Eindelijk lente, een heerlijk zonneke, straal blauwe hemel en lekker warm.
In Stavelot heerst een bijzondere sfeer, waarin heden en verleden met elkaar verstrengelt lijken. Is het omdat dit stadje erin geslaagd is zijn oude huizen en zijn rustige steegjes te bewaren? Het natuurkader waarin het stadje gelegen is, is bovendien prachtig, zodat Stavelot alles heeft om ons te bekoren. De aloude stad aan de Ambléve in 648 gesticht door Sint-Remaclus er een klooster en hij werd in 11 eeuwen tijd, opgevolgd door niet minder dan 60 abten. Die van de stad een cultureel centrum maakten. Een landmark in het stadsbeeld is de Ancienne Abbaye enkele jaren geleden gerestaureerd en nu een bijzondere plaats in de stad.
We wandelen voorbij de prachtige gebouwen en komen aan de rue Vieux Moulins een waterkrachtcentrale op het riviertje bezorgd de buurt van elektriciteit. Deze watermolen Bressaix op het riviertje is nu een beschermd monument.
We wandelen Stavelot uit en komen langs één van de mooiste vakwerkhuizen. Dan langs het oorlogsmonument, een Amerikaanse truck.
We klimmen een behoorlijk stuk om in het bos terecht te komen, wat is het prachtig hier. De Ambléve vloeit beneden door het dal en tegenover staat een prachtig kasteel. Verder wandelen we door het bossen komen aan Croix de Remiheid in Trois-Ponts.Wat een prachtig landschap bossen, met groene dalen.
We dalen terug af naar het centrum van Stavelot, steeds weer komen we de prachtige vakwerkhuizen tegen op onze weg.
We steken de Ambléve terug over en wandelen door de smalle steegjes en straatjes.
We gaan nog een laatste keer voorbij de oude Abdij en zijn dan aan onze laatste klim van de dag naar de aankomst. Een prachtige en aangename wandeling.
De kapel van Loretto gelegen onderaan de helling van de Hulsberg. Een wandeling naar deze merkwaardige plaats loont zeker de moeite. Een panorama op het Haspengouwse landschap en de vallei van de Motbeek. Omgeven door een meidoornhaag, een oude wilg en een kastanje boom gelegen tussen de laagstamfruitbomen. Achter de kapel bevindt zich de graftombe van de familie Vandionant-Pinnoy de vorige eigenaars van het kasteel van de Hulsberg.
De huidige kapel 1882 is de kapel die boven op de Hulsberg gebouwd was en bij de bouw van het huidige kasteel verplaats werd. Naast de deur achteraan bevindt zich een arduinen steen, met de latijnse tekst die herinnerd aan de stichting van de kapel en de voormalige kluis in 1689 door de Loonse deken Poislevache. Hij ondernam regelmatig bedevaarten naar Italië om het Heilige Huisje van Nazareth te bezoeken. Daarmee wordt bedoeld het huisje waarin Maria verbleef toen zij het bezoek kreeg van de engel Gabriël. Volgens de overlevering word het sedert 1295 bewaard in Loretto in Italië.
De Loonse deken droomde van een Lorettokapel in de omgeving van Borgloon, en in 1680 kocht hij grond op de Hulsberg en negen jaar later werd de kapel gebouwd. Voor het onderhoud van de kapel bouwde men een kluis. Kluis en kapel stonden tot aan de bouw van het huidige kasteel op de top van de Hulsberg. Zij was een van de drie Limburgse kluiskapelen die gebouwd zijn naar het model van het Heilig Huisje. Vandaar ze Lorettokapel genoemd worden. De overig twee zijn die van de Bolderberg, en die van Vrijhern. Spijtig dat men binnenin de kapel niet meer kan gaan kijken, vandalen maken het onmogelijk om de kapel open te laten, alhoewel dit tot enkele jaren terug kon. Toch is de wandeling naar de kapel de moeite waard en moet ze bekeken worden vanop de veldweg. Vooral in het voorjaar is het er prachtig.
