Ik probeer bedenkingen en vooral muziek m.b.t. de jaren '50 en '60 op mijn blog te plaatsen. Soms ook een foto over de vorderingen van mijn kleinkinderen kunnen erbij horen. Reacties zijn altijd welkom.
Bij het doopsel van mijn kleinzoon Aaron enkele maanden geleden,zei de pastoor bij het uitspreken van zijn naam : ‘Wat een mooie bijbelse naam’. Dit wekte mijn nieuwsgierigheid naar de oorsprong van deze naam. Daarom geef ik bijgaande opzoeking op Wikepedia :
Aäronwas een figuur uit de bijbel en de koran. Aäron was de 3 jaar oudere broer van Mozes , onder wiens leiding het volk Israël uit Egypte wegtrok, een historische gebeurtenis die bekend staat als de 'uittocht' of 'exodus'. Zij hadden één zus, Miriam. Aäron was gehuwd met Eliseba, de dochter van Abinadab. Zij kregen vier zonen: Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
Hij was de eerste hogepriester van het volk Israël en stond model voor het hele priesterschap. Hij speelde volgens de overgeleverde verhalen een belangrijke rol bij de exodus van het volk Israël uit Egypte.
Aäron werd toen hij 83 jaar was aangesteld als helper van Mozes, die God gevraagd had om iemand die in Egypte bij de farao het woord kon voeren, omdat hij zelf geen goede spreker was. Exodus 7:1,2 verhaalt dat God zei: "uw broeder Aäron zal uw profeet zijn. Gij zult alles zeggen wat Ik u gebied, en uw broeder Aäron zal bij Farao het woord voeren...". Ook moest Aäron volgens de woorden in Exodus als 'wonderteken' zijn staf voor de farao en zijn magiërs neerwerpen, waarop die tijdelijk veranderde in een slang. Dezelfde staf zou later met de in steen ingegraveerde Tien geboden in de Ark van het verbond (soort kist) en later in de tempel van Jeruzalem gelegd worden.
De plaats en omstandigheden van zijn overlijden had God van tevoren aan Mozes en zijn broer verteld: hij zou de berg Hor beklimmen, samen met Eleazar. Daar moest hij zijn hogepriesterlijke gewaden met toebehoren (en daarmee zijn hogepriesterlijk ambt) aan zijn zoon overdragen. Dan zou Aäron sterven. Hij overleed, 123 jaar oud, in het veertigste jaar van de uittocht, vlak voordat het volk Israël het beloofde land (Kanaän) zou binnentrekken. Er werd 30 dagen om hem gerouwd. Niet lang daarna stierf ook Mozes, 120 jaar oud. Later werd Aärons lichaam overgebracht naar Jabal Haroun (de Berg Aäron in het Arabisch) nabij Petra in Jordanië. Bovenop de berg staat een klein mausoleum met een opvallende witte koepel.
Toen wij in het jaar 1960 onze middelbare studies aanvatten kregen wij les van een nog jonge gedreven klastitularis. Hij zou ons in de volgende 6 jaar door onze studies en moeilijke puberteitsjaren leiden. Wat van in den beginne opviel was, dat hij als leraar Nederlands, geschiedenis en nog een aantal vakken, een grote liefde koesterde voor de Nederlandse taal en voor de taalstrijd, die onze voorvaderen in de Vlaamse beweging hadden geleverd; m.a.w. hij bracht ons een bewust Vlaams gevoel over, zonder aan politiek te doen. Wij jonge snaken hadden daar in die tijd natuurlijk geen boodschap aan, vooral in die onstuimige en wilde jaren 60. Maar later heb ik dikwijls aan zijn wijze woorden moeten terugdenken en heeft hij van de meeste vanonze generatie toch bewuste Vlamingen gemaakt. Zijn grote verdienste was ook dat hij ons liet kennis maken met alle grote Vlaamse schrijvers en dichters en met de Nederlandse literatuur. Regelmatig liet hij ons boeken lezen, samenvatten en hierover spreekbeurten houden. Ook begon hij met jaarlijks een toneelopvoering te regisseren die door de leerlingen werd opgevoerd voor de ouders en sympathisanten. In die tijd was onze school een typische jongensschool zodat de vrouwelijke rollen ook door jongens werden gespeeld. Ook na zijn loopbaan als leraar bleef hij actief in het amateurtoneel in onze gemeente. Hij regisseerde o.a. De moord van Liedekerke, een toneel over een politieke moord in 19e eeuw toen er in Liedekerke maar twee partijen bestonden , de witte en de zwarte. Dit stuk had een enorm succes en de opvoeringen moesten verschillende keren worden verlengd. De (toen nog) BRT televisie had hetzelfde stuk in het programma Beschuldigde sta op al uitgezonden op 13 december 1966 met de legendarische assisenvoorzitter, gespeeld door Thieu Croonenberghs. Ook deze uitzending haalde hoge kijkcijfers, en niet alleen in onze contreien.
Ik was dan ook niet verwonderd dat onlangs, onze leraar van toen, dhr. Ben Van Lijsebeth, de eerste prijs voor Culturele Verdienste ontving in onze gemeente (zie bericht uit De standaard van 03/07/2008 hierna).
Ben Van Lijsebeth (80) kreeg zopas in Liedekerke de eerste Prijs voor Culturele Verdienste. Een late, maar terechte bekroning voor een duizendpoot die met zijn liefde voor taal en volkstoneel een stempel drukte. Zijn opperste wens: "de Moord van Liedekerke", overdoen.
De woning van mijn ouders was gelegen op een heuvel met een afdalende tuin naar de vallei van de oude Dender en de Dender. Begin van het jaar 1958 werd tussen deze twee rivieren begonnen met het heien van palen op een groot stuk weiland. De grote heimachine klopte dagelijks ettelijke betonnen palen in het drassige weiland en het regelmatige geklop werd voor ons een alledaags geluid dat nog gans dat jaar zou aanhouden. Vanuit onze tuin en zelfs van in de woonkamer konden wij de werkzaamheden traag maar zeker op de voet volgen. In onze gemeente wist amper iemand wat de bedoeling mocht zijn van deze werkzaamheden. Doch dra deed het nieuws de ronde dat het de werken waren voor de bouw van een nieuw bejaardenhome. Na het aanvoeren van grond en het gieten van funderingen in beton werd aan het metselwerk begonnen. Binnen het jaar was ongeveer één verdieping volledig opgebouwd. Anderhalf jaar later waren ook de 1e en 2e etage afgewerkt. In het jaar 1961 was het hele gebouw gebruiksklaar en werd het officieel ingewijd. Met de ganse school waren we aanwezig op deze plechtigheid die zich ook afspeelde in de stemmige aangebouwde kapel. Het home droeg dan ook de naam van een heilige en noemt nog steeds Sint-Rafaël. Van in onze huiskamer zagen we s avonds de lichtjes branden achter talloze vensters van de kamers der opgenomen bejaarden en zieken.
