Een charmant stadje, gelegen in het Aischtal, dat bekend staat om zijn pittoreske straten, historische bezienswaardigheden.
We placeren ons op de Festplatz met een officiële camperplaats achteraan, aan de Riedfelder Ortsstraße. (5€ + sani en stroom)
Het stadje, dat we eigenlijk nog niet kennen, gaan we nu bezoeken. In de middeleeuwse oude stad zijn door de eeuwen heen tal van historische gebouwen gebouwd. Herenhuizen, een goed bewaard gebleven stadsmuur en de oude en nieuwe kastelen van de Hohenzollerns. Al deze gebouwen en monumenten hebben hun eigen verhalen over de stad en haar inwoners.
Natuurlijk ontbreekt het geheime heraldische dier van de Neustadt niet maar daar over meer later.
Vanop het voetgangersbruggetje over de Aisch, gelegen achteraan aan de parking, heb je al een pittoresk zicht op het stadje.
Een oude locomotief van de Deutsche Bundesbahn verwelkomt ons in het stadje.
Als eerste komen we toe aan het “Museen im Alten Schloss" dat gevestigd is in de voormalige residentie van de markgraven.Het bestaat uit drie verschillende soorten musea.
Het "Aischgründer Karpfenmuseum" dat informatie geeft over meer dan 1250 culturen van de karperteelt in het gebied.
Het "Markgrafenmuseum" over de invloed van de Hohenzollern-familie op de ontwikkeling van de stad en de taken van de Feldgeschworenen (het zevenkoppige of veldjurysysteem) die verantwoordelijk zijn voor het vaststellen en beschermen van de landgrensmarkeringen in de middeleeuwen en tot op de dag van vandaag. Ze bekleden één van de oudste erefuncties in Beieren. Ze houden toezicht op de naleving van grenzen, stellen grenzen en oriëntatiepunten vast en werken nauw samen met de landmeetkundige bureaus.
Meer dan zes eeuwen lang hebben de Frankische Hohenzollerns het leven in de stad gevormd. Ze breidden de voormalige marktstad Riedfeld uit tot een nieuwe stad – vandaar de naam "Neustadt".
Het 3de museum "Kinderspielwelten" is een tentoonstelling met verschillende soorten speelgoed, waarmee kinderen in de laatste twee eeuwen speelden.
Het Neues Schloss, in renaissancestijl, werd aanvankelijk gebouwd tussen 1575 en 1626.
In tegenstelling tot het versterkte Altes Schloss, was het Neues Schloss puur ontworpen als residentie. Het werd gebouwd op een fundering van 643 eikenhouten palen om het te beschermen tegen de vochtige omstandigheden van de Aischgrund. De grote gevel kijkt uit op de stad en is gedeeltelijk geïntegreerd in de stadsmuur.
Een unieke wenteltrap in de toren werd ontworpen zodat de markgravin op haar paard naar haar vertrekken kon rijden - een zeldzaam architectonisch kenmerk in die tijd!
De bouw van het nieuwe markgravenpaleis begon in 1575 en werd in 1626 voltooid. In 1887 werd het kasteel verkocht aan de stad Neustadt en vervolgens gebruikt als kleuterschool, ijkkantoor en brandblusstation.
Helaas verwoestte een brand in 1906 een groot deel van het kasteel, waarbij alleen de achthoekige trappentoren intact bleef. Het gebouw werd later herbouwd en herbergt nu een school.
De Marktplatz, het levendige hart van de stad, met een prachtige fontein de “Neptunbrunnen”, wordt omringd door historische gebouwen, waaronder het indrukwekkende Rathaus (stadhuis), met de beroemde houten Geißbock die dagelijks om 12.00 uur al mekkerend verschijnt en aansluit bij de legendarische Geißbocksage van de stad :
De boklegende is een fascinerende legende uit Neustadt an der Aisch die uitleg geeft over het geheime heraldische dier van de stad, de bok. In 1461 werd de stad belegerd door hertog Lodewijk de Rijke. De voorraden van de Neustädter raakten op en de situatie leek hopeloos. Maar een kleermaker had een briljant idee: hij liet zich in de huid van de laatste bok naaien en sprong rond op de stadsmuur om de belegeraars voor de gek te houden door te geloven dat de stad nog steeds genoeg voedsel had.
De list was zo overtuigend dat de belegeraars zich ontmoedigd terugtrokken. Hoewel de stad uiteindelijk viel, wordt de ‘held in de geitenhuid’ gevierd als redder.
Na een verfrissend ijsje en een wandeling langsheen de prachtige vakwerkgevels en de middeleeuwse stadsmuur komen we aan de Neurenberger Tor (Oberes Tor). Ze dateert uit de 14e of 15e eeuw en maakte deel uit van de middeleeuwse vestingwerken van de stad.
Het is de enige overgebleven stadspoort, van de oorspronkelijke vier stadspoorten, die als cruciaal toegangspunt diende en voor de controle wie de stad in en uit ging in turbulente tijden.
Is niet alleen een architectonisch hoogtepunt, maar sluit ook aan bij de lokale legende van de Geißbocksage. In de loop der jaren is ze aangepast om tegemoet te komen aan moderne behoeften, zoals het heropenen van de doorgang onder de toren voor toegenomen verkeer. De kelders onder de poort zijn al eeuwenlang niet alleen een opslagplaats maar waren vaak ook een toevluchtsoord.
Vanaf hier keren we terug naar de marktplaats en nog een laatste blik binnen de poorten van het Neues Schloss nu dat de schooluren voorbij zijn.
Via kleine Gassen en Graben komen we aan een graslabyrinth en een prachtige evenementenlocatie: de NeuStadtHalle. Het prachtige gebouw combineert traditie met moderniteit en biedt onderdak aan een breed scala aan evenementen.
Een bezoek aan de Bleichanlage, een serene groene ruimte met vijver, houden we voor een volgend bezoek. Het is perfect voor een ontspannen wandelingen of om van de natuur te genieten. Het gebied organiseert ook verschillende evenementen, zoals de Kunst um die Bleich, een ambachtelijke markt met lokale ambachtslieden en hun creaties. Daarnaast brengen regelmatig Promenade concerten livemuziek naar het park.
Nog een laatste groet aan het locomotiefje en dan rest er ons nog alleen het bruggetje te bewandelen om terug op de parking te komen.
Alhoewel het een mix parking is blijft het in de nacht toch heel rustig.
05-09-2024
Ansbach
Na de nodige verzorging van ons rijdend huisje vertrekken we richting Ansbach en ligt aan de historische Burgenstraße. Hier zijn we nog niet geweest.
Even zoeken naar de camperplaats “Am Stadion” op een afzonderlijk deel van de parking aan het zwembad Aquella. (8€) Er is ruimte voor ruim 27 campers met stroomaansluiting en een modern aan- en afvoerstation. Het stadscentrum is op ongeveer 10 min wandelen.
Maar wij gaan met de fiets. Toegekomen op de Martin-Luther-Platz laten we de fietsen daar achter en beginnen aan onze wandeling door het centrum.
De stad werd oorspronkelijk in de 8e eeuw gesticht als een benedictijnenklooster en groeide later uit tot de residentie van de markgraven. In de barokke periode bloeide Ansbach open en werden indrukwekkende gebouwen gebouwd. Het heeft veel van zijn historische uitstraling behouden aangezien het nauwelijks werd beschadigd tijdens de wereldoorlogen.
Als we de oude stad inloopt, kun je zowel de middeleeuwen als de barok voelen. Het eerste dat we zien op het plein is de St. Johannis, een historische Lutherse kerk. Ze dateert uit de 12e eeuw en staat bekend om zijn gotische architectuur, waaronder zijn kenmerkende torens van ongelijke hoogte. De kerk heeft een rijke geschiedenis en diende als parochiekerk.
St. Gumbertus kerk, in rococostijl, met drie torens domineert het beeld van de stad en werd oorspronkelijk gebouwd rond 750 als een kloosterkerk door St. Gumbert, de patroonheilige van de stad. Ze heeft, door de eeuwen heen, verschillende transformaties ondergaan en is daardoor een combinatie van verschillende bouwstijlen. De eerste stenen kerk werd rond 1040 gebouwd, waarvan de romaanse crypte onder de Gumbertuskerk nog steeds bestaat. Onder de kapel bevinden zich de romaanse crypte (rond 1040) en de vorstelijke crypte van de markgraven van Ansbach uit de 17e en 18e eeuw.