Borgloon doet ook dit jaar mee aan de ERFGOEDDAG op 23 april. Het thema van deze dag is "kleur" En we hebben een "kleurrijke" fiets- en autotocht uitgestippeld die u leidt langs polychrome beelden, schilderijen en doorheen ons "kleurrijk" landschap. Van Hoepertingen met kasteel Mariagaarde en de parochiekerk naar Borgloon met de Sint-Odulphuskerk, naar Kerniel met de Abdij van Colen en de kerk van Jesseren met de schilder Aubée. Verder naar Haren-Bommershoven en naar Vechmaal de kapel ven Heurne. Vandaar naar de kapel van Helshoven en terug naar Borgloon of Hoepertingen.
KAPEL VAN HELSHOVEN
Beelden, die anders achter slot en grendel zitten, worden op Erfgoeddag speciaal voor u bijgehaald.
Dicht bij de Nederlandse grens vaart de Selfkantbahn. De laatste "schmalspurige Kleinbahn" in Nordrhein-Westfalen. Hier vind je het nog het reizen uit vervlogen tijden. Alles zoals het vroeger was. De stoomlokomotief voor de trein, de waterkraan waar de stoomlok zijn watervoorraad haalt. de treinstellen met houten banken. Een houtkachel in het midden.
Zelfs de kaarten zijn origineel, we kennen ze nog van heel vroeger de kartonnen kaartjes. De kaartjesknipper met zijn uniform van uit die tijd, de buffetwagen prachtig!
Onze eerste rit van Schierwaldenrath naar Gillrath en terug, is de eerste kennismaking met deze stoomlijn. Het prachtige landschap glijdt aan ons voorbij, met een sappig tempo stomen we door het landschap.Onze Dave, Daphne en Debbie genieten van de rit.
Na de eerste rit gaan we een rit maken met de oude lijnbus.Deze brengt ons naar de windmolens in de omgeving."De Mühlenexpress" rolt over de straten van de ene molen naar de andere.
Een stop en bezoek brengen we aan de Museumwindmolen Gangelt-Breberen. Een torenwindmolen uit 1842 en heeft tot 1961 gemalen, het is de enige windmolen in de streek die nogaltijd maalvaardig is.
Na het bezoek worden we langs de Nederlandse grens terug naar Schierwaldenrath gebracht. Klaar voor een nieuwe rit met de stoomtrein. Vandaag rijden twee stellen heen en weer we kiezen voor het tweede stel.Even mooi als het eerste met prachtige wagons.
Een prachtige stoomdag beleven we hier, spijtig het weer is wat wisselvallig met af en toe een hevige regenbui.
MARCHEURS DE LA PORTE OUVERTE PRAYON MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE.
Trooz een prachtige streek in het Land van Herve.
Het is moeilijk te zeggen tot waar het Land van Hervereikt. Men zou kunnen stellen dat de vallei van de Vesdre de uiterste grens vormt. De Vesdre ontstaat in de veenmoerassen en stroomt naar Limbourg. Typisch voor de streek zijn de wilde hagen, waar door het landschap verdeelt word als een lappen deken. Zij werden niet enkel aangeplant om eigendommen of landerijen af te bakenen, zij spelen een belangrijke rol in de vrijwaring van de plaatselijke flora en fauna. Zonder deze wilde hagenzou een wandeling door de velden veel van haar charme verliezen.
Trooz is gelegen aan de Vesdre, die diep ingesneden vallei heeft. En dit zullen we op deze wandeling ondervinden, als we een paar keren in en uit de vallei wandelen, langs steile hellingen op gaan. Trooz zet wel aan om te wandelen en te genieten van al het moois wat er geboden wordt. Door de bossen en groene weilanden. Ook het stukje langs de Vesdre is prachtig we komen langs de kade en hier staan nog de kleine huisjes. We wandelen een stuk verder en komen langs het verlaten hoofdgebouw van de S.A. Metallurgique de Prayon. We wandelen door naar Forêt. Het dorpsplein vormt een bijzonder bouwkundig geheel, vooral door de positie van het kerkje dat lichtjes overhelt. Het monument voor de gesneuvelde is al bijzondermet de achterzijde een kapel. Ook de boerderij waar nu een meubelmagazijn is heel bijzonder maar vooral het kasteel is indrukwekkend, gelegen in een prachtig park.
Onze vrienden Andre en Marleen zijn ook hier.
Door een laan met statige bomen komen we terug richting Trooz. Beneden in het dal ligt Trooz. We dalen af en hebben een prachtige wandeling achter de rug.
