MARCHE DE LA GODAASE / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE 07/08/2010.
36E MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Oupeye word doorkruist door de Romeinse weg van Luik naar Maastricht via Vise. Maar vooral de landbouw is hier prominent aanwezig, het goud gele koren is rijp en klaar om geoogst te worden, op sommige plekken is het reeds geoogst en liggen de ballen stro gereed om opgehaald te worden.
Vroeger waren het kleine rechthoekige ballen van 30kgr. Vandaag zijn het grote ballen van verschillende honderd kilos. het is wel mooi om over een veld met rijpe granen te kijken het geeft een bijzonder beeld. De natuur is nu op zijn mooist en we kunnen genieten van de bloemen en vlinders langs de veldwegen. De zomer is al een heel eind gevorderd en de jonge zwaluwen vinden elkaar op de draden, mooi om te zien.
We wandelen verder en voor ons kunnen we het Maas zien en in de verte ligt Visé. Wij dalen af naar de controlepost die gelegen is in het station depuration de Liege-Oupeye dit waterzuiveringstation is het grootste van Wallonië met een capaciteit van 446.500 inwoners. Het is een vrij nieuw waterzuiveringstation.
Na de controle en rust wandelen we verder en komen terug in de velden en weilanden. En komen zo terug naar ons vertrekpunt. Het is een korte wandeling en we hebben ervan genoten.
Na de wandeling nog even een kort bezoekje aan het Kasteel van Oupeye.
In een charter uit het jaar 1176 komt een handtekening voor van een getuige met de naam Gérard dOupeye. In de 13e eeuw is de burcht bewoond door de edelman Lambert dOupeye, bijgenaamd le preux of de dappere. De burcht onderscheidde zich door een zeer grote toren, waarvan men zei dat hij ouder was dan de stad Luik. Volgens een legende was het zelfs de woning van Alpaïde, de bijzit van Pepijn van Herstal.
Volgens hetzelfde verhaal waren er onuitwisbare bloedvlekken verschenen op de vensterbank waar ze op zat, toen ze vernam dat haar broer Dodon bisschop Lambert had vermoord. In de 17e eeuw liet de Luikse multimiljonair Jean Curtius het kasteel herbouwen, maar de grote vierkante toren bleef overeind. Nadien kwam het in handen van de familie de Grady de Horion, die het in 1970 verkocht aan de gemeente Oupeye. De toren dreigde in te storten en de bovenste verdiepingen werden afgebroken. Vandaag is alles beveiligd. Het kasteel wordt nu als cultureel centrum en vergaderzaal voor de gemeenteraad van Oupeye gebruikt.
Zo eindigt een kort bezoek aan het kasteel en aan Oupeye.
OOGSTTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 02/08/2010.
OOGSTTOCHT
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Diepenbeek aan de Demer heeft niet de pretentie dat het alles heeft, maar het mag gezien worden, het mag beleefd worden.
Veel groene plekjes, die je al wandelend vindt langs goede wandelpaden, historische gebouwen die hun verleden in hun gewelven meetorsen Je snuift er bovendien de geur van het platteland. Je voelt de aantrekkingskracht van de schrale Kempen, de nabijheid van het vruchtbare Haspengouw. Het landelijk karakter van de gemeente beleef je ook rond de watermolens, of in het zuidelijk gedeelte van de gemeente waar de landbouw nog met veel liefde wordt beoefend. Om een goede oogst te verzekeren werden vroeger de heiligen vereerd in de ontelbare kapelletjes. Ze werden en worden nog steeds met veel liefde verzorgd en duiken zo nog altijd op in het straatbeeld.
De natuur is de sterkste troef van Diepenbeek met zijn 4 natuurreservaten en de unieke Keizelboomgaard .Alle natuurgebieden zijn vrij toegankelijk voor wandelaars. Sommige stukjes zijn dat niet omwille van hun wetenschappelijk belang en de soms zeer zeldzame biotopen die er in voor komen. De Maten: Diepenbeek sluit aan bij het 300 ha grote reservaat De Maten Genk, een moerassig gebied met duinkammen, vijvers, dijken, moerasbosjes, droge en natte heide.
De Dauteweyers : Dit natuurgebied is 11 ha groot. De sierlijke vijvers zijn het visitekaartje. De vijvers zijn in de 18de eeuw ontstaan door ontginning van ijzererts. Verder tref je er hooilanden, elzenbroekbosjes en een knotelzenhaag aan. De vijvers zijn bedekt met bloeiende waterlelies. Mooi om te zien. Wij genieten van de wandeling tezamen met vrienden.
Venwegen is een lintdorp aan een oude doorgaande weg die van noord naar zuid loopt. Venwegen strekt zich over een lengte van 1,7 kilometer uit langs de weg van Kornelimünster naar Mulartshütte. De naam van het dorp komt van "Weg ins Venn".
