Rond half zes zitten we aan tafel voor een lekker kip-curry : de kip is lekker, de rijst is mals en de currysaus is een behoorlijk "hot", hmm...
Het zijn drukke dagen geweest en de kinderen zijn moe; ze worden in bed gestopt en het blijft niet al te lang rumoerig boven.
Na twee dagen kwis zijn we aan enkele andere opgaven toe : 1. Gebarentaal. Ieder op zijn beurt dient een reeks beroepen, voorwerpen, personen uit te beelden zonder dat hij / zij er mondelinge uitleg mag bij geven. We lachen ons gedurende twee uur een kriek met de originaliteit van sommige "uitbeelders".
2. Koekezeven. Op geen enkel weekend mag dat spelletje ontbreken. Het gaat om een eenvoudig kaartspel waarbij iedereen een aantal (80) "oude centen" krijgt. Bij iedere deelbeurt dient verplicht ingezet te worden op vijf kaarten, gaande van één tot vijf centen. De speler, die zo een kaart kan uitleggen tijdens het spel, mag hij de er aan verbonden "pot" oprapen. Hier tarten we sinds jaren alle wetten van de kansberekening : geluk of ongeluk in het spel is GEEN variabele : we weten pertinent zeker dat Els in de korste keren failliet zal zijn! Wat zich inderdaad tot op heden ieder jaar herhaalt.....
|