De landstreek tussen Maas en Rijn heeft vele gezichten: enerzijds dat van een oud cultuurlandschap, anderzijds dat van een modern industriegebied. Hedendaagse techniek en getuigennissen van een tweeduizend jaar oude cultuur staan hier naast elkaar. Rondsdorf een vijftal kilometer van Wuppertal biedt ons een prachtig wandellandschap. Maar ook historische gebouwen en plaatsen.
We verlaten Rondsdorf en wandelen naar Grund als we het dorp binnen wandelen is het alsof de tijd twee honderd jaar terug gedraaid word. Vakwerkhuizen met groene luiken, een heel dorp, smalle straten met weerzijden hagen, kleine voortuintjes net onderhouden. Met veel liefde worden de vakwerkhuizen hersteld na de winter. Hier heerst er een aangename rust.
We wandelen verder en komen in het Zillertal, een prachtig dal met een historische route van Hammersmede het Gelpetal was vroeger een industrieeldal, met verschillende Hamersmeden, dit waren watermolens die het gewonnen ijzererts bewerkten, het waterwiel dreef een ander wiel aan waardoor de smeedhamer op en neer sloeg op het te bewerken ijzer. Hier stonden verschillende van deze smederijen. Door de grote val van het water was het mogelijk om deze aan te drijven. Deze watermolens/smederijen zijn op het begin van de 20ste eeuw afgebroken en nu staan er op de plaatsen waar ze stonden een bordje met hun naam en wat informatie, gelukkig zijn de vakwerkhuizen welke erbij hoorden gespaard gebleven en nog steeds bewoond. Het licht dalende dal is prachtig en op het einde staat de enige nog bewaart gebleven watermolen.
De Käshammer had in 1829 3 waterraden en werd tot een eind in de19de eeuw gebruikt om zijde op te winden. De watermolen in vakwerk staat prachtig gerestaureerd in spiegelbeeld in het water, gewoon prachtig.
We klimmen uit het Saalbachtal. We wandelen nu op Cronenberger land. Een laatste keer klimmen we uit het dal, wat prachtig de groene weilanden en de bossen.
Zo keren we terug naar ons vertrekpunt. Een bijzonder prachtige wandeling.
Zaterdag 15 april is het weer zover, nationale mussenteldag. Waarom organiseert Vogelbescherming Vlaanderen een teldag voor mussen? Je zul de afgelopen jaren wel vastgestelt hebben dat de mussen uit het straat beeld verdwijnen. Door een onderzoek kunnen ze de toestand van ons mussen bestand nagaan.
Hoe moet je tellen? Opgelet, tsjilpende mussenmannetjes laten zich niet zo gemakkelijk tellen; het hoeft dus geen exact aantal zijn. Een groepsindeling is ook goed; vb 1-5,6-10,11-15,16-20,enz. De mannetjes zitten in april meestal- vooral s'ochtends- bij hun nestplaats te tsjilpen. Laat weten waar je ze ziet tsjilpen, op het dak, in een haag, struik, nestkast of de speciale dakpan, enz... Op de website( zie adres beneden) vind je een digitale mussenformulier waar je al de gevens op kunt invullen. Vergeet niet het adres van d ewaarneming te vermelden. Had je in het verleden geen mussen in de omgeving en nu wel laat het weten, maar omgekeerd ook als je nu geen mussen niet meer ziet en vroeger wel, vermeld het ook. Hierdoor krijgen ze een idee over de achteruitgang van de Huismus in ons land.
Kasteel Wijnandsrade is vanaf 1973 vooral bekend geworden in de Euregio door het jaarlijkse antiek- en folklorenfestival. Een festival waarin de Limburgese kunst, cultuur en folklore, en de welhaast vergeten oude volksgebruiken, levendig gehouden worden. De geschiedenis van het kasteel Wijnandsrade reikt veel verder. Achter het kasteel en de kerk ligt een hoge heuvel, ook welde motte genoemd. Deze stamt uit de 12de eeuw. Op de motte bevond zich een primitieve burcht die als woonplaats diende voor de eerste Heren van Wijnandsrade.