Het dorp hoorde namelijk tot de Franse tijd (1794) bij de Reichsabtei Kornelimünster en vanuit de abdij reed men via Venwegen naar de Hoge Venen De vorm van de boerderijen is de vierkantsbouw. Hieruit is af te leiden dat in het plaatsje niet alle boeren een volledig bestaan in de landbouw hadden omdat er in verhouding weinig landbouwgrond voorhanden is. Het waren waarschijnlijk arbeiders-boeren die vooral in de galmeimijnbouw (Galmei is de verzamelnaam voor niet-sulfidisch zinkertsen, ertsen dus die geen zwavel bevatten) actief waren.
Venwegen heeft ook tegenwoordig zijn dorpse karakter nog behouden. Niet alleen de dorpskerk, maar ook een deel van de huizen aan de hoofdstraat, ten dele vierkantshoeven, staan onder monumentenzorg. De hoeves stammen uit de 16e tot de 19e eeuw. Hun gevel is doorgaans naar de straat toe gekeerd. Bij de bouw van nieuwe huizen wordt nog steeds het oeroude bouwmateriaal, de kalksteen, gebruikt. De kerk is toegewijd aan Sint-Brigida, beschermster van het vee. Ze stamt uit 1782 en werd gewijd in 1784. In 1804 werd ze tot parochiekerk verheven. Het tabernakel is in 1729 voor de Akense parochiekerk Sint-Jakob vervaardigd. Het kwam in 1888 in handen van de parochiekerk van Venwegen.
Wij wandelen uit het dorpje door de prachtige natuur met zijn golvend landschap, wat verder komen we in Hahn, met zijn mooie huizen en kerk, hier is ook de controlepost, we gaan verder en wandelen nu de lus rond Hahn als we even achterom kijken zien we Hahn liggen en wij wandelen verder door de weilanden en de prachtige golvend landschap, we zien ook de kalkoven tussen de bomen staan. Archeologen troffen in het Duitse Eifelgebergte resten van zes kalkovens aan. Deze ovens hadden een diameter van ongeveer 3 meter. Hier werd kalk gebrand om te dienen voor metselwerken. We volgen hier een stuk van de Eifelsteig die ons naar Kornelimünster brengt.
Wij wandelen nu onder den bogen van de Viaduct van de voormalige Vennbahn. Langs een manege volgen we klimmend en dalend het tracée van de Vennbahn. Deze spoorlijn is in de 19e eeuw gebouwd door Pruisen om snel en gemakkelijk steenkool en ijzererts te vervoeren, waardoor ook de economie van plattelandsgebieden kan opleven en de inwoners werk vinden in de industriële centra. De opening vindt plaats op 4 november 1889. In WOI krijgt het vanwege zijn ligging aan het westelijk front een nieuwe functie om via de deze lijn soldaten naar de fortengordel rondom Luik te sturen. Na deze oorlog worden in kader van het Verdrag van Versailles de Pruisische kantons Eupen en Malmedy bij België gevoegd.
Dit heeft tot gevolg dat de spoorlijn de nieuwe grens verschillende keren doorkruist en er dus iedere keer grenscontroles nodig zijn. Maar het belang van het goederenvervoer vermindert sterk na WO I. Tijdens WOII is de spoorlijn een belangrijk doel van het Ardennenoffensief, het merendeel van de bruggen en tunnels wordt vernield. De wederopbouw laat op zich wachten en een deel wordt zelfs niet meer hersteld. De lijn raakt meer en meer in verval en er wordt nog een poging gedaan de lijn te exploiteren voor toeristische doeleinden. Hieraan komt in 2005 een einde. Wat verder steken we het houten bruggetje over de Itterbach en wandelen nu naar Kornelimünster. Het ligt in het dal van de Inde omgeven door Walheim, Venwegen, Breinig, Dorf en Brand.
Midden in het plaatsje ligt de centrale markt met fraaie burgerlijke woningen uit de 17e en 18e eeuw. Opvallend is de gesloten bouwwijze met de smalle huizen met merendeels spitse gevels. Het bouwmateriaal is een bruinachtige Devonische breuksteen en de zogenaamde Blauwsteen, een kolenkalksteen. Hier en daar is het gebruik van vakwerk waar te nemen. De huizen zijn vaak met leien gedekt. De eerste verdieping van de huizen ligt vaak hoger dan het straatniveau en dikwijls hebben de huizen kelders. Hier werd onder meer de wijn die op de Burgberg groeide opgeslagen. Katrollen laten zien dat vroeger ook in de opslagruimtes op de zolders waren werden opgeslagen. Erkers en tralievensters verfraaien de aanblik van het plein.
Het stedelijke uiterlijk van het plaatsje gaat terug op de tijd dat Kornelimünster pelgrimsoord en toeristenoord was. De bouwwerken zijn nog goed bewaard doordat het plaatsje tijdens de laatste oorlogen gespaard bleef. Midden in Kornelimünster ligt de Benedictusplatz. Een fraai plein dat omgeven wordt door vele historische panden. Het plein is bestraat met kinderkopjes die onder meer uit basalt uit Mendig in de Vulkaaneifel bestaan. Er liggen allerlei cafeetjes rondom het plein. Het is een prachtig stadje met mooie huizen, kerk en abdij. Het huidige abdijcomplex bestaat uit vijf vleugels met twee binnenplaatsen. Voor de abdij ligt een enorme voorhof met middeleeuwse bebouwing en de zogenaamde immuniteitsmuur.
