijnt wel een tabel 1174 (lijn 11) in het spoorboekje: Maaseik - Opoeteren - Zwartberg - Genk, met 3 ritten in elke richting. Op 28.09.1958 worden dat er vier. Het zou wachten worden tot 29.05.1960 voor de lijn een min of meer gestructureerde dienstregeling kreeg, met een onregelmatige bediening de hele dag door én een verlenging van Genk naar Hasselt. Opvallend is dat je in de dienstregelingen van de volgende jaren een stukje economische geschiedenis van Limburg kunt herkennen: sommige ritten rijden alleen als de Mijn van Zwartberg werkt, later wordt dat Ford Werke en nog later Philips. Om uiteindelijk te constateren dat al de ritten naar bedrijven helemaal wegvallen.
Vermoedelijk op 01.09.1989 komt er een beperkte sneldienst Hasselt - Maaseik, die een snellere reisweg volgt, maar ook onder het lijnnummer 11 rijdt. Vandaag rijden er nog altijd twee lijnen met hetzelfde nummer en toch een sterk afwijkende reisweg. De oudste van de 2 rijdt nu tussen Genk en Maaseik.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
7574
08:33 08:43
stipt
2157 - 51003
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Genk
1507
09:11 10:50
+4
1919 - 61044
M6
controle: J
Genk - Maaseik
[45]
11:00 11:46
+2
ab5642
Iveco Crossway LE
Lanaken
-
Opoeteren - Genk
[11]
17:23 17:55
-3
ab4408-77
Van Hool New AG300
Heidebloem
Genk - Brussel-Noord
1541
18:07 19:38
+2
534
ms96 - Deense neus
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3790
19:52 20:19
+1
08196
ms08 - Desiro
controle: N
En wat we beleefden. We hebben nogal wat mogelijkheden om in Brussel-Zuid de trein naar Genk te halen, maar we kiezen de rustigste trein: P7574 uit Geraardsbergen naar Schaarbeek, samengesteld uit M4-rijtuigen bovendien. Geluidsinstallatie en perronschermen zijn het erover eens: er hangen eersteklasrijtuigen in eerste en laatste positie. In werkelijkheid hangt er één enkel rijtuig ergens middenin de trein. Dat de samenstelling in de praktijk afwijkt van de theoretische kan ik nog enigszins begrijpen, dat men er niet in slaagt om correcte info te geven, vind ik al minder aanvaardbaar. De IC 1507 naar Genk heeft in Brugge vertraging opgelopen, maar die slinkt naarmate de trein Brussel nadert. Bij vertrek in Brussel-Zuid blijven er maar 2 minuten meer over, maar de doortocht door de NZV verloopt deels met een slakkengangetje: in Brussel-Noord is de vertraging alweer opgelopen tot 6 minuten. De rest van de rit verloopt volgens coronaprincipes: nu eens wat meer, dan weer wat minder, maar nooit nul: in Genk tekenen we 4 minuten vertraging op.
Limburgse busreizigers kunnen maar beter uit hun doppen kijkende bollebozen zijn. Op hetzelfde moment, op hetzelfde perron vertrekt lijn 45, naar keuze naar Maastricht of Maaseik. De behulpzame chauffeur van de bus naar Maastricht vraagt ons waar we naartoe willen en op dat moment komt de bus naar Maaseik zich achter die naar Maastricht posteren. Het is markt in Genk, maar aan de bezetting van de bus valt dat niet te merken. We stappen uit bij de halte Plantage, die het dichtst bij de markt van Maaseik lijkt te liggen. De bus is een Iveco, zoals we die in eigen streek ook in de stelplaats Leerbeek vinden.
Voor de terugrit moeten we lijn 11 naar Genk halen. De bus is een gelede Van Hool New AG300, zoals we die in eigen streek kennen van de stelplaats Het Rad. Voor de variatie hadden we het dus niet moeten doen.