Tussen Sint-Gumbertus en Sint-Johannis staat het bijna 500 jaar oude stadhuis en wordt vaak gebruikt voor culturele evenementen en tentoonstellingen. Hier bevindt zich ook het toeristenbureau.
Langsheen de gezellige fussgangerzone, met diverse winkels, komen we toe aan de Ansbacher Residenz, ontstaan uit een middeleeuws complex. De gotische zaal werd in de tweede helft van de 16e eeuw gebouwd en het middeleeuwse gebouw werd tussen 1705 en 1730 omgebouwd tot een modern woongebouw. Het gelijkvloers van de Residentie bestaat uit drie kamers die afzonderlijk werden gebruikt voor officiële ceremonies: het appartement van de markgraaf, het appartement van de markgravin en het gastenverblijf. De uitstekende staat van het interieur heeft een bijzondere reden. Door de troonsafstand van de laatste markgraaf in 1791 was het Residenzschloss niet langer de zetel van de vorst en was er nauwelijks nog reden om de staatsvertrekken te moderniseren.
De residentie is alleen te bezoeken met een gids. De Hofgarten, aan de overkant is vrij te betreden.
Als eerste komen we in de Leonhart-Fuchs-Garten. Een prachtige botanische tuin, aangelegd in 2001 als een barokke kasteeltuin met de nadruk op "kruiden". Alles heeft een naamplaatje, dus je kunt iets leren door ernaar te kijken. Het maakt deel uit van de Hofgarten.
Bij de Residentie Ansbach hoort een binnentuin met oranjerie.Het historische, monumentale tuinpaleis werd van 1726 tot 1731 gebouwd en is een van de weinige historische evenementenlocaties in Franken. De verschillende zalen zijn beschikbaar voor culturele evenementen. Op het terras in de Hoftuin en in het café in de Oranjerie kan je genieten van ijs, koffie en zelfgebakken taarten en gebak. De prachtige barokke tuin werd oorspronkelijk aangelegd in de 16e eeuw en werd uitgebreid in de 18e eeuw met een verscheidenheid aan zeldzame planten en oude bomen. Voor ons een ideale plek om even uit te rusten.
Ons bezoek aan de stad sluiten we af in het shoppingcenter “Brücken-Center”, langs het kleine Zümach-Gärtchen, een charmant baroktuintje, genoemd naar een voormalige burgemeester van Ansbach en via de voetgangersbrug over de B14.
Genoeg gezien en bezocht zoeken we de fietsen terug op en keren terug naar onze staanplaats.
Na een rustige nacht is het weer tijd om verder te trekken.
04-09-2024
Weissenburg in Bayern
Vanaf hier gaan we terug noordwaarts maar blijven nog even in Beieren rondtoeren. Onze volgende stopplaats is Weissenburg een pittoresk stadje en ligt aan de rand van het natuurpark Altmühltal.
Een officiële camperplaats vinden we aan het Limesbad in de Badstrasse (gratis + sani + stroom betalend)
Eerst op zoek naar de bakker.
Na 600m komen we aan de Schanzmauer, de grotendeels bewaard gebleven stadsvestingwerken met 38 torens. De oude muren van de stad zijn een indrukwekkende bezienswaardigheid op zich en heeft het karakter van een voormalige keizerlijke stad behouden. In 1802 verloor ze haar keizerlijke vrijheid, ging eerst over naar het keurvorstendom, vervolgens naar Pruisen en uiteindelijk in 1806 naar het Koninkrijk Beieren.
De bakker was vlug gevonden in de Bahnhofstrasse. Een volledige tour rond en in het stadje volgt na de middag.
Daarvoor nemen we de fiets en starten onze rondrit in oostelijke richting langsheen de stadsmuur. Ter hoogte van de Obere Stadtmühlgasse ("Knebberlesbuck"), is de met water ondergelopen vestinggracht nog steeds te zien. Oude kaarten laten zien dat in het verleden andere slootgebieden in het westen constant gevuld waren met water, de rest alleen in geval van verdediging. Verscheidene torens komen we onderweg tegen. Te veel om deze allemaal te beschrijven.
En zo komen we in de binnenstad via de Middeleeuwse Ellinger Tor, de enige nog overgebleven stadspoort. Ze maakte oorspronkelijk deel uit van de stadsmuur die rond 1200 gebouwd werd. Ze is versierd met drie wapenschilden: het eerste stadswapen uit 1241, het huidige stadswapen uit 1481, en het Rijkswapen. De poort heeft een toren die boven de poort uitsteekt. Deze diende oorspronkelijk als een uitkijkpost, van waaruit wachters het omliggende gebied konden observeren om mogelijke vijanden te detecteren maar het diende ook als toegangspunt voor handelaren en reizigers. Het is niet alleen een historisch monument, maar ook een charmant symbool van de rijke geschiedenis van de stad.
Bij de Ellingerpoort is een stukje stadsgeschiedenis te lezen: het eerste stadswapen (1241) is een tweekoppige adelaar tussen twee kleine witte torentjes. Het verwijst zowel naar de stad (half wit kasteel) als naar de koning (half keizerlijke adelaar).
De Ellinger Tor herbergt nu de historische raadsbibliotheek van de stad.
De St. Andreas Kerk, met een toren van 65 m, wat het tot hoogste gebouw maakt van Weissenburg is een voorbeeld van gotische architectuur en is één van de meest prominente historische gebouwen in de stad. De kerk werd gebouwd tussen 1294 en 1327.
Het bijzonderste kenmerk van de stad is het oude stadhuis, met een indrukwekkende gotische architectuur. Het diende vroeger als administratief centrum van de stad maar tegenwoordig is het een populaire toeristische attractie.
Een andere kerk in de oude binnenstad is de Spitalkirche zum Heiligen Geist uit de 15e eeuw, een onderdeel van een burgerlijk ziekenhuis, het zogenaamde Bürgerspital. Op de zuidmuur van het schip bevindt zich een "Bijbel van de Armen" uit 1480 met scènes uit het leven van Maria en Jezus.
Het marktplein is het historische hart van de stad en wordt omringd door indrukwekkende gebouwen, waaronder het Altes Rathaus, één van de meest opvallende historische gebouwen het “Lebküchnerhaus” (Lebküchnerei is peperkoekbakkerij) en de “Schweppermannsbrunnen”, een achthoekige fontein van zandsteen met een centrale zuil die vier waterstralen heeft, afkomstig uit maskers met groteske gezichten met bovenop de zuil staat een ridderfiguur.
Het plein biedt een gezellige sfeer met winkels, cafés en restaurants. Een terrasje aan het marktplein is nu welgekomen. Er hangt een warme drukte over de stad. En nog maar pas een eerste slok en de zon verdwijnt achter donkere wolken. Tijd om terug te keren naar onze staanplaats.
Juist toegekomen aan de motorhome borst een onweer los en 10 min. Later klaart de hemel weer op en komt de zon terug tevoorschijn. Omdat we het weer niet vertrouwen blijven we voor de rest van de avond ter plaatse.
Het plan was er om morgen nog een bezoek te brengen aan de Vesting Hohenzollern Wülzburg waar sinds de 11e eeuw een benedictijnenklooster gevestigd was maar dat laten we voor een volgende keer. Het is een indrukwekkende vesting gelegen op de Wülzburger Berg, ongeveer 200 meter boven het stadscentrum van Weissenburg en is één van de best bewaarde renaissanceforten in Duitsland. Het heeft een unieke vijfhoekige vorm, met 5 bastions. Je kan het met de wagen bezoeken want er is parking voorzien (ook voor bussen en campers)
03-09-2024
Ingolstadt
Vandaag rijden we verder. Een afstand van ongeveer 80 km. Na iets meer dan een uurtje komen we toe in Ingolstadt gelegen aan de Donau.