De oude poort is gebouwd in laatgotische stijl. Bij de abdij behoort ook een barok slot, dit was de voormalige residentie van de abt. Na de Tweede Wereldoorlog werd de regering van Nordrhein-Westfalen eigenaar van de voormalige abdij. We steken de Inde terug over en verlaten Kornelimünster we wandel even de stad uit en komen dan op de voormalige Vennbahn uit een heel eind wandelen we over het nieuw aangelegde fietspad. We volgen het de Vennbahn tot we terug in Hahn zijn hier hebben we onze tweede controlepost.
Nu wandelen we het natuurgebied binnen en brengt ons terug naar Venwegen. Wij hebben genoten van deze prachtige wandeling, de fijne wandelvrienden van Venwegen en hun gastvrijheid.
MARCHE D'ETE / LES RANDONNEURS DE LA HAUTE MEUSE / AGIMONT 31/07/2010.
MARCHE DETE.
LES RANDONNEURS DE LA HAUTE MEUSE.
AGIMONT.
Dit dorpje is gelegen op de hoogten, die de linkeroever van de Maas beheersen. De plaatsnaam Agimont, die een samentrekking is van AU GIVET MONT, roept het rotsachtig gebergte op, dat de vlakte beheerst waarin de stad Givet ligt.
Kasteel Agimont voor de brand.
Het kasteel van Agimont herinnert aan de macht van de grote leenheren die in de middeleeuwen over de streek heersten en aan het verzet tegen Filips de Goede, want het was een van de voornaamste schuilplaatsen van de Ecorcheurs (Vilders), dat zijn benden die door de graaf van Agimont , Everard van der marck, bewapend werden om de Bourgondische macht te bestrijden. Daarna zal het kasteel de stormloop van de Franse legers doorstaan en in juni 1554 wordt het kasteel vernield op bevel van Hendrik II. Keizer Karel laat dan, op de hoogten van Givet, de moderne vesting van Charlemont oprichten en het kasteel van Agimont heeft geen enkel strategisch nut meer en vervalt langzaam. Het kasteel van Agimont werd in 1880 als buitenverblijf voor de familie Puissance gebouwd op de ruïnes van het oude fort van 800.
In 2001 treft een brand het kasteel:
Onderstaand bericht stond in "Het Laatste Nieuws" van vrijdag 31 aug. 2001:
Kasteel van Agimont volledig uitgebrand Een zware uitslaande brand heeft het kasteel van Agimont in Hastière volledig vernield. Enkel de vier muren van het kasteel staan nog overeind. Liefst vier brandweerkorpsen, waaronder de pompiers van het Franse Givet, haastten zich ter plaatse. De brand ontstond omstreeks twee uur maar duurde nog tot negen uur gisterochtend vooraleer brandweermannen de vlammen onder controle kregen. Een brandweerdeskundige van het parket in Dinant probeert de komende dagen de oorzaak van de brand te achterhalen. De heropbouw van het historisch bouwsel uit 1880 zou tientallen miljoen kosten maar lijkt haast onmogelijk, luidt het bij de brandweer van Dinant. (BPP).
Wij wandelen door het prachtige landschap. Agimont is een landbouwdorp vooral veeteelt en bijna de helft van de oppervlakte bestaat uit bos. Mooi om te wandelen en komen zo aan Ancienne Ferme Des Onches deze oude boerderij te midden van de velden is wel bijzonder. Het landschap voor ons is zeker de moeite en de afwisseling tussen de velden en bossen. Het is genieten van de natuur. Het is ook een van de weinige wandelingen dit jaar waar we zo een verscheidenheid van vlinders zien en gelukkig kan ik er enkele vastleggen.
Wat verder komen we in Gochenée. Is een deelgemeente van Doische en ligt vlak aan de Franse grens, waar de Hermaton en de Viroin door vloeien. De kerk Saint-Gery uit 1729 en de omliggende huizen zijn prachtig, de tijd heeft hier stilgestaan huizen uit de 17de tot de 19de eeuw met kalksteen gebouwd.
Alles adem hier rust en stilte uit bijzonder dorpje. Wij verlaten Gochenée en keren terug naar Agimont door de velden en langs de weilanden. Zo komt de ruïne van het kasteel van Agimont terug in ons zicht. Toch spijtig dat een zo mooi en bijzonder gebouw verloren gegaan is. We dalen af tot aan ons vertrekpunt en zo eindigt een mooie en aangename wandeling.
ST. ALOYSIUSTOCHT / WC. AVIAT SINT-TRUIDEN / ZEPPEREN 26/07/2010.
ST. ALOYSIUSTOCHT.
WC. AVIAT SINT-TRUIDEN.
ZEPPEREN.
