Ik probeer bedenkingen en vooral muziek m.b.t. de jaren '50 en '60 op mijn blog te plaatsen. Soms ook een foto over de vorderingen van mijn kleinkinderen kunnen erbij horen. Reacties zijn altijd welkom.
In het 5e studiejaar bij meester Marcel werd voor het eerst een schoolreis gemaakt en nog wel naar onze Hoofdstad. Tot hiertoe (was 10 jaar in 57) was ik nog maar een paar keer naar Brussel geweest. De eerste maal was dat rond mijn 7e jaar op bezoek bij Sint-Niklaas in de Nieuwstraat in één van de grote magazijnen Au bon Marché of in de LInnovation. Voor zover mijn herinneringen dragen was dit met een oom van mij en een nichtje met de trein tot in station Brussel Noord en te voet naar de Rue Neuve. In het magazijn was er een zenuwachtige file van kleine leeftijdsgenoten om tot bij de goede Sint te geraken. Hij was opgesteld tussen rood fluwelen gordijnen en zat statig op een troon. Toen het mijn beurt was schrok ik want de Allerheilige sprak een taal die ik niet verstond, t zal wel Frans geweest zijn. Met een zakje snoep, een kinderhand is gauw gevuld, was het bezoek afgelopen. Een geluk dat mijn gulle Nonkel Roger ons wat speelgoed kocht : voor mij was dat een geweertje met pijltjes die men op een doeltje kon richten. Voor mijn nichtje was dat uiteraard een pop die toen reeds mama kon uitkramen. Alles werd in een zakje gestoken en zo spoorden we gelukkig terug naar huis. Nonkel Roger had ons pakje met speelgoed op de trein in het bagagerek gelegd. Bij het afstappen, de trein was juist uit het gezichtsveld,merkten we dat we zonder ons geschenkjes en met lege handen op het perron stonden. We waren onze speeltjes toch wel vergeten zeker. Wat een mooie dag had moeten worden eindigde in mineur. Een telefoontje van de stationschef naar het volgende station bracht immers geen soelaas . pakje met speelgoed was reeds verdwenen.
De tweede kennismaking met onze hoofdstad was tijdens mijn jaarlijks nieuwjaarsbezoek aan mijn dooppeter Dolf, in 1957 woonachtig in Anderlecht in de wijk Scheut genoemd naar de broeders Scheutisten die er hun stek hadden.
Rond 1 januari was het de gewoonte dat we met mijn vader de trein namen tot het station Jette vanwaar we de tram namen naar de M. Herbettelaan waar ik zoals steeds bij opa mijn nieuwjaarsbrief mocht voorlezen. Peter Dolf verdiende zijn boterham in de confectie- sector en verkocht heren- en kinderkledij aan kleinhandelaars-winkeliers. Zo mocht ik telkens in zijn magazijn, waar de geur van nieuwe stoffen nadrukkelijk aanwezig was, kiezen uit zijn voorraad kindervesten en broeken, van elk een stuk, voor mijn nieuwjaar en tot groot plezier van mijn moeder die zo een paar honderd frank (er was nog geen sprake van inflatie in die tijd) kon uitsparen aan kledij. Gepakt en gezakt namen we als naar gewoonte terug de tram. Met mijn pakje kledij verpakt in bruin papier met een koordje er omheen ben ik op een keer toch wel tussen de vouwdeuren van zo n tram blijven steken. Mijn moeder die van schrik een schrille schreeuw liet kon de conducteur er toe bewegen terug op zijn deurknopje teduwen zodat ik alsnog werd bevrijd uit mijn hachelijke positie.
Ziedaar twee voorvallen die niet zon goede herinneringen nalieten aan bezoeken in Brussel.