Actueel biedt dit rust- en verzorgingstehuis aan meer dan 300 mensen onderdak en werken er een 200-tal personeelsleden. Het is dan ook gekend in de ganse streek als een kwaliteitsvol rusthuis, waar ook een groot gedeelte dementerende bejaarden een speciale verzorging krijgen. In 2002 werd ook mijn eigen moeder opgenomen in een afdeling voor vergevorderde dementerenden en krijgt zij er zowel materiële als medische verzorging. Speciaal is het, dat wij nu vanuit haar kamer een uitstekend zicht hebben op de tuin en onze woning van waarwij 50 jaar terug de bouw hebben zien aanvangen. Mijn moeder was in de jaren 60 zelf nog werkzaam in de wasserij van het home. Dikwijls dwalen mijn gedachten af naar die mooie en onbezorgde tijd nu ik bijna dagelijks in de kamer bij mijn zieke moeder op bezoek ben en haar, met weemoed in mijn hart, gestaag zie aftakelen.
Het moet zo eind jaren 50 zijn geweest dat er in onze gemeente een eerste superette zijn deuren opende. In een bouwvallig pand werd de hele benedenverdiepingopgeknapt en een grote ruimte gecreëerd met drie naast elkaar liggende rayons. Daartussen was er plaats om ongegeneerd door te lopen. Op de dagvan de opening waren alle schappen gevuld met eetwaren, droge voeding, fruit en groenten maar ook school- en allerhande huishoudelijk gerief. De mensen konden bij het naar binnengaan een metalen korfje nemen en hun koopwaar vrij uit de schappen daarin deponeren. Een tot dan toe ongekende vrijheid. Aan de kassa werd alles afgerekend maar dit leidde dikwijls tot nare gevolgen voor de geldbeugel, vooral voor grijpgrage handen van onbezonnen klanten. Voor de familie die dit eerste bedrijfje bij ons introduceerde bracht deze nieuwe manier vanwinkelen geen windeieren. De ganse familie, vader en zijn 9 kinderen, werkten na een tijd full-time in hun eigen zaak die later uitgroeide tot Dreamland dat nu een filiaal is van Colruyt.
Begin jaren 60 kwamen er nog grotere spelers op de markt. Zo herinner ik mij een bezoek aan de eerste grote Supermarkt van G.B (nu Carrefour)in de wijk Het Rad te Anderlecht.
Met mijn ouders waren we op een zaterdagnamiddag met ons Fiatje de grote parking opgereden en kwamen in een immens groot en splinternieuw warenhuis, voor ons totaal ongekend terrein, met zeker een 15 tal kassas en een overvloed aan uitgestalde waren in onnoemelijk veel rayons, en op de achtergrond aangename muziek alsof we rondliepen in een paradijs. Binnen handbereik alles mooi geprijsd en uitgestald, om gemakkelijk mee te nemen in een blinkende nikkelen boodschappenkar op wieltjes, met vooraan zelfs een bakje om de allerkleinsten in mee te voeren. Ik moet bekennen de grote massa volk was nog niet te bespeuren. De meesten hadden de weg naar deze kooptempel nog niet gevonden. Maar enkele weken later toen we nog eens terugkeerden was het andere koek. Zoals wijzelf, combineerden de mensen hun bezoek aan de Super GB met een avondje voetbal in het Astridstadion van Anderlecht om er de zaterdagavondmatchen van het toen reeds gerenommeerde elftal bij te wonen (met o.a. spelers als Trappeniers, Verbist, Hanon, Jurion, Lippens, Puis, Van Himst, Mulder, Bergholz, De Vriendt, Stockman ...). De sfeer in die tijd was bijzonder uitgelaten en vredevol. Geen gedoe met hooligans of ijzeren afsluitingen rondom het terrein. Thuissupporters en deze van de tegenstander lukraak door elkaar samen supporterend voor hun respectievelijk elftal. Op een ludieke manier werd er eens gediscussieerd en vielen er soms schalkse scheldwoorden naar scheids- of lijnrechter. Na de match werd er zelfs verbroederd en pinten gedronken in de herbergen rondom het stadion, tot iedereen kalm en voldaan huiswaarts keerde. Wat een verschil met de toestanden van nu, waar politie met de grootstemoeite de opgejutte menigte nog kan bedwingen.
The times they are a-changing, wie zong dit ook alweer ?
Nu de prijs van een vat ruwe olie de 140 dollar per vat heeft benaderd, is ook de verhoging van taksen (accijnzen en BTW) in belangrijke mate verhoogd. Dit is een onverwachte meerinkomst voor de Schatkist. In de verhoging van de brandstofprijzen in vergelijking met het jaar 2002/2003 is het aandeel taksen in de totaalprijs voor diesel met 0.15 en voor benzine met 0.19 vermeerderd. Voor diesel bedraagt het percentage taksen nu 40 % en voor benzine 55 %. Een volle tank van 50 liters benzine kost nu 80 waarvan een bedrag van 44 aan accijnzen en BTW.
Uit een reactie van Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (zie hierna) zou een verlaging van de accijnzen of BTW de staat verarmen. Maar hoe zit het dan met de verarming van de bevolking ?
Hoe reageren onze beleidsmensen op deze uit de pan swingende prijzen :
Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) sluit uit dat de regering de taks op brandstof verlaagt. Volgens Schouppe zou een verlaging nefast zijn voor de begroting. 'Er is helemaal geen budgettaire ruimte voor zo'n maatregel en het is niet de bedoeling dat we zo de staat verarmen', aldus Schouppe.
(uittreksel uit een artikel van de Standaard van 17 juni 2008 )
Heb onlangs mijn factuur voor electriciteits- en gasverbruik ontvangen. Zoals elk jaar bij een constant verbruik weer 280 euro moeten bijbetalen. De manier waarop men aan dit resultaat komt is echter niet te achterhalen op de facturatie van negen bladzijden. Wat wel op de eerste bladzijde duidelijk te lezen is, dat de tweemaandelijkse voorschotten van 274 euro zijn verhoogd naar 334 euro. Of hoe mastodonten als Electrabel al slapend rijk worden ten koste van de niets vermoedende verbruiker. Deze meerwinsten zouden reeds zijn opgelopen tot één miljard euro. Hierna een artikeltje over hoe er toch iets schijnt te bewegen dank zij onze minister van energie die, gedacht had een cadeautje van 250 miljoen euro te zullen ontvangen, maar bot ving, nu toch iets gaat doen aan een duidelijker facturatie. Maar van terugbetaling door Electrabel blijkt intussen niets in huis te komen. Ook van enig voordeel door het vrij maken van de energiemarkten is nog altijd niets te bespeuren, integendeel.