We nemen een ticket op de Alter Volksfestplatz (P5) aan de Jahnstrasse en achteraan op de parking placeren we ons op de officiële camperplaats (6€/24u + gratis stroom) te betalen bij het buitenrijden aan de kassa vooraan aan de slagbomen. We kennen deze plaats en hebben hier al eens overnacht. De plaatsen zijn wel klein en je staat er deur aan deur maar de korte afstand naar de binnenstad maakt dit dan weer goed.
Tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) was het een belangrijke vestingstad. Ze weerstond belegeringen en speelde een strategische rol in de verdediging van Beieren.
Het was de thuisbasis van de eerste universiteit in Beieren, opgericht in 1472.
In de 19e en 20e eeuw werd Ingolstadt een industrieel centrum, met name door de vestiging van Audi en andere bedrijven. Het is ook bekend om zijn bijdrage aan de medische wetenschap en technologie.
Via de Taschenturm, aan de overkant van de Jahnstrasse zetten we onze eerste passen in de binnenstad en na 400m staan we op het marktplein. Hier bevindt zich het Alte Rathaus, een prachtig voorbeeld van gotische architectuur en een van de meest beeldbepalende gebouwen in Ingolstadt.
De 63m hoge toren achter het oude stadhuis is de Pfeifturm uit de 14e eeuw en diende oorspronkelijk als een stadstoren en uitkijkpost. De naam "Pfeifturm" komt van de torenwachter die met een fluit (Pfiff) waarschuwde voor branden of andere gevaren en wordt nog steeds gebruikt door de "Pfeifturmbläser," een blazersgroep die regelmatig optreedt vanaf de toren.
Het is één van de meest herkenbare bouwwerken in de stad. De toren is toegankelijk voor bezoekers maar de 201 treden naar het uitkijkplatform laten we voorbijgaan.
De Pfarrkirche St. Moritz in Ingolstadt is een van de oudste en meest historische kerken in de stad. De kerk dateert uit de 9e eeuw en is gewijd aan de heilige Mauritius. Het huidige gebouw, een gotische basiliek met romaanse elementen, stamt uit 1234 en is daarmee het oudste bewaard gebleven bouwwerk in Ingolstadt.
Tot de voltooiing van het Katholieke “Liebfrauenmünster”, ook wel bekend als het “Münster Zur Schönen Unserer Lieben Frau”, was St. Moritz de enige kerk in Ingolstadt. De bouw begon in 1425 en werd voltooid in 1525. Het is een mix van een hallenkerk en een pseudobasiliek. De torens, oorspronkelijk gepland met spitsen, bleven onvoltooid en hebben nu een hoogte van 62 en 69 meter. Het diende als universiteitskerk en speelt nog steeds een belangrijke rol in de katholieke gemeenschap van Ingolstadt.
We keren terug op onze stappen en wandelen langsheen de winkelwandelstraat, een mix van cafés, restaurants en winkels van bekende merken tot lokale boetieks en genieten van de charmante historische gebouwen die de sfeer van de oude stad behouden.
Ingolstadt heeft een rijke en fascinerende geschiedenis die teruggaat tot de vroege middeleeuwen. Bewijs hiervan zien we in het prachtige middeleeuws stadscentrum met oude gebouwen.
Aangekomen op het Paradeplein verschijnt voor ons het indrukwekkende “Schloss Lagerhaus” en het “Neues Schloss” (Nieuwe Kasteel).
Het Schloss Lagerhaus, ook wel bekend als de Herzogskasten, dateert uit de 13e eeuw en werd oorspronkelijk gebouwd als onderdeel van de burcht van de stad. Het diende als opslagplaats voor graan en andere goederen, wat de naam "Lagerhaus" verklaart. Het heeft dikke muren en een robuuste structuur, typisch voor de middeleeuwse opslagplaatsen. Tegenwoordig doet het dienst voor tentoonstellingen en evenementen.
Het andere Neues Schloss, ook wel bekend als de "Nieuwe Veste" werd gebouwd in de 15e eeuw en diende als residentie en verdedigingswerk. Het kasteel heeft een imposante façade, een indrukwekkend portaal, vier torens en een binnenplaats en is omgeven door een gracht. Het herbergt het Bayerisches Armeemuseum.
Voor de liefhebbers van lange wandelingen kan je via de Donaustieg (voetgangersbrug) naar het Klenzepark, een prachtig stadspark aan de zuidelijke oever van de Donau. Het park werd aangelegd in 1992 tijdens de Beierse Landesgartenschau met waterpartijen, een rozentuin en een brede promenade langs de Donau.
Wij keren terug met onze inkopen en besluiten na de middag met de fiets het Klenzepark te bezoeken.
Aan de achterzijde van de parking en via een voetgangersbruggetje rijden we door het bosrijke padje langsheen de Schutter (zijriviertje v.d. Donau) tot aan de Donau. Verder langsheen de Uferpromenade en de Konrad-Adenauer-Brücke komen we aan de overkant in het Klenzepark.
We fietsen het hele park door met af en toe een stop aan de waterpartijen om even op te frissen. Het is nog steeds rond de 30°.
Rond het park bevinden zich diverse historische gebouwen zoals het “Reduit Tilly”, een museum over de 2de WO maar oorspronkelijk bedoeld als verdedigingswerk en opslagplaats voor wapens en troepen, de “Turm Triva”, een ovale toren die dienst deed als kazerne en waar nu het Bayerische Polizeimuseum herbergt en het Exerzierhaus, militair gebouw dat diende voor militaire oefeningen en opslag.
Via de Donaustieg gaan we terug naar de overkant. We nemen nog even de tijd voor een laatste blik op het paradeplein met de Ludwigsbrunnen en vervolgen onze terugkeer via hetzelfde pad als voorheen.
Aangekomen aan de motorhome, stoeltjes buiten, drankje erbij en rust …
Nu we hier toch in de buurt zijn nemen we nog een stop in het fascinerend middeleeuws stadje Nördlingen. Het ligt tevens aan de beroemde toeristische route, die bekend staat om zijn schilderachtige stadjes. Het middeleeuwse centrum is waarschijnlijk uniek in de wereld en heeft een fascinerende geschiedenis die teruggaat tot de vroege middeleeuwen. Ze werd voor het eerst genoemd in 898 als "Nordilinga".
De stad ligt in de Nördlinger Ries, een enorme inslagkrater die 15 miljoen jaar geleden werd gevormd door een meteoriet. Vele gebouwen hier zijn gemaakt van gesteente dat kleine diamanten bevat, gevormd door de inslag. Het Rieskrater Museum biedt inzicht in de geologie en de geschiedenis van de meteorietinslag.
Een perfecte stop en al dikwijls bezocht maar waarschijnlijk nog niet alles gezien…en dat gaan we nu ontdekken.
Eerst installeren we ons op de camperplaats "Kaiserwiese" aan de Innerer Ring (7,5€ + sani en stroom)
Opgepast dat je niet aan de achterzijde van de CP (winkelcentrum) rijdt want daar kun je met de camper niet onder het tunneltje door, dus je moet de Innerring even door rijden en dan links de parking op.
Straat oversteken, nog enkele passen en we wandelen de stad binnen via de Baldinger Tor. Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd ze zwaar beschadigd zodat ze, ondanks diverse herstelwerkzaamheden, in 1703 instortte. In 1705 werd het resterende deel van het poortcomplex gerenoveerd en kreeg het zijn huidige uiterlijk. Ze is wel de minst opvallende van de andere stadspoorten.
Net als in de geschiedenis kun je de stad alleen binnenkomen via één van de vijf stadspoorten.
Je kan de bordjes van de historische stadwandeling volgen of op eigen houtje ronddwalen. Als we de stad niet kennen gaan we langs het toeristenbureau voor een stadsplan.
Nördlingen heeft, zoals Dinkelsbühl, nog een volledig intacte stadsmuur en een zoveelste wandeling over de stadsmuur mag deze keer weer niet ontbreken.
De muur, die er vandaag de dag nog steeds staat, dateert uit het jaar 1327 en bestaat uit vijf poorten, twaalf torens en een bastion.
In de loop van de jaren werd de stadsmuur voortdurend aangepast. Stap voor stap ontstond er een verdedigingssysteem met muren, grachten, wallen, poorten en torens.
Ik kan hier een beschrijving geven van elke poort en toren maar dan wordt mijn verhaal te lang.