De schoolreis, waarmee ik het vehaal begon daarentegen gaf andere verwachtingen. Met de bus van Cars Albert werd richting hoofdstad gereden en op aanmoediging van meester Marcel werden er uit volle borst ettelijke liedjes gezongen. We reden richten centrum tot bij de Parking 58, reeds speciaal genoemd naar de wereldtentoonstelling die er in 1958 zou aankomen. Vandaar ging het naar de Grote Markt om hierna het befaamde Manneke Pis, die qua grootte nogal tegenviel, te gaan bezichtigen. Op de middag werden in een brasserie in de nabijheid van de Nieuwstraat de zelf meegebrachte boterhammetjes opgegeten met natuurlijk een flesje Coca-Cola met rietje. Hierna ging het richting eeuwfeestpaleizen en de daar aanwezige musea van natuurkunde met enorme skeletten van voorhistorische dieren en ander lugubers. Ook het oorlogsmuseum trok er onze aandacht met allerhande als soldaat aangeklede poppen en meerder oorlogstuig. Op de terugkeer kwamen we langs open werven waar druk werd gebouwd ; onder meer het viaduct (intussen afgebroken en ergens terug opgebouwd in een of ander oosters land),vanuit het centrumvan de stad richting Basiliek van Koekelberg over de Leopold II laan, maakte grote indruk. Een ommetje langs het Koninklijk Paleis te Laken bracht ons naar de Heysel. Hier kregen we een zicht op een nog grotere werf van in aanbouw zijnde paviljoenen en het Atomium in stelling, maar met nog maar zeven bollen, alles omringd met een wirwar van machines en werklui die alles moesten klaar krijgen voor de grote Wereldtentoonstelling van 1958. Bij onze thuiskomst hadden we reeds heel wat te vertellen vooral over de komende Expo '58, waar we het volgende jaar nog een aantal keren met onze ouders getuige zijn geweest van de in volle pracht afgewerkte en verbazingwekkende paviljoenen van de deelnemende landen.
Er was inderdaad een nieuwe tijd aangebroken , het optimisme van de mensen was grenzeloos, en ik ben blij om het begin ervan te hebben mogen meemaken.
In het schooljaar 56-57 werd de overstap gedaan naar de grote broederschool waar vanaf dat schooljaar voor de eerste maal ook niet-broeders als onderwijzers werden ingeschakeld. Zo kwamen wij met een dertigtal leeftijdsgenoten (we waren 9 à 10 jaar) terecht bij meester Etienne. Een jonge twintiger, type rock en roller, met witte kousen en zijn haar gekamd zoals Elvis Presley. Ondanks zijn jeugdig en modern voorkomen had hij de gave de meute onder controle te houden. Eén slechte gewoonte en ook zijn zwakte was dat hij niet kon weerstaan aan de nicotineverslaving, t is te zeggen het roken van sigaretten, zelfs tijdens de les. Wij als jonge snaken vonden dit uiteraard heel tof en zouden dit ook wel eens proberen. Mijn grootvader, ook een verstokt roker, had de slechte gewoonte zijn tabak van het merk Ajja (blauwe of rode, naargelang de sterkte), met Rizzla- blaadjes (rolde zijn sigaretten zelf), overal te laten rondslingeren. Zodoende was het een koud kunstje om vlug een pruimpje tabak en enkele velletjes ongezien mee te graaien. Op weg naar de school werd er, zei het met veel moeite, een sigaretje gerold om met een lucifer uit het doosje Union Match stiekem aan te steken. We waanden ons op dat moment, net zoals onze meester, echte rock en rollers. Maar toeval wilde dat ons geluk niet lang duurde. In de verte kwam er iemand aangefietst en tot mijn grote verbazing, en hoe dichter de fietser kwam, merkte ik plotseling dat het mijn mama was die naderde. In grote paniek vond ik het niet beter dan vlug mijn brandende sigaretje in mijn vestzak te stoppen. Mama reed ons lachend en groetend voorbij en had dus niets opgemerkt. Intussen voelde ik opmijn dij enige warmteontwikkeling en graaide gauw in mijn zak waar tot mijn verbijstering mijn hand dwars door een groot smeulend gat verdwaalde. De vest met gat in zak werd door mij enkele weken goed verstopt .Op een goede morgen stond mama echter met de gehavende jas in haar handen mij onheilspellend op te wachten om wat meer uitleg te krijgen. Ik probeerde nog met een smoesje dat er iemand anders een brandende lucifer had achtergelaten maar ik zag aan haar gezicht dat zij dit niet geloofde. Dan maar de waarheid opgebiecht en met het te verwachten sermoen en een serieuze uitbrander in stilte terug naar school getrokken, waar ik na een poos meester Etienne, zoals elke dag, zorgeloos zijn sigaretje zag opsteken.