De IC naar Blankenberge bestaat uit 4 Deense neuzen: een indrukwekkende trein die terugkerende toeristen vast wel zullen weten te waarderen. We zitten helemaal vooraan en dat staat garant voor een erg rustige reis. We worden voor de derde keer gecontroleerd vandaag. De treinbegeleider voelt zich duidelijk in zijn sas, maar 6 of 7 keer een volledige aankondiging te horen krijgen, is voor de meeste reizigers niet langer handig, maar storend. De trein doet het erg behoorlijk onderweg, maar net tussen Leuven en Brussel-Noord loopt hij 2 minuten vertraging op: dat is dat ietsje te veel om de S-trein naar Halle en Aalst nog te halen en dus wordt het de S-trein naar Braine-le-Comte. Opvallend: meteen na Brussel-Noord, waar we nochtans op tijd vertrekken, wordt 1 minuut vertraging voorspeld in Brussel-Centraal en dat klopt nog ook. Als we in Halle met 1 minuut vertraging aankomen, is dat trouwens een minuut opgelopen tussen Lot en Halle, waar de dienstregeling opvallend krap is. Een vierde controle blijft uit.
De treinlectuur. Antonio MUÑOZ MOLINA, Als de schaduw die verdwijnt. Behoorlijk moeilijke roman over het schrijven van een roman over James Earl Ray, de moordenaar van Martin Luther King, die op zijn vlucht in Lissabon strandt. Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.
Ik blijf me verbazen over politici die verbaasd staan dat wij verbaasd kijken naar hun beleid.
En ik verbaas me ook over al die naamwijzigingen die bedrijven menen te moeten doorvoeren. Beweging.net, bij Belfius binnenkort Beats en vooral bij de NMBS: als je de oude naam moet blijven vermelden, waarom hou je die dan niet gewoon aan. Ongelooflijk dat mensen betaald worden om nieuwe namen voor oude producten te bedenken.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Veel valt er over Saint-Rahi niet te vertellen: neem van me aan dat er weinig over te vertellen is, als je zelfsop deze pleknauwelijks wat gegevens kunt vinden. In het driedelige standaardwerk voor het herkennen van heiigen (Sanctus, Sancti, Sanctorum) wordt de heilige zelfs helemaal niet vermeld. En nochtans heeft deze heilige een kapel gekregen die aan hem toegewijd werd in 1915, met een opschrift dat tijdens de Duitse bezetting op zijn minst subversief genoemd kan worden (ziefoto's). De wandeling die we vandaag in Bomal volgen heet trouwens gewoon Saint-Rahi, draagt op de wandelkaart van Durbuy het nummer 17 en is voortreffelijk aangeduid met groene ruiten. Na 11 km sta je opnieuw bij het station van Bomal. De TWQ bedraagt een eerder povere 42%, maar toch hadden we achteraf de indruk dat onze tocht erg vaak over interessante paden liep en dat de wandeling als geheel erg weinig verstoord wordt door het autoverkeer. Eigenlijk kozen we deze wandeling wat schroomvallig, want we wilden absoluut niet als ramptoeristen door het door de regenbom zwaar getroffen Bomal stappen: Ourthe en Aisne hebben voor een echte ravage gezorgd, met zwaar toegetakelde en voor auto's afgesloten brugjes als gevolg en de ellende achter de muren van de getroffen huizen kan alleen maar vermoed worden. Maar we gingen algauw de hoogten opzoeken en daar leek de schade zich te beperken tot die van een banaal zomeronweer. Op de kaartis te merken dat we de wandeling klaargestoomd hebben voor stappers die met de trein naar Bomal komen. De eigenlijke wandeling (en bewegwijzering) begint pas in de buurt van de Kerk. Op de hoogte kom je bij de kapel van Saint-Rahi en na nog wat stijgen bereik je het rustige dorpje Ozo. Het einde biedt een uitkijktoren en interessante voetwegen, o.a. langs de Trou des Nutons, een grot waar aardmannetjes zouden wonen. Wie herinnert zich de alverman nog?
De Chapelle Saint-Rahi heeft haar naam gegeven aan deze wandeling.
Het weer. Licht bewolkt, maar winderig en eerder fris: bijna ideaal stapweer.
De stafkaarten. 49/5S Bomal - 49/6S Ferrières. Het is voorlopig nog even wachten op de nieuwe kaart op 1:25.000, maar in deze regio zijn de wijzigingen niet van die aard dat je niet met een 20 jaar oude kaart op stap kunt.
