Inhoud blog
  • Valentijnsmenu 2017
  • Maandbladen 2017
  • Overleden collega's
  • Maandbladen 2016
  • Samenkomsten
  • Stokkem naar Maaseik
  • Vucht - Stokkem
  • Valentijnsmenu 2016
  • Maasmechelen - Uikhoven
  • ALLO-ALLO clubblad
    Categorieën
  • Foto (3)
  • Ledenblad (4)
  • Maandbladen 2014 (1)
  • Maandbladen 2015 (1)
  • Maandbladen 2016 (1)
  • Maandbladen 2017 (1)
  • Opstap (13)
  • Overleden (1)
  • Samenkomsten (2)
  • Links
  • ALLO - ALLO 2012
  • ALLO - ALLO 2013
  • ALLO - ALLO 2014
  • ALLO - ALLO 2015
  • Aanverwante bolgs
  • Blog Belgacom Club Gent: Kaarten
  • Blog Belgacom Club Gent Bowling
  • Belgacom Club vriendenkring Gent

    20-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blankenberge Scute

    Uitstap naar Blankenberge 19 juni 2015

    Deel 2 namiddag

    De Scute en het maritiemerfgoed van Blankenberge.

    De vzw "De Scute" is opgericht in 1992. De eerste opgave van de vzw De Scute was om een replica te bouwen van de legendarische Blankenbergse schuit en in tweede instantie het maritieme erfgoed te koesteren en ons te herinneren aan het rijke vissersverleden van Blankenberge.

    De Blankenberse schuit of scute.

    De Blankenbergse vissers verdienen hun brood op schuiten of in het kustdialect Scutten (boten met een platte bodem) die ze huren waardoor het grootste deel van de opbrengst de reders toekomt. Bovendien zijn de vissers verplicht al het nodige materiaal (touwen, garen, zeilen, teer, enz.) bij de reders aan te kopen. De leefomstandigheden waren dan ook voor de visserbevolking armtierig.

    De visserswijk van Blankenberge.

    Oud vissershuisje met aangepaste woonkomer.

    Blankenberge beschikte niet over een schuilhaven en de platbodemschuiten lagen dus gewoon onbeschermd op het strand. Als er wat branding stond, kwamen deze schuiten bonkend aan op het strand. Daarom waren deze schuiten bijzonder stevig gebouwd. Ze waren ruim 11 meter lang, een kleine 5 meter breed en ze hadden een diepte van 3 meter. De platte bodem stak maar een halve meter onder de waterspiegel. De schuit had geen kielbalk maar wel een stevige eiken kielplank. Dwars op die kielplank stonden zware eiken spanten waarop de brede olmenhouten planken van de buitenhuid vastgespijkerd werden. De vrij ronde voorsteven bepaalde sterk het beeld van de Blankenbergse schuit.

    Lang ijverden de maritieme kringen om een schuilhaven te bekomen. Dit werd nog belangrijker toen grotere vaartuigen te zich opdrong.

    In 1861 wordt eindelijk de aanleg van de Blankenbergse schuilhaven goedgekeurd. De werken starten in 1863 en zijn pas in 1871 klaar. Maar door de slechte orientatie van de haven, overheersende westenwinden, is het gemakkelijk om binnen te varen maar zeer moeilijk om buiten te varen.

    Een eeuw nadat de laatste Blankenbergse schuit uit de vaart werd gehaald, bouwde een groep enthousiaste mensen van uit uiteenlopende kringen een replica van een Blankenbergse schuit:

    de B1 Sint-Pieter.

    De Blankenbergse schuit had twee strijkbare masten: een grote mast van zo’n 13 meter en een kleine mast of fokkenmast van 6 à 7 meter. Op de spitse top van de grote mast stond een ijzeren spil, waarrond de windvaan met rode wimpel waaide.

