Dag 102 – Dinsdag – 15.08.2023 – Halte Nautique Doornik.
Voormiddag zijn Kris en Danny Rho komen ophalen en zijn vertrokken net toen Koen, Kim, Lenn en Nout langs kwamen voor ze verder vertrokken.
Namiddag hebben wij een fietstocht van 33 km gemaakt van Doornik richting Ere door het dalletje van de Rieu de Barges tot in Willemeau. Hier botsten we op een wielerkoers en moesten we enkele malen stoppen. De organisatie voor de veiligheid trekt op niets: de seingevers weten niet wat ze moeten doen en laten een auto tegen het verkeer in door, staan op hun kruispunt rond te draaien en en geven geen duidelijke signalen en van een auto met de groene vlag is niets te zien. De ene koers is bezig en de renners voor de volgende koers rijden tussen die andere in om het parcours te verkennen! Zelfs een agente waaraan ik vroeg of de groene vlag al voorbij was kwam uit de lucht gevallen en kon hier niet op antwoorden en liet er enkele auto’s tussendoor. Als daar geen ongevallen gaan gebeuren weet ik het niet.
Van Willemeau ging het via Froidmont naar Taintignies en via Guignies naar Lesdain.
Kerkje van Lesdain met de mooie muurschilderingen en het fraaie interieur.
Daar staat een mooi kerkje dat ook nog open stond zodat we er binnen eens konden kijken. Vermoedelijk wegens de 15.08 stond er mooie stemmige muziek op. Net naast de kerk botsten we op een boerderij waar ijs verkocht werd en gezien het lekker warm was zijn we er eentje gaan proberen. Het ijs was lekker en de bollen mochten er zijn.
Het gewezen station van Hollain. Er liggen veel schepen op de Schelde met het verlengde weekend te wachten.
Van hieruit reden we richting Hollain en daar kwamen we op een fietspad op een oude spoorbedding. Die liep van voorbij Bléharies richting Antoing. Wij hebben die gevolgd tot aan de Schelde in Antoing en daar volgden we het jaagpad terug naar Doornik. Onderweg reden we voorbij de oude kalksteenovens waarvan er nu enkele omgebouwd worden tot woning of winkel denk ik.
Het Château van Antoing. Le Pont de trous. Kunst gemaakt van drijf- en afvalhout.
Toen we terug aan de boot arriveerden zijn we eerst nog door gereden tot aan de Pont de Trous die sedert april 2023 gerestaureerd is. Vroeger waren er drie ongeveer gelijke bogen waarvan de scheepvaart door de middelste kon maar de breedte was toen beperkt. Wegens de werken voor de Sein Nord verbinding werd het middenstuk gesloopt en terug opgebouwd maar nu met een grote midden doorgang zodat schepen tot 12 m breed kunnen passeren. Het ziet er fraai uit. De omgeving van de brug werd ook opgewaardeerd met aanplantingen en nieuw straatmeubilair etc. Nu maar hopen dat ze het proper houden. Op enkele banken die onder de bomen stonden lag al een hoop achtergelaten rotzooi voornamelijk bierflesjes, blikjes en enkel pizzadozen.
Dag 100 – Zondag – 13.08.2023 – YH Valenciennes – Kade km 1 - Bléharies.
We vertrokken te 10:05 uur uit de haven te samen met de Bleu Moon (NL) en arriveerden 5 minuten later aan sluis S12-Valenciennes. Die sluis stond naar onder open en we moesten even wachten voor ze omgezet werd. Vervolgens voeren we te samen naar S13-Bruay-sur-Escaut en daarna naar S14-Fresnes. Beide sluizen stonden boven en we konden er dadelijk in. S14-Fresnes is de laatste sluis in Frankrijk dus op de voorlaatste dag van ons vignet zijn we Frankrijk uit.
Toen we door die laatste sluis waren moesten we linksaf de Schelde volgen richting Belgie. Het Canal de Condé à Pommeroeul is nog steeds niet open, anders konden we rechtdoor richting Ath. De opening zou nu voorzien zijn voor 1 september 2023, te laat voor ons maar voor de toekomst een serieuze inkorting voor als je van Brussel of Bergen naar de Schelde wilt.
Appartementen aan sluis Valenciennes. Aankomst Bléharies aan hoge kade. Raar machine die hier geparkeerd staat.
Voor ons is het nu nog 16 km varen tot aan de grens B-Fr in Bléharies. Ter hoogte van Mortagne du Nord, nog iets voor de grens zijn ligplaatsen voorbehouden voor de pleziervaart maar daar lagen binnenschepen tegen de kant dus konden wij er niet liggen. Wij zijn dan maar door gevaren tot aan de kade in Bléharies waar vroeger het douanekantoor was. Hier is een hoge kade met elke 50 m een inham met trapje dus daar hebben wij ons strategisch tegen de kant gelegd.