Stroom- en gasfactuur worden eenvoudiger (bron : Belga)
Vanaf december zullen de klanten op de eerste bladzijde het bedrag, de uiterste betaaldatum, het rekeningnummer, de herinneringskosten, de EAN-code (aansluitingsnummer) en de klachtendienst vinden. Op de volgende bladzijden komt meer informatie over het verbruik en de samenstelling van de energieprijs.
Magnette drong aan op de vereenvoudiging omdat 80 pct van de klachten gaat over de complexiteit van de factuur en de leesbaarheid, schrijven de kranten. "Nu zal alles eenvoudiger worden uitgelegd en zullen de consumenten de prijzen van leveranciers met elkaar kunnen vergelijken." (TIP)
BELGA
Electricteits- en gasprijzen zouden stabiliseren : (uit De standaard van 21/06/2008) :
BRUSSEL - Er bestaat een akkoord rond de meerjarentarieven voor de distributie van elektriciteit en gas. Dat schrijft Le Soir zaterdag. De regering zou de distributeurs, die in 2008 hun tarieven verhoogden, een kostenreductie willen opleggen.
Volgens Le Soir voorziet het akkoord - 'dat de regering snel wil betonneren' - dat de kosten voor het vastleggen van de distributietarieven voor gas en elektriciteit in 2009 met 2,5 procent zullen dalen.
Daardoor zou de factuur voor de consument minstens stabiliseren, en mogelijk lichtjes dalen.
Het akkoord moet nog in uitvoeringsbesluiten gegoten worden en wacht nog op groen licht van de federale ministerraad. Die goedkeuring zou volgens Le Soir voor volgende vrijdag zijn.
Deze week was het 40 jaar geleden dat presidentskandidaat Robert Kennedy werd vermoord door de Palestijn Sirham Sirham in een hotel in Los Angeles. Hij had juist zijn nominatie voor de presidentsverkiezingen gewonnen en werd door een groot deel van de Amerikanen beschouwd als de toekomstige president van de V.S. Door zijn charisma en gedrevenheid o.a. zijn opkomst voor gelijke burgerrechten, zijn tegenstand tegen de oorlog in Vietnam en zijn strijd tegen de maffia had hem enorm populair gemaakt. Ook de hoop op een mooiere toekomst vooral voor de Amerikaanse middenklasse werd hem in dank afgenomen.
Deze week ook is in Amerika de presidentskandidaat voor de democraten Barack Obama verkozen na een felle strijd met zijn partijgenote Hilary Clinton. Onlangs zag ik een speech van Barack Obama n.a.v. een overwinning in één van de Amerikaanse staten. Wat mij opviel was zijn manier waarop hij de menigte toesprak en door zijn lichaamstaal en wijze van spreken de aandacht trok en de mensen begeesterde. Zelfs op mijn computerscherm wist hij mij onmiddellijk in zijn ban te krijgen en bleef ik luisteren en observeren. Het was merkwaardig hoe hij nooit in de Ik-vorm sprak maar zijn zinnen steeds begon met Wij alsof hij iedereen wilde betrekken in zijn beoogde plannen : de beëindiging van deoorlog in Irak, lagere belastingen voor midden- en lagere klassen in Amerika, bestrijding van armoede, een betere gezondheidszorg voor iedereen en minder inspraak door het groot kapitaal, in één woord change of verandering. Allemaal zaken die ook Robert Kennedy beoogde maar het wel met zijn leven moest bekopen nog voor hij werd verkozen tot Amerikaans president.
Het blijft nog altijd zeer gevaarlijk voor mensen met een dergelijk natuurlijk leiderschap om het te halen voor het hoogste ambt in de States. Hopelijk zal Barack Obama niet het zelfde lot beschoren zijn als zijn voorgangers Robert Kennedy en Martin Luther King 40 jaar geleden.
NEW YORK - Amerika herdenkt vrijdag Robert Kennedy, die veertig jaar geleden werd vermoord. Robert Bobby Francis Kennedy werd in 1925 geboren.
Kennedy was de tweede zoon van Joseph Kennedy, die ambitieuze plannen koesterde voor zijn zoons. De oudste, Joseph jr., moest president worden. Joseph jr. kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog echter om het leven als luchtmachtpiloot.
De tweede zoon, John F. Kennedy, realiseerde de ambitie van zijn vader. Hij won in 1960 de presidentsverkiezingen voor de Democratische Partij. Kennedy benoemde zijn jongere broer Robert tot minister van Justitie in zijn regering, niet zonder de nodige kritiek van onder anderen Kennedys vader. Bobby had nog veel te weinig ervaring volgens velen, maar dat hinderde hem niet zaken groots aan te pakken.
Na een grondige hervorming van het ministerie richtte Robert Kennedy zn aandacht op de georganiseerde misdaad. Dat bracht hem in een directe confrontatie met James Hoffa, wiens Teamsters Union (vakbond van transportwerkers) volledig geïnfiltreerd was door de maffia. Hoffa werd later veroordeeld en zat ruim tien jaar in de gevangenis. Hij verdween na zijn vrijlating op mysterieuze wijze in 1975, naar velen vermoedden vermoord door de maffia, die bang was dat hij uit de school zou klappen.
Robert Kennedy was als minister van Justitie ook een fervent voorvechter van burgerrechten. Toen hij in mei 1961 hoorde dat een vijandige menigte een demonstratie van burgerrechtenvoorvechter dominee Martin Luther King en diens volgelingen bedreigde in Montgomery in Alabama, stuurde Robert Kennedy 400 federal marshals (te vergelijken met onze rijkspolitie) om de demonstranten te beschermen.
Behalve minister was Robert ook de belangrijkste adviseur en vertrouweling van John Kennedy, die hij met zijn advies onder meer bijstond in de Cubacrisis in 1962. De moord op John Kennedy in Dallas in 1963 was een grote slag voor Robert. Onder Kennedys opvolger Lyndon Johnson bleef hij nog negen maanden aan als minister van Justitie, maar stapte toen op.
Hij achtte de tijd gekomen voor een eigen politieke carrière. In 1964 werd Robert gekozen tot Democratisch senator voor de staat New York. Onder Johnson was Amerika intussen verwikkeld geraakt in de oorlog in Vietnam. Kennedy ontwikkelde zich tot een fervent criticus van die oorlog en van Johnsons Aziëbeleid in het algemeen. In 1968 stortte hij zich in de presidentsverkiezingen. Na verschillende prominente staten gewonnen te hebben, won Kennedy op 4 juni de cruciale voorverkiezing in Californië.