Nu na 50 jaar zie ik somsmeester Etienne nog eens terug al wandelend in het straatbeeld, een beetje gebogen en verweerd door de jaren maar steeds zonder sigaret. Hij en ikzelf hebben het roken dan toch afgeleerd.
Wakker geworden onder een wit sneeuwtapijt : deze morgen met slaperige ogen door het vensterraam getuurd en verschoten van de witte sneeuwpracht in de tuin. Een mooie vacht van ongeveer 8 cm. op daken, bomen, struiken en hagen. Nog nooit gedroomd van een "Witte Pasen", maar nu was het werkelijkheid. De eerste maal meegemaakt in onze levensloop. Maar toch prachtige beelden kunnen maken waarvan een paar hierna :
Probeer af en toe eens een waterverfschilderijtje te maken. Eerlijk gezegd meer met mislukking dan met enig resultaat. Ik ben dan ook een echte leek op dit gebied, maar probeer me er in te bekwamen als "zondagsschilder". Een voorbeeldje hierbij.
Aron komt geregeld op bezoek en krijgt van ons de beste zorgen. Tot hij slaperig wordt en zachtjes indommelt. Het is niet altijd gemakkelijk voor grootouders om ons in te leven in het verzorgen van zo'n klein ukje.Pampertjes verversen, op uur en tijd eten en te drinken geven en intussen het eigen huishouden draaiende houden is een hele opgave. Tot hiertoe lukt alles wonderwel en Aaron is in goede conditie. Dat is voor ons het allerbelangrijkste.
Voor een tweedaagse citytrip naar Parijs geweest op 28 en 29 februari 2008. Van Liedekerke naar Brussel Zuid gespoord en 13 min. later aangekomen. Twintig minuten later op de Thalys gestapt die stipt om 7 u 43 vertrok en om 9 u 05 arriveerde in de Gare du Nord in Parijs.
De topsnelheid van de TGV is op sommige momenten 300 km/uur, maar is door de comfortabele zitjes en omgeving haast niet te voelen.
In het station Paris Nord na wat zoekwerk, de RER-lijn B-blauw tot St.-Michel Notre-Dame genomen en overgestapt op de RER-lijn geel (richting Montigny-Beauchamp) tot station Champ de Mars-Tour Eiffel. Na 20-tal minuten op onze bestemming Hotel Eiffel-Seine, Bd de Grenelle n° 3, 75015 Paris aangekomen, en er om 9 u 45 ingecheckt, ongeveer 2 uur na ons vertrek uit Brussel. Voor onze verdere verplaatsingen een Paris-Visite kaart ontvangen in het hotel. Deze kaart geeft toegang tot metro, RER(*) en buslijnen gedurende 2 dagen en geeft een reeks kortingen op een aantal attracties (heel interessant ! ).
Onnodige bagage achtergelaten in het Hotel en onmiddellijk op stap getrokken, wat dacht je als je op 2 min. wandelafstand van de Eiffeltoren bent gelogeerd. De eerste indruk van de Eiffeltoren is impressionant evenals de tuinen van de nabijgelegen Champ de Mars.
Na onze dorst te hebben gelest in een Brasserie (de prijzen zijn er even impressionant als de toren !!), bus nr. 42 genomen naar de Champs Elyséés. Hier onderga je een echte shock van zowel het zicht op de enorme boulevard als op de Arc de Tiomphe aan het eind ervan. Na dat honger onze magen deed rammelen, gekozen voor een snelle maaltijd in een Quick-restaurant wat een prijselijk alternatief bleek na onze dure ervaring in de brasserie. Bij de Arc de metro genomen (lijn 6 groen) en bij halte Trocadero afgestapt en er het gelijknamige gebouw te gaan bekijken. Het uitzicht van hieruit is fenomenaal, vooral op de Effeltoren. Met dezelfde metro-lijn verder gespoord tot station Bir-Hakeim rechtover ons hotel. In onze onberispelijke kamer wat gerust om te bekomen van onze eerste indrukken.