Hoe we er geraakten. Eigenlijk liggen er 2 reiswegen open naar Bomal, een langs Liège en de andere via Marloie, maar die laatste is op dit ogenblik minder aangewezen omdat lijn 161 tussen Ottignies en Gembloux nog niet volledig hersteld is na de hevige regenval van enkele weken geleden. En dus wordt het reizen langs Liège-Guillemins. We zouden zelfs een overstap kunnen uitsparen door voor een IC 17xx te kiezen, maar met een overstap in Brussel-Zuid op een IC 5xx creëren we toch wat meer overstaptijd en zou het toch wat sneller kunnen. Dat geldt ook voor de terugreis.
Een beetje geschiedenis. Bomal werd sinds 18.06.1866 bediend door de treinen van de lijn 43 Angleur - Rivage - Marloie. Meteen na Angleur waren er treinhaltes in Streupas, Sauheid, Colonster en Sainval, wat eigenlijk een voorproefje was van een echt voorstadsnet. Sauheid was de enige halte die het overleefde (hoewel), getuige het spoorboekje van 28.05.1972, zowat het eerste dat ik ook daadwerkelijk gebruikt heb om mijn treinreizen voor te bereiden. Ik heb wat gegevens uit dat jaar samengesprokkeld in de volgende tabellen, één in de richting Jemelle, de andere in de richting Liège.
3406
R
07:04
Jemelle
8406
N7
07:51
Jemelle
niet Biron
8408
R
09:08
Jemelle
niet Biron
8409
R7
10:39
Jemelle
niet Biron
3410
R7
11:34
Jemelle
van 24.06 tot 03.09.72
3410
N7
11:34
Jemelle
8412
R6
13:42
Jemelle
8412
N6
13:50
Jemelle
bus
R6
14:55
Jemelle
niet Melreux-Hotton
8414
R
15:46
Jemelle
3416
N7
17:50
Jemelle
8417
N7
18:40
Jemelle
niet Biron
8417
R7
18:46
Jemelle
niet Biron
8419
N7
19:50
Jemelle
niet Biron
8419
R7
20:42
Jemelle
niet Biron
8421
R
22:11
Jemelle
niet Biron
8422
N7
23:34
Jemelle
niet Biron
8423
R7
00:09
Jemelle
niet Biron
En in de richting Liège.
8453
R
04:16
Liège-G.
8454
N7
05:04
Liège-G.
8481
R7
06:41
Liège-G.
niet Sauheid
3481
N7
06:54
Liège-G.
Rivage - Sauheid direct
8456
N7
07:25
Liège-G.
niet Sauheid
8457
R
08:33
Liège-G.
niet Sauheid
8460
R
10:51
Liège-G.
niet Sauheid
8461
R
12:27
Liège-G.
niet Sauheid
bus
R6
14:37
aankomst uit Jemelle
8465
R6
15:51
Liège-G.
niet Chanxhe, Souverain-Pré, Sauheid
8466
N67
16:37
Liège-G.
8467
N6
18:05
Liège-G.
niet Souverain-Pré, Sauheid
8468
N7
18:47
Liège-G.
niet Sauheid
8468
R7
19:12
Liège-G.
niet Sauheid
3469
N7
19:47
Liège-G.
Rivage - Angleur direct
8469
R7
20:23
Liège-G.
niet Sauheid
8470
R7
21:24
Liège-G.
niet Sauheid - rijdt van 24.06 tot 03.09.72
8471
N7
21:50
Liège-G.
niet Chanxhe, Sauheid - enkel 2de kl. en geen pakwagen
8471
R7
22:17
Liège-G.