Namiddag hebben we een wandeling gemaakt naar het dorp. Er was een voddenmarkt maar ze liep al helemaal op het einde. Er is hier een restaurant maar er moest gereserveerd worden en het was volledig volzet. De brasserie er rechtover is in gebruik als kantine voor het evenement en werkte met bonnetjes en het aanbod was beperkt. De bakker langs de grote baan is er ook mee gestopt en de zaak is te koop en/of over te nemen. Hier gaan we morgen vroeg ook aan het verkeerde adres zijn.
In de loop van de avond arriveerden Kris, Danny en Rho en nog iets later Koen, Kim, Lenn en Nout.
Vandaag hebben we een fietstocht gemaakt naar Condé-sur-Escaut. (32 km) We vertrokken langs de Schelde en staken de spoorbrug over naar de andere zijde naar de Chemin du Noir Mouton die aan de overzijde de Schelde noordwaarts volgt tot net voorbij de S13-Bruay.
School en congrescentrum in Anzin. Stadhuis en zonne-uurwerk aan een van de gevels.
Hier staken we via de brug in de D75 de Schelde terug over naar de andere zijde. Vanaf hier volgden we de fietspad over de Scheldedijk helemaal tot voorbij de sluis S14-Fresnes aan de brug Pont du Sarteau. Hier draait de Schelde naar links en volgt ongeveer de grens B-FR.
Wij staken de brug over richting Condé-sur-Escaut en kwamen zo in het oude stadje terecht. Het stadje ontstond op de samenvloeiing van de Hayne met de Schelde is was vroeger een belangrijk vestingstadje. Getuige hiervan zijn nog zichtbare remparts aan de westzijde van het stadje. Ten noorden ervan liggen enkele grote meren waarvan het Etang Chabaud Latour het grootste is.
Eglise Saint Wasnon, inkom, mozaïek voor het altaar.
Na een terrasje en een picknick bij de bakker reden we verder en kwamen zo aan de Eglise Saint Wasnon. De toren staat links van de kerk. Het interieur van de kerk is zeer oud en er zijn veel stukken van de bepleistering gevallen wat een vervallen indruk geeft. Er zijn wel mooie glasramen en op de vloer mooie mozaïken.
Het hotel. La Porte Vautourneux. Mijnbok van Fosse Ledoux. Oude sluis in de rivier Hayne.
Wanneer we verder reden kwamen we voorbij een 14e eeuws gebouw waar nu een hotel gevestigd is. Nog verder in de richting van het Etang Chabaud Latour passeerde we aan La Porte Vautourneux en wanneer we hier onderdoor reden arriveerden we aan het Canal du Jard welk geintegreerd is in de oude stadsomwalling. Het kanaal vindt zijn oorsprong in het grote meer en mondt uit in de Schelde enkele km verderop.
Vanaf hier reden we helemaal rond het grote meer en aan de overkant kwamen we aan de mijnbok van de gewezen mijn Fosse Ledoux (max 820 m diepte, in gebruik genomen in 1905 – gesloten in 1988. 33,6 miljoen ton kolen opgebracht) en iets verder aan café Roselière, overblijfsel van de mijncité aldaar.
Uiteinderlijk arriveerden we terug op de plaats waar we in Condé onze rondrit begonnen ter hoogte van het Arsenal. In het grote torengebouw zijn nu enkele woningen aangebracht.
Van hieruit reden over het fietspad welk een oude spoorbedding volgt van aan de zuidzijde van de Schelde ter hoogte van Condé-sur-Escaut tot helemaal in Valenciennes. Onderweg passeerden we nog enkele oude stations op die gewezen lijn.
We zijn wakker geworden met het opkomende zonnetje! Het ziet er weer goed uit vandaag. Vertrokken te 09:35 uur op weg naar sluis Pont Malin. Die stond aan de andere kant open maar werd bij onze aankomst dadelijk klaar gemaakt voor ons zodat we maar enkele minuten moesten wachten. We hadden de sluis weer voor ons alleen, wat een luxe telkens. Het ging dan ook goed vooruit en een klein uur later waren we aan sluis Denain. Hier kwamen net twee vrachtschepen uit maar de sluis was al in werking gesteld terug naar onder om het volgende vrachtschip op te halen. Hier moesten we een kwartiertje aanleggen en toen was het onze beurt. Wanneer we voorbij deze sluis waren zagen we een bordje met Halte Fluvial Denain 600 m (terug dus). Hadden we dat geweten hadden we daar aangelegd. Waarschijnlijk hebben we dat bord aan de andere zijde niet gezien omdat er enkele vrachtschepen lagen.
De Remparts in Bouchain. Overal wordt graan geladen. Piek op het grote plein. School aan de haven.
Wij dan maar verder en te iets na de middag waren we aan sluis Trith-St Leger. Hier zagen we net een vrachtschip uit de sluis varen richting noord maar de sluis werd dadelijk voor ons klaargezet en even later waren we weer weg. Het gaat vlot vandaag. Een uurtje later arriveerden we in Valenciennes.
Plein voor het station, het stationsgebouw, Centrale plein.
Onderweg hebben we wel enkele kades gepasseerd maar ofwel de bolders heel ver uit mekaar, ofwel veel te hoog, ofwel op een smal stuk waar je veel last hebt van de golven van voorbij varende vrachtschepen.