Zepperen werd reeds in de 784 vermeld als de zeven bronnen was altijd een welvarende gemeente, waar vooral de fruitsector vanaf de 20ste eeuw een grote bloei kende. Een belangrijk monument is zeker de Sint-Genovevakerk, met zijn rijk versierde versierde romaanse toren uit de 12de eeuw, op getrokken in silexblokken. Het schip en het koor zijn gebouwd in Demergotiek tussen 1430 en 1509. Het interieur van de kerk is onschatbaar.
Vooral de muur schilderingen in de Genovevakapel zijn uitzonderlijk, vele wandelaars gaan aan dit prachtige monument voorbij wij gaan binnen eens kijken naar de prachtige kerk. Na het bezoek vatten we de wandeling weer aan, in Zepperen staan nog verschillende vakwerkhuizen, nog rond 1850 waren praktisch alle gebouwen in deze streek in hout en leem opgetrokken.
De 253 woningen waren alle van hout en leem en met stro gedekt, behalve vier in baksteen met een leien- of pannendak. Het landelijk woonhuis uit 1600-1900 telde een voorhuis, een leefkeuken en een kamer. Beide laatste waren gescheiden door een haard aan weerszijden van de tussenwand. Het voorhuis groeide uit een kleine dorsvloer of "nere", bevatte de zoldertrap en maakte een voordeur met bovenlicht noodzakelijk. De verdiepingszolder bleef onverdeeld voor de opslag van veldvruchten, opgehangen aan de stokken of uitgestort over de beleemde vloer. Toen de gezinnen in de 19de eeuw groter werden, moest men hier slaapkamertjes afsplitsen. Uitzonderlijk hebben enkele oudere landelijke hooghuizen in Zepperen een volwaardige verdieping, soms met overkraging. De kamer was onderkelderd en kon dienst doen als pronkkamer, schrijfkamer van een bestuur of beste slaapkamer. In het Vochtig-Haspengouwse Zepperen lag de kelder half bovengronds met een opening voor licht en lucht. De bewoners daalden af langs een luik met daarop het trapje naar de opkamer. In een afhang, al dan niet buiten het hoofdgebint, trof men de melkkamer of spinde, de wasplaats met gootsteen, de bergplaats of kleine slaapkamers aan. Gelukkig zijn de woningen nu veel beter en comfortabeler, maar ook een geluk dat toch nog een aantal van de vakwerkhuizen bewaard gebleven zijn, wel eens waar gemoderniseerd.
Wij wandelen een eindje door het dorp en gaan nu naar Ordingen. We komen aan het kasteel van Ordingen. In de vroege middeleeuwen, vanaf 1040 vermelden bronnen de heren van Ordingen. Hun kasteel fungeerde als wachtpost op de grens van het graafschap Loon. Messire Adam de Harduemont wordt vermeld in 1253. Zijn kinderen en kleinkinderen waren tot de 14e eeuw bewoners van het kasteel. Gebrek aan nakomelingen deed het kasteel overgaan in het bezit van de aanverwante familie Duras. De dochter van kleinzoon Willem IV van Horion, Digna huwde met Gerard Huyn van Amstenrade. Gerard besloot net voor zijn dood het kasteel te verkopen. Zijn echtgenote Sophia van Bellinckhausen verkocht het in 1611 aan Edmond Huyn van Amstenrade, landcommandeur van Alden Biesen en lid van de Duitse orde, toevallig familie van haar overleden echtgenoot.
Ordingen kende tijdens twee eeuwen 25 commandeurs (de commandeur is ondergeschikt aan de landcommandeur) die zich vooral in de 18e eeuw ter plekke lieten vertegenwoordigen door rentmeesters. Commandeur Hendrik van Hoensbroeck liet zich opmerken door de uitgebreide restauratie van het kasteel. De Franse revolutionairen verkochten het kasteel als kerkelijk goed, eerst aan Marie Desart. Later verwierf de bekende opkoper van zwart goed Pierre de Libotton de commanderij. Begin 19e eeuw verwierf de rijke steenkoolbaron Charles Pitteurs-Hiégaeerts het goed. Toen de man in 1863 overleed kreeg zijn derde zoon Léon, baron voor het leven en burgemeester van Ordingen het goed in zijn bezit. Hij verbouwde het kasteel grondig in 1879 en legde een grote kunstverzameling aan. De volgende eigenaar, in 1902, was zijn ongehuwde zoon Antoine. Een Duits bombardement in 1940, moeilijkheden met restauratiedossiers en familieruzies waren aanleiding voor een nieuwe verkoop. Antoine overleed in 1962, het kasteel werd verkocht in 1964 aan een huisarts uit Tongeren. Deze eigenaar heeft de westelijke hoektoren en het poorthuis gerenoveerd. Het volledig kasteelgedeelte ondergaat nu een restauratie om er later een hotel-restaurant uit te baten. Het commandeurshuis wordt een centrum voor dagtoerisme; het poorthuis is verbouwd tot woning voor de eigenaar. Vandaag kun je zien dat de restauratie al een heel eind gevorderd is en het kasteel er prachtig bij ligt. Wij zijn even de inrit opgeweest en hebben prachtige fotos kunnen maken.