In het kort : de stadspoorten zijn vernoemd naar plaatsen buiten de stad. De steden Baldingen, Löpsingen, Deiningen en Reimlingen hebben hun naam aan vier poorten gegeven. Alleen de vijfde, de Berger Tor is vernoemd naar een berg, de Friedhofsberg.
De indeling van de wandelpaden langs de gracht rondom de muur laat nog duidelijk de ligging van de stervormige vestingwerken.
Het Oude Bastion diende als een machtig bolwerk om het meest kwetsbare deel van de stad te beschermen. Het gebouw dat er vandaag de dag nog steeds staat, werd halverwege de 16e eeuw gebouwd. Tegenwoordig is het een romantisch openluchtpodium.
De oude binnenstad met kleine en grote steegjes wordt gekenmerkt door honderden historische monumenten, prachtige patriciërs- en burgerhuizen, kerken, torens, poorten en nog veel meer.
Het "Steinhaus zu Nördlingen" is al meer dan 600 jaar het stadhuis. Het oorspronkelijk twee verdiepingen tellende gebouw werd vergroot met een 3de verdieping en een erker aan de voorgevel.
Onder de trap bevinden zich de voormalige gevangeniscellen en onder het platform een ruimte, het zogenaamde "Narrenhäuslein" (kleine dwazenhuis). Kleine vergrijpen werden hier bestraft en tentoongesteld. Het opschrift " Nun sind unser Zwey” herdenkt de voormalige gevangenis.
De St. Georg Dom, gebouwd tussen 1427 en 1505, met zijn duidelijk zichtbare toren is het herkenningspunt van de stad.
De kirchturm ”Daniel” (gekozen uit een bijbelpassage) is een iconische toren en perfect voor een panoramisch uitzicht. De bouw van de circa 90 meter hoge toren begon in 1454 en bijna een halve eeuw later werd de toren voltooid. Toen het dak in 1537 door de bliksem werd verwoest, ontstond kort daarna de huidige torentop.
De toren was van groot belang voor de stad. Twee bewakers hielden hier dag en nacht de wacht en zorgden ervoor dat de bewoners veilig waren tegen vuur en vijanden. Om er zeker van te zijn dat alle bewakers op hun post waren, moesten de wachters op de "Daniel", de poortwachters en de bewakers in de stad 's nachts "So, G'sell, so!" (Zo, maat, zo !) roepen.
Er wordt verteld dat in 1440 een vrouw 's avonds een kan bier voor haar man wilde halen. Bij de Löpsingerpoort zag ze een weggelopen zeug met haar achterste tegen een poort schuren. Ze ontdekte dat het hek niet goed gesloten was. Haar verontwaardigde kreet: “Zo, maat, zo!” was gericht op de bewakers. Deze bekenden dat zij waren omgekocht om 's nachts de poort op een kier te laten staan, zodat een gewapende bende de stad kon veroveren. Zo redde een varken Nördlingen. Niemand weet of dat zo was. Wat wel waar is, is dat in 1440 twee poortwachters werden geëxecuteerd wegens verraad.
Historisch gezien heeft de roep van de wachter vermoedelijk een meer praktische achtergrond: de roep, die elk uur in het donker door alle wachters tegelijk werd geroepen, moest ervoor zorgen dat alle wachters op hun post waren en niet sliepen.
De torenkamer, gelegen op de 8e verdieping op een hoogte van 66,40 meter, wordt nu nog steeds permanent bewoond door een bewaker. Nog steeds doet de dienstdoende wachter elk half uur vanaf 22.00 uur tot middernacht vanuit de torenkamer de oproep.
Voor de cultuurliefhebbers zijn hier ook vele musea zoals o.a. het eerder genoemde Ries Crater Museum, het Stadt- en Stadtmauermuseum… en het Bayerisches Eisenbahnmuseum.
Het Beierse Spoorwegmuseum is gevestigd in de oude locomotiefloodsen. Het herbergt meer dan 100 originele spoorvoertuigen waaronder alleen al 25 stoomlocomotieven – van kleine rangeerbokken tot elegante sneltreinlocomotieven.
Parking op de parkeerplaats “Deininger Tor” (P5) (geschikt voor campers). Het Beierse Spoorwegmuseum bereikt u in ongeveer tien minuten via de tunnel in Wemding.
01-09-2024
Dinkelsbühl
We blijven nog even de Romantische Strasse volgen en rijden de camperplaats op in Dinkelsbühl gelegen aan de Mönchsrother Straße (parking 2Pa - € 8,00 + sani en stroom)
Er is ook een 2de camperpark, gelegen aan de Larrieder Straße (parking P5 - - € 8,00 + sani en stroom)
Dinkelsbühl is een prachtig middeleeuws stadje in Duitsland, gelegen in de deelstaat Beieren die bekend is om zijn goed bewaarde historische binnenstad met prachtige vakwerkhuizen en indrukwekkende gebouwen. De straten hebben een unieke trechtervorm, wat een gevolg is van de historische handelsactiviteiten. De stad is nog steeds volledig ommuurd met diverse poorten die toegang geven tot de binnenstad.
De oude stadsmuur met 14 torens is nog grotendeels intact en door 4 stadspoorten kan je Dinkelsbühl binnen komen. Het is een van de best bewaarde middeleeuwse verdedigingswerken in Duitsland.
Vanaf de parking ben je na 300 m aan de Nördlingerpoort. Deze werd rond 1400 gebouwd en heeft een sierlijke trapgevel. Het vestingachtige gebouw (14e eeuw) met gracht, kantelen en schietgaten voor de poort is de Stadtmühle. Het beschermde de stad tegen aanvallers. Hier is nu het “3D Museum” gevestigd.
Omdat we de stad al meermaals hebben bezocht verkiezen we de rondweg langsheen de oude verdedigingsmuur (Oberer Mauerweg), met de bijhorende torens en stadspoorten, over een lengte van ongeveer 2,5 kilometer. De route is goed begaanbaar en is vandaag, door de warme temperaturen, ideaal voor een ontspannen wandeling.
Vanaf sommige delen van de muur heb je een prachtig uitzicht over de stad en het omliggende landschap en het is een leuke manier om de stad te verkennen.We bewandelen het hele pad opzoek naar de verschillende torens en de stadspoorten : de Seringer Tor, Rothenburger Tor en de Wörnitzer Tor.
Uiteindelijk komen in de binnenstad. Het Marktplein vormt het kloppende hart van Dinkelsbühl. Het imposante Oude Raadhuis getuigt van de vroegere welvaart en het zelfbestuur van de stad. Hier is het “Haus der Geschichte” gevestigd. Je komt hier alles te weten over de stadsgeschiedenis en je krijgt er duidelijkheid waarom Dinkelsbühl is zoals het is. Rondom het plein zijn mooie vakwerkhuizen die elk een eigen verhaal vertellen over de rijke families die hier ooit de lakens uitdeelden.
De St.Georg Münster wordt tot één van de mooiste hallenkerken van Zuid-Duitsland gerekend, gebouwd tussen 1448 en 1499 in laatgotische stijl.
Naast de kerk zijn er ook andere opmerkelijke gebouwen, zoals het barokke Karmelietenklooster en de Lutherse Sint Pauluskerk. Sinds 1500 heeft de bouwkundige vorm van Dinkelsbühl zich nauwelijks veranderd.
Op de Weinmarkt staat het Deutsche Haus, met rijk versierde vakwerkgevel en zijn kunstzinnige houtsnijwerk. Het is één van de belangrijkste stadshuizen uit de Duitse renaissance en onderscheidt zich van de andere woongebouwen in Dinkelsbühl. Ook de prachtige trapgevel van de even verderop gelegen Schranne, de vroegere graanschuur en graanbeurs van de stad, springt eruit.
Uren kan je hier rond lopen. Zelfs na verscheidene bezoeken hebben we alle plekjes hier nog niet gezien.
Vandaag is het zaterdag. Nog vlug de nodige inkopen doen voor het weekend en dan verder naar het pittoreske stadje Feuchtwangen, gelegen aan de Romantische Strasse in de deelstaat Beieren.
We blijven de al eens bezochte plaatsen bezoeken. Nostalgie ? of waarschijnlijk omdat het leuke plaatsjes zijn.