Met de Seine in onze onmiddellijke nabijheid was een rondvaart op de machtige rivier een noodzaak. Voor 7 na een reductie van 4 met onze Paris-Visite kaart vertrokken voor een rondvaart van één uur.
Op een rustig tempo met gegidste uitleg (spijtig genoeg niet in het Nederlands) onder verschillende bruggen en langs Les Invalides, Musée dOrsay, Louvre, Notre-Dame, Pont Marie, Pont Neuf, Palais Royal, Pont d Alma en terug naar onze vertrekplaats bij de Eiffeltoren. Een echte aanrader in een verwarmde comfortabele boot.
Deze trip heeft ons hongergevoel aangewakkerd en ons op zoek doen gaan naar een restaurantje . Afgestapt bij een Libanees voor een broodje Kebab? Was echter niet te vreten. Oppassen geblazen in Parijs wat dit betreft. Onze eerste dag afgesloten in een supperette en er wat eet- en drinkbaars gekocht en genuttigd op onze hotelkamer. Al bij al een leerrijke en mooie eerste kennismaking. Ingeslapen met een mooi verlichte Eiffeltoren in ons gezichtsveld.
CITYTRIP PARIJS (vervolg) De tweede dag van onze reis aangevangen in het hotel met een heerlijk ontbijt met alles erop en eraan . Hierna met de RER-lijn C, geel, bij halte Musée DOrsay afgestapt. Het museum met dezelfde naam is zeker een bezoek waard en heeft naar het schijnt meer waardevolle schilderijen dan Het Louvre. Langs De Pont Royal de Seine overgestoken naar het 700 meter lange gebouw van Het Louvre-museum. Links genoten van de Jardins de Tuileries. Rechts het binnenplein van het Louvre met Arc de triomphe de Caroussel en de glazen pyramide op de cour Napoléon. Gezien de lange rij wachtenden aan de ingang van het museum ,zelf niet binnengeweest (dit houden we voor een volgende keer). Op een boogscheut wandel je van hier naar het echte hart van Parijs : Palais Royal, Place Vendome, Place de la Concorde, Opéra Garnier liggen binnen handbereik. Wij kozen voor een busritje om de sfeer van het echte Parijs op te snuiven, andere buurten te bekijken in andere wijken om zo terug te eindigen aan de Champ de Mars, bij ons Hotel ,om er bagage op te halen en uit te boeken.
De inwendige mens moest ook worden voldaan en we zijn wijselijk teruggekeerd naar onze stek van gisteren op de Champs Elysées.
Van hieruit bracht Metro en RER ons naar station St.Michel-Notre Dame, en langs de Rue de la Cité over de Seine naar het Ile de la Cité. Hier wordt je echt gepakt door de schoonheid van de Kathedraal De Notre-Dame waar Napoléon in 1802 werd gekroond door paus Pius VII. Binnenin is het de decor op zijn minst gezegd grotesk met schitterende kunstwerken. Een echte aanrader ! Een kleine wandeling brengt je naar het stadhuis van Parijs. Hier klopt werkelijk het hart van Parijs. Stilaan moesten wij denken aan onze terugkeer en wendden we onze steven richting Gare du Nord. Met bus nr. 38, langs Bd. de Sebastopol, Bd. de Strasbourg en Bd. de Magenta waren we rond 18 u ter plaatse.Gezien het vertrek met Thalys voorzien was om 19u25, nog een drankje gaan drinken in Café Chez les Belges. Bij navraag bleken de laatste Belgen reeds 40 jaar geleden te zijn verhuisd. De prijzen waren dan ook op en top Frans d.w.z. héél duur. Na de drukte om en rond het Gare du Nord waren onze plaatsen in klasse 1 van de Thalys een echte verademing. Bij een snelheid van 300 km/u en een bevallig eetmaal, wijn inclusief, arriveerden we in Brussel Zuid stipt om 20 u 47. Een kort treinritje van 13 min. scheiddden ons nog van onze thuishaven die we moe maar tevreden bereikten met in onze geest, Parijs en nog heel wat mooie herinneringen .
