God, als het stormt in ons leven, als alles overhoop gehaald wordt wat zeker en veilig leek, wees dan onze rots in de branding, geef ons beschutting tegen de harde wind: een plek om op adem te komen. Geef dat we niet constant de luwte zoeken in het leven, dat we af durven stormen op alles wat onrechtvaardig is; dat we niet bang zijn de wind van voren te krijgen maar opkomen voor iedereen die zich niet staande kan houden.
Annie had er al lang over zitten piekeren: "Hoe moet dat nu met Oud en Nieuw? Vroeger baden we met het hele gezin een Weesgegroet en mijn man wou er ook nog een Onze Vader aan toevoegen. De kinderen baden mee, mompelend en ongeduldig, maar ze deden het toch maar. En dit jaar ?? Ik zou het werkelijk niet weten. Ik wil niet te vroom lijken. Ik weet zeker dat de kinderen en mijn zeven kleinkinderen die nu met mij gezellig Oudjaar vieren, zeker niet samen gaan zingen en bidden, om twaalf uur. Ze zouden de slappe lach krijgen. De spanning loopt op; ik wil toch wat doen. En plotseling, op slag van twaalf uur roep ik uit: "Allemaal samen: dank je wel!"Een héél ontroerend moment; iedereen dankt iedereen en de dank golft naar het stille midden. God wordt niet genoemd, is enkel stil aanwezig.
Voor vele oude mensen wordt het verleden een dierbare - pijnlijke herinnering. VOORBIJ. Het dorp met de zustersschool en het beeld met de wijdopen armen: "Komt allen tot Mij". VOORBIJ. Toch blijft ook een zeurende onzekerheid, vooral een zorg over de kinderen: "Ze doen er niks meer aan, maar toch zijn het goede mensen.Ik bid elke dag voor hen". Sterke betrouwbare gelovigen die in stilte God steeds meer ruimte geven. Vriendelijk-stug doorgaan. Zonder houvast aan het verleden. Zonder schuldgevoelens. Gewoon vertrouwen. En geleidelijk aan mogen ze ervaren dat de Aanwezige echt aanwezig is in het samenzijn van mensen van goede wil. Soms verrassend.
Stilte Haast, lawaai en onrust, zijn de kenmerken van een tijd dat stilte uitgebannen wordt. We luisteren niet meer van binnenuit: vanwaar en wie we zijn en waarnaar onderweg. Hoe ver moet je gaan om tot rust te komen? Of kan het ook dichtbij? Luister naar de stilte, wacht tot een ander spreekt met woorden die de jouwe niet zijn. Luister naar de stilte, wacht op de stem van je hart naar wat je beweegt, naar wat je bent. Luister naar de stilte, hoor wat God tegen je zegt, voel de Liefde die ons draagt.
Dankgebed Goede God, dank u voor de warmte van de zon die de kou in ons verjaagt en ons warm maakt van binnen.
Dank u voor het licht dat alles groeien doet, dat het donkere in ons verjaagt en ons vrolijk maakt.
Dank u voor de positieve dingen in ons leven, die ons moed geven en gelukkig maken; geef dat we ze altijd zullen zien.
Dank u voor alle mensen om ons heen die licht uitstralen en warmte geven; geef dat ze er altijd zullen zijn.
Goede god, wees voor ons als de zon, verwarm ons met uw liefde, maak ons leven licht, geef dat ook wij op onze beurt de zon laten schijnen voor anderen.
Barmhartige God, geef dat wij het uithouden, als wij angstig zijn. Geef ons de kracht om geweld niet met geweld te beantwoorden. Geef ons hoop, God, wanneer alles verloren lijkt. Neem ons bij de hand. Wees met ons, en met alle mensen die kwetsbaar zijn. Amen.
Liefde, een groot woord in onze harde wereld. Liefde, woord waar mensen dagelijks van leven. God, het kost zo weinig, het is zo veel, een woord, een uitgestoken hand, een schouderklopje, aandacht en luisteren, zomaar iets doen voor een ander. God, het kost zo weinig, het is zo veel. U hebt Uw liefde aan ons getoond in de man van Nazareth. U laat het nog steeds aan ons zien in de omgang van mensen met elkaar. Laat ons elkaar liefhebben, goed zijn voor elkaar, gewoon een beetje zorg voor elkaar. Houd ons zo verbonden met U en met elkaar, vandaag en alle dagen.
GEBED VAN IGNATIUS Lieve God, leer mij vrijgevig te zijn: te geven zonder de kosten te tellen, te werken zonder beloning te verwachten, behalve dat ik weet dat ik Uw wil doe.
