De zin om buiten bezig te zijn, staat op een laag pitje met de hitte die we nu krijgen dus blijven buitenklusjes in een comateuse toestand wachten op frissere moementen!
Daardoor heb ik tijd zat om van mijn geliefde bezigheid te genieten nl zin / onzin schrijven!
Ja dat schrijven, vroeger ontving deze kwebbelmie graag brieven van die echte, persoonlijke papieren exemplaren met mooie postzegels erop met warme gedachten en beheerste krullenletters en met lieve woordjes en fijne wensen , daar kan ik nog steeds van genieten… Trouwens al die uren “ schoonschrift” in de lagere school.. dat moesten we toch onderhouden hé! Maar, hoe kan je in deze moderne tijd de post elegant in ontvangst nemen? Voor de duidelijkheid: ik heb het niet over acties als het werpen van smachtende blikken, het dramatisch zuchten of het expressief rollen met de ogen. Néé, ik heb het over het object waarin men de brieven deponeert.
Bij onze dagelijkse wandeling keur ik hier en daar brievenbussen en daarover wil ik het nu even hebben. Ooit - toen er nog ridders en freules leefden- was er een tijd dat men op romantische wijze de post kon ontvangen door de installatie van een duiventil !!
Later opteerden de meesten voor een zakelijkere oplossing: namelijk een postgat (tevens tochtgat) in de voordeur.
Maar als je het allemaal net iets creatiever wil aanpakken, dan moet je – als het terug mag/kan- eens een autoritje maken inspiratie te over! Bij nadere analyse kan ik zelfs de geschiedenis van de brievenbus feilloos reconstrueren. Bij deze een historische schets, ter lering en vermaak! ![](http://blog.seniorennet.be/Richtext2.3/tinymce/plugins/emoticons/img/smiley-laughing.gif)
We beginnen onze tijdreis in de jaren ’40. Oorlogstijd, weet u wel. Creatief met minder. En dus werden melkbussen omgevormd tot brievenbussen al dan niet met een vrolijk likje verf! Recyclage op z’n best en nog steeds vatbaar voor navolging!
In de jaren ‘50 leefde de economie weer op. Blijkbaar waren in die dagen de zogenaamde “smurfenhuisjes” bijzonder trendy. Het waren een soort kabouterwoninkjes, voorzien van echte raampjes en dakpannetjes. Vaak droegen zij het Eftelingachtig opschrift “BRIEVEN” (handig, zo wisten passerende kabouters meteen dat deze gerieflijke optrekjes niet voor hen beschikbaar waren. Sommige misverstanden kan je maar beter voorkomen!)
Een andere variant uit die zelfde tijd is de prehistorisch uitziende plastieken boomstam.
Iets later, waarschijnlijk in de jaren ’60, deed een vrolijker type brievenbus haar intrede nl een wijnvat waarop een luidkeels grinnikend cherubijntje had plaatsgenomen al dan niet met druivenrank en schaterlach. Smaakvol, althans voor wie graag als levensgenieter of wijnbaron te kijk wilde staan. (De bierbuik en bakkebaarden van de eigenaar denken we er ook spontaan bij, geen idéé hoe dat komt!)
De jaren ’80 zorgden voor metaalconstructies, al dan niet in fletse kleuren.
En de jaren ’90 stonden dan weer garant voor sobere natuurstenen zuilen. Niet echt iets om over naar huis te schrijven dus, laat staan om er een column aan te wijden.
Opeens kwam er een gloednieuw type brievenbus overgewaaid van over de grote oceaan en bood zich aan. Het was eigenlijk een heruitvinding van de ouwe melkbus, deze keer in vlekkeloos glanzend aluminium, met vrolijk wapperend wimpeltje. Het ding in kwestie riep nog net niet “jiiiiihaaaaa!”, maar we zijn er echt niet ver van verwijderd.
De dag van vandaag zijn het vooral stenen of aluminium brievenbussen die de opritten sieren .
Droom jij echter nog stiekem van zo’n smurfenhuisje uit de fifties, houd dan maar het groot vuil in de gaten misschien vind je daar nog wel zo’n unicum !
|