The Beatles Eén van de bekendste groepen uit de sixties waren uiteraard The Beatles. Als tieners in de jaren '60 waren we heftige fans en kenden zowat al hun liedjes uit het hoofd. John, Paul, Georges en Ringo waren als het ware onze goden. Het was ook de tijd van de piratenzenders die meestal vanaf een schip op de Noordzee hun muziek de lucht instuurden : Radio Caroline, Radio Veronica, Radio Noordzee, Radio Londen...... en onze eigen vlaamse zender Uylenspiegel (kende en kort maar krachtig bestaan), waren zenders waar de plaatjes van The Beatles grijs werden gedraaid. Deze groep maakte heel wat furore in die periode, maar hun muziek is nog altijd actueel en is nog dagelijks te horen op de huidige radiozenders en wordt nog steeds algemeen gesmaakt. Daarom geef ik de raad eens te surfen naar volgende link waar heel wat over hen is terug te vinden.
Naar aanleiding van de 85 jarige verjaardag van mijn moeder Alma op 07/03/2008 wil ik dit anekdotisch verhaal doen van twee vrouwen die het zelf niet meer kunnen vertellen, maar dat ik als kind van jongsaf bewust heb meebeleefd.Mijn moeder diende op 21 mei 2002 opgenomen te worden in het R.V.T. St.-Rafaël, op de afdeling Lichthove.
Bij de eerste kennismaking viel ons onmiddellijk tussen de andere bewoners een frisse verschijning op die ons op een opvallende manier toewuifde en ons met de woorden "zijn jullie soms familie ?" verwelkomde. Mijn verwondering was groot toen ik bij nader toezien de tante van mijn moeder herkende; dit was inderdaad "tante Wis", Louise Van Vaerenberg, die reeds een aantal jaren eerder werd opgenomen op Lichthove. Teruggaand in mijn herinnering werd me ineens duidelijk dat beiden geboren zijn in de Driesstraat te Impegem, Alma in 1923 en Louise in 1914 en zij dus amper een 9-tal jaren schelen in ouderdom. In hun jonge jaren waren ze beste vriendinnen, die graag keuvelden onder elkaar. Er waren geregeld samenkomsten in de ouderlijke woning te Impegem bij allerlei trouw- en communiefeesten of bij het werken in de hoplochting, waar velen in open lucht tijdens de hopoogst de hop kwamen plukken. Bij hun beider huwelijk scheidden de wegen zich wat; Alma ging wonen in de Houtmarktstraat te Liedekerke, Louise te Leberg-Pamel en hield o.a. café op het dorpsplein aldaar. Ik weet nog dat mijn moeder Alma met Pasen bij de kermis te Leberg ging helpen drank uitschenken in het goed gevulde dorps-café, waar toen zelfs nog ettelijke danspasjes werden gezet. Dit was inde jaren '50 toen mensen elkaar nog opzochten en onder mekaar op een eenvoudige wijze plezier maakten. Het contact tussen Alma en haar tante verminderde met ouder te worden om uiteindelijk de laatste jaren volledig te verdwijnen. Terwijl bij hen ogenschijnlijk de laatste herinneringn zijn weggewist doet het voor ons deugd als we nu bij een bezoek zien hoe Alma en Louise terug in elkaars gezelschap vertoeven of in de leefruimtesamen aan tafel zitten zich niet bewust zijnde van de mooie tijd die ze vroeger samen deelden.
Bij ons, de kinderen, blijven de herinneringen over onze familie des te levendiger aanwezig ook dank zij moeder Alma en tante Wis, die elkaar na zovele jaren hebben teruggevonden op Lichthove.
