MARCHE DE JOUR. / CLUB MARCHEURS JALHAY. / SURISTER – JALHAY. 24/03/2019.
MARCHE DE JOUR.
CLUB MARCHEURS JALHAY.
SURISTER – JALHAY.
Onze wandeling vertrekt in Surister in de zaal “la Petite France” Het straatdorp Surister ligt op een heuvelrug –waterscheiding- tussen twee riviertjes. In de middeleeuwen stond aan deze weg naar Jalhay een graanmolen voor gemeenschappelijk gebruik, het kasteel van de landheer en een perron. Aan het eind van het dorp stond de galg. Tot de Franse Revolutie was Surister een leengoed, toegekend door de Prinsbisschop van Luik, dit in tegenstelling tot Jalhay, die met Foyr en Charneux direct afhankelijk waren van de Prinsbisschop. Surister wordt nog altijd “la Petite France” genoemd, naar aanleiding van de familie Groulard, die afkomstig was uit Dinan in Bretagne en vroeger over de dorpelingen van Surister heerste. We wandelen door het prachtige bos met rotsformaties. Steken een riviertje over en komen langs mooie huizen uit lokale steen. In de gemeente Jalhay zijn rond midden 18e eeuw, veel traditionele huizen uit kalksteen en grote stenen uit de omgeving gebouwd . Er zijn een aantal huizen, die vallen onder het “Erfgoed van Wallonië”. Het traditionele landelijke huis bestond uit drie elementen samen onder één dak: het huis, de stal en de schuur, die allen intern verbonden waren. Een open binnenplaats scheidde het huis van de schuurtjes en de boomgaard naast het huis werd begraasd door jonge dieren. Het klimaat in de winter is bar en daarvoor is een dergelijke structuur praktisch. Men hoefde niet door de kou naar buiten om in de stal te komen, die lekker warm was. En de voorraadschuur was goed gevuld met hooi voor de dieren. Wat verder komen we in Solwaster. De naam Solwaster komt van “solistat”, d.w.z. “aan de Statte” en de bewoners van dit mooie dorp worden wel de “Lopets” genoemd. Solwaster is echt een typische Ardens dorpje, gelegen op de heuvel tussen de rivier de Hoëgne en de Statte. Het dorp heeft de charme van de karakteristieke pastorale dorpjes uit de 19e eeuw aan de voet van de Hoge Venen behouden. Het is in 1981 uitgeroepen tot één van de mooiste dorpen van België. We wandelen verder en komen zo in Jalhay, is een dorp dat aan de voet van de Hoge Venen op 400m boven de zeespiegel ligt. Het waren vooral de Franken, die hier in de IV en V eeuw kwamen en die aan de oorsprong liggen van de dorpen van Jalhay. Karel de Grote maakte van Jalhay een jachtdomein. De koning van Lotharingen ontnam grondgebied aan de Abdij van Stavelot en schonk het aan de Prinsbisschop van Luik. Die liet het gebied in cultuur brengen. Doordat de bodem veel ijzererts bevat kon zich langs de Hoëgne een metaalindustrie ontwikkelen die de streek van de XIVe tot de XVIIe eeuw voorspoed bracht. Maar in 1468 liet de Bourgondische hertog Karel de Stoute de smelterijen vernietigen omdat ze wapens gesmeed hadden voor de befaamde «600 Franchimontezen» die hem hadden bevochten in Luik. Hij plunderde de streek en herleidde de «makas» (smeedhamers) tot schroot. Sindsdien legt de gemeente zich vooral toe op landbouw. Vanaf de XVe eeuw schonk de Prinsbisschop van Luik een aantal rechten aan de burgers van Jalhay, Sart en Surister zoals het recht voor een lokaal gerechtsgebouw, de titel van stad, de mogelijkheid om een burgemeester te kiezen, handelsrechten enz. Daarvan getuigen nu nog de « perrons » van Sart en Surister. Jalhay had al wethouders in 1405. Veel later, onder Napoleon verloor Jalhay zijn rechten en invloed…. Wat verder komen we terug aan ons vertrek, wat een prachtige wandeling.
36e MARCHE DE POILVACHE. / BATTEURS DE CUIR DINANT. / EVREHAILLES. YVIOR. 23/03/2019.
36e MARCHE DE POILVACHE.
BATTEURS DE CUIR DINANT.
EVREHAILLES. YVIOR.