De mooie, verzorgde en gratis camperplaats is gelegen aan de B25 - Dinkelsbühler Straße.
Langsheen de B25, op weg naar het centrum, zijn vele grote ketens gevestigd en div. supermarkten o.a. Kaufland, Lidl, Netto, Edeka… Via de Unter Torstrasse komen we op het marktplein.
Het bekendste verhaal uit de regio Feuchtwangen is de legende van de stichting van Feuchtwangen. Er wordt gezegd dat keizer Karel de Grote en zijn gevolg in dit gebied jaagden. Hij raakte verdwaald in het bos en werd gekweld door dorst. Toen zag hij een duif opvliegen en snelde in de richting van die plek. Hij kwam bij een bron. Al snel vond hij zijn jachtgezelschap weer. Uit dankbaarheid aan God bouwde hij een kerk en een klooster bij de bron. Zo werd hij de stichter van de stad Feuchtwangen.
Het barokke stadhuis van Feuchtwangen is een van de meest opvallende gebouwen. Het is niet alleen een administratief gebouw, maar ook een symbool van de stad. Het plein zelf, met de Röhrenbrunnen (fontein) wordt omringd door vakwerkhuizen en andere historische gebouwen, wat het een schilderachtige en authentieke sfeer geeft.
Van het marktplein leidt een trap naar de Romeinse Kloostergang (Kreuzgang) uit de 12e eeuw waar elke zomer beroemde Kloosterspelen worden gehouden. Het is een restant van een benedictijnenklooster dat al in de jaar 819 in documenten werd vernoemd. Het huidige kloostergebouw dateert uit de 12de eeuw.
Eén van de karakteristieke bouwwerken van de stad is de Stiftskerk St. Johannis, de voormalige kloosterkerk, daterend uit de 12e eeuw. In 1623 werd het de parochiekerk van Feuchtwangen.
Naast de stiftskerk bevindt zich de Sint-Johanniskirche, de voormalige parochiekerk. De toren, die meerdere keren hoger werd gebouwd, herbergt vier klokken uit oude en nieuwe tijden.
De enige overgebleven stadspoort, die nog bewaard is van de oorspronkelijke drie stadspoorten, is de Ober Tor. Het diende als de noordelijke ingang van het voormalige klooster en maakte deel uit van de verdedigingswerken van de stad. Het werd in de jaren dertig aangepast aan het toenemende verkeer. Deze historische poort is een bewijs van het rijke verleden van Feuchtwangen en geeft een inkijk in de architectonische evolutie.
Achter deze poort loopt een wandelpad langs de stadsmuur naar het Taubenbrünnlein. De fontein herdenkt de oprichting van het klooster en de geschiedenis ervan. Op de fonteinzuil is de legende van de jacht van Karel de Grote en de stichting van het klooster te lezen.
De Kasten, een langwerpig vakwerkgebouw, was vroeger de Petrus en Pauluskapel die als opslagplaats diende voor de botten van de overledenen. Het gebouw werd vanaf 1565 gebruikt voor betalingen in natura, vooral graan en was ondergeschikt aan de Kastner, de eerste ambtenaar van de stad. Het werd in 1982 omgevormd tot gemeentehuis. Tegenwoordig dient het als evenementenhal en in de zomer als alternatief podium voor de kloostervoorstellingen bij slecht weer.
De Schranne, in de Untere Torstrasse, was in de late middeleeuwen de graanschuur van de stad. In bijna alle middeleeuwse plaatsen is er nu nog steeds een Schranne. Toen de graanhandel in particuliere handen kwam, verloor de Schranne zijn oorspronkelijk belang. Op de begane grond bevindt zich nu een tentoonstelling van historisch brandweermateriaal.
Al hoewel camperplaats gelegen is naast de drukke B25 is de nacht heel rustig.
We blijven nog even in de deelstaat Baden-Württemberg en onze volgende stopplaats isSchwäbisch Hall. Een voormalige keizerstad stad gelegen in het dal van de rivier de Kocher. Jaren geleden ook al eens bezocht. Het staat bekend om zijn rijke geschiedenis, schilderachtige architectuur en culturele evenementen.
De gratis motorhomeplaats is nu iets verder van het centrum gelegen tegenover vroeger maar toch een tamelijk gezellige plaats in de buurt van een supermarkt (Rewe) aan de Spitalmühlenstraße.
Een pad langsheen de Kocher, aan de achterkant van de staanplaats, brengt ons naar het historisch centrum met vakwerkhuizen, smalle straatjes en de indrukwekkende Sint-Michaëlskerk.
De oude stad vormt samen met de gedeeltelijk bewaard gebleven stadsmuren, de talrijke torens, overdekte houten bruggen, de talrijke trappen en "Stäffele" (treden) en de vrijwel onveranderde middeleeuwse steegjes een indrukwekkend stadsbeeld. Het marktplein, omgeven door prachtige vakwerkhuizen, renaissance- en barokgebouwen, is een architectonisch pareltje. Het historische marktplein, met zijn vele verschillende bouwstijlen, is het een pareltje in het hart van de stad.
Tot een grote stadsbrand in 1728 stond het stadhuis, dat vermoedelijk in de late middeleeuwen is gebouwd, aan de havenmarkt. De gekozen locatie voor het nieuwe gebouw werd het marktplein. Het nieuwe stadhuis, versierd met fresco's, wordt beschouwd als een van de mooiste barokke stadhuizen van Duitsland. In 1945 brandde het gebouw af nadat het was getroffen door brandbommen. Het herbouwde stadhuis werd in 1955 heropend. De in goud gedompelde stralende schijf vormt de top van de toren met zijn vier wijzerplaten en zijn smeedijzeren kroon.
Een document van 1156, over de wijding van Sint-Michaëlkerk, is de oudste betrouwbare vermelding van de stad Schwäbisch Hall. Het oorspronkelijke kerkgebouw werd rond deze tijd gebouwd, waarvan de romaanse toren bewaard is gebleven. In de volgende jaren gebeurden diverse verbouwingen. De 70 meter brede trap met 53 treden doet nu jaarlijks dienst voor openlucht-toneelvoorstellingen.
Het was ooit een vrije rijksstad en speelde een belangrijke rol in de zoutproductie, wat nog steeds terug te zien is in de stad. Waarschijnlijk dankt de middeleeuwse stad zijn bestaan aan de zoutbron.
Een Keltische zoutziederij dateert uit de 5e tot 1e eeuw voor Christus. Het koken van zout was zwaar werk. Tot in de 19e eeuw vormde de zoutwinning de economische basis van de stad, niet alleen voor de zoutzieders zelf, maar ook voor talloze ambachtslieden, dagloners, karren en handelaren. De pekel (het zoute water) werd in ijzeren pannen verhit tot het water verdampt was en het zout overbleef. Tot in de 19e eeuw vormde de zoutwinning de economische basis van de stad. In 1924 sloot de deelstaat Württemberg de zoutziederij om economische redenen. De gebouwen werden vervolgens grotendeels gesloopt.
Het gebruik van het zoutwater voor bad doeleinden is echter bewaard gebleven, wat in 1827 begon met de aanleg van het eerste 'zoutbad' op de Unterwöhrd. Er werd gezegd dat het zoute water een helende werking had, vooral tegen huidziekten en reumatische aandoeningen. In 1880 werd een uitgebreid nieuw gebouw van het zoutbad in historistische stijl geopend. De ontwikkeling van de stad tot kuuroord werd echter onderbroken door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Een blijvende opleving van de kuuroordactiviteiten was niet meer mogelijk. Daarom werd het zoutbad in 1967 gesloten en het jaar daarop afgebroken.Ook vandaag de dag herinnert de tweekoppige adelaar, boven aan het stadhuis, nog aan de geschiedenis van de zoutwinningsstad.
Architectuur en monumentenzorg zijn van groot belang in Schwäbisch Hall, vooral in de unieke historische binnenstad.
Het historische stadsbeeld wordt aangevuld met hoogwaardige nieuwbouwarchitectuur, zoals de Blendstatthalle, het glazen huis aan de Milchmarkt, de Kunsthalle Würth en het veelgeprezen Haller Globe Theater.