Voor de sluis van Valenciennes zijn we de Scheldearm ingevaren waar de yachthaven van Valenciennes ligt waar we uiteindelijk een plaatsje kregen een twintigtal meters van de barrage af.
Het was een beetje moeilijk om achteruit de box in te varen met de stroming die dan weer hard vooruit en even later hard achteruit werkte. (Ik snap niet hoe dat komt maar dat doet hier echt raar. Vooraan in de haven staat daar wel een waarschuwingsbordje over).
Namiddag hebben we een wandeling naar het stadscentrum gemaakt.
We zijn vandaag blijven liggen, het is hier rustig, de zon schijnt en we hebben nog enkele dagen tijd voor ons vignet voor Frankrijk verloopt. We moeten er tot de laatste dag gebruik van maken hé.
We gingen vandaag voormiddag eerst wat winkelen in Hordain en namiddag zijn we weer een tochtje (23 km) gaan fietsen. We reden terug richting Hordain maar voor het dorp draaiden we linksaf en fietsten langs de oude Scheldearm tot in Bouchain. Daar reden we langs de Tour d’Ostrevent die momenteel wordt gerestaureerd. Voorbij de Tour reden we naar het jaagpad aan BB zijde tot aan de Pont de Neuville tussen Neuville-sur-Escaut en Lourches waar de van het jaagpad afreden richting Lourches. Aan de overkant van de rivier staat een groot silocomplex waar momenteel een groot vrachtschip met graan geladen wordt. Opliggers en traktoren met grote kiepwagens rijden af en aan om hun lading graan in het ruim van het schip te droppen. Net voor het centrum van Lourches vindt je nog een Intermarché en een Lidl . In het centrum staken we de spoorweg over naar Roeulx. Aan de linkerzijde van spoorbrug ligt een groot rangeerterrein maar daar is nog heel weinig van in gebruik. Vroeger waren hier verschillende kolenmijnen in de buurt en in die tijd moet dat hier een serieuze drukte geweest zijn om al die kolen per spoor of via de laadkades per schip naar de steden te vervoeren. Er liggen op het terrein een groot aantal rangeersporen naast de dubbele hoofdlijn. Van de kolenmijnen blijft hier niet veel zichtbaars van over buiten een paar terrils.
Nu liggen we met twee. De Tour d’Ostrevent. Overdekte ontmoetingsplaats Wavrechain-sous-Faulx.
Roeulx is een dorp bijna helemaal bestaande uit voormalige mijncités en tussen het dorp en de Escaut ligt nog een oude kleine terril. Van eventuele mijngebouwen is niets meer te vinden.
We reden verder richting Mastaing en van daaruit langs de thermische centrale van Bouchain terug naar Bouchain. Vervolgens naar Wavrechain-sous-Faulx en onderweg passeerden we aan de Base de Loisirs “La Fleuri”. Hier was het heel druk, de parkings stonden vol en auto’s stonden tot ver van de ingang links en rechts langs de weg geparkeerd. In het dorp stopten we aan de overdekte ontmoetingsplaats aan een bank onder de bomen. Zo’n overdekte plaats hebben we hier in de buurt in zowat elk dorp gezien.
Van hieruit reden we terug richting Paillencourt tot aan het Bassin Ronde en naar de boot.
Dag 96 – Woensdag – 09.08.2023 – Halte Fluvial Marquion km 8 – Bassin Ronde
Deze morgen was het droog en de zon kwam er door. Eerst een spurtje naar de Hyper U voor de baguetjes en daarna ontbijten. We vertrokken te 09:15 uur naar onze laatste sluis op het Canal du Nord, S1-Palluel hier 8 km vandaan. Een uur later arriveerden we daar maar de sluis stond naar onder open. Dat zie je omdat het onderaan hefdeuren zijn die wegens hun lengte van ongeveer 10 meter als ze open staan boven de sluis uitsteken. Over de bovendeur en door de sluiskolk heen zag ik onderaan een jacht liggen wachten. We hebben dan maar een kwartiertje vastgemaakt om te wachten.
Te 10:20 uur was het onze beurt, de sluis helemaal voor ons alleen en we moeten zo’n 8 meter zakken. Toen we beneden waren en de benedendeur voor ons open ging zagen we het volgende jacht al aankomen. Beide oevers van de laatste km liggen vol met vrachtschepen en hier en daar een jacht er tussenin.
De laatste km op het Canal du Nord. Moe? Nog eentje. Ingang Bassin Ronde. Onze ligplaats aan de halte fluvial.
Van hieruit is het nog één km tot aan de aansluiting met het Canal de la Sensee. Dit kanaal maakt de verbinding van de Scarpe in Douai met de Escaut in Hordain aan sluis Pont Malin. Het kanaal werd gegraven in het dal van de Sensée (zijrivier van de Schelde) en was klaar in 1820. In 1968 werd het uitgebaggerd en verbreed tot de huidige vorm zodat veel grotere schepen kunnen passeren.
Van de aansluiting in Arleux tot aan Bassin Ronde in Bouchain-Hordain is het nog 15 km varen met halverwege maar één plaats waar je kan aanleggen aan een kade in Féchain.