Schilderachtige dorpjes met namen die vaak suggestief zijn, afgewisseld met akkers, groene weiden, een landelijke omgeving van de beste kwaliteit, geschikt om alle liefhebbers van de natuur en het wandelen te plezieren. Yvoir, de dochter van de Haute-Meuse, is verantwoordelijk voor de geschiedenis, het vakmanschap en de erfgoedrijkdom en presenteert alle pittoreske charmes van de Maas. Yvoir zelf de oude, ijverige stad aan de Maas, waar de winning en de transformatie van de steen het werk van het ijzer verdrongen heeft, waarvan het aan het einde van de 19e eeuw een permanent en belangrijk centrum van de Gallische tijd was. Evrehailles Het dorp is gevestigd in een heuvelachtige omgeving en heeft zich langs 3 hoofdstraten ontwikkeld die samenkomen in de richting van de kerk die door zijn volume en zijn typische torenspits geheel naar voren komt. Het dorp bestaat uit huizen en boerderijen voornamelijk achttiende en negentiende en gegroepeerde woningen, vaak aangrenzende gebouwd uit zandsteen of kalksteen soms gekalkt en gekleurd. We komen aan het kasteel van Poilvache. Op de top van een zeer hoge rots, kan men de ruïnes van het oude fort van Poilvache zien. De stichting dateert uit de jaren 1226-1228. Het was het werk van Waleran de Montjoie, hertog van Limbourg en zijn vrouw Isabelle de Bar, gravin van Luxemburg. De oorspronkelijke naam van het kasteel komt van de naam van een man Frank Meraldus. Het was bekend sinds de dertiende eeuw, onder de term "Poilvache". Deze achternaam zou zijn gegeven aan de bewoners van het kasteel omdat ze zelfs in de stallen varkens en koeien plunderden. Het kasteel werd belegerd, ingenomen en geruïneerd door de Dinantais, in 1322. De Luik belegerde in 1430. Na een krachtige verdediging die 5 tot 6 dagen duurde, gaf het garnizoen zich over en het kasteel werd verwoest. Het werd opnieuw gerestaureerd en in 1554 volledig door het Franse leger gesloopt. Vanaf deze oude boulevard van het feodalisme zien we slechts een paar overblijfselen van de ondergrondse en een boorput die 55 meter diep in de rots is geboord. Momenteel eigendom van het Waalse Gewest, werden de ruïnes opgesomd in "Outstanding Heritage" in 1992. Wij wandelen door de ruïne en hebben een prachtig zicht op de Maas. We wandelen het fort uit en keren terug naar Evrehailles
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN. 20/03/2019
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Onze wandeling vertrekt zoals altijd in het centrum van Gulpen. We beginnen met een klim uit het dorp langs het Joods monument. Het monument ter nagedachtenis van de Joodse medeburgers die in de periode 1940-1945 zijn weggevoerd en zijn omgebracht in de concentratiekampen. Dan komen we aan het oude kerkhof daar staat de oude kerktoren van het dorp. Een romaanse toren die waarschijnlijk uit de 11e eeuw dateert en het enige nog bestaande deel is van een middeleeuwse dorpskerk. Gezien haar bouw (muren van 1,5 tot 2 m dikte) en haar ligging heeft zij waarschijnlijk oorspronkelijk tevens als verdedigingstoren gediend, waar ook de plaatselijke bevolking bij dreigend gevaar haar toevlucht kon zoeken. Wat verder wandelen we de natuur binnen velden, weilanden en bosjes. Dan komen we aan een mooie hoeve waar men de restauratie van de Bakoven Beertsenhoven door de Heemkundevereniging Wielder-Wijlre-. Ook hier weer de mooie vakwerkhuizen welke in Zuid-Limburg nog veel tegen komen. Wat verder komen we in Stokhem. Vanuit Stokhem gaat er een weg richting het westen de helling de Doodemansweg op naar Berghof en gaat er een pad (Heischenweg) door de Abelschegrub richting Ingber, via een pad naar het noorden loopt er een pad langs de Gronselenput naar Schin op Geul, naar het oosten loopt er een pad naar Wijlre en de weg naar het zuiden gaat via Kasteel Wijlre in de richting van Wijlre, Beertsenhoven en Gulpen. In het centrum staat een wegkruis bijzonder is dat de tekst in Duits is. Aan de dorpsstraat richting de Geul liggen enkele