Wij wandelen door het dorp en verlaten het en wandelen het veld in eerst nog even langs de kapel van het kasteel en dan de velden in terug naar Zepperen. Nog even een kijkje nemen aan de rentmeesterwoning met toren en woonhuis en nog een stuk vakwerk. Het is een mooie wandeling.
MARCHE DES 2 RIVIERES. / MARCHE CLUB LES PEPINS. / PEPINSTER 17/07/2010.
MARCHE DES 2 RIVIERES.
MARCHE CLUB LES PEPINS.
PEPINSTER.
Aan het uiteinde van het dal van de Vesder ligt Pepinster, een mooi stadje omgeven door talrijke boomgaarden en waar het heerlijk wandelen is. De église Saint-Antoine lErmite heeft een verbazingwekkend interieur en een bijzonder sobere buitenkant. Zeker een omweg waard, want deze kerk is de énige echte getuige van religieuze neogotische stijl in Wallonië.
Een vaak miskend detail ! Maar onder de gemeente Pepinster hoort ook « één van de mooiste dorpen van Wallonië »: Soiron. Dit charmante dorpje met zijn schitterende hooggelegen kasteel, wordt omgeven door heuvels, weilanden en boomgaarden en is een ware oase van groen en rust! Bovendien bezit Soiron een opmerkelijk bouwkundig erfgoed bestaande uit kastelen en talrijk aanwezige karaktervolle verblijven. Met zijn disteldrogerij, zijn openbare wasplaats en zijn oude huizen rond de imposante « église Saint-Roch »(gekend voor zijn prachtige beelden), lijkt het dorpje ver van het moderne leven.
Vredig en gemoedelijk een bezoek waard! Behalve de verrukkelijke taarten blijft Tancrémont nog altijd dubbel aantrekkelijk door het fort uit de Tweede Wereldoorlog en de prachtige kapel die talrijke bedevaarders aantrekt. In deze kapel is de « Vieux Bon Dieu » te zien, een Latijns kruisbeeld van beukenhout met een serene Christus gehuld in een zwarte tuniek. Pepinster, zondermeer een ontdekkingswaardige plaats!
Wij wandelen een heel eind door de prachtige streek en komen langs het bord Ardenne Bleue Hier zijn we in de streek van de Ardennen waar water de hoofdrol speelt. Ook op onze wandeling komen we langs verschillende beken en riviertjes. Wij komen in Ensival een fusiedorpje van Verviers. Hier kunnen we verschillende schitterende oude huizen bekijken. Langs een kasteel waar ze aan het restaureren zijn, een prachtig gebouw dat gered word. Het fronton is mooi met een afbeelding van een liggende vrouw met engel gewoon prachtig.
Wij wandelen weer een eindje verder door een prachtig stukje natuur, onder ons vloeit de Vesder en slingert door het landschap. Dan komen we terug in Pepinster langs het prachtige stadhuis. Zo eindigt een prachtige wandeling.
WANDELING "LE CHESLE" NADRIN / HOUFFALISE 14/07/2010.
WANDELING LE CHESLE.
NADRIN.
Wandeling "Le Cheslé We komen aan in Nadrin op het pleintje voor de toeristische dienst, hier is plaats genoeg om te parkeren en je auto gerust achter te laten, hier vertrekken ook de verschillende wandelingen.
Wij kiezen voor de rondwandeling van 4 uur naar Le Cheslé wij verlaten het dorp en komen langs de Romeinse Villa die enkele honderd meters van de straat af ligt. Wij gaan er eens naar kijken. De Gallo-Romeinse villa, een overblijfsel van de bezetting van Nadrin werd in 1975 opgeknapt. Tijdens de graaf- en restauratiewerken werden 750m³ funderingen van een woning van 30 m bij 25 blootgelegd.
Het gebouw dat in totaal 6 vertrekken telde, beschikte over vloerverwarming, die vanuit het hypocaustum werd aangestuurd. Het huis zou uit de 2e eeuw na Christus dateren. Een brand die het gebouw in de 3e eeuw verwoestte joeg de bewoners definitief op de vlucht. Dan wandelen we een prachtig landschap tegemoet we komen aan Sur le Plane op 430m hoogte.
Hier prachtige zichten richting de Ourthe. Prachtige vergezichten over de bossen en het landschap. Van op het rotsmassief en toont het slingerend verloop van de Ourthe in de diepte. De harde gesteenten dwingen de rivier sterk te meanderen. Deze omgeving is prachtig om te wandelen en nodigt ook uit om van de vergezichten te genieten. Dan weer verder en we komen aan De Cheslé: is een historische site! Oud versterkt Keltisch kamp omgeven door een dubbele vestingmuur van 1750 meter lang. Volgens de lokale volkstraditie was die opmerkelijke en moeilijk bereikbare plaats het hol van alle elven. Er zijn inderdaad opvallende sporen die de aanwezigheid van een weinig bekend volk op die plaats bewijzen.