niet Chanxhe, Sauheid
De treinnummers zijn een aanduiding van het bedieningstype: 84xx staat dan meestal voor treinen die het volledige traject als omnibus reden, 34xx verwees naar semi-directe treinen die veelal alle halten tussen Angleur en Rivage oversloegen, maar dan verder toch als stoptrein naar Jemelle spoorden. In de andere richting was het eindpunt Liège-Guillemins, maar na de verbeteringswerken aan de tunnels tussen Liège-Guillemins en Herstal (toen al!), kregen de meeste treinen Liers als startpunt of eindbestemming. De eerste treinsamenstellingen die ik me herinner spraken en spreken nog altijd tot de verbeelding. Diesellocs van reeks 55 sleepten meestal 3 M2-rijtuigen (1A, 1B en 1BD). Omdat de referentiesnelheid van de lijn 90 km/u bedroeg, kon je hier altijd zeker zijn van comfortabele ritjes in rijtuigen die om en bij de 20 jaar in dienst waren. Vreemde eend in de bijt is een busrit heen en terug op zaterdag, uit Jemelle tot Bomal en terug. Die bus vertrok om 13:40 uit Jemelle en arriveerde in Bomal om 14:37.Vandaar ging het terug om 14:55 (in aansluiting met een trein uit Liège-Guillemins) naar Jemelle. Bij de terugrit werd Mereux-Hotton niet bediend.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
stipt
960
mr70 (CityRail)
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508
09:55 10:59
stipt
1874 - 11815
I11
controle: J
Liège-Guillemins - Bomal
5560
11:14 12:00
stipt
08548
mr08 Desiro
controle: J
-
Bomal - Liège-Guillemins
5587
15:57 16:43
stipt
08548
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0539
17:00 17:49
stipt
1828 - 73014
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1939
18:01 18:23
+1
530
mr96 - Deense neus
controle: N
Desiro 08548 bracht ons als L 5560 van Liège-Guillemins naar Bomal.
En dan moet je wat geluk hebben als je toevallig deze kalktrein uit Jemelle kunt fotograferen met de 7844 en de 7854 voorop.
En wat we beleefden. Zoals wel vaker zijn we behoorlijk op tijd in Halle. Het zou ook met de IC van 9:37 kunnen, maar we hebben in onze lange treincarrière toch wel al eens meegemaakt dat een trein laten rijden niet zo een goed idee was. En dus wordt het IC 3408, samengesteld uit een tweeledig en een vierledig stel. We halen onderweg waarschijnlijk de goederentrein in die we even voordien door Halle hebben zien rijden en voor die uit de voeten is, staan we zelfs bijna helemaal stil, maar toch komen we nog stipt aan in Brussel-Zuid. In de IC naar Welkenraedt verwacht je tegenwoordig al M7-rijtuigen, maar vandaag is het een stel I11-rijtuigen en zijn er geen M7's te bespeuren. In de voorbije dagen zat dit stel in een van de expresstreinen naar Oostende. De L-trein naar Marloie staat klaar op perron 7: door de werken tussen Liège-Guillemins en Liège-Saint-Lambert rijden deze treinen de hele zomervakantie lang van en naar Liège-Guillemins i.p.v. Liers. We vertrekken met 3 minuten vertraging; in Comblain-la-Tour is de vertraging volledig weggewerkt. Van het weidse uitzicht uit een M2 of een klassiek stel is in deze Desiro geen sprake. Toch krijgen we zicht op al die ontwortelde bomen die op de oever van de nu kalme Ourthe beland zijn. De enige wc in deze Desiro is afgesloten.
De terugrit begint in hetzelfde stel van daarstraks. Stipter dan deze trein kan er niet gereden worden. Een jongedame vraagt de tbg of de wc toch niet even open kan, want ze moet dringend. De tbg stemt toe, niet zonder waarschuwing dat het toilet er niet uit ziet. Je spaart natuurlijk wel plaats uit door maar een wc te voorzien, maar als het fout loopt is, is de nooddruftige reiziger de dupe. De IC naar Oostende komt uitzonderlijk vroeg aan in Liège-Guillemins: een eerder rit via Montzen had ons al duidelijk gemaakt dat er behoorlijk wat reserve zit in de dienstregeling van de omleidingsroute. Van de ICE moet het vertrek nog bevestigd worden, we zullen hem pas terugzien in Brussel-Noord, met een klein half uur vertraging. In de IC krijgen we voor de vierde keer vandaag controle; het lijken wel pre-coronatijden. IC 1939 zal ons ten slotte naar Halle brengen, met het bijna klassieke minuutje vertraging. Die vindt deze keer zijn oorsprong in Brussel-Zuid, meestal is het de S2 die net voor Halle voor de lichte vertraging zorgt.
De treinlectuur. Raymond CHANDLER, Tot ziens Mr. Marlowe. Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.