Kort na middernacht in de vroege uren van 5 juni sprak Robert Kennedy zijn aanhangers toe in het Ambassador Hotel in Los Angeles, waar hij na zijn optreden werd beschoten door de Palestijnse immigrant Sirhan Bishara Sirhan. Een dag later overleed hij aan zijn verwondingen, twee maanden na de moord op dominee King in Memphis in Tennessee.
Met mijn vader, zijn broer Arthur en diens dochtertje José met nieuwjaarsdag 1954 op weg naar ons overgrootmoeder Taate Finne (haar bijnaam), om nieuwjaar te gaan wensen. Overgrootmoeder was een nog alleenwonende kranige weduwe van 85 jaar. Haar huisje was niet groot maar gezellig. Zijzelf genoot van de bezoeken van haar talrijke familie, kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Tot deze laatste behoorden mijn nichtje José en ikzelf. Zolang zij leefde, zij overleed in haar 90-ste jaar, was het onze gewoonte om met nieuwjaar onze nieuwjaarsbrief,die we in de klas van buiten hadden geleerd, te gaan voordragen. Bij overgrootmoeder brandde de Leuvense stoof zoals altijd en verspreidde een gezellige warmte. Zij zat, gewoonlijk, in haar hoekje bij de kachel dicht tegen de roodgloeiende ronde pot. Binnen handbereik op een klein tafeltje stond de fles Hasseltse jenever met een aantal miniscule druppelglaasjes klaar voor de bezoekers. Zo te zien had zijzelf de fles reeds aangesproken want een tot de boord gevuld glaasje stond in haar nabijheid en bracht ze met een bibberende hand naar haar lippen, waarna ze het glaasje dat door het schudden onderweg half leeg was geraakt, in één teug naar binnen kieperde. Wij, de twee snotneuzen moesten bij het zien van het bibberende jeneverdrinkende oudje in het geniep hartelijk lachen. Mijn vader en nonkel Tuur wisten wel beter en vertelden dat Taate Finne geroemd en gekend was bij haarburen als een liefhebster van de Hasseltse jenever en zij er per dag ettelijke kon achteroverslaan zonder dat ze er last van kreeg. Was dit het recept voor haar gezegende leeftijd ? Ons moment was intussen gekomen, eerst mijn nichtje en dan ikzelf dreunden onze van buiten geleerde nieuwjaarsbrief af. Dan begaf meter zich naar een klein in haar kast opgeborgen potje en stopte onze nieuwjaar in onze handen. Ik had al rap door dat wat in mijn handje zat niet zoveel betekende, het fameuze kwartje van 25 centiem (met een gaatje in het midden). Bij het naar huis gaan vroeg ik mijn nichtje wat zij had gekregen en zij ontrolde een briefje van 20 frank uit haar zakje. Mijn ontgoocheling was groot.
Was overgrootmoeder zo verward geweest, was mijn nichtje haar grote favoriete, of was het toch de jenever die haar tot dit grote onrecht had gebracht. Ik heb het nooit kunnen achterhalen.
Eén van de grote uitdagingen in het midden van de jaren 60 en het gevolg van de voor de deur staande welvaart was de drang van de mensen om te gaan reizen. Gezien de infrastructuur aanwezig was op gebied van autostrades was het gemakkelijk om de auto buiten te halen enhem te richten naaréén van de vier windstreken. Zo gebeurde het ook met onze Fiat 600 en het 2 p.k.tje van onze buren om een verlengd weekend te gaan doorbrengen in Berdorf (Luxemburg). We zouden immers met 2 geleende tenten en wat kampeergerief van de plaatselijke chiro voor de eerste maal gaan kamperen.De beide autos volgeladen met al het gerief en veel jonge tieners, bij onze buren waren er vijf opgroeiende kinderen, waarvan er een aantal over de beidewagens werden verdeeld. De reis ging over Halle, Nijvel, Namen, Marche-en-Famenne tot Bastogne waar voor de eerste maal een plasstop werd ingelast en de fameuze Amerikaanse oorlogstank op de grand place werd bewonderd. We reden nu over de grens richting Esch-s-sure, Ettelbruck, naar Diekirch waar we ons het plaatselijk gebrouwen bier lieten smaken, en zo verder richting Berdorf bij Echternach, onze eindbestemming. Gezien er in die tijd maar ééncamping aanwezig was diende er niet eens worden gezocht en plaats voor onze tentjes was er ook in overvloed. Het probleem was echter hoe zon tentje met alle pinnen en haken en tentzeil op een ordentelijke manier recht te krijgen. Maar met hulp van een aantal geroutineerde Hollandse kampeerders was dit klusje ook in geen tijd geklaard. Het meegereisde jonge volkje trok onmiddellijk op verkenning en zo maakten we kennis met het mooie dat deze streek, die ook als Klein Zwitserland gekend was (en nog steeds is), aan wandelpaden te bieden had. Opeens begon echter de avond te vallen en beseften wij dat we serieus aan het verdwalen waren. Een geluk dat een wegwijzertje ons in de goede richting centrum Berdorf en onze camping bracht. Alles werd nu in gereedheid gebracht voor de nacht die zich nogal fris aankondigde. Nadat iedereen stil en vredig in slaap lag werden we gewekt door een blazend en smakkend geluid. Toen we ons hoofd buiten staken keken mijn vriend en ik in de glazige ogen van een kolossale koe die in de aanpalende wei tot tegen onze tent een kijkjewas komen nemen en er een fameuze koeienvlaai had achtergelaten. Was dat even schrikken. Maar na een uurtje was er terug gestoei en gemompel dicht tegen het tentzeil. Deze keer waren het onze beide vaders die terug kwamen van hun eerste ontdekkingstocht in Berdorf en hun kennismaking met de plaatselijke Rivanerwijn, waarvan ze er zo te horen heel wat (teveel) hadden geproefd. Van toen af keerde mijn vader regelmatig terug naar deze streek, vooral om hem bij een plaatselijke wijnboer te bevoorraden van de in groene flessen met lange hals, gevulde Rivaner. Maar ook had dit reisje bij onze ouders de microbe van het kamperen doen overslaan en was dit maar een begin van nog ettelijk mooie kampeeravonturen.
BERDORF : 950 inwoners, h: 400 m. Berdorf is gelegen op een uitgestrekt plateau boven de valleien van de Ernz Noir, de Sûre en de Aesbach; 65 km wandelpaden langs uitzichtspunten en rotsen Hohlay, Breechkaul, Perekop, Malakofftower, Roitzbach, Ile du Diable. Openluchttheater van steen midden in de bossen. Klimschool Wanterbach. Kerk met Romeins altaar, beelden van Apollo, Hercules, Minerva en Juno. Kaas van Berdorf als regionale specialiteit. Open van maandag tot vrijdag: van 8 tot 12 + van 13 tot 17 uur.