De Heer zij voor je om je de goede weg te wijzen. De Heer zij naast je om je in de armen te sluiten en je te beschermen. De Heer zij achter je om je te bewaren voor valsheid. De Heer zij onder je om je op te vangen als je valt. De Heer zij in je om je te troosten als je verdrietig bent. De Heer zij om je heen om je te verdedigen. De Heer zij boven je om je te zegenen. Zo zegene je de algoede God.
Goede en barmhartige God, als ons leven een grote reis is, laten we dan allemaal reisgenoten zijn, ouders en kinderen, vrienden en vreemden. Geef ons de kracht, om stappen te zetten die we voor onmogelijk hielden, om grenzen te overschrijden en zelf deuren te openen, en vreemden binnen te laten in ons hart. Laat ons vrijgevig en ruimhartig worden, voor al onze naasten, dichtbij en ver weg. Amen.
Bedankt, God, omdat ik kan gelukkig zijn met een bloem, een vogel, een vis ; bedankt omdat ik de sterren en de zon kan zien ; bedankt omdat ik enig ben, uniek ; bedankt omdat ik mensen heb waarvoor ik kan leven ; bedankt omdat U mij helpt de juiste weg te kiezen, de weg van liefde ; bedankt, God, omdat U liefde bent.
God, als we eerlijk zijn lopen we niet echt warm als het om geloven gaat. We hebben zoveel dat onze aandacht vraagt. En daar zijn veel dingen bij die we leuker vinden. Hobby's waarvoor we warm lopen. Vrienden voor wie we ons inzetten. Dingen waarvoor we alles overhebben. God, help ons ontdekken dat geloven meer is dan regeltjes naleven of elke zondag naar de kerk gaan. Doe ons inzien dat geloven ook boeiend kan zijn. Dat het iets is om mee bezig te zijn omdat het te maken heeft met alles en iedereen aan wie we onze aandacht geven. Geef dat we warm lopen voor een geloof dat onze inzet vraagt. Inzet voor elkaar en voor alles wat goed is. Dat vragen wij U God, voor vandaag en alle dagen. Amen.
Soms als het donker is en leeg in jou. Ontsteek dan een vlammetje van hoop in je binnenste binnen. Hou het brandend tot Gods vuur je hart weer verwarmt en je handen opnieuw vult om dan - als nieuw en vol van Gods vuur - een vlam van liefde te zijn waaraan anderen zich mogen warmen. (Marlies Lecocq).
Goede God, soms zijn er twijfels of U wel bestaat. Mensen zeggen: God is dood. Of: Geloof is van vroeger, van de oude generatie. En als we de vele kritiek horen op uw kerk, beseffen we eens te meer hoe kwetsbaar het werk van mensen is. Goede God, geef ons vertrouwen. Doe ons uw vrede ondervinden: de harmonie van alle schepselen met elkaar, het evenwicht van onze samenleving. Dan weten wij dat U bestaat, voelen wij uw eindeloze goedheid, hier, nu, en alle dagen. Amen.
GEMAAKT NAAR UW BEELD God, wij zijn mensen naar Uw beeld; zo heeft U ons gemaakt met handen en voeten, ogen, oren en een mond, maar we zijn allemaal anders. Dit past bij de één en dat weer beter bij de ander. Help ons om dat te doen wat het beste bij ons past, dan komen we tot ons recht, dan kunnen we worden wie we eigenlijk ook zijn. Geef ons de moed om nee te zeggen als we vinden dat dat moet; geef ons de kracht om er dwars tegen in te gaan als dat goed is; geef ons de rust om na te denken wie we willen zijn. God, wij zijn mensen naar Uw beeld; ieder met een eigen kleur. Help ons om al die kleuren te gebruiken voor een vrolijke, betere wereld.
Goede God, gezegend bent U, oorsprong van alles, schepper van iedereen. Wij danken U hier. Dank U voor de wonderen om ons heen voor de sterren aan de hemel, de wolken in de lucht, voor de mensen en de dieren. Dank U voor geluk, vriendschap en plezier, voor het goede dat we willen en het goede dat we doen. Dank U voor alles wat mooi is, teder en waar. Goede God, wij danken U.
In een nacht, stikdonker, nergens een lichtpuntje te zien en ik verlangde zo naar een warm vuur, ben ik gegaan, alleen, met mijn ziel onder mijn armen, die ik koesterde als een klein lichtje, amper te zien.
In het donker, ongezien, niemand die mij aansprak, toch voelde ik mij veilig, ging ik met mijn ziel onder mijn armen, die ik koesterde als een klein lichtje, amper te zien.
Die pikdonkere nacht bood mij de kans, daar, diep verborgen - ik kon mezelf niet eens meer zien: geen ander licht wees mij de weg dan mijn ziel, het lichtje dat gloeide in mijn hart.
Dat schijnsel leidde mij, betrouwbaarder dan het volle licht van de zon, midden op de dag, naar de plek waar op mij wachtte van Wie ik zeker kon zijn en waar niemand ooit zou komen.