Ik lees dat de topman van het gemeenschapsonderwijs de taken van de leerkrachten wil opsplitsen: lessen voorbereiden, les geven, toetsen opstellen, toetsen verbeteren. Iedereen naar eigen godsvrucht en vermogen. Moet je echt topman geworden zijn om niet in te zien dat een leerkracht die naam waardig dat hele proces van begin tot einde wil doorlopen? Alleen voor al die vergaderingen voor, tijdens en na het schooljaar zou men specialisten kunnen inzetten. Die vaardigen dan allerlei dwaze maatregelen uit, waaraan de leerkrachten zich niet storen omdat ze er toch geen rekening mee houden. En wie er na enkele jaren het best in slaagt om te vergaderen, kan topman van het GO! worden en daar zijn onzin uitkramen. Arm onderwijs…
Ik las ook dat plofkippen milieuvriendelijker zijn… omdat ze minder lang leven. Als we dat nu eens toepasten op mensen?
Ik las ook nog dat twee madammen in Tienen vinden dat de lindebomen in hun straat hun auto's bevuilen. Wat kun je nu eigenlijk het makkelijkst verplaatsen?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het was alweer van 26 maart 2018 geleden dat we ons laatste stukje van de GR Kempen stapten en arriveerden in Wortel. Vandaag stappen we het vervolg: ongeveer 23 kilometer verder komen we aan in Meersel. Het is een typische Vlaamse GR: denk niet dat je hier lange aaneengesloten interessante stukken zult vinden; dus komt het erop aan dat je met volle teugen geniet van al het moois dat je af en toe toch geserveerd krijgt. De TWQ van 45% zegt eigenlijk al genoeg: in deze regio, die ook nog door een ruilverkaveling getroffen is, ligt het gehalte aan asfalt en beton erg hoog voor een GR. Met name voor en na de kern van Hoogstraten is het duidelijk dat Vlaanderen in de laatste halve eeuw versneld is volgebouwd en dat levert niet meteen de aangenaamste wandelervaringen op. Gelukkig is er de Mark die we enige tijd, tegen het einde aan, mogen volgen. Het zal wel een rivier zijn, maar door zijn sloomheid lijkt het wat op een langgerekte vijver. Je vraagt je af hoe die al die watermolens draaiende kon houden. Dat we regelmatig uit de weg moeten voor veelal rustige fietsers moeten we erbij nemen. Het valt ons trouwens op dat de meeste mensen - ook de niet-fietsers - hier bijzonder en gemeend vriendelijk zijn.
De topogids is van 2012: dat staat garant voor een aantal wijzigingen. Voor ons is het die in het Nederlandse Castelré die ons vandaag aanbelangt. Volgens de website van de GR ligt de schuld bij het Staatsbosbeheer, dat een aantal nieuwe wandelwegen heeft aangelegd ter compensatie van die, die oorspronkelijk op het GR-parcours lagen. Nu volgen we een zandweg die het traject met een kleine kilometer inkort. Blijkbaar lopen er niet alleen in België natuurmensen rond die de wereld zo snel mogelijk naar hun onfeilbare hand willen zetten. In Hoogstraten moet je rechts van de Sint-Katharinakerk stappen in plaats van links: steigers voor de restauratie van deze kerk versperren je daar de weg. Beide wijzigingen kun je terugvinden ophet kaartje.
Het weer. Zwaar bewolkt, met uitgestrekte altocumulusvelden, schapenwolkjes in de volksmond. Aangename temperatuur tegen de 25 graden aan en tamelijk rustig.
De stafkaarten. Op 1:10.000 zijn het er heel wat: 8/3Z Wortel - 8/2Z Hoogstraten - 8/2N Meer - 8/3N Heerle - 2/6Z Ipenrooi en 2/7Z Meerle. In de nieuwe reeks op 1:25.000 komt dat neer op 8/1-2 Hoogstraten - 8/3-4 Baarle-Hertog en 2/6-7 Meerle.