Rivaner
Citrus
Druiven
Gele appel
= Müller Thurgau. De druivensoort is een kruising tussen de Riesling en de Silvaner en is gekweekt om de betrouwbaarheid van de Silvaner en de kwaliteit van de Riesling te combineren. De wijn heeft een aromatische smaak en ruikt naar fruit en bloemen.
Aaron is intussen 7 maanden jong. Na drie maanden oppas bij ons thuis, gedurende 2 à 3 dagen per week, is Aaron echt het zonnetje in huis. Zonder hem zou het zo waar te stil worden in huis. In één woord ons kleinzoontje is ons beider juweeltje en onmisbaar geworden. Oma en Opa.
Zoals men ziet won niet Cliff Richard, maar het Spaanse liedje LaLaLa van Massiel in 1968 het Eurovisie-songfestival. Maar Cliff stond wel op nr. 1 in de Hitparade. Ook opmerkelijk Johan Stolzz met Concerto voor Natasha op nr. 8 Onlangs zag ik hem nog optreden voor een uitgelaten publiek in het rusthuis waar mijn moeder is opgenomen.Hij ziet er nog even goed uit als in 1968. Dus we hoeven niet te wanhopen over onze leeftijd. Blogger Alix.
Het lelijke eendje zoals het Citröen 2 pkaatje genoemd werd, was in de jaren 60 en erna een heel populair wagentje. Het had 5 deuren en een uitstekende vering en uitzonderlijke wegligging. Goed dus voor allerlei vervoer vooral op slechte wegen. Ook de speciale versnellingspook tegen het stuur, een stang met een ronde knobbel aan het eind, was legendarisch, maar zat nog al eens in de weg......
Aaron is nu 6,5 maanden oud. Hij doet niets liever dan wandelen op de arm van oma of opa. Meestal is dat in de tuin waar zijn aandacht vooral getrokken wordt door de bloempjes, in dit geval de mooie rozen.
Op een mooie dag in 1963 (of was het 64) kwam mijn vader thuis met het heugelijke nieuws dat hij een auto had aangeschaft, tweedehands natuurlijk, bij een bevriend garagist. Het voiturke was naar zijn zeggen een Fiat 600 van een aantal jaren oud, maar nog in zeer goeie staat. Het zou de volgende week klaar zijn en voor levering beschikbaar. Op de afgesproken dag stond de garagist zelf met het wagentje voor onze deur. Een carrosserie van geel beige kleur, deuren die bij dit model nog omgekeerd opengingen , de motor achteraan en een koffer vooraan. Binnenin was er nog geen sprake van uitgebreide luxe. Mijn ouders en ikzelf deden na het vertrek van de garagist onmiddellijk een testritje in onze gemeente. Dit was één van onze mooiste belevenissen want veel verkeer was er nog niet te bespeuren en ook bij de buren in onze straat waren er zo goed als geen autos in gebruik. De volgende zondagnamiddag stond ons dan het grotere werk te wachten. We zouden een uitstapje wagen naar Antwerpen. Mijn moeder had gezorgd voor koffie in de thermos en boterhammetjes voor onderweg. We reden fier en gelukkig richting Brussel (E40), langs de A12 naar Boom en Wilrijk dan over de ring naar Deurne en Brasschaat. Hier werden op een afrit de koffie en boterhammetjes aangesproken en begon onze terugkeer naar huis. Onderweg waren er ook deze keer amper autos te zien op de nieuw aangelegde autostrades. Het zou een paar jaar nadien anders worden. Ons véhikeltje had de rit goed doorstaan en het was zo te zien een goeie aankoop. Intussen hadden onze buren en tevens de ouders van mijn vriend een spiksplinternieuwe Citroën 2 pk. aangeschaft. Op een mooie zondag zouden we samen, ieder met zijn eigen auto, een daguitstapnaar zee gaan maken. In het heenrijden zaten de twee voituren goed gevuld met volk en eetwaren. Spelenderwijs, want terug was er weinig verkeer, werd er aan een voor die tijd gewaagde snelheid richting kust gereden. Maar plots begon de motor van ons Fiatje te sputteren tot hij ineens de geest gaf en de pechstrook onze eerste redding was. Gelukkig kwam er na een tijdje een geel wagentje van Touring Wegenhulp langs en werd de diagnose vlug gesteld : bielle (aandrijfstang) gesmolten en niet direct te herstellen. We konden niet anders dan ons karretje achterlaten en met onze vrienden terug huiswaarts keren. s Anderendaags werd ons wagentje door de garagist getakeld en na een hoop kosten terug rijwaardig gemaakt. Later werden nog ettelijke reizen gemaakt naar Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. Zelfs met kampeeruitrusting beladen liet de Fiat 600 ons niet meer in de steek. In 1969 werd het vervangen door een fonkelnieuwe NSU Prinz.
Graag wil ik nog eens terugkomen op het begrip babyboomer en de connectie met de jaren 60 , en mei 68. De omschrijving in de verwijzing naar het artikel van Marc Reynebeau in mijn vorige post is een treffende weergave en een niet verbeterbare versie (zie daar). Het is wel zo dat de grote maatschappelijke wijzigingen, zegge verbeteringen zijn ontstaan in de periode 1950 tot eind 1960. De welvaart die zich in alle lagen van de bevolking voordeed is nooit eerder gezien. Het systeem van sociale zekerheid werkte optimaal, zonder al te grote misbruiken. Onze ouders maakten kennis met comfort in hun woningen. Centrale verwarming, badkamer met warm water uit de kraan, een eerste auto in de garage, televisie, frigo en transistorradio in de huiskamer, de eerste reizen naar Frankrijk, Spanje en zelfs verder, het ontstond allemaal in die tijd. Er heerste een ongekende vrijheid en vrolijkheid die zich ook afspiegelde op de jeugd, waar wij deel van uitmaakten. Vroeger was het na de lagere school werken geblazen, nu gingen we tot 18 jaar en langer naar school of universiteit. Studeren was niet alleen meer het voorrecht van rijkere klassen. Zo ontstond later in bedrijven en in de politiek een mix waar alle lagen van de bevolking vertegenwoordigd waren. Op muzikaal gebied was er een ware uitbarsting van creativiteit, misschien ook wel onder invloed van drugs en alcohol, maar toch tot dan toe ongeëvenaard. Dit alles werd overgoten met een nooit geziene vrijheid op seksueel vlak. Plots was daar de pil en kon er lustig een potje worden geëxperimenteerd onder de flower-power jeugd. Alles wat vroeger door het gezag van ouders, scholen en godsdienst werd verboden kon nu zonder angst of nare gevolgen. Al deze fundamentele wijzigingen in het dagelijkse leven hebben dan geleid tot het protest tegen de gevestigde waarden en tot een opwelling van rebellie, vooral onder universiteitsstudenten, met als toppunt mei 68. De babyboomers van toen zijn stilaan de gepensioneerden van nu aan het worden. De meeste genieten dan ook met hetzelfde elan van hun welverdiende vrije tijd en zijn zo te zien al even bezig en levendig als in hun jonge jaren, getuige daarvan de talrijke verbluffende en diverse seniorenblogs op dit succesrijke seniorennet, dankzij Pascal Vyncke die dit voor ons mogelijk maakt.
