We beëindigen ons bezoek aan de carnavalstad met een kleine wandeling door Binche. We komen voorbij het stadhuis waarin het belfort is geïntegreerd. Het dateert uit de 14de eeuw, wat blijkt uit de stijl van de sokkel en de spitsbogen van de drie gotische portalen op de gelijkvloerse verdieping. In 1554 werd het belfort door Franse troepen in brand gestoken, maar het werd vrij snel in Renaissancestijl gerestaureerd aangezien het uurwerk reeds een jaar later opnieuw bevestigd werd. In de 18de eeuw werd de façade voorzien van een afwerking in classicistische stijl met neoklassieke decoraties. Na een belangrijke renovatie in 1901 vond het stadhuis zijn renaissance aspect terug. Een bolvormige koepel bedekt het belfort, dat een beiaard met verschillende 16de eeuwse klokken herbergt. De wapenschilden van Karel V en zijn zus Maria van Hongarije versieren het gebouw Omwille van de slechte staat waarin het stadhuis verkeerde, werd het geheel meermaals met afbraak bedreigd. Dit werd verhinderd door de koppigheid van de Commissie voor Monumenten en Landschappen en van burgemeester Derbaix, die het gebouw in 1896 grondig liet restaureren. Ook de stadsomwalling is zeer bijzonder. Ze werd gebouwd rond 1230 onder hertog Boudewijn IV. Op een paar gaten na om wegen door te laten, is deze omwalling nog ongeveer intact. Er waren 6 stadspoorten, maar die verdwenen tijdens de 19e eeuw. Er waren ook een dertigtal torens. De stadsomwalling is 2,1 km lang, en omsluit 22 ha. Hier en daar zie je nog kantelen en schietgaten.
Het wordt nogal fris en rap donker zodat we rond 16 uur besluiten terug te rijden naar Hennuyères.
|