Wij waren aan de Schelde te 12:25 uur en gingen daar de Schelde ongeveer 1 km op tot aan Bassin Ronde waar op de halte fluvial niemand lag. We lagen vast te 12:40 uur.
Vlas ? Soms leek het Paris-Roubaix wel. Château in Wasnes-au-Bac. Watersport op het Bassin Ronde.
Na het middageten hebben we een fietstocht van 23 km gemaakt van de ligplaats richting Paillencourt. Daar dwars door het door het oude en nieuwe kanaal gevormde eiland naar de Pont des Mariettes waasr we over het nieuwe kanaal reden richting Wavrechain-sous-Faulx. Vervolgens naar Marquette-en-Ostrevent. Over de heuvel tot boven aan de watertoren en daar naar Wasnes-au-Bac. Boven op de heuvel werd het vlas dat al geruime tijd afgemaaid was en op rijtjes op het veld lag met enkele speciale machines opgeraapt en in rollen geperst. Onderweg naar onder kwamen we nog drie tractoren met gelijkaardige machines tegen.
In Wasnes-au-Bac hielden we een halte tussen de grote meren in het dal en reden nadien verder naar Paillencourt, nog een ommetje door Estrun en dan terug naar de boot.
Dag 95 – Dinsdag – 08.08.2023 – Halte Fluvial Marquion km 8
We zijn hier vandaag nog blijven liggen. Toen we wakker werden was er geen wolkje te zien en scheen de zon. Het is vannacht wel zeer fris geweest gezien de boot helemaal nat is van de dauw en binnen hing de condens tegen het aluminium van de ramen.
Voormiddag zijn we gaan fietsen (19 km) van Marquion naar Sauchy-Lestrée, Oisy-le-Verger tot aan het Canal de la Sensée. Vervolgens richting Canal du Nord ter hoogte van Palluel. Dan zijn we eens gaan kijken aan S1-Palluel. Hier zagen we dat vanaf 11.09.2023 de sluis zal gestremd zijn omdat ze de bovendeuren gaan vervangen. (Die werken gaan 6 weken duren!) Vervolgens fietsten we over het jaagpad terug naar S2-Marquion aan de halte fluvial.
In sluis Palluel. Schotten staan klaar. Watertappunt aan halte fluvial. Kerk Marquion.
Na het middageten ben ik alleen gaan fietsen. Over het jaagpad tot ter hoogte van Oisy-le-Verger en daar het kanaal overgestoken. Aan de overkant richting Ecourt-Saint-Quentin. Onderweg vond ik een wegwijzer naar een menhir die hier in het bos staat en daar ben ik eens gaan kijken. (Heeft Obelix er hier indertijd eentje verloren?) Vervolgens de l’Hirondelle overgestoken en zo verder gereden naar Rumaucourt. Hier zijn twee Duitse militaire begraafplaatsen (Het ene met ongeveer 1500 en het ander met ongeveer 2500 graven). Dan ging het verder de heuvel op, de A26 onderdoor en verder richting van de D939. Die ligt natuurlijk boven op de kam van de heuvelrij. Dan ging het lekker bergaf tot ter hoogte van Baralle waar enkele grote winkels zijn.
De Mairie en vredegerecht van Marquion. Mooi portaal aan kerk van Sauchy-Cauchy. De menhir van Ecourt-saint-Quentin met het riviertje L’Hirondelle.
Twee Duitse begraafplaatsen en een “prive” gedenkteken in Rumaucourt.
Aangezien Annie had gezegd dat ze daar naartoe zou rijden effe gebeld of ze daar nog was. We zijn dan samen van daaruit terug gereden.
Nadien nog eens terug naar het winkelcentrum gereden waar een wasserette-container staat en een machientje gedraaid.
Het fietsten van de hele dag bracht weer 38 km bij op de teller.
Dag 94 – Maandag – 07.08.2023 –Kade km 38 – Halte Fluvial Marquion km 8
Deze morgen een wandeling gemaakt om brood. De bakker had verlof van 01.08 tot 14.08. Volgens iemand die ik daar zag is er een depot de pain iets verderop in de Bar-krantenwinkel een kilometer verder. Dan maar de wandeling wat verlengd en net toen de winkel open ging arriveerde ik er. Spijtig genoeg kwam de bakker maar pas tussen 08:30 en 09:00 uur leveren. Dan maar terug naar de boot en het “droogvoer” boven gehaald.
Druk deze morgen aan de silo’s. Tunnel van Ruyaulcourt, ingang, eerste smalle stuk.