Wat heeft mei 68 voor onze generatie in feite betekend ? Was het niet een periode dat er revolutie in de lucht hing tegen alles wat naar overheid, gezag en gevestigde waarden rook. Werd het ook niet in gang gezet door studenten die het met straatgeweld duidelijk wilden maken en vooral vanuit Parijs kwam overgewaaid. Of was het ontstaan uit protest tegen de uitzichtloze oorlog in Vietnam, of zoals de Praagse lente, ontstaan tegen het autoritair communistisch regime of zoals bij ons, tegen de splitsing van de Leuvense universiteit. Zon vaart heeft het uiteindelijk allemaal niet gelopen. De Parijse studentenrevolte ontstond in feite uit de eis dat de mannelijke en vrouwelijke studenten al dan niet mochten gaan samenhokken op hun kot. Het gekrakeel werd dan ook vlug in de kiem gesmoord en stopte ook zonder blazen in andere landen. Uiteindelijk ging alles over in een vredig samenhokken op megafestivals zoals Woodstock waar de hippierage hoogtij vierde en de slogan make love not war en de hasjiesj niet uit de lucht waren. Bij ons bleef zoals gezegd de revolte zich situeren in Leuven van waaruit later de splitsing van een Franstalige faculteit in Louvain-La-Neuve zou ontstaan. Zelf heb ik deze periode van op afstand meegemaakt en is vooral de muziek van toen mij levendig bijgebleven. Gelijklopend met deze gebeurtenissen was het voor mezelf in die periode bittere ernst geworden daar ik op 2 november 1967 mijn eerste stappen zette op de arbeidsmarkt, als bediende bij een Mutualiteit in de Wetstraat te Brussel. Mijn eerste werkdag was een echte verschrikking toen ik werd voorgesteld aan mijn aanstaande collegas, dacht ik terecht te zijn gekomen in een Amerikaanse film van voor de oorlog. De afdelingschef zat afgeschermd achter een glazen wand van waaruit hij toezicht hield op een 30 tal bedienden achter hun bureau met de rug naar hem gekeerd. Ik was de jongste van de bende met een beatlekapsel en werd dan ook aangekeken als een curiosum door de stijve harken die naarstighun papieren indoken nadat ik hen de hand had geschud. Ik kreeg een leeg bureau toegewezen en na een korte opleiding kon ik aan de slag. Mijn groot ongeluk was dat ik reeds na de 2e werkdag aan het station mijn voet zodanig verzwikte dat ik een week ziekteverlof diende te nemen. Dat werd me bij terugkomst niet in dank afgenomen door de strenge dienstchef. Na 14 dagen een 2e feit: mijn vader diende op een zondagnacht met de ambulance afgevoerd te worden naar het hospitaal met een maagperforatie. Gezien ik tot s morgens in het hospitaal was gebleven telefoneerde ik naar de baas op het werk om een dag verlof die me na veel vijven enzessen werd toegestaan. sAnderendaags weer een vlammende blik van de chef. Al bij elkaar had ik het ongewild grondig verkorven bij deze man.
Het gevolg was dat ik na een paar weken naar een andere dienst werd verwezen. Daar vernam ik dat de afdeling waar ik vandaan kwam met de bijnaam Buchenwald- en de chef als een echte dictator stond aangeschreven.
Een geluk dat ik intussen in een examen was geslaagd bij de Overheid en begin 1969 als opsteller mocht beginnen bij het Ministerie van Financiën. Zo zijn velen uit die beruchte flower-power periode terug bruusk in een sterk burgerlijk milieu terecht gekomen en gelukkige welstellende burgers geworden die zo nu en dan hun jeugddromen nog eens koesteren.
Veertig jaar geleden zette mei 68 de wereld op zijn kop. Toch eisten de studenten alleen wat de tijd nodig had: een democratisering die de politiek en de cultuur een nieuwe dynamiek kon geven.
In mei 1968 stond Cliff Richard boven aan de Belgische hitparade met Congratulations, het liedje waarmee hij net tweede was geworden op het Eurovisiesongfestival. Na hem kwamen twee crooners, Tom Jones met Delilah en Engelbert Humperdinck met A man without love. Als er zich al een revolutie zou hebben afgespeeld in die roemruchte meimaand van 1968, dan is dat toch niet te zien aan de muzikale smaak van toen, al zou de populaire muziek mee de drager van die revolutie zijn geweest.
Ja, The Beatles brachten dat jaar wel het nummer Revolution uit, dan nog in verschillende versies. Die versies suggereren twijfel, net als de tekst, die stelt dat fotos van de Chinese leider Mao Zedong niemand motiveren en dat het niet nodig is om de grondwet of de instellingen te veranderen, omdat de echte verandering in het eigen hoofd moet gebeuren. En wanneer er vernielingen werden aangericht, moest niemand op The Beatles rekenen. Maar het refrein kan niet genoeg herhalen dat its gonna be all right, dat alles wel goed komt.
Zo dubbel is ook wat er rond 1968 gebeurde. Daaruit sprak veel ongenoegen over het structurele onrecht in de wereld, met als symbool de almaar escalerende, elke avond in het tv-journaal breed uitgemeten oorlog in Vietnam. Die gruwel suggereerde dat er moreel toch iets mis was met de Verenigde Staten, de leider van het Vrije Westen, die onze rijkdom en beschaving beschermde tegen de roden, ons de Amerikaanse keuken had geschonken en naar wie we de filet américain hadden genoemd.
De oorlog gold als het symbool van alle andere sociale, economische en politieke onrecht. Maar toch waren het niet in de eerste plaats de slachtoffers daarvan, de verworpenen der aarde of de proletariërs aller landen die voorop liepen in de betogingen. Medio mei 1968 trokken in Parijs wel massas arbeiders mee de straat op en kwam het in heel Frankrijk tot een algemene staking. Zelfs het filmfestival van Cannes, met al zijn chichi, werd afgelast. Maar eind juni al gaf Jean-met-het-stokbrood bij vervroegde verkiezingen wel een overweldigende meerderheid aan de rechtse partij van president Charles De Gaulle, de pispaal van het meiprotest. Leonard Cohen vatte het allicht het best samen in de song Bird on the wire, uit 1968. Een oude bedelaar op krukken zegt hem daarin om toch maar niet te veel te vragen. Maar een mooie vrouw roept hem toe: Hey, why not ask for more? waarom niet nog meer vragen?