Sinds 1960 zijn er veel archeologische opgravingen begonnen. De Cheslé is een vesting van Keltische oorsprong (waarschijnlijk de grootste van België) die van de VIIIste tot de Vde eeuw vóór Christus bewoond werd. De dubbele verdedigingsmuur die langer dan 1750 m is werd substantieel verbeterd tijdens de Keltische bezetting. Een reconstructie van die vesting werd in 1980 door de Nationale Vereniging van de Archeologische Opgravingen ondernomen. Die toont de handigheid van dat volk en bewijst het afschrikkende effect van het fort tegenover een mogelijke indringer.
De huidige opgravingen die door de Université Libre de Bruxelles ondernomen worden, onderzoeken de structuur van de afsluitingsmuur (6m)die op het toelopen van de kring staat. Maar het is ook een zeer rijk natuurgebied met prachtige panorama's die in de Ourthe duiken.
Van op een hoogte van 350 meter duiken we naar beneden naar de oever van de Ourthe en we wandelen langs de oever en het is een prachtige wandeling na een tijdje komen we aan Chayri op 240 meter. Dan verlaten we de Ourthe en keren terug naar Nadrin.
Na de wandeling gaan we naar:
De stuwdam en het meer van Nisramont
Deze dam werd gebouw op de Ourthe om de ganse streek van drinkbaar water te voorzien. De capaciteit van het meer bedraagt 3 miljoen m3 voor een opp. van 47 ha. Een elektrische centrale bevindt zich bij de stuwdam. Het verval bedraagt 14 meter. Totale lengte van het bouwwerk is 116 meter.
Via een loopbrug die de pijlers verbind kan men de waterwal bewonderen. Een wandeling op het domein is altijd weer iets nieuw ontdekken. Het is een prachtig stukje natuur.
ZEBRARUPS van de SINT JACOBSVLINDER op het SINT JAKOBSKRUISKRUID.
ZEBRARUPS van de SINT JACOBSVLINDER op het SINT JAKOBSKRUISKRUID.
De sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaeae) is een dagactieve nachtvlinder uit de familie Arctiidae, de beertjes. De sint-jacobsvlinder heeft als leefgebied zandgrond, waar zijn waardplanten, het jakobskruiskruid en enkele andere kruiskruidsoorten voorkomen. De lengte van de vleugel is 16-21 millimeter. De vliegtijd is van april tot en met begin augustus.
De rups van deze vlinder heet de zebrarups. Deze naam is afkomstig van de typische strepen op het lijf. De giftige bestanddelen van het jakobskruiskruid maken de rups oneetbaar, die daardoor beschermd wordt. De rups raakt het gif dat hij met zijn maaltijden van het jakobskruiskruid binnenkrijgt kwijt door dit in zijn huid op te slaan. Na het vervellen is hij het gif kwijt.
14E MARCHE DES TROIS FONTAINE / LAS AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND HALLET / PETIT-HALLET 11/07/2010.
14E MARCHE DES TROIS FONTAINE.
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND HALLET.
PETIT-HALLET.
Petit-Hallet is een dorp in de Belgische provincie Luik en een deelgemeente van de stad Hannuit. Het was een zelfstandige gemeente tot het bij de fusie van 1965 samen met Wansin toegevoegd werd aan de gemeente Grand-Hallet die op zijn beurt in 1977 bij Hannuit werd gevoegd. Petit-Hallet ligt in het noordwesten van de gemeente Hannuit.
Het is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt. De dorpjes hebben de kenmerken van de landelijke Haspengouwse architectuur bewaard, grote vierkantshoeven die rondom een grote centrale binnenplaats zijn gebouwd. Een imposante inrijpoort vormt de enige uitweg naar buiten. Deze versterkte landbouwbedrijven hebben onmiskenbaar een grote esthetische en historische waarde. Zo komen we in Grand Hallet en komen aan de Molen van Henri-Fontaine, ook wel Nieuwe Molen genoemd, is een bovenslag watermolen aan de Henri-Fontainebeek, een zijtak van de Kleine Gete.
De molen bestaat al sinds de 13de eeuw en werd een korenmolen in het begin van de 14de eeuw. Ze werd vernield in 1467 maar pas opnieuw opgebouwd in 1649. In 1869 werd er een nieuw metalen rad aangebracht. Tussen 1988 en 1992 werd de molen gerestaureerd en is ze terug maalvaardig gemaakt. In de dorpskom staan nog verscheidene gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd.
Wat verder komen we aan een prachtige versterkte hoeve met kasteel allures. Prachtig wit geschilderd. Wij wandelen verder en komen in Lincent aan de kapel Caiou.
We wandelen door de mooie omgeving en komen aan de kerk van Lincent. Deze is in 2000 opnieuw gerestaureerd en word bewaard als ruïne, wel prachtige omgeving. Ook hier weer de grote Haspengouwse hoeven. Wij verlaten Lincent en keren terug naar Petit Hallet waar we nog een paar mooie boerderijen tegenkomen. Een prachtige wandeling in een mooie omgeving.