Intussen zijn weer een aantal jaren verstreken en is Tante Wis eind 2005 overleden, terwijl mijn moeder Alma nog steeds verblijft in het RVT St-Rafaël.
Vannacht niet te veel geslapen. Om 7u vertrokken om Aaron af te halen bij zijn mama. Een zalig gevoel op weg naar huis maakt zich van ons meester. Voor de eerste keer met mijn kleinzoon en zijn meter in de wagen samen naar ons huis. Thuis wat onwennig rondkijken voor Aaron, die zeker zijn eigen mama en papa mist. Na een eerste papje wordt de kleine rustig en kan er reeds een hazeslaapje vanaf. Een eerste pampertje wordt ververst. Peter gaat om een tuttertje en bijtring bij de apotheek. Vannamiddag staat er een tweede papflesje en nog een fruitpapje op het menu. Vanavond komt mama en papa Aaron terug halen. Tot een volgende keer.
Morgen vrijdag komt onze kleinzoon Aaron voor de eerste keer op logement bij peter en meter, zonder zijn mama en papa. Voor ons wordt het natuurlijk een bijzondere dag en zijn heel benieuwd hoe alles zal verlopen. We zijn echt in blijde verwachting.
Op zaterdag 09 februari 2008 werd onze kleinzoon Aaron gedoopt in de Basiliekkerk van Halle. Deze Basiliek is gekend voor de aanbidding van de zwarte Lieve-Vrouw, die hier haar beeld heeft staan in het rechtse voorportaal. Vele bedevaarders komen uit alle windstreken met Pinksteren afgezakt om O-L-Vrouw te aanbidden en te vereren.
Zaterdag was onze kleine Aaron het middelpunt van belangstelling voor alle aanwezige familieleden en kennissen om er zijn doopsel mee te maken. Alles verliep vlekkeloos en intiem, de pastoor sprak vooral over de symboliek van het doopsel en ook de belofte die wij als aanwezige getuigen dienen te volgen : d.w.z. Aaron op zijn weg naar de volwassenheid volgen en hem zonodig met raad en daad bij te staan volgens de regels van het Geloof. Als dooppeter kan ik me het niet anders voorstellen en zal mijn kleinkind steeds beroep op mij mogen doen vooral in kwade en moeilijke tijden.
Een gezellig doopfeestje achteraf heeft deze mooie lentedag met recordtemperaturen van om en bij de 17° besloten .
Schrijven op en lei : Het computertijdperk was nog heel ver weg. Wij dienden ons in de jaren 50 van meer gewone middelen te bedienen om op te schrijven. Zo was er de fameuze lei en griffel die toen in gebruik waren. Bij het begin van het schooljaar kreeg iedereen een dergelijk attribuut om op te schrijven. De lei bestond uit een rechthoekig dun asgrauw stuk lei (zoals de leien gebruikt als dakbedekking) omlijst door vier houten latjes. De griffel zag er uit als een puntvormige langwerpige stift eveneens gemaakt uit leisteen en omzwachteld met een kleurrijk papiertje. Met de griffel werden alzo de eerste letters en cijfersop de lei gegrift. Heel praktisch was dit, want na een dictee of rekensommetje konden de gegrifte tekens terug weggeveegd worden met een al dan niet vochtig doekje of sponsje. De lei kon langs beide kanten gebruikt worden en met de griffel werd geschreven tot er enkel maar een kort stompje meer overbleef.
Op het einde van het schooljaar werd de lei terug proper gemaakt voor onze opvolgers. Daartoe diende elke leerling op de laatste schooldag een stukje schuurpapier mee te brengen om de houten omlijsting af te schuren zodat elkvettig spoor van vuil verdwenen was en het hout terug zijn blanke kleur vertoonde. Klaar voor gebruik in het volgend schooljaar.
.Aron was zondag voor de eerste maal op bezoek bij Oma en Opa. Wij hebben een feestje gebouwd met de kinderen. Wat is het zalig om zo'n klein ukje in zijn zeteltje te zien liggen en dat hij bij tijd begint te wenen als de honger knaagt. Maar daarna wel terug vredig in slaap valt. Genieten is dit ! .