De brede, bijna wereldomspannende beweging die nu mei 68 wordt genoemd, is dan ook het product van het optimisme, in zekere zin zelfs van het ongeduld. Niet les misérables, maar juist zij die nog alles te verwachten hadden, in de eerste plaats de studenten, waren er de motor van. 68 wortelt tenslotte niet in een crisis, maar in een hoogconjunctuur, de golden sixties.
Zeker de Belgen mochten optimistisch zijn. In dat decennium groeide de economie gemiddeld met een solide vijf procent per jaar, drijvend op goedkope energie, een demografische boom, een uitstekende infrastructuur, voortreffelijk onderwijs, sociale harmonie, buitenlandse investeringen en, toen de lokale arbeidsmarkt te krap werd, gastarbeiders uit Noord-Afrika en Turkije. Tussen 1951 en 1975 vervijfvoudigden de lonen, terwijl de prijzen maar met een factor 2,2 stegen, zodat de koopkracht meer dan verdubbelde. Bezaten in 1960 een half miljoen Belgen een tv-toestel, in 1972 waren dat er al 2,3 miljoen. Ze hadden in 1960 samen driekwart miljoen personenautos, tien jaar later twee miljoen: in 1965 daalde voor het eerst in de geschiedenis het aantal klanten van de NMBS.
Babyboom
Velen vaarden wel bij het status-quo van de jaren zestig, maar niet iedereen had erin een plaats gekregen. Sommigen ervoeren de heersende consensus daarom als aftands, paternalistisch en verstikkend. Dat gold in de eerste plaats voor de jongeren, die zich hadden ontwikkeld tot een nieuwe, tevoren niet als zodanig bestaande sociale groep.
Vooral het onderwijs had die jongeren tot een aparte categorie gemaakt, temeer daar die groep van in de jaren vijftig door de naoorlogse babyboom weer een groeiend aandeel in de bevolking begon uit te maken. Tevoren verdwenen tieners geleidelijk aan in het arbeidsproces, nu gingen ze langer naar school en zelfs naar de universiteit. Maar ze werden, omdat ze nog niet economisch productief waren, nog altijd als onmondige kinderen behandeld. Die autoritaire bejegening maakte deze generatie gevoelig voor de emancipatie, in de eerste plaats van haarzelf.
Langer studeren leidde tot het ontstaan van een tevoren onbekende levensfase, tussen jeugd en volwassenheid in. Die kreeg vorm in een aparte subcultuur in de VS zelfs een tegencultuur met een eigen identiteit. Jongeren wilden zich onderscheiden door zich anders te kleden (jeans voor jongens, de minirok voor meisjes) en hun haar lang te dragen, ze vonden in de popmuziek een eigen stem en meenden hun beknelde bewustzijn te kunnen verruimen met LSD en marihuana.
En wat hun ook fel interesseerde, gezien hun leeftijd, was seks, want zeker op dat vlak bleef de repressie groot. Alleen de apotheker verkocht voorbehoedsmiddelen, abortus was al helemaal verboden en de persdistributie had volk in dienst om in Playboy tepels en schaamhaar te verbergen achter dikke viltstiftstrepen. In juli 1968 schreef paus Paulus VI in de encycliek Humanae Vitae dat van anticonceptie uit den boze bleef. In België liet minister van Justitie Alfons Vranckx, een socialist, de roman Gangreen I van Jef Geeraerts wegens vieze praat in beslag nemen.
Niettemin maken de huidige critici van mei 68, van CD&V-voorzitter Wouter Beke tot de Franse president Nicolas Sarkozy, er zich te snel van af als ze de beweging verantwoordelijk willen houden voor de ondergang van fatsoen en respect. Het is tekenend dat mei 68 ook de Praagse Lente inspireerde, de opstand in Tsjecho-Slovakije tegen de Sovjetdictatuur. De samenleving was nu eenmaal toe aan een nieuwe, democratische dynamiek. Iemand moest dat toch eens zeggen? In die zin was een mei 68 zelfs onoverkomelijk. Zelfs zonder mei 68 zou er een mei 68 zijn geweest.
Bron : gedeeltelijk uit De Standaard van 2 mei 2008 door Marc Reynebeau.
Mijn grootvader, peter Fons , die na zijn job als mijnwerker, wegens stoflong vervroegd werd gepensioneerdeind van de jaren 50, kreeg onverwachts een tijdelijke bezigheid aangeboden door de pastoor van onze parochie. Op een mooie dag was de pastoor thuis op bezoek gekomen met de vraag : Fons, wil jij soms geen Suisse worden in onze parochiekerk nu je toch over voldoende tijd beschikt en zo kom je nog eens onder de mensen. Mijn grootmoeder Finne die ook aanwezig was antwoordde in zijn plaats: Maar ja Mijnheer Pastoor dat is een goed gedacht, onze Fons is daarvoor de geschikte persoon. En zo werd peter Fons zijn suissekostuum( zie hierna) aangemeten en met de nodige attributen uitgerust stond hij enkele zondagen later in de kerk van onze parochie, nog wat onwennig maar voornaam en streng, bij de ingang alle misgangers te begroeten. De vorige suisse was enkele jaren daarvoor plotseling overleden. Deze man was van het corpulente type en zeker een kop groter dan mijn peter. Het kostuum van de eerste kon dus niet dienen voor de nieuwe suisse die heel wat kleiner en fijner uitviel. Daarom droeg Fons een heel nieuw kostuum. Men zag dat hij er zich als gewezen mijnwerker nog niet goed in voelde. Na verloop vantijd bleek hij zich echter beter en beter aan te passen aan zijn nieuw job. Tijdens de mis schuifelde hij waardig tussen de gangen hier en daar luidruchtige kerkgangers of speelse kinderen tot de orde roepend door eens met zijn hellebaard op de grond te kloppen of met zijn wijsvinger in de hoogte te steken.
