Binnen kort vieren we de Eerste Communie van twee kleinkinderen. De zoon van de dochter viert nog de traditionele communie de dochter van de zoon een lentefeest. Die " rasechte communicant" wordt nu al maanden "klaargestoomd" voor de grote dag maar wat een verschil met dat klaarstomen voor onze eerste communie!
En daarom ga ik even terug in de tijd.
Ik ben terug bij Zuster Madeleine in het eerste leerjaar. Stilaan werden wij voorbereid op onze Eerste Communie. Daarvoor kregen we elk een catechismus ( ik heb die nog steeds liggen!!) al konden we amper lezen. Mijn eerste gedacht was dat het een vertelselboekje was. Maar néé hoor. Misschien raadseltjes, dacht ik dan, raadseltjes waar t antwoord bij vermeld was ?
Ik verstond er niet al te veel van, tot op het moment dat die rondborstige zuster Madeleine met heel wat uitleg op de proppen kwam. Verdorie wat nu?
Vanaf nu hadden we 6 jaar zei ze om op het moment van onze Plechtige Communie ( in het zesde leerjaar) dat boekje helemaal glad van buiten te kennen mét vragen en antwoorden. Nu moesten we enkel de vragen in vette druk kennen. Daarom zouden wij daar elke dag over ondervraagd worden.
Bij het horen van die eerste vragen kreeg ik al de indruk dat mijn zieltje zo zwart was lijk het gat van zwarte Piet! Ah ja, ik durfde wel zo af en toe eens ondeugend te zijn , speelde het liefst met jongens samen en dan keek ik ook niet altijd naar de andere kant! Volgens dat boekje zou dat allemaal niet meer mogen
.. Dat waren allemaal doodzonden! Het woord alleen al!
Ik voelde mij verdoemd om naar de hel te gaan en met momenten begon ik ze te nijpen tot ik er bijna het schi
. van kreeg!
Zuster Madeleine had dat natuurlijk in " de mot", ik zat daar zo wat te draaien op mijn stoel.
"Wat is t Natoken, zijt ge niet goed?"
Eerst durfde ik niet zeggen wat er scheelde, maar op de duur moest ik toch toegeven dat ik met een ferm ei zat.
Ze vertelde dat, als we ons deel van het "boekje " van buiten zouden kennen, wij bij meneer de paster zouden mogen gaan biechten en dat die onze deugnieterij wel zou kwijtschelden.
"Biechten, wat is dat zuster," was mijn vraag?.
"Wel Natoken, je moet aan "meneer de Paster" al je zonden gaan vertellen en zie dat je er geen enkele vergeet, want Onze Lieve Heer weet het wel als je iets verzwijgt. "
Wel mensen, jullie mogen het weten, in plaats van gerust gesteld te zijn, werd dat ei nog groter.
Zo'n last op die jonge schoudertjes....
De sfeer de maanden voor onze Eerste Communie werd in de klas gans anders. Na het ochtendgebed begonnen de ondervragingen over de catechismus
leerden we het Onze Vader en de Weesgegroet, de vier akten
wat je allemaal moest geloven
..op wat je allemaal mocht hopen
..wie je allemaal (mocht) moest gaarne zien..
en waarover je allemaal spijt moest hebben ! Mens toch, wat stond er ons 7 jarigen nog allemaal te wachten ?
Maar het ergste waren toch die vrijdagnamiddagen want dan kwam "Meneer de Paster" ons daarover persoonlijk ondervragen. Geloof mij of niet, maar dat ei in mijn broekje werd met de dag groter. En mijn ma, wel die zag dat op mijn gezicht van zodra ik thuis kwam.
"Wat scheelt er Natoken ,je ziet zo bleekskes..scheelt er wat ?"
Met stukken en brokken ( ook niet van mijn gewoonte) vertelde ik haar dan gans de historie. Ma trachtte mij gerust te stellen. Maar kind toch, dat is allemaal zo erg niet. Als je braaf bent en altijd gehoorzaamt wel dan moet je je daar geen zorgen over maken. Ja , maar juist daar spande het schoentje dat deed ik dus wel want weten jullie wel wat dat betekent dat altijd braaf en gehoorzaam zijn als je pas 7 bent?
De laatste vrijdag voor mijn communie was er op school algemene herhaling. "Meneer de Paster" kwam ons nog een laatste keer ondervragen en ons de les spellen hoe godsvruchtig wij in 't vervolg moesten leven. In de namiddag moesten wij met gans de klas in de kerk te biechten gaan. "Meneer de Paster" had stellig benadrukt dat we ook maar geen enkele zonde mochten vergeten te biechten!!
Ik had er de dagen voordien niets beter op gevonden dan op een stuk oud behangpapier (dat was thuis mijn schrijfboek) wat "kolommetjes " te trekken. Zo kon ik mijn zonden in categorieën indelen. Boven de doodzonden had ik een zwart kruisje gezet want die mocht ik zeker niet vergeten!!
Op het moment echter dat we moesten gaan biechten, was ik mijn lijst met zonden toch wel vergeten zeker. Ik stond ( zat) daar voor een voldongen feit. Ik ben in die biechtstoel gekropen met een ei op als van een struisvogel. En opeens ging dat schuifje open en ik zat voor één keer met de mond vol tanden. Op de langen duur heb ik daar dan toch maar het een en het ander uitgebrabbeld. En " meneer de Paster" maar vragen :
" Hoeveel keer meisje?"
Ik heb mij dan zo wat wiskundig trachten te redden met "min of meer " te antwoorden.
Al bij al ben ik toch die periode door geraakt en kwam de dag dat ik mijn Eerste Communie mocht doen.
Wordt vervolgd
|