Aan de samenvloeiing van de Warche en de Warchenne ligt de stad Malmedy, rustig in een uitzonderlijke groene vallei, door verschillende dorpen omringd. Aan de voet van de Hoge Venen, op een hoogte van 340 meter ligt Malmedy in de vallei van de Warche .
Meerdere kleine waterlopen doorkruisen de regio, vloeien in de weiden of laten zich vallen van de top. Het zijn de schilderachtige landschappen die ons overvallen. Een uitzonderlijke fauna en flora begeesteren de wandelvrienden en de liefhebbers van de natuur. De natuur is, zonder tegenspraak de grootste te ontdekken rijkdom, mooiste en meest genereuze. De bossen velden en rivieren zijn beschermd. De rust en de stilte overheersen, en geven aan ons de mogelijkheid de dagelijkse beslommeringen te vergeten.
Wij wandelen door deze prachtige streek, een streek met een uitzonderlijke natuur waarvan wij met volle teugen kunnen genieten, vlinders, bloemen en andere insecten, bossen en riviertjes. Wat later wandelen we over de oude spoorweg nu pas aangelegd als wandel en fietspad. Wij komen in Meiz waar nog een grenspaal uit de tijd van de Pruisen staat.
Even wat uitleg:
De geschiedenis van het dorp Meiz is niet enkel verbonden aan de omloop van Francorchamps, maar ook aan de zeer aparte geografische situatie, en de geschiedenis van ons land. Bij het kruispunt van de Chemin de la Bouvière en de Voie Croisée en daar zien we een grenspaal B-P 134. Na de val van Napoleon in 1815, decreteerde het Congres van Wenen de overdracht van onze kantons aan Pruisen. De nog zichtbare grenspaal (B-P) bevestigd dat de inwoners van onze dorpen Pruisen waren. Het is enkel na de eerste wereldoorlog door het Verdrag van Versailles dat de aanhechting van het grondgebied Malmedy en omgeving bij België tot stand kwam. De inwoners werden Belg door referendum voor . ze terug Duits werden in 1940 door de annexatie van onze kantons door Adolphe Hitler. Na de tweede wereldoorlog, werden de dorpen terug België.
We wandelen een heel eind door de prachtige natuur en komen aan in Burnenville, waar controlepost is. In het dorp zijn er prachtige oude huizen, ook vakwerkhuizen. Nu wandelen we weer een heel eind door de bossen en langs landelijke wegen waar we prachtige panoramas krijgen van het landschap. Wat verder en we staan terug in Malmedy. De kathedraal duikt voor ons op, deze werd vanaf 1775 gebouwd als abdijkerk en opgedragen aan Petrus Paulus en Quirinus op 05/09/1784. In 1819 werd het een parochiekerk .Tijdens de korte periode van het bestuur van Baltia en het bisdom Eupen-Malmedy, tussen 1920 en 1925, werd ze verheven tot kathedraal.
Het hoofdaltaar is van marmer en dateert van 1877. Het marmeren altaar van de Heilige Maagd is van 1773.De preekstoel , evenals de vier biechtstoelen, dateren van 1770. In de kathedraal bevindt zich het reliekschrijn van Sint Quirinus. Tevens op te merken zijn de glasramen die vervangen werden tengevolge van de bombardementen in december 1944. De beiaard dateert van1786 en bestaat uit 35 klokken die gegoten werden door Martin Legros uit Malmedy.
Wij wandelen door het stadje en komen langs het oudste huis van Malmedy van de XVI eeuw en van het Ardeens type. Nog even verder en we komen zo terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling uitgezet door onze wandelvrienden van Malmedy.
MARCHE DE LA FRAISE / LES SPITANTS DE NAMUR / WEPION 07/07/2010.
MARCHE DE LA FRAISE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
WEPION.
Wépion is de Waalse hoofdstad van de aardbei. In het dorpje is zelfs een museum te vinden dat is gewijd aan deze vrucht en in het eerste weekend van september wordt in het dorp het feest van de aardbei gevierd.
Wépion is gelegen aan de Maas en langs de oever van de rivier kunnen we langs jaagpad wandelen. In de omgeving van het dorp is een ruïne van een klooster uit de 17de eeuw te vinden, de Marlagne. Lodewijk XIV verbleef hier tijdens het beleg van Namen. Tijdens de Franse Revolutie werd het karmelietessenklooster verwoest. In de omgeving van Wépion kunt u heerlijk wandelen. Aan het vertrek staat een kraampje met aardbeien, ze zijn wel wat kostelijker dan de Haspengouwse aardbeien, ze zien er wel lekker uit. Wij wandelen door het dorpje en je ziet aan de huizen dat hier wel wat welgestelde wonen.
Wij wandelen verder en komen aan het domein Le Moutier het is een domein met een hele geschiedenis:
Dit landelijk domein werd in 1890 opgericht en begin 1900 gerestaureerd. Het bevindt zich op de heuvels boven Wépion en biedt een uitzonderlijk uitzicht op de Maasvallei. In 1908 wordt het domein door een Brusselaar, Aurélien Bayot, overgekocht. Hij wil het landelijk domein ombouwen tot een kasteel en met de mooiste residenties uit de vallei wedijveren. Aangezien zijn moeder uit Auvergne afkomstig is, vindt hij voor de inrichting van het domein, zijn inspiratie in de Franse stijl.