In die tijd stond de priester nog voor het altaar met zijn rug naar de gelovigen gekeerd; enkel de preek gebeurde vanaf de preekstoel die over t algemeen in het midden van de kerk en boven de aanwezigen was opgesteld. De suisse moest bijgevolg een groot deel van de mis een oogje in het zeil houden. Dat deed mijn peter dan ook met volle overgave en overtuiging. s Zondags deed hij soms twee missen, als je weet dat er toen s voormiddags in totaal vier misvieringen waren; later werden twee daarvan op zaterdagavond gegeven. Ookbij begrafenissen, trouw- en doopplechtigheden was hij aanwezig. Ik kan mij niet herinneren dat hij éénmaal afwezig is geweest. In de late jaren zestig, hijzelf moet toen 67 jaar zijn geweest, heeft hij zich een occasiewagen VW-kever aangeschaft en er ook nog leren mee rijden, om zich gemakkelijker te kunnen verplaatsen naar de kerk. Hij is dat blijven doen tot hij ongeveer 80 jaar was en de gezondheid wat minder werd. Grootvader is uiteindelijk gestorven in 1987 op de leeftijd van 87 jaar. Oudere mensen spreken nog over hem als Fons het suissken. Hierna werd in onze parochie geen nieuwe suisse meer aangesteld en alzo verdween terug een mooie oude traditie.
suisse-uitrusting
Uniform met toebehoren voor de suisse in de rooms-katholieke kerk (de term suisse stamt af van de Zwitserse lijfwacht van de paus). De taken van de suisse zijn afleesbaar van de synoniemen van deze (verouderde) functie: kerkbaljuw, kerkwachter, kerkenknecht, ordebewaarder, al droeg alleen de 'suisse' het hier beschreven uniform. De uitrusting bestaat uit een broek, een vest en jas met daarover een sjerp, een steek op het hoofd en een staf, lans of hellebaard in de hand.
In de volksmond gekend als "de suisse". De kerkbaljuw is te vergelijken met de kerkpolitie. In uniform, met de imposante steekhoed, het lint dat om orde en eerbied vraagt en vooral de lans. Dit kerkelijk ambt werd in het leven geroepen door de Paus op het einde van de 19e eeuw. De naam is afkomstig van de Zwitserse wacht, de persoonlijke lijfwacht van de Paus. Een ambt dat veelal werd doorgegeven van vader op zoon en als een eer werd beschouwd. Men werd er niet rijk van. Het drinkgeld ging meestal in de "suissebak" en kwam ten goede aan de kinderen. De suisse moest gezag hebben.
In de middeleeuwen werd hij ook genoemd als "hondenslager". Vele mensen kwamen van ver naar de kerk in begeleiding van hun hond(en). De wegen waren slecht, niet verlicht zoals nu en er liep nogal wat gespuis rond. Al die honden wilden natuurlijk ook hun plaats in de kerk en de suisse zorgde er voor dat ze uit het kerkgebouw werden verdreven. Vandaar de naam "hondenslager".
De kledij van de suisse : - een kraakwit hemd met opstaande boord en zwarte vlinderdas.
- een laag uitgesneden ondervest.
- een lange donkerblauwe jas,afgeboord met goudborduursel.
- een donkerblauwe broek en zwarte schoenen.
- als hoed,de steek met pluim en witte handschoenen.
- over de rechter schouder het purperen lint met als tekst (dit verschilde nogal eens van dorp tot dorp) :
- aan de voorzijde : eerbied (of tucht) in Gods Huis - aan de achterzijde : orde
- als teken van zijn gezag droeg hij een hellebaard of "lans".
In het schooljaar 1962-1963 zat ik in het 4e jaar van de Handelsafdeling bij de broeders van Sint-Gabriël. Door de reorganisatie van de Ecole Moyenne(zie mijn artikel carnet de Flamand) waren alle medeleerlingen een stuk ouder dan ikzelf. Meerdere waren na één of twee jaar franse afdeling overgestapt naar de Nederlandstalige handelsafdeling, zodat ik als 15 jarige, de junior van de klas was in 1963. We zaten in dit finaliteitsjaar, dat leidde tot een diploma van hulpboekhouder, met 9 studenten waarvan er vijf in het internaat verbleven. Mijn beste schoolvriend Etienne die naast mij zat op een duo bankstel en ook een paar jaar ouder was dan ikzelf, beleefde in dit jaar een fameuze affaire, die zijn leven een serieuze wending zou geven. Zoals de meeste zonen van zelfstandigen, zijn vader runde een beenhouwerij, was hij intern en kon om de 2 weken naar huis op weekend. Etienne was ook een briljant student die alle vakken zonder veel moeite onder de knoet kreeg. De toekomst lachte hem toe en hij zou glansrijk zijn diploma in de wacht slepen. Was er daar niet zijn kennismaking met een Liederkerkse schone, die hij op nieuwjaarsavond 1962 ontmoette op een feestje.
Van het één kwam het ander en een liefdesgeschiedenis was in de maak. Na elk vrij weekend kreeg ik elke maandagmorgen op de speelplaats en ook tijdens de lesuren als eerste het complete verslag van de intiemere kennismaking van Etienne met zijn geliefde. Ikzelf was op dat vlak een compleet groentje en had amper enige voorlichting gekregen, maar wat ik daar hoorde van de uiterst gedetailleerde vertelsels van mijn vriend brachten mij de gehele technische kanten van de voortplanting bij. Natuurlijk dergelijke gevaarlijke spelletjes op de meest verborgen plaatsen, moesten leiden tot hommeles. Begin jaren 60 was er op gebied van voorbehoedsmiddelen nog niet te veel voorhanden en wat gebeuren moest geschiedde. Etienne vertelde me op een mooie maandag dat zijn vriendin over tijd-, en zo goed als zeker in verwachting was. In die tijd was dat natuurlijk het ergste wat kon gebeuren : een leerling uit een katholieke school van 17 jaar, maakt meisje van dezelfde leeftijd zwanger zonder dat iemand daar iets van wist, zelfs de ouders niet. Mijn vriend vroeg aan mij, de enige die van dit alles op de hoogte was, wat hij nu moest aanvangen. Het schooljaar vorderde traag maar zeker zoals de zwangerschap bij Etiennes liefje. De derde trimester had zijn intrede gedaan en de voorbereidingen op het eindexamen waren reeds begonnen, toen op een goeie morgen Etienne uit de les werd geroepen door de perfect. Dit was de laatste keer dat wij hem in het klaslokaal hebben gezien. Hij werd bij de directeur geroepen die uit goede bron, langs de ouders van het meisje, had vernomen wat hij had aangericht. Trouwen met haar was de enig mogelijke oplossing in die tijd. En zo ging het verhaal van Etienne en zijn zwangere vriendin door het schoolgebouw, langs de roddeltantes door de gemeente en aanliggende gemeenten tot ver in de streek. Het gevolg was dat mijn vriend van school werd gestuurd zonder diploma, huwde nog voor de baby werd geboren en onmiddellijk moest gaan werken om te zorgen voor vrouw en kind. Etienne is toen ook volledig uit mijn leven verdwenen, maar toch vernam ik dat hij door avondcursussen een diploma van boekhouder behaalde en het tot kaderlid schopte in een multinational. Eind goed alles goed, na een wreed accident in zijn jeugdjaren en ikzelf die op een praktische wijze werd voorbereid op het ware leven.