Het was net 09:00 uur toen we vertrokken en net een uur en 8 km verder kwamen we aan de tunnel van Ruyaultcourt waarvan het licht op rood stond zodat we moesten wachten. Te 10:35 uur kwam er een geladen binnenschip uit de tunnel gevaren en dadelijk daarna kregen wij groen. De tunnel is 4350 m lang en bestaat uit drie stukken. Het eerste stuk is 1600 meter lang en enkel richting met beurtelings verkeer geregeld met lichten. Het tweede stuk, het middenstuk is veel breder en 1150 m lang. Hier kunnen schepen mekaar kruisen in wat hier genoemd wordt het “La gare de croissement” Als je hier aankomt en er komt hier een tegenligger kan je die kruisen. Als die nog door het volgende stuk vaart kan je aanleggen in het brede stuk tot je groen licht krijgt voor dat volgende smalle stuk. Het derde stuk is weer 1600 m lang en enkel richting met beurtelings verkeer. Midden in de tunnel is in het tunnelplafond een ventilator ingebouwd die de uitlaatgassen wegzuigt en boven op de berg uitblaast. De ventilator maakt een luid kabaal en je voelt de wind duidelijk in de tunnel.
In het midden en net op het einde van de tunnel. Hier hebben ze diep moeten graven. Wachten aan de sluis.
Wij waren er uit te 11:10 uur en voeren dan nog door de sluizen S7-Graincourt, S6-Graincourt, S5-Moeuvres (hier een uur moeten wachten op tegenliggers),S4-Sains les Marquion, S3-Sains les Marquion, en S2-Marquion waarna we aanlegden aan de Halte Fluvial Marquion. Hier lag al een grote Franse boot, wij konden en nog net achter op het lage steigertje.
Dag 93 – Zondag – 06.08.2023 – Kade boven sluis Froissy – Kade km 38 - Moslains
Deze morgen was de boot helemaal opgedroogd toen we opstonden maar het was zwaar bewolkt en het zag er naar uit dat het niet langs zou duren voor het begon te regenen. Ik ben nog naar de bakker gereden voor we ontbeten en toen we hiermee klaar waren en ik net de telefoon genomen had om ons vertrek te melden arriveerde er een auto van de sluisdienst aan de sluis. Wanneer ik naar hem toe ging en onze intentie mede deelde heeft hij dat met zijn telefoon doorgegeven aan het PCE zodat wij dat niet meer moesten doen.
Alle bruggen op tijd open. Ze zijn er nog steeds. Viaduct TGV. Laatste brug op het Canal de la Somme.
We zijn dan onmiddellijk vertrokken en kwamen aan de openstaande S10-Cappy. De ,man is heel het traject met alle ophaalbruggen en de sluizen S9-Frise Inferieur, S8-Frise Superieur en S7-Sormont met ons mee gegaan en alles stond netjes open toen wij daar telkens arriveerden. We hebben ook geen tegenliggers gehad en onderweg lag nergens een boot meer met uitzondering van enkele die er blijven liggen. Ook de haven van Cappy was zeer rustig.
We kamen op het Canal du Nord en wilden voor S12-Clery blijven liggen maar die kade lag vol en de sluis werd voor ons klaar gezet nog voor ik ze opgeroepen had.
We zijn dan maar verder gevaren en nog door S11-Faillacourt, S10-Allaines, S9-Moslains en S8-Moslains gegaan een aangelegd tegenover de silo’s van U.R.A.P. op de wachtkade voorbij S9-Moslains.
Het Canal du Nord tot aan sluis Clery. Werken voor de Seine Nord verbinding.
Net voor die sluis staat ook een waterpunt en gezien we voor deze sluis een kwartier moesten wachten voor tegemoetkomend verkeer hebben we de watertank ook weer maar gevuld. We lagen vast te 15:15 uur en nu moet met al die sluizen de boot nog eens een poetsbeurt krijgen.
Dag 92 – Zaterdag – 05.08.2023 – Halte fluvial Corbie – Kade boven sluis Froissy
Tijdens het ontbijt vertrok de Frégate (B) al richting Péronne. Die wou al te 09:00 uur aan de sluis S13-Sailly-Laurette zijn en aangezien dat 9 km is gaat hij daarvoor ook 1:30 uur voor nodig hebben. Wij gingen hem na het ontbijt te 09:10 uur achterna en toen wij de sluis in de verte naderden zagen we hem nog net boven komen en uitvaren. Wij gingen de sluis in te 10:20 uur, een 20 minuten vroeger dan uitgerekend. Dat komt omdat de stroming op dit stuk vandaag maar 2 km/uur was, een pak minder dan gisteren waardoor we sneller vaart maakten.
Toen we aan de volgende sluis S12-Mericourt arriveerden lag de Frégate voor de sluis aangemeerd en lag er een andere boot boven in de sluis klaar om uit te varen. Wij dachten te laat te komen maar konden nog samen met de Frégate de sluis in. Het was een beetje krap maar het ging goed.
Vervolgens voeren we samen richting S21-Froissy. Toen we in een stuk met veel begroeiing voeren kregen we last met de koeling. Blijkbaar is er toch iets in of rond de filter buiten komen te zitten. Met verminderde snelheid voeren we verder tot voor de sluis. Het was ondertussen na 12:00 uur zodat wij niet meer door de sluis konden. Na de middagrust voor de bediening konden we weer samen de sluis in te 13:35 uur en lagen te 14:20 uur vast aan de kade in Froissy. De Frégate ging nog verder varen dus die gaan we waarschijnlijk niet meer zien.