vakwerkhuizen. Met een met versiering van een kop van man en vrouw. Wat verder de gerestaureerde waterpunt. Dan verlaten we het dorp en komen langs Vlekkenberg. We wandelen nu langs de Geul en komen aan de bron Gronselput hier werd tot de jaren 1960 water gehaald door kinderen van het dorp en was de plaats waar de was gedaan werd, de bron ligt beneden de Keutenberg. Wat verder komen we langs de plek waar de Schuilkelder was in WOII. We wandelen nog en heel eind langs de rivier en dan komen we in Engwegen. Is een buurtschap, ligt in het dal van de Geul aan de voet van de in wielerkringen bekende helling Keutenberg aan de zuidkant van de buurtschap. Ook ligt Engwegen aan de voet van de Sousberg dat aan de westkant van de nederzetting ligt. Engwegen telt 10 boerderijen en huizen. Onze tocht gaat verder naar Schin op Geul. Hier veel mooie mergelhuizen en hoeven. Wat verder komen we aan de Hoeve Blankenberg op de Berghof. Deze mergelhoeve heeft al een eeuwen oude geschiedenis. En ligt in open veld zeer mooi. Wat verder komen we langs “het gericht” op deze plek werden misdadigers opgehangen enterecht gesteld de weg heet dan ook Wijlre Gerichtsweg. Nu terug wandelen naar Gulpen en nog langs de vernielde hoeve die door bommen vernield werd en waar 4 mensen gestorven zijn. Dan komt Gulpen terug in zicht we dalen af naar het centrum waar deze mooie wandeling eindigt.
Wandelvrienden Termaar organiseert de lammertocht. Zoals elk jaar vertrek in Margraten. Voor het grootste gedeelte is de route uitgezet in het natuurreservaat het Gerendal en het schitterende Geuldal. Bezienswaardigheden die men afhankelijk van de te lopen route, onderweg tegenkomt zijn: typisch voor deze streek, huizen en boerderijen opgetrokken uit mergel, meerdere kapelletjes en natuurlijk de snelst stromende rivier van Nederland, de Geul. De wandeling voert de deelnemers door het St. Jansbosch, de Biebosch, over de Cauberg en langs het Polferbos, de Sousberg en de Keutenberg. En in maart wandelen houdt tevens in dat de vergezichten extra weids zijn door het ontbreken van heiige lucht. De verwachting is dat de natuur óók dit jaar de organisatie niet in de steek laat, zodat de deelnemers aan de tocht kunnen genieten van de ontluikende begroeiing. In de centraal in het Gerendal gelegen schaapskooi, de rustplaats, is het weer lammertijd en we kunnen de pasgeboren lammetjes aanschouwen. We wandelen vanuit d estrat naar Scheulder; De plaats is gelegen aan de oude Romeinse heerweg en pelgrimsroute van Maastricht naar Aken. Al in de zevende eeuw trok men erlangs op bedevaart. In het dorp was vroeger een gasthuis, waar men destijds kon schuilen, de plaatsnaam is een verbastering van dit woord. Vroegere namen waren ook wel Schuiler of Schuller. Enkele historische boerderijen, deels gebouwd in mergelsteen, zoals Dorpsstraat 99 (1805), Dorpsstraat 60-62 (2e helft 18e eeuw), Dorpsstraat 64 (1800) en Dorpsstraat 56 (1815 en schuur van 1868). Welke prachtige boerderijen. We wandelen nu in het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal in het noorden bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder in het zuiden. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Achter deze helling met heuvelrug ligt een klein dal met daarachter de Sousberg en de Keutenberg. Aan de westzijde van het Gerendal ligt onder andere het Sint-Jansbosch. Het grootste deel van het Gerendal, zo'n 225 ha, is eigendom van het Staatsbosbeheer. De kalkgraslanden op de hellingen worden deels begraasd door schapen, deels gemaaid. De bossen worden deels beheerd als opgaand bos, deels als hakhoutbos. Dat laatste bostype is relatief kostbaar qua onderhoud, maar lijkt veruit het meest op de historische situatie en herbergt kalkminnende plantensoorten die in als opgaand bos beheerde percelen op den duur verloren gaan. Controle in de schaapskooi waar er al enkele lammer geboren zijn. Wat verder zijn we in Sibbe; is gelegen op de rand van het Plateau van