De lijst van de kastelen van Drion, Wasseige en Grosjean breidt zich vanaf nu uit met dit van Bayot dat ondermeer paardenstallingen, opslagplaatsen, drie tuiniershuizen, een wintertuin, een druiven- en een bloemenserre, een park, een villa en een kapel omvat. In die tijd ging Aurélien Bayot reeds zijn hemden in Parijs kopen en zijn handschoenen en dassen in Cannes. Hij maakte talrijke reizen naar Rusland (33) en voor de oorlog waren de generaals van de Tsaar in het kasteel te gast. Op 30 mei 1914 verlaat hij deze wereld. Twee maanden later is het oorlog. In 1914 wordt de eigendom door de Duitse staf bezet. De Kroonprins zal er samen met tsaristische officieren verblijven. De Prins van Reus bracht hen een bezoek. In dezelfde periode verstopten er zich 2 Engelse officier piloten van wie het vliegtuig werd afgeschoten, in de hoeve aan de ingang van het domein net naast de stallingen, om aan de Duitsers te ontsnappen. De originele naam van deze plaats was " Mon Caprice " (Mijn gril) en werd in 1918 door het Canadees leger betrokken. De soldaten gebruikten het houtwerk als brandhout om zich te verwarmen. Op 4 juni 1920 verkoopt Mevrouw Bayot, de weduwe van Aurélien, de eigendom aan vijf benedictines, waarvan de oudste, zuster Hildegarde die in 1881 werd geboren, moeder overste was. Kasteel Bayot vindt op dat ogenblik de meest onverwachte roeping : " Le Monastère du Mont Vierge " (Het klooster van de Maagdberg), waarvan de naam Moûtier. Ora et Labora, Bidden en Werken. Uitgeverij- en boekbindwerkplaatsen, drukkerij, gelegenheidsbeeldjes, aanmaken van priesterlijke ornementen, ze werken op vol rendement.
De onontbeerlijke eenzaamheid wordt helaas door de omgeving in vraag gesteld. De zusters beslissen het Domein van de Marlagne aan te kopen en op 19 september 1928 komt de eigendom in handen van Mijnheer Joarlette. Het klooster van Mont Vierge keert terug naar haar oorspronkelijke roeping van kasteel die haar door Aurélien Bayot werd toegekend. Dat hij er uiterst fier over was, getuigt de aanwezigheid van de ineengevlochten initialen A B boven de hoofdingang. Ze bevinden er zich nog steeds samen met de religieuze inscripties die men eveneens op de tweede verdieping terugvindt en in één van de eetkamers die de Benedictines van Mont Vierge als kapel gebruikten. Op 21 juni 1931 komt de eigendom van het domein in handen van de heer Victor Lannoy, een Brusselse industrieel, die bovendien gedurende meer dan 40 jaar ambassadeur van de Verenigde Staten zal zijn. Roger Siot, industrieel, stichter en bestuurder van de maatschappij Sambre et Dyle, evenals van talrijke andere firma's, koopt het domein over op naam van zijn echtgenote, Marguerite Elias de Mollein. Dit gebeurde op 15 april 1939.
Kasteel du Moûtier wordt vanaf nu " Château Siot " genoemd en draagt deze naam nu al meer dan 60 jaar. Bij het overlijden van Marguerite Siot komt de eigendom in handen van één van haar dochters, Micky Duysan-Siot die de eigendom komt betrekken. Ze begint onmiddellijk met de verfraaiingwerken van het domein en geeft het terug de naam van de Moûtier.
Vandaag mogen we over het domein wandelen en genieten van de pracht ervan. Door zijn rijke geschiedenis en zijn prachtige omgeving is het prachtig om hier te wandelen wij kunnen volop genieten van de mooie gebouwen, over de brug door het park langs de oranjerie en de kapel dan weer verder en we verlaten het kasteeldomein door het toegangshek.
Wij wandelen verder door het dorpje met zijn mooie huizen met bloemen. Dan een lange klim uit het dorp met een prachtig zicht op de bossen. Zo komen we aan de eerste controlepost, Brigitte met Arobase zijn ook op de controle en als we terug vertrekken komt Francis Slache Gordon er ook aan, het zijn in de loop der jaren dikke vrienden geworden en we zijn altijd weer blij hen ergens op een wandeling tegen te komen. wij gaan verder en wandelen een heel eind door een bosrijk stuk, wel bijzonder mooi met oude bomen en grote vijvers hier komen duizenden libellen hun eieren leggen, als je even tijd neemt om te gaan kijken is het heel mooi om te zien.
We blijven wat kijken en maken een paar fotos en dan weer verder zo komen we aan de oever van de Maas, we wandelen er een eind langs het is wel mooi om de rotsen aan de overzijde te bekijken, nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in een mooie omgeving.