Gezien het zaterdag is en we de volgende dagen geen supermarkt meer gaan zien gingen we naar de Carrefour om de noodzakelijke verse voorraad aan te vullen. Volgens het weerbericht zou het namiddag slecht worden maar het valt nog mee. De zon komt er niet door maar het regent niet.
Deze nacht is het droog geweest maar de boot is kletsnat van de dauw. Op tijd naar de bakker geweest zodat we ook op tijd weg zijn. Tijdens het ontbijt kwam de schipper van de Fregate (B) informeren of wij ook gingen vertrekken. Hij zou vertrekken te 09:00 uur en wij reserveerden voor 09:15 uur. Gezien we klaar waren voeren we tot voor de voetgangersbrug over het kanaaltje naar de sluis zodat we de sluis konden zien. Wanneer we daar arriveerden zagen we net een jacht uit de sluis komen en bleven wij wachten tot die het smalle kanaaltje uit was. Toen wij dan naar de sluis voeren zagen we dat de deuren reeds dicht waren! Enkele keren de claxon gebruiken veranderde niets aan de zaak. Ze hebben volgens mij niet gekeken in de richting van waar wij lagen, wij lagen nochtans zeer goed zichtbaar van op de sluis. We hebben ons dan maar wast gelegd in net kanaaltje om te wachten maar helaas er gebeurde niets meer aan de sluis. Het was 09:45 uur voor er terug iemand arriveerde en de sluis liet leeg lopen. Later bleek dat de gegevens die ik in de app ingevuld en verstuurd had niet doorgegeven waren naar het personeel. (Moet je dan een app maken?)
Van aan S17-Amiens was het 10 km tot aan S16-Lamotte-Brebières en met die tegenstroming zouden we daar 1:30 uur over doen. We arriveerden daar te 11:30 uur zoals uitgeteld. Van hieruit moeten we 4 km verder naar S15-Daours dus zouden we daar te 12:10 uur arriveren maar de sassenier deelde ons mee dat we daar tot na de middagrust moesten wachten.
Uiteindelijk werd het 14:50 uur voor we die sluis te samen met nog een achter ons aangekomen jachtje Christophe 1e (F) uit voeren. We hadden zolang moeten wachten omdat er boven Amiens een hevig onweer was los gebroken waardoor het verkeer muurvast stond zodat de mannen er met hun autootje niet voorbij konden en niet aan de sluis konden geraken.
Uiteindelijk moesten wij nog door S14-Corbie en te 15:55 uur lagen we vast aan de steiger aan de camping van Corbie.
Deze nacht heeft het nog hard geregend en deze morgen regende het nog. We vertrokken te 09:20 uur naar sluis S19-Ailly-sur-Somme. We hadden gerekend op 1 uur varen over de 6 km omdat we nu stroomopwaarts moeten. De stroming is hier ongeveer 3 km tegen zodat we die tijd nodig hebben voor de 6 km die we tot daar moeten doen. Onderweg in Samara lagen de Gilles en de Flâneur aan het kleine steigertje tegen mekaar aan. We arriveerden net op het uitgetelde uur maar de sluis stond nog niet open en moest nog leeg lopen. Toen we net binnen en boven waren arriveerden de Gilles en Flâneur achter ons.
De volgende sluis S18-Montières ligt weer op 5 km dus gaan we hiervoor ongeveer 50 minuten tijd voor nodig hebben. Toen wij er te 11:05 uur aan kwamen was er niemand te zien ondanks dat de vorige sassenier gezegd had dat hij de volgende zou verwittigen. Tijdens het wachten kwamen de achtervolgers er weer aan.
Jules Verne voor het Hotel de Ville. De “lampekappenstraat”
Clubhuis van de roeivereniging. Kade boven sluis Amiens. De restaurantkade.
Pas te 11:40 uur arriveerde de sassenier, moest de sluis weer nog leeg lopen met het gevolg dat we pas te 12:00 uur uit de sluis konden. Het vol lopen van de sluis duurde tergend langzaam.
Eenmaal daar boven is het nog 4 km of 35 minuten varen naar Amiens waar we aan een van de nieuwe vlottende steigers aanlegden.
Deze nacht is het terug beginnen regenen. We gaan vandaag verder varen tot in Piquigny net boven sluis 20. Terwijl Annie na het ontbijt nog snel naar de winkel was heb ik alles klaar gemaakt om te vertrekken zodat we op tijd weg zouden zijn. We draaiden de boot en vertrokken te 08:45 uur. Op de rivier staat nu een tegenstroom van 2 à 3 km/uur zodat we met het toerental van 1800 dat we normaal max draaien nu maar 6 à 7 km/uur vorderen.
Enkele mooie plekjes langs de Somme.
Er komt serieus wat water door de barrage. Château de Picquigny, de ingangspoort langs buiten.
Op sommige plaatsen, daar waar de rivier op zijn smalste is of ondieper is, is de stroming nog groter en zakte de snelheid soms even tot 5,6 km/uur. We waren net op tijd op de afspraak aan S23-Pont-Remy en later ook aan S22-Long. Hier waren alle boten die hier van de week lagen weg. Aan het steigertje waar wij lagen lag ook niemand. We arriveerden zoals voorzien net na sluitingstijd op de middag aan S21-La-Breilloire en legden ons aan de kade aan de oude spoorbrug om te eten en te wachten op de namiddagdienst.