Margraten, een vruchtbaar lössplateau. Sibbe ligt op de kruising van de weg van Vilt naar IJzeren en de weg van Valkenburg naar Margraten. Met het gehucht IJzeren vormt het dorp een dubbelgemeenschap meestal aangeduid als Sibbe-IJzeren. Na IJzeren keren we terug naar Margraten. Bijzonder zijn de Zwingelputten. Een zwingelput of draaiput is een waterput met een (houten) opbouw (het puthuisje) waarin een katrol- of lier-mechanisme bevestigd is om water uit de grond boven te halen. Boven op de vaak stenen put werd een houten opbouw met dak gebouwd waarin een houten rol bevestigd werd waaromheen het touw gedraaid werd. Deze houten rol werd met de hand aangedreven door een grote zwingel, waarmee het water naar boven werd "gezwingeld". Zwingelputten komen onder andere veelvuldig voor in Nederlands Zuid-Limburg waar de meeste zwingelputten te vinden zijn in dorpen en buurtschappen die gelegen zijn op de hogere delen van het landschap. In dorpen waar men geen beschikking had over een beek werd dan een put aangelegd om toch water te hebben voor het vee, de was of het huishouden. De putten zijn vaak in gebruik geweest totdat de dorpen werden aangesloten op de waterleiding. Vanwege de cultuur-historische waarde zijn een aantal van deze putten bestempeld als rijksmonument. Zo komen we terug in Margraten waar deze toch wel mooie wandeling eindigt.
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT HUBERT. / COMPAGNONS DE SAINT HUBERT. / AUBEL. 16/03/2019
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT HUBERT.
COMPAGNONS DE SAINT HUBERT.
AUBEL.
Het dorp Aubel ligt ingeklemd tussen de vallei van de Bel in het noorden, en die van de Berwijn in het zuiden. Bij Val-Dieu komen deze riviertjes bij elkaar. De bron van de Bel ligt iets ten noorden van de kom van Aubel, die op een hoogte van ongeveer 200 meter is gelegen. De gemeente maakt deel uit van het Land van Herve en de omgeving wordt gekenmerkt door landbouw. De noordelijke grens van de gemeente wordt gevormd door een heuvelrug die de waterscheiding vormt tussen Bel en Berwijn enerzijds en de Voer en Gulp anderzijds. De zuidelijke grens van de gemeente valt grotendeels samen met de Berwijn. Aubel is bekend om zijn streekproducten: hervekaas, stroop, cider en bier. Deze worden verhandeld op de markten op dinsdag- en zondagochtend. In het verleden was de markt van Aubel zeer bekend. Van heinde en verre kwamen de boeren naar Aubel om hun producten te verkopen. Vooral de kaas uit Aubel, de Aubeloise, is erg bekend onder de liefhebbers. Het is een kaas die scherp en pittig van smaak is en ook zo ruikt. De kaas is beschermd als Hervekaas (uit het Land van Herve) door middel van de Europese kwalificatie: beschermde oorsprongsbenaming. We wandelen langs het stroopfabriek van Aubel. Luikse stroop: De eeuwenoude ambachtelijke en huiselijke bereidingswijze - die reeds bestond in het Land van Herve - werd vanaf 1902 door Clément Meurens (°1874) op industriële wijze aangepakt. Het was Clement Meurens II die het recept van de Echte Luikse Stroop in 1937 ontwikkelde en patenteerde in 1947. We wandelen door het dorp langs de mooie oude gebouwen en dan langs verschillende mooie hoeven. Dan komen we aan de Sint Annakapel. Gebouwd in 1658 en gerestaureerd in de 19de eeuw. Verdedr door het land van Herve en komen zo in het “Vrouwenbos-Stroevenbos” Het bos ligt op de zuidwesthelling van het beekdal van de Veurs en ligt op een hoogte in het landschap. Aan de westkant van het bos ligt het dal van de Voer. Aan de overzijde van het dal van de Veurs ligt het Veursbos op een heuvelrug, aan de westzijde aan de overzijde van het dal van de Voer ligt het Alsbos. Ten noorden van het Veursbos ligt aan de overzijde van het dal het Broekbos op een helling. Het Vrouwenbos is een veldbies-beukenbos. Het bos sluit aan op het Stroevenbos en het Sint-Gillisbos. We wandelen verder door het landschap en we komen wat later terug in Aubel. Een prachtige wandeling in het Land van Herve.