Hier kon men zich bij onraad verschansen en verdedigen. In 1554 werd een nieuw kasteel gebouwd, waarvan een belangrijk deel nog aanwezig is. Vanaf de binnenplaats van de kasteelboererij ziet men rechts een deel van de oude slotgracht, met daarvoor een stenen brug die naar een poorttoren leidt. In dit deel bevindt zich onder meer de vroegere ridderzaal. De andere delen van het kasteel zijn later gebouwd. Zo dateert de grote toegangspoort tussen kasteel en kasteelhoeve uit 1719.
Tot 1916 was kasteel Wijnandsrade in bezit van de adelijke familie von Bongart.
Van 1872 tot 1960 werd het achtereenvolgens bewoond door de paters Jezuïeten en de paters Minderbroeders Conventuelen. Sedert 1967 dient de begane grond van het kasteel onder andere als vestiging van een aantal bedrijven.Na een ingrijpende restauratie door de Stichting tot behoud van Kasteel Wijnandsrade zijn er op de verdieping tevens een zevental appartemeneten in ondergebracht.
De kasteelhoeve is eigendom van de Stichting Proefboerderij Wijnandsrade die regelmatig landbouwproeven uitvoert.
De omgeving van Nuth heeft verschillen mooie en aangename wandelingen. Er is ook een wandelclub die er jaarlijks een wandeltocht organiseerd. Een prachtige streek om te wandelen. Natuur en Cultuur gaan hier hand in hand.
Borgloon telt een aantal mooie kapellen, graag zou ik ze in de loop van de tijd aan je voorstellen, vandaag wil ik de "Kapel van Helshoven" voorstellen.
Helshoven was eigendom van de graaf van Loon,waar in het midden van de 13de eeuw door de Johnanieters, de oudste geestelijke ridderorde, een gasthuis werd opgericht om voorbijtrekkende pelgrims voedsel en onderdak te bieden. In 1254 werd er een eerste kapel gebouwd en reeds op 4 juli 1255 stond Prins-bisschop Hendrik van Gelder (1247-1274) toe het misoffer op te dragen. Al spoedig daagden weldoeners op, zoals vermeld staat op een grafsteen in de huidige kapel.Vier leken, een begijn en een priester vermaakten 12 bunder grond om op de vier grote feesten van O.L.Vrouw een jaargetijde in de kapel te zingen.In 1317 waren de hospitaalridders van Sint-Jan echter diep in de schulden geraakt en daarom verkochten ze op 31 oktober van dat jaar al hun eigendommen te Helshoven aan de commandeur en de broeders van het huis van Bernissem bij St.-Truiden. Wat er verder met het gasthuis en zijn bewoners gebeurde is niet geweten. zelfs niet hoe lang het bestaan heeft. De kapel werd rond 1574 door brand vernield en rond 1661 door baron Edmond de Bocholtz, groot-commandeur van Alde-Biezen, heropgebouwd. Zo staat te lezen op de gedenkplaat die boven de ingangsdeur van de nog bestaande kapel werd aangebracht.
Daar in die tijd het gasthuis al jaren niet meer bestond en er dus niemand zorg droeg voor de nieuwe kapel, richtte Gerard van Deventer in 1674 een verzoekschrift tot de commandeur in Bernissem om op de weide naast de kapel een kluis te mogen bouwen. Hij beloofde de kapel netjes te onderhouden en de ornamenten in goed staat te bewaren. Zijn verzoek werd op 19 april 1674 door het kapittel van Alden-Biezen ingewilligd. Door de wet van 1 september 1796 werden de kluizenaars door de Fransen verboden en hun eigendommen verbeurd verklaard. De kapel van Helshoven werd eigendom van openbare onderstand van Berlingen.Nadat Napoleon in 1801 door zijn concordaat met paus Pius VII de godsdienstvrede had hersteld, doken de kluizenaars weer op. In 1817 vestigde zich de 32-jarige molenaar Pieter Kubben in de kluis, kreeg gezeldschap van Andreas Gielen uit Nieuwstadt, geboren in 1826 als zoon van Nicolaas Gielen en Anna Maria Vanstraelen. Andreas Gielen hield het nog 4 jaar langer vol en stierf op 13 april 1908. na zijn dood bleef de kluis onbewoond. Ze werd echter in 1921 gekocht en geschonken aan de kerk van Groot-Gelmen. Men wilde de kluis ombouwen tot sacristie, maar dit plan werd nooit uitgevoerd. In 1925 werd de kluis afgebroken en de kapel hersteld. Ook in 1955 en 1966 werden herstellingswerken uitgevoerd. Op de plaats waar de kluis stond werd een bloemenperkje aangelegd. Een monument herinnerd aan de 14 kluizenaars die hier woonden.