De ingangspoort langs binnen. De Collégiale Saint-Martin die binnen de muren staat. L’escalier Saint-Jean naar het Château. Op de Somme hebben ze hier een wildwaterbaan gemaakt. De halte fluviale van Picquigny;
Te 14:00 uur waren we uit deze sluis en dienden we nog 10 km af te malen tot aan S20- Picquigny. De sluis stond klaar om in te varen en een kwartier later waren we boven.
We legden aan de halte fluviale te Picquigny aan. Er lag enkel nog een Franse boot die hier zo te zien al lang ligt. De boten die hier van de week lagen (toen lag het zo goed als vol) waren allemaal weg.
Na het avondeten nog een kleine wandeling gemaakt door het dorp tot op de heuvel met de ruine van het Château de Picquigny.
Dag 88 – Dinsdag – 01.08.2023 – Halte nautique Abbeville.
Deze nacht heeft het weinig geregend maar deze morgen regende terug. Voor deze namiddag ziet het weerbericht er beter uit dus gaan we namiddag met de fiets naar Vallery-sur-Somme. We vertrokken na het middageten te 13:30 uur. We reden via het jaagpad op het Canal Maritime de la Somme tot in Vallery-sur-Somme. Er stond een strakke zuidwesterwind en die maakte golfjes op het wateroppervlak. We maakten een kleine rondrit in het centrum en na een terrasje vertrokken we terug naar Abbeville. Nu reden we niet meer over het jaagpad maar evenwijdig met het kanaal naar Pinchefalise, Boismont naar Saigneville. Vanaf dit dorpje reden we door een natuurdomein welk begraasd werd door paarden. Terwijl we er doorheen fietsen arriveerden er zes ooievaars die neerstreken op het natte grasveld.
Steiger voor de zeesluis. S25-St Valery. Er wordt momenteel gespuid. De Baai van de Somme met aan de overzijde het dorp Le Crotoy.
Op het einde staken we het zijriviertje La Trie over en reden over de Chemin du Long Rideau zo tot aan de brug over het kanaal. Hier stopten we even aan de picknickplaats. Uit het zuidwesten kwam een onweerswolk aangewaaid en we hadden net op tijd onze poncho tevoorschijn gehaald en aangedaan toen de bui los barstte. Die duurde een vijftal minuten en toen klaarde het terug op. Aanvankelijk hielden we onze poncho aan maar een halve km verder stopte het helemaal met regenen en konden we terug zonder verder.
De jachthaven in de baai. Straatje met veel souvenirwinkeltjes. Natuurdomein met de ooievaars in Saigneville. Fontein in Abbeville.
Van hieruit volgden we het jaagpad tot in Abbeville. We reden nog verder tot aan de bocht in de Somme ter hoogte van de kade op de Somme. Het steigertje was nog steeds leeg. Ik denk niet dat hier dikwijls boten liggen en er is trouwens maar plaats voor een jacht zoals het onze.
Toen we terug aan de boot kwamen lagen we nog alleen aan de steiger.
Infobord aan het natuurdomein. Nieuwe en oude stationsgebouw in Abbeville.
Na het avondeten nog een ritje gedaan in Abbeville in de richting van het station.
Dag 87 – Maandag – 31.07.2023 – Halte nautique Abbeville.
Voormiddag is Annie gaan winkelen terwijl ik getankt heb. Het tankstation is hier op 100 meter vandaan dus heb ik daarvan geprofiteerd om 100 L reserve te tanken. Ik denk dat we normaal wel hadden thuis geraakt maar je weet nooit of we nog eens een omweg moeten maken op de terugweg en dan moet ik misschien ver gaan om aan een tankstation te geraken.
Namiddag is het beginnen pijpenstelen regenen. We wilden met de fiets naar St Valery-sur-Somme naar de baai rijden maar het was te slecht weer en veel wind. We hebben dan maar wat TV gekeken en spelletjes gespeeld.
Dag 86 – Zondag – 30.07.2023 – Steiger km 123 – Long – Halte nautique Abbeville.
Lang en goed geslapen hier. Vannacht heeft het nog een beetje geregend. Vertrokken te 10:50 uur naar sluis S22-Long ie we besteld hadden tegen 11:00 uur. We waren iets te vroeg daar en hadden nogal war last van het afdrijfeffect naar de barrage die hier net voor de sluis ligt. We hebben de boot maar even vastgemaakt aan eentje die hier aangemeerd was.
Deze sluis is ook een tweetraps sluis zodat je van de ene in de andere vaart en het laatste stuk ongeveer een halve meter zakt. Het onderste stuk heeft schuine wanden en aan een zijde is een vlottende installatie gemaakt om aan vast te maken.
Collégiale Saint-Vulfran, wijwatervat en doopvont. Stadhuis.