Moderne winkels in vrijwel alle branches, internationale ketens en individuele boetiekjes worden omgeven door middeleeuwse flair, kunst en cultuur, smalle steegjes, historische gebouwen en een gevarieerd aanbod aan restaurants. Even tijd maken om te winkelen kan er altijd nog bij.
Nog een laatste wandeling langsheen de Kocher brengt ons terug naar de standplaats.
De temperatuur blijft hier nog steeds boven de 30° maar de nachten zijn gelukkig iets koeler.
Tijd om ons in te dompelen in een kuuroord in de deelstaat Baden-Württemberg te midden van het prachtige Taubertal en direct aan de Romantische Strasse.
“Op elke hoek van het traditionele kuuroord Bad Mergentheim vindt u een vleugje geschiedenis. Wandel door het stadscentrum en ontdek belangrijke gebouwen, historische monumenten en charmante steegjes waar u verliefd op zult worden” lezen we in de brochure.
Een plaats voor de motorhome vinden we op de “Festplatz” aan de Erlenbachweg (€ 11,00 + sani & stroom)
Een afstand van 1,6 km met de fiets brengt ons tot aan de ingang van het Residenzschloss.
Vanaf de Hoge Middeleeuwen gaf de Duitse Orde vorm aan Mergentheim. Het middeleeuws waterslot werd omgevormd tot een representatief renaissancepaleiscomplex. In de 18e eeuw werden barokke uitbreidingen en het kasteelpark toegevoegd. In de loop der eeuwen werden in de omgeving van het kasteel steeds weer tuinen aangelegd. Begin van de 19e eeuw werd een tuin in Engelse stijl aangelegd met een indrukwekkende laan met platanen.
We wandelen even door het indrukwekkende poortgebouw en komen vervolgens in het prachtige paleispark met zijn kunstmatig aangelegde waterwegen, bruggen en tuinhuisjes.
De twee torens van de slotkerk, bepalen al eeuwenlang het stadsbeeld van Bad Mergentheim. In 1730 werd besloten de oude kerk te vervangen door een eigentijds nieuw gebouw. De kerk werd gewijd aan de drie beschermheiligen van de orde: de Moeder Gods, Sint Elisabeth en Sint Joris en fungeerde als representatief gebouw voor bezoekers van het hof van de Duitse Orde.
Het stadscentrum combineert de charme van een historische binnenstad met een breed scala aan winkelmogelijkheden.
In 1564 werd het Oude Stadhuis in renaissancestijl gebouwd. Het middelpunt van het gebouw met zijn opvallende trapgevel is de prachtige raadzaal. In 1838 kocht de stad het stadhuis. Het gebouw heeft zijn bijzondere architectonische charme behouden gedurende zijn bijna 450-jarige geschiedenis. Tot 2007 fungeerde het als gemeentehuis. Tegenwoordig is hier het VVV-kantoor gevestigd.
De Milchlingfontein op het marktplein geldt als een symbool van de stad en werd in 1926 op deze plek gebouwd ter gelegenheid van de 100e verjaardag van de ontdekking van de geneeskrachtige bronnen en de erkenning van de stad als kuuroord. Het veronderstelde Milchlingsfiguurtje lijkt een voorstelling te zijn van Roland, die regelmatig wordt afgebeeld als ridder met een zwaard.
De tweelinghuizen van 1780 in de vroeg-klassieke stijl weerspiegelen de hoge normen op het gebied van ontwerp en stedenbouw die destijds in de stad golden.
Nog even langs de levendige voetgangerszone met aantrekkelijke winkels en gezellige cafés. Shopping mag zeker niet ontbreken.
De parking is intussen al goed vol gelopen. De nacht is rustig en warm.
Vooraleer we hier weer vertrekken is een bezoek aan het kuurpark nog aan de orde. Het is een van de mooiste parken in Duitsland en biedt een oase van rust en ontspanning. Met een oppervlakte van meer dan 134.000 vierkante meter is het een plek waar natuur, gezondheid en cultuur samenkomen. Het biedt Kneipp-faciliteiten en een Gradierpaviljoen dat een verfrissende "zeebries" creëert met zoutwaterdamp. Het park heeft prachtig aangelegde bloembedden, een Japans tuinontwerp en een geurige rozentuin.
Onze uitvalbasis bevindt zich in Erbach. Een stadje die we vroeger al eens bezochten.
Op het voor campers gereserveerde deel van een parkeerterrein aan de Wiessenstrasse (gratis en vrijwillige donatie voor stroom) placeren we ons tot morgen.
Tijdens een wandeling langs de Mümling en in de oude binnenstad zien we dat het zijn historische charme heeft behouden.
Het indrukwekkende kasteel “Schloss Erbach “ is het middelpunt van de stad en was ooit de residentie van de graven van Erbach. Het herbergt nu een museum met een uitgebreide collectie kunst en antiek. Oorspronkelijk een middeleeuws kasteel met gracht, werd het door de eeuwen heen getransformeerd tot een elegante gebouw. Het staat bekend om zijn rijke geschiedenis en culturele schatten. De architectuur weerspiegelt de evolutie van een middeleeuws fort naar een barokke residentie, met een prachtig bewaard gebleven interieur en een grote ridderzaal.
Het oudste deel van het kasteel is de indrukwekkende donjon. Het maakt deel uit van een waterburcht die in de 12e eeuw werd gebouwd op een eiland in de Mümling. Net als de rest van het kasteel is de toren gefundeerd op eikenhouten palen en bestaat uit gebogen blokken, waarvan sommige meerdere tonnen wegen.
Tot het ensemble behoort ook de laat-barokke oranjerie met de paleistuin, de zogenaamde lusttuin, die zorgvuldig wordt onderhouden.
De geschiedenis van de stad is nauw verbonden met het gravenhuis van Erbach. De belangrijkste vertegenwoordiger van de familie is graaf Frans I van Erbach, die het ivoorsnijwerk in het Odenwald introduceerde. De stad wordt vaak de "Elfenbeinstadt" genoemd vanwege zijn lange traditie van ivoorsnijkunst. Het Duitse Ivoormuseum met de Erbacher Roos getuigt nog altijd van de indrukwekkende kunstwerken die ivoorsnijders hier nog steeds creëren.
Graaf Frans I van Erbach-Erbach verzamelde, tijdens zijn vele reizen, antieke voorwerpen, wapens en geweien in het kasteel. Een standbeeld van hem in een Romeinse toga siert nog steeds het marktplein, ook al is het in de zomer van 2005 van zijn voetstuk gevallen en gebroken.
In de middeleeuwen vestigden kasteelwachters van de lagere adel zich ten noorden van kasteel Erbach, in een bocht van de Mümling. In het "Städtel" bevinden zich naast de protestantse stadskerk talrijke oudere vakwerkhuizen.
Water speelt een grote rol in Erbach. Niet alleen omdat de Mümling, de centrale rivier van het Odenwald, door het stadscentrum stroomt. Het gaf de stad ook haar naam. Dit komt omdat het afkomstig is van het kleine beekje de “Erdbach” die in de Mümling uitmondt.
En zo is deze dag weer ten einde.
Michelstadt
Een stadje, waar we op één van onze vorige trips niet op de staanplaats konden door een evenement, is vandaag aan de beurt. Vandaag gaan we over de 30° en de parking ligt in volle zon.
We instaleren ons op de mixparking “Festplatz” aan de Wiesenstrasse (parking en sani gratis, stroom betalend)
Michelstadt is een charmant stadje in de deelstaat Hessen en gelegen in het hart van het Odenwald. Het staat bekend om zijn historische sfeer, schilderachtige straatjes en prachtige vakwerkhuizen.
Het kleine stadje is een sprookjesachtig decor met goed bewaarde vakwerkhuizen en geplaveide straten. Het combineert geschiedenis, cultuur en natuur die zowel rustgevend als inspirerend is. Elk hoekje is een bezienswaardigheid. Een plek waar het verleden tot leven komt.
Het historische stadhuis van Michelstadt is een van de meest iconische vakwerkgebouwen in Duitsland en het symbool van de stad. Gebouwd in 1484 met een open begane grond, ondersteund door massieve eikenhouten pilaren en een indrukwekkende bovenverdieping. Het heeft door de eeuwen heen verschillende functies gehad, waaronder als vergaderzaal, feestzaal en zelfs als school.