Hoe we er geraakten. Wortel kun je bereiken uit Turnhout met lijn 430 Reusel - Turnhout - Hoogstraten. De aansluiting met de IC uit Binche en Brussel is wel erg ruim: 55 minuten. Bij nadere beschouwing bestaat er wel een redelijke aansluiting met de trein uit Antwerpen, maar we zouden amper 6 minuten later kunnen vertrekken uit Halle. Dus is de keuze snel gemaakt: we kiezen de rechtstreekse trein i.p.v. een verbinding met 2 overstappen. De terugreis kan met lijn 602 Meerle - Brecht - Antwerpen. Die lijkt een prima aansluiting te geven op de IC uit Amsterdam naar Brussel in station Noorderkempen. We hadden natuurlijk ook tot Antwerpen in deze bus kunnen blijven zitten, maar we willen nog wel eens zien hoe het er in Noorderkempen aan toe gaat. Dit is trouwens ook de snelste manier om naar Halle te reizen.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk heb ik het bij aankomst in Wortel (26.03.2018) al uitvoerig gehad over de tramlijn die Turnhout met Meersel verbond en dus hoef ik daar vandaag niet zo heel veel aan toe te voegen. De tram bereikte Meersel-Dreef (of verderop Tol, of Douane) op 20.03.1899 en sneuvelde in WO II. Het gedeelte tussen Meersel en Rijsbergen (NL) werd trouwens al in 1934 opgeheven.
Hier reed tot 1943 het trammetje. Nu is de brug blijkbaar privébezit geworden.
De buslijn die Meersel-Dreef bediende duikt voor het eerst weer op in het spoorboekje van 1949, onder tabel 925, Meersel - Hoogstraten - Turnhout, met 4 HT-ritten per dag. Let wel, het is best mogelijk dat een busdienst al eerder de tram verving, maar de erg dunne spoorboekjes in de nasleep van de wereldoorlog, vermeldden geen NMVB-dienstregelingen. In 1952 vinden we zelfs 2 busdiensten terug: 801 (Brassschaat - Sint-Job - Loenhout - Meer - Meersel) en 802 (Turnhout - Merksplas - Meersel). Vanaf 1957 wordt die laatste lijn ondergebracht in tabel 641, op 01.06.1975 verschijnt voor het eerst lijnnummer 43. Op 03.06.1984 wordt de bediening schuchter verbeterd: op weekdagen (zelfs zaterdag) verschijnt iets wat op een 2-uurdienst lijkt, op zondag blijven intervallen van 3 tot 4 uur. Op 05.01.2005 wordt de buslijn vernummerd naar 430; de bediening wordt wel ingekrompen: de belbus van Hoogstraten moet soelaas brengen. Ondertussen is die belbus, zoals de meeste in de entiteit Antwerpen, wel opgedoekt. Maar niet getreurd: vermoedelijk samenvallend met de opening van het NMBS-station Noorderkempen (2009) wordt het busnet in de ruime omgeving aangepast en voor Meersel komt dat neer op een buslijn die Meersel via Noorderkempen en Turnhout met het Nederlandse Reusel verbindt. Maar meer nog springt lijn 602 in het oog die Meersel via Hoogstraten met Antwerpen verbindt. Ik schrijf hier eerder vermoedelijk omdat het al eerder vrijwel onmogelijk geworden was om de onregelmatig verschijnende busboekjes vast te krijgen: zo ontstond een hiaat in de gegevens dat door het geheugen niet ingevuld raakt. Bij de NMBS publiceert men de spoorboekjes nog in pdf-formaat. Bij de TEC probeer ik om de zoveel jaar alle dienstregelingen in pdf-formaat op te slaan, echt wel een werkje van lange adem. Bij De Lijn is dat nauwelijks doenbaar omdat je nooit een volledige dienstregeling (dus voor alle rijperiodes) in één keer kunt downloaden. Simpy probeert al 2 jaar om de dienstregelingen toch op een bruikbare manier ter beschikking te stellen, maar voor De Lijn beschik ik over weinig tot geen gegevens vanaf pakweg 2005.
De verbinding.