Een beeld van broeder Andreas Gielen(1826-1908) de laatste kluizenaar van Helshoven staat er ook.
Binnenin de kapel getuigen waardevolle beelden,schilderijen en enkele meubels van de vroegere kluis aan de rijke geschiedenis van de devotie tot Maria. Haar eretitel in de kapel hier,"Koningin van de Blijde Vrede" is uniek. Dank zij het werk en de inzet van de parochianen uit de omgeving en van broeder Arséne van Zepperen is dit een prachtige kapel. In de boerderij tegenover de kapel is er een brochure te verkrijgen met de gehele geschiedenis van de kapel en de omgeving.
Vechmaal, een dorp in Haspengouw met een groot aantal mooie vierkantshoeves.
We vertrekken met onze wandeling in het centrum en gaan direct naar Heurne de vroegere heerlijkheid van Horn of Heurne, ook Heurne St.-Pieter. Het kasteel van Horne was vroeger in het bezit van de Tongerse familie Bosch, wiens wapenschild nog steeds boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt.
De bijhorende hoeve dateert van 1743 en werd door de familie Bosch gebouwd. De kapel zou gebouwd zijn waar eertijds een Romeinse villa stond. Hiervan kan men nog overblijfsels terugvinden vermits er in de muren Romeinse pannen verwerkt zijn. De kapel is toegewijd aan de H. Petrus en werd reeds voor 1296 opgericht door de bewoners van deze kleine heerlijkheid. De kapel werd gebouwd met vierkante silexstenen in regelmatige lijnen en is voorzien van een rechte koornis uit de 13de eeuw.
We wandelen door de velden naar Heks. We wandelen langs de Manshovenhof met zijn gekasseide dreven. Het Manshovenbos sluit aan op het bos van het kasteel van Heks.
Het kasteel van Heks ook wel Hex geschreven, werd in de 18de eeuw gebouwd door de Prinsbisschop van Welsbruck. Als natuur liefhebber zocht hij een plek uit in het licht heuvelend Haspengouw. Hij liet een Chinese tuin, een groenten tuin en een rozentuin aanleggen. Hij overleed op zijn domein in 1794. de rozentuin beschikt over een uitzonderlijk aantal rozenvariëteiten waarvan de oudsten in de oorspronkelijke tuin aanwezig waren. We wandelen door het bos en komen zo terug aan in Vechmaal. We wandelen langshet Monnikenhof en dan via de oude tramlijn.
Zo komen we aan deHeerlijkheid Satenbergh De oude vierkantshoeve uit 1648 en het aangrenzend kasteeltje uit 1892 liggen romantische tussen glooiende velden. We passeren de herberg de Horne en komen terug aan ons vertrekpunt. Een fijne en aangename wandeling.
Cadieren Keer in Zuid Limburg, een prachtige streek om te wandelen. We verlaten Cadier en Keer en we wandelen naar het rustige dorpje Bemelen, vooralbekend vanwege het natuurreservaat De Bemelerberg, met zijn 150ha, zijn prachtige mergelwanden en Groeve t Rooth.
Prachtige huizen in mergelblokken en de kerktoren die nog dateert uit de middeleeuwen. Maar ook de vakwerkhuizen zijn de moeite om even bij stil te staan.
We wandelen het natuurreservaat De Bemelerberg. Gewoon prachtig de hellingen bebost met enorme gaten en holen van de uitgehaalde mergel. Een waar kazen landschap. We komen aan de voormalige Koeleboschgroeve nu ontoegankelijk voor de mens maar een paradijs voor de vleermuizen.
We wandelen nu het dorpje Berg met zijn St. Hubertushofeen oude hoeve.Nu komen we in St Antoniusbank met prachtige huizenafwisselend in mergelblokken en dan weer in vakwerk. Maar vooral de enorme kasteelhoeve spreek tot de verbeelding.
We wandelen verder en komen in het Klinkenberghbos, een prachtig natuurreservaat met poelen en vijvers waar de padden en kikkers zich thuis voelen en zorgen voor het nageslacht. Telkens weer komen we de dorpspompen tegen die nu als kleine monumenten beschermd worden.