De Diebsturm (Dieventoren), gebouwd rond 950 na Christus, is nu ruim 1000 jaar oud. Sinds ongeveer 1312 deed het dienst als gevangenis. Vandaar de naam. Deze was aan de onderkant volledig gesloten, zodat de gevangenen uit de wachtkamer op de eerste verdieping met een touw door het luik naar beneden moesten worden gelaten in de kerker.
De Kellerei (Wijnmakerij) : De naam Kellerei zou vandaag de dag het gemakkelijkst vertaald kunnen worden als “belastingkantoor”, omdat de royalty’s die in natura aan de graven werden betaald, in de kelder werden opgeslagen. Het gebouw dateert uit de Hoge Middeleeuwen. Na renovatie en de wederopbouw na een verwoesting in 1307 werd het sinds 1532 een wijnmakerij genoemd en diende het als residentie van de graven van Erbach en later ook als administratief hoofdkwartier. In 1970 werd het eigendom van de stad en zijn er uitgebreide renovatiewerkzaamheden uitgevoerd. De belangrijkste maatregel was de oprichting van het stadsmuseum. Het museum toont de geschiedenis van dit stadje, dat terecht als een middeleeuwse stad van nationaal belang werd beschouwd alsook een beeld van hoe het leven van die burgers er honderden jaren geleden uitzag.
Na een verfrissend drankje op het marktplein begeven we ons terug naar de parking.
Door de warme temperatuur en de open vlakte zijn we genoodzaakt om ons rijdend huisje te verplaatsen naar het naburige stadje.
27-08-2024
Worms
Een plaats die we al dikwijls kruisten, zonder te stoppen is Worms, een historische stad in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, gelegen aan de Rijn. Het is een van de oudste steden van Duitsland en heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd.
Dus zoeken we de camperplaats op om deze te ontdekken. Bij aankomst op de camperplaats, gelegen op de Kastanienallee (€ 6,00 +stroom + sani) ontdekken we dat het deze week het traditionele Backfischfest is. Een enorme kermis staat opgesteld tegenover de omheinde parking. Het is nog redelijk kalm hier aan de overkant.
Het is mooi weer en we maken een wandeling langsheen de Rijn aan de achterkant van onze staanplaats. Een mooi aangelegd park met dito aangelegde promenade brengt ons tot bij de onderkant van de Nibelungenbrücke.
Worms heeft een aantal interessante bruggen, waarvan de Nibelungenbrücke de bekendste is. De brug overspant de Rijn en verbindt Worms met de Hessische stad Lampertheim. Een opvallend kenmerk is de Nibelungenturm, een toren die deel uitmaakt van de brug en een iconisch symbool van Worms is.
Worms, de Nibelungenstad, speelt een belangrijke rol in het middeleeuwse epos "Nibelungenlied," en de stad heeft verschillende bezienswaardigheden die aan dit verhaal zijn gewijd, zoals het Nibelungenmuseum.
De Nibelungen zijn een centraal thema in deze middeleeuwse Duitse epos. Het is één van de belangrijkste literaire werken uit de Duitse cultuur. Het verhaal, dat zijn oorsprong vindt in de vroege middeleeuwen, combineert elementen van mythologie, heldendaden, liefde en tragedie. Het vertelt het verhaal van de held Siegfried, die de schat van de Nibelungen (een magische goudschat) verovert en later tragisch wordt verraden en gedood. Dit epos heeft een blijvende impact gehad op de Europese literatuur, kunst en muziek. Geïnspireerd door deze verhalen componeerde Richard Wagner zijn beroemde operacyclus "Der Ring des Nibelungen".
In de stad ontdekken we de Dom, een indrukwekkende romaanse kathedraal, gewijd aan Sint-Pieter en is één van de drie keizerlijke kathedralen in de regio en een architectonisch meesterwerk. Gebouwd tussen de 12e en 13e eeuw, heeft ze een imposante uitstraling met zijn zware torens, ronde bogen en indrukwekkende westwerk. Het is niet alleen een religieus gebouw, maar ook een symbool van de rijke geschiedenis en cultuur van de stad.
Worms was tevens een belangrijk centrum van het Joodse leven in de middeleeuwen. De synagoge en de Joodse begraafplaats "Heiliger Sand" zijn belangrijke historische plekken.
Na een gezellig bezoek aan de stad nemen we ook nog een kijkje op het plein met de kermis. Door de verschillende gebeurtenissen in Duitsland hanteren ze een strenge bewaking aan de ingang en verscheidenen politieagenten houden de boel in het oog op het parcour. Het geeft wel een veilig gevoel maar het is toch raar om er rond te lopen. Na een lekker frietje aan een kraampje sluiten we onze dag af met nog wat TV.
Een rustige nacht volgt want na 11u is er wel nog wat activiteit maar de muziek is gestopt.
Na een afstand van 180 km komen we aan in Bad Kreuznach, een charmante stad in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts en gelegen in het schilderachtige Nahe-dal. Het staat bekend om zijn kuuroorden en wellness dankzij de geneeskrachtige zoutwaterbronnen. De omliggende wijngaarden maken deel uit van de wijnregio Nahe en staan bekend om zijn uitstekende Rieslings. Het historische kasteel Kauzenburg kijkt uit over de stad en geeft een inzicht van het middeleeuwse verleden van de regio.
De officiële camperplaats is aan de Saline Karlshalle 11 - € 24,50 incl. stroom + sani–30 pl.
Het Salinental in Bad Kreuznach is een uniek gebied dat bekend staat als het grootste openlucht-inhalatorium van Europa. Het is een prachtige plek met het grootste bewaard gebleven Gradierwerk waar je kunt genieten van de heilzame effecten van de zoute lucht, vergelijkbaar met een frisse zeebries.
Dit wordt mogelijk gemaakt door de indrukwekkende gradierwerken, vanwege hun grootte en historische betekenis. De houten constructies, waarover zout water stroomt en verdampt, bieden niet alleen gezondheidsvoordelen, maar zijn ook een prachtige plek om te ontspannen en te genieten van de natuur. Naast de gezondheidsvoordelen biedt het gebied ook een serene omgeving voor wandelingen en ontspanning. Het is een perfecte combinatie van natuur, cultuur en welzijn.
Gradierwerken zijn fascinerende constructies die oorspronkelijk werden gebruikt om zout te winnen, maar tegenwoordig vooral dienen voor gezondheidsdoeleinden.
Hoe ze werken:
Waterstroom: Zout water, afkomstig uit diepe bronnen, wordt naar de top van de gradierwerken gepompt.
Verdamping: Het water sijpelt langzaam door een dikke laag van sleedoorn- of meidoorntakken die in de constructie zijn geplaatst.
Mineralisatie van de lucht: Terwijl het water door de takken stroomt, verdampt een deel ervan. Dit proces verrijkt de omringende lucht met zout en mineralen.
Gezondheidsvoordelen: De zoute lucht die hierdoor ontstaat, heeft een positief effect op de luchtwegen en wordt vaak aanbevolen voor mensen met ademhalingsproblemen.
Het stadscentrum biedt een mix van historische en natuurlijke bezienswaardigheden.
We gaan met de fiets want de afstand tot het centrum is ongeveer 2,3 km. We volgen het mooie aangelegde wandel- en fietspad langsheen de rivier de Nahe. Tussenin zijn er mooie stopplaatsen zoals de Roseninsel, het Oranienpark, het kuurpark en de Pauluskirche.
Dan komen we toe aan de blikvanger van Bad Kreuznach, de Brückenhäuser of "Brughuizen". De stenen brug, gebouwd rond 1300, is een fascinerend architectonisch monument met historische huizen die direct op de pijlers van de Alte Nahebrücke gebouwd zijn. De huizen zelf dateren uit de late 15e en vroege 16e eeuw. Ze staan bekend om hun vakwerkontwerp en unieke charme. De brug verbond en verbindt nog steeds de wijken Oude Stad en Nieuwe Stad
Toen de middeleeuwse graven van Sponheim hun nieuwe stad stichtten, bouwden ze rond 1300 een stenen brug over de Nahe in vervanging van een eerdere houten constructie. Er was slechts één stadspoort en de brug, met haar pijlers maakte deel uit van de stadsmuur en diende als verdedigingswerk. De pilaren waren hol en dienden als kruitkamers.