Vervolgens voeren we naar sluis S23-Pont-Remy. Aangezien we wat laat vertrokken waren konden we volgens de sasmeester pas na de middagsluiting verder varen en moesten we aan de kade tegenover de ruine van het kasteel aanleggen tot 13:30 a 14:00 uur. We hebben dan ondertussen ook maar gegeten.
Aan deze sluis weer hetzelfde verhaal. De barrage net voor de sluis maar hier hadden we verderop gewacht om naar de sluis te varen tot ze open stond. We voelden hier ook weer het sterke afdrijfeffect naar de barrage. Het heeft de voorbij weken dikwijls goed geregend en al het water van de Sommevallei moet hier aan die barrages passeren met een sterke stroming als gevolg.
Muur van oude Urselinenklooster. Enkele oude woningen.
Voorbij deze sluis ontmoetten we twee opvarende jachten die we natuurlijk steeds in een bocht tegen kwamen. We meerden te 15:25 uur aan de HN Abbeville aan achter de Vrijheid (NL) en de Bolide (NL) die ons gisteren voorbij gevaren waren terwijl wij aan onze winkel- en fietstocht bezig waren.
In de late namiddag een wandeling door Abbeville gemaakt. In de jachthaven op de Somme in de stad lag geen enkele boot.
Dag 85 – Zaterdag – 29.07.2023 – Halte Nautique Amiens (Aval) – Steiger km 123 - Long
Deze nacht is het droog gebleven en toen we deze morgen opstonden scheen de zon. Het belooft vandaag weer goed te worden. We vertrokken te 08:30 uur naar de eerste sluis voor vandaag om daar zeker op tijd te zijn om met de eerste schutting te vertrekken. Voor S18-Montieres lag het jachtje te wachten dat deze morgen rond 08:00 uur reeds voorbij gevaren was. Klokslag 9 uur gingen we de sluis in. Vervolgens moesten we enkele km verder nog door S19-Ailly-sur-Somme. Aan de volgende, S20-Picquigny waren we te laat ondanks we aan meer dan 9 km/uur hadden gevaren. De andere had blijkbaar zoveel gas gegeven om ons ver voor te zijn om alleen de sluis in te kunnen, in enkel geval de sluis was dicht en zij waren al gezakt toen wij arriveerden. Na S21-La Breilloire legden we ter hoogte van km 123 aan het kleine steigertje aan. We lagen net vast toen het hevig begon te regenen.
In sluis Long, 1e en 2e deel. Een van de vele turfputten aan de Somme? Oude fabriekswijk.
In de namiddag zijn we met de fiets naar Pont-Remy naar de E. Leclerck gereden om te gaan winkelen. Op de terugtocht wilden we iets zoeken om te gaan eten maar de dorpjes zijn hier klein en zonder horecazaken en op een plaats was de zaak die er was gesloten. We zijn dan maar terug naar de boot gereden en hebben maar zelf gekookt.
Voormiddag een wandeling gemaakt in Amiens met bezoek aan de kathedraal Notre-Dame. Stuk van de stadwandeling afgewerkt.
Namiddag een fietstocht 23 km gemaakt van Amiens over het jaagpad tot net voor Picquigny aan het park Samara. Samara is een park wat je kan vergelijken met Bokrijk maar dan met de geschiedenis nog veel verder terug. Via de gewone weg terug langs Saint-Sauveur en Argoeuves naar Amiens.
Justitiegebouw. Circus en standbeeld Jules Verne.
De voorgevel, het portaal van de hoofdingang. Het strandplein in de stad.
Schuur op het terrein van Samara. Uitzonderlijk transport in de stad. De vistrap.
Enkele beelden van de lichtshow op de kathedraal.
Rond 21:45 uur zijn we dan met de fiets terug naar de kathedraal gereden voor de lichtshow die elke avond te 22:30 uur geprojecteerd wordt op het gebouw.
Deze nacht heeft het de hele nacht goed geregend en deze morgen regende het nog steeds. Wanneer we na het ontbijt de centrale belden om ons vertrek af te spreken kregen we te horen dat de twee Nederlandse boten die voor ons lagen de sluis geboekt hadden te 09:30 uur en dat wij pas te 09:45 uur zouden kunnen vertrekken. Het werd uiteindelijk 10:00 uur voor we de sluis in konden.
Vervolgens moesten we nog door S15-Daours, S16-Lamotte-Brebières en S17-Amiens voor we 20 km verder in Amiens zouden zijn.
Druilerige dag, alles en iedereen nat. Amiens in zicht.
De twee boten voor ons lagen natuurlijk steeds in de sluis toen wij er arriveerden en aan S17-Amiens kwamen we allemaal te laat voor de laatste schutting voor de middagrust van het personeel. Te 14:00 uur was het dus pas onze beurt om die sluis te pakken zodat wij een kwartier later vast lagen aan de halte nautique Amiens. De Vrijheid (NL) en de (NL) lagen daar ook aan de steiger.
Met tussenpozen stopte het even met regenen maar lang duurde dat meestal niet.
Hier staat ten gevolge van de regen de afgelopen dagen op de rivier al wat stroming.