Halle - Turnhout
3406
07:21 08:54
+1
1818 - 61060
M6
controle: J
Turnhout - Wortel
[430]
09:49 10:11
-2
ab1103-60
Mercedes Citaro LE
KAV
-
Meersel - Brecht
[602]
17:10 17:55
+5
ab2509
VDL Bus&Coach Citea SLFA
Hoogstraten
Noorderkempen - Brussel-Noord
9252
18:01 19:05
stipt
186 011 - 61 84 1070 356
NS
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1740
19:13 19:33
+10
418
mr80 Break
controle: N
En wat we beleefden. Niet IC 1706 wordt dus onze eerste trein van de dag, wel IC 3406 die ons rechtstreeks naar Turnhout brengt. Die rijdt behoorlijk, zelfs onberispelijk tot Mechelen. Meteen na Mechelen krijgen we trouwens onze enige controle van de dag: een Franstalige treinbegeleidster spreekt ons aan in vlot en vrijwel accentloos Nederlands. Dat is toch wel wat anders dan veel treinbegeleiders, Vlamingen zowel als Walen en Brusselaars, die zelfs voortdurend struikelen over de standaardzinnetjes, die ze soms op een onbegrijpelijke manier uitbroebelen. Bij de vertakking Duffel staan we een tijdje stil: P 7209 Neerpelt - Brussel-Zuid rijdt met 5 minuten vertraging en dat is ook precies de vertraging bij aankomst in Lier. In Turnhout is de vertraging geslonken tot een verwaarloosbare minuut.
Het stationsbuffet - lang geleden goed voor vermeldingen in pers en toeristische tv-programma's - is ondertussen opgefrist en gelukkig opnieuw open. Koffie helpt wel vaker om lange aansluitingen wat korter te doen lijken.
Bus 430 bedient vandaag het AZ Sint-Jozef niet en dat verklaart dat we enkele minuutjes te vroeg in Wortel aankomen. Een dame op weg naar het ziekenhuis wordt goed op de hoogte gehouden door een andere dame. Solidariteit tussen zwart en wit…
Voor de terugreis kunnen we gebruik maken van de halte Meersel-Dreef Nieuwe Dreef, een hele mond vol, en eind- en vertrekpunt van lijn 602 naar Antwerpen. De chauffeur stapt uit, vermeldt zijn vertrekuur, suggereert dat we mogen instappen maar dat we misschien liever nog wat buiten in de frisse lucht willen blijven en haalt dan zijn boterhammetjes te voorschijn. Op een geapprecieerde manier zoekt de chauffeur hier contact met zijn klanten, iets wat maar al te vaak ontbreekt. Hij houdt er een stevige vaart in en dat blijkt ook nodig. Je zou de verantwoordelijke(n) van De Lijn moeten uitdagen om deze rit in de voorziene tijd te rijden, met inachtneming van het verkeersreglement en om de drie halten 10 seconden oponthoud. Het wordt al snel duidelijk dat de aansluiting in Noorderkempen een dubbeltje op zijn kant wordt. Als we in de stelplaats van Hoogstraten ook nog een chauffeurswissel meemaken, worden de vooruitzichten helemaal hachelijk. Na Hoogstraten rijden we met 5 minuten vertraging en daar gaat geen seconde af.
Ik ken Noorderkempen niet zo goed: als we over de brug rijden staat een Amsterdammer klaar, maar dat blijkt een trein richting Amsterdam te zijn. Onze IC wordt aangekondigd met 7 minuten vertraging, voor een keer is dat een goede zaak. We nemen plaats in een stiltecoupé, de vertraging slinkt snel: vanaf Mechelen rijden we op tijd. De tbg zullen we pas in Brussel-Noord te zien krijgen. De IC naar Quiévrain rijdt wel met vertraging: eerst 7, dan 8 minuten en bij aankomst in Halle 10 minuten. We rijden over lijn 96N en voor we Halle kunnen binnenrijden, moeten we voorrang geven aan de Thalys naar Brussel. Op lijn 96 staat een koppel 13'en voorrang te geven aan onze trein en achterop zit nog de IC naar Binche. Het kan soms behoorlijk druk zijn op het spoornet. Halle wordt automatisch aangekondigd als Landen, we hebben trouwens ook Waremme al de revue horen passeren…
De treinlectuur. Raymond CHANDLER, Tot ziens Mr. Marlowe. Tja, wie is nu eigenlijk het bekendst, de auteur of zijn hoofdpersonage? Als een miljonairsdochter vermoord wordt, is de man met wie ze voor de tweede keer gehuwd is, de hoofdverdachte. Bij zijn vlucht naar Mexico wordt Marlowe ongewild betrokken bij de zaak. Carmen KORN, Tijd om opnieuw te beginnen.
Lang was de truc om een procedureslag tegen een bouwvergunning te starten, de te verwachten verkeersproblematiek. Sinds kort is dat het gevaar op overstromingen geworden…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.