Vanaf ongeveer 1500 bouwden de Kreuznachers – ondanks herhaaldelijke verboden van de autoriteiten – brugwachtershuisjes op deze pijlers en gebruikten de pijlers als kelders. Slechts twee brugwachtershuisjes hebben deze bouwstijl behouden en de overige zijn herbouwd volgens de hedendaagse smaak. De twee gebouwen, met hun dakranden en puntgevels naar elkaar toe gericht, vormen het eigenlijke herkenningspunt en het lijkt bijna alsof de één zich naar de ander omdraait, alsof ze met elkaar praten. Eén van de twee huizen heeft een kanonskogel die – volgens een lokale legende – tijdens de verovering van de stad door de Zweden in 1632 in de gevel terechtkwam.
Links van de brug kom je aan de Ellerbach en wat ze ginder noemen, het Klein Venedig. Een pittoresk deel van de stad dat bekend staat om zijn historische huizen die langs de oevers van de rivier staan en waarvan er veel direct op de oude stadsmuren zijn gebouwd. Het gebied kreeg zijn bijnaam vanwege de gelijkenis met Venetië, met zijn schilderachtige bruggen en uitzichten op het water. In de middeleeuwen diende de Ellerbach als een belangrijke waterweg en als afvoer voor ambachten zoals leerlooien. Tegenwoordig is het een geliefde plek voor bezoekers, met gerestaureerde vakwerkhuizen en een schilderachtige sfeer.
Het Schlosspark is een prachtig park aan de voet van de Kauzenberg. Het is het grootste park in de stad en staat bekend om zijn verzameling zeldzame en exotische bomen, waarvan sommige meer dan 100 jaar oud zijn. Het park was oorspronkelijk een middeleeuws landgoed dat in de 19e eeuw werd omgevormd tot een romantisch landschapspark. Het beschikt over een klein kasteel, een charmante vijver en een verscheidenheid aan boomsoorten zoals de Japanse pagodeboom, moerascipres en ginkgo, een perfecte plek voor een ontspannen wandeling.
De Kauzenburg is een historische ruïne van een hoogteburcht, gebouwd in 1230 door de graven van Sponheim. De burcht groeide uit tot een imposante vesting met een kasteel. Rondom het kasteel ontwikkelde zich het stadje Bad Kreuznach met zijn ringmuren. Helaas werd ze,op de overgebleven kelder na, in 1689 door Franse troepenverwoest en in brand gestoken. In de 19e eeuw kreeg debewaard gebleven, gewelfde kelder, een modern facelift en is tegenwoordig een populaire locatie voor evenementen met een prachtig uitzicht over de stad.
De andere zijde van de brug is de binnenstad met een mix van grote winkelketens en boetieks. De Mannheimer Straße is de belangrijkste winkelstraat, met bijna 2 kilometer aan winkels, variërend van mode en schoenen tot elektronica en huishoudelijke artikelen. Daarnaast is er de Kornmarkt, waar op dinsdag en vrijdag een traditionele weekmarkt plaatsvindt. Hier vind je verse regionale producten zoals groenten, fruit, vlees, en zelfs ambachtelijke specialiteiten.
Eigenlijk hebben we te veel tijd verspilt in de winkelstraat zodat we alle leuke plaatsen niet konden bezichtigen. Dus een reden om hier terug te komen tijdens een volgende trip.
Vertrek voor een rondje door Duitsland voor ongeveer 4 à 5 weken en onze eerste stopplaats is, na 180 km, in Sankt Vith. Een stadje in het duits gedeelte van België.
De gratis camperplaats “An den Weyern” met service is gelegen op de mix parking aan de Rodter Straße. Een plaats die we regelmatig aandoen als we zuidwaarts vertrekken.
Het is niet duidelijk wanneer en waarom Sankt Vith werd gesticht maar de naam van de stad werd vernoemt naar een christelijke heilige, Sint-Vitus. Er is een vermoeden dat relikwieën van de heilige Vitus, die in de middeleeuwen zeer vereerd werd, in Sankt Vith terecht gekomen zijn en zo de plek haar naam (ad sanctum vitum) heeft gegeven. In oorkonden van de 12de eeuw worden zowel de Vituskerk alsook de douane controleposten en de markt vermeld.
Onder de heerschappij van de Valkensburgers, die sinds 1270 het in bezit hadden, werd de betekenis van Sankt Vith als handelsstad verstevigd en vond de bouw van een burcht en stadsmuren met versterkte torens, in 1350 plaats. In 1350 kreeg Sankt Vith stadsrechten. Tot 1795 behoorde het tot het Hertogdom Luxemburg, tussen 1795-1814 werd het bij het Franse departement Ourthe ingedeeld en kwam het in 1814 onder de Pruisen dat uiteindelijk opging in Duitsland. In 1920 werd het pas een onderdeel van België.
Door de aanleg van een spoorwegverbinding werd Sankt Vith een belangrijk spoorwegknooppunt met onderhoudswerkplaats en tevens een economisch centrum.
In mei 1940 werden de Oostkantons, en daarmee ook Sankt Vith, door het Duitse Rijk in bezit genomen. Vele dienstplichtigen moesten hun dienst met tegenzin bij de Duitse strijdkrachten (Wehrmacht) verrichten, wat hun na het einde van de oorlog tot verraders van de Belgische staat maakte.
Het station en de Sint Vituskerk werden in 1944 gebombardeerd. Op 13 september werd het, door Amerikaanse troepen, bevrijd.
Op 16 december begon echter het Ardennenoffensief waardoor de nazi’s de stad weer innamen en tijdens de daaropvolgende kerstdagen werd ze door bombardementen voor 90% verwoest. Niettegenstaande deze tragische gebeurtenis bouwden de burgers van Sankt Vith hun stad op dezelfde plaats weer op. Het duurde tot in de jaren '60 van de 20e eeuw voordat de wederopbouw voltooid was.
Sankt Vith ontwikkelde zich weer tot een bedrijfscentrum. Vee-, markt- en jaarmarkten, handels- en landbouwtentoonstellingen evenals nieuw geopende winkels en bedrijven getuigden van een economische opbloei. Het station, dat wegens de verwoeste infrastructuur en de verminderde vraag, niet meer concurrerend was werd afgebroken. In het stationsgebouw, dat de oorlog overleefde, bevindt zich vandaag het Streekmuseum (Heimatmuseum) beheerd door de geschiedkundige vereniging "Zwischen Venn und Schneifel".
Een laat avond wandeling door de stad brengt ons naar de Büchelturm, een historisch bouwwerk dat dateert uit de 14e eeuw en het enige overblijfsel van de stadsmuur die in 1350werd gebouwd. De toren stond oorspronkelijk op een heuvel (vandaar de naam "Büchel", wat heuvel betekent in het Duits) en maakte deel uit van een verdedigingssysteem met zeven torens. In 1689 werd de stadsmuur grotendeels gesloopt, maar de Bücheltoren bleef behouden.
De parochiekerk Sint-Vitus is gewijd aan de heilige Vitus, de patroonheilige van de stad. De torenspits is geïnspireerd door de torens van de Kathedraal van Luxemburg. Binnen vind je een fascinerende mix van middeleeuwse en barokke objecten, zoals een doopvont, een grafsteen en een beeld van Sint-Vitus, die afkomstig zijn uit de verwoeste kerk. Het huidige gebouw werd voltooid in 1959, na de luchtaanval in de Tweede Wereldoorlog.
Voor diegene die meer willen te weten komen biedt een historische rondleiding een unieke kans om de stad te ontdekken zoals die was vóór de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de wandeling kom je langs 14 geïllustreerde borden die de stad van vroeger in beeld brengen. Deze borden zijn strategisch geplaatst, zodat ze overeenkomen met de huidige locatie van de toeschouwer.
Met nog enkele andere camperaars gaan we een rustige nacht in.
Dus we zijn klaar om aan onze uittocht uit België te beginnen. We proberen steeds onder de 200 km afstand te rijden zodat we kunnen genieten van onze trip.