We komen terug in Cadier en Keer en de kruizen langs de wegen zijn versiert met een krans van palmen. Vandaag is het Palmenzondag.
Na de val van de vesting Mariembourg in 1554 zag Karel V zich genoodzaakt een nieuwe vestingstad te bouwen, die de grens met Frankrijk in het oog moest houden. In 1555noemde hij het nieuwe stadje naar zijn zoon, de toekomstige Filips II: Philippopolis, Philippeville. De stad en zijn omgeving zijn geweldig om in te wandelen. We wandelen langs de prachtige beboste heuvels, die nu vol met wilde narcissen staan. Mooi gekleurd.
We komen in Tienne, een klein gehucht met een Boeddhafarm eigenaardig dat deze boerderij vol staat met boeddha beelden.
Ons volgende dorp is heel bijzonder. Sautour is een kleine deelgemeente van Philippeville. Het oudste gedeelte, Vieux-Sautour, dateert reeds uit de Romeinse tijd en valt tegenwoordig op door een indrukwekkende kasteelhoeve. Het hoger gelegen deel van het dorp"haut du village" herinnert aan een ommuurd fort uit de twaalfde eeuw, er zijn nog veel sporen van de omwalling overgebleven en vele oude huizen werden opgetrokken uit afbraakmateriaal van de muur.
Heel Haut du village is geklasseerd als monument. We verlaten Sautour via de poort en dalen af.
Nog even naar achter gekeken naar het prachtige dorp op de heuvel.De tocht loopt door het prachtige Bois de Sautour ten zuiden van het dorp. De streek is rijk aan inactief geworden groeven met de voor de streek typische rode marmer, het zijn indrukwekkende groeven met loodrechte wanden. We wandelen langs een prachtig beekje, diep uitgesneden in het landschap. Met bomen langs de oevers gewoon prachtig! Er staan prachtige gele, stervormige bloemen aan de oevers.
Onze volgende ontdekking is het dorp Samart, we klimmen uit het bos en dedaken van het kasteel word stilaan zichtbaar. Als we boven komen is de beloning groot, de kapel Saint-Médard en het geklasseerde kasteel van Samart 1667 liggen voor ons. Een prachtig zicht.
In dit dorp staat de tijd stil, waar vind je nog de mesthoop voor de deur, wel hier oude hoeves en huizen met langs de straat een kapelleke.
Wat verder komen we terug in Philippeville, we passeren het voormalige buskruitmagazijn van de vestingwerken, in 1914 werd dit gebouw omgebouwd tot kapel.
We wandelen terug naar ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in de Naamse Fagne.
Een echte rariteit. In Midden-Europese regio's zijn in goede staat verkerende middeleeuwse tunnels uiterst schaars. De tunnel onder het hertenkamp Blankenheim, die pas in 1997 herondekt werd, voorzag de burcht, de bijgebouwen en de tuinen van vers drinkwater.
De 160 Meter lange tunnel loopt onder het hertenkamp door, het voormalige "levende voorraadkamer" van de Heren van Blankenheim.De imposante, deels ook bovengronds te zien tunnel werd in de 15de eeuw gebouwd. Ongetwijfeld een van de meest prestigieuze realisaties van ingenieurs uit de middeleeuwen in de Euregio is de Tiergarten-tunnel in Blankenheim. Gebouwd werd deze bijna 160 meter lange tunnel met zijn vijf lichtschachten, ruim waterhuisje en een rond de 550 meter lange drukwaterleiding uit houten buizen aan het einde van de 15de eeuw.
Van op 800 meter in vogelvlucht gelegen afstand,vanaf de bron lieten de Heren van Blankenheim vers water door de vallei en door de berg onder de burcht pompen.
Het is zeker de moeite om de stad Blankenheim te bezoeken. De burcht en zijn vakwerkhuizen. Het historische centrum bezit vele parels van gebouwen.
Zeker een bezoek waard is het Eifelmuseum en de Ahrquelle. Je kunt er rustig kuieren door de gezellige straatjes.
vielen herzlichen Dank für das große Lob. Könnten Sie sich vorstellen, dass in einem Interview mit 2-3 Journalisten über Ihre Erfahrungen berichten würden? Wenn Sie dazu bereit sind, würde ich bei unseren Pressekontakten nachfragen ob daran Interesse besteht.