    De nagenoeg vierkante zeilen waren aan een ra opgehangen. Doordat deze ra’s op een derde van hun lengte vastgebonden waren aan de mast, hingen ze wat schuin. De natte katoenen zeilen en vooral de ra’s waren vrij zwaar en werden daarom met katrollen opgetakeld.

    Omdat de Blankenbergse schuit geen kiel had, dreef het schip bij het zeilen sterk af. Om dat driften tegen te gaan, had het schip over beide zijboorden een zwaard hangen. Het zwaard aan de lijzijde werd telkens  neergelaten. De vissers maakten het zwaard met touwen aan drie bolders op de scheepsboord vast. Als de schuit van koers veranderde en de wind van de andere kant kreeg, moest de bemanning tegelijk de zeilen strijken en aan de andere kant weer optrekken én het zwaard optrekken en dat van de andere kant neerlaten. Neen, gemakkelijk zeilen was het niet met zo’n Blankenbergse schuit.

    De Blankenbergse schuit was voor een groot deel een open schip zonder dek. Wel was aan de voorkant een overdekte roef getimmerd als verblijf voor de bemanning. Er stond een kacheltje met kolenbak om zich te warmen, koffie te zetten en vis te bakken. Tegen de achtersteven was een verhoog getimmerd van waarop de stuurman zijn roer kon bedienen. Het roer was een zogenaamd vissend roer, dat gedeeltelijk onder de bodem uitsteekt, maar opgehaald kon worden in ondiep water. De bemanning van een schuit bestond meestal uit 5 man: de stuurman, drie maats en de laver.

    Op 10 september van 1999 werd de B1 Sint-Pieter onder massale belangstelling te watergelaten. Momenteel staat de Sint-Pieter voor restauratie op het droge in de Scuteloods.

    De garnaalboot B72 Jacqueline-Denise

    Deze prachtig gerestaureerde garnaalboot, de B72 (oorspronkelijk 072) is een houten tweemaster, gebouwd op de Oostendse werf Borrey. De kiellegging had plaats vlak voor de Tweede Wereldoorlog, en in 1942 werd het schip in de vaart genomen. Het vaartuig was eigendom van reder Charles Lenaers en behoorde tot 1951 tot de Oostendse vissersvloot. Daarna werd het verkocht aan dhr. Klaas uit Terneuzen en maakte het schip als plezierboot heel wat omzwervingen in Zeeuws-Vlaanderen.

    De B72 Jacqueline-Denise ligt in de oude vissershaven op de hoek van de Franchommelaan en de Havenstraat. halte 57 "Park" voor de ligplaats (B72 Jacqueline-Denise).

    De Watson een reddingsboot.

    De Belgische reddingsdienst werd in 1840 opgericht. met oprichten van reddingsstations door de Belgische staat in Oostende, Nieuwpoort, Blankenberge en Heist of Knokke.

    Aanvankelijk waren de reddingsboten geroeid en/of gezeild en werden ze vanop het strand te water gelaten. In 1926 werden de eerste door een motor aangedreven reddingsboten ingelegd: de Minister Anseele (Oostende) en de Minister Baels (Zeebrugge). Het waren twee reddingsboten van het Watson-type die toen reeds een reputatie hadden vanwege hun zeewaardigheid, zelfoprichtend vermogen en onzinkbaarheid door de luchtdichte compartimenten.

    De Watson 1

    Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog reorganiseerde de Belgische overheid de reddingsdiensten en bestelde zij drie exemplaren van een verbeterd Watson-type. De bestelling werd in 1946 in Engeland geplaatst bij de werf Samuel White op het eiland Wight. De drie schepen werden vanaf 1948 geleverd.

    De reddingsboot Watson 3 (nu in het Nationaal Visserijmuseum van Oostduinkerke NAVIGO) werd in Oostende gestationeerd. De Watson 2 in Nieuwpoort (nu in botencollectie van het Nationaal Scheepvaartmuseum (het huidige Museum aan de Stroom) en de Watson 1 in Zeebrugge ingezet. De Watson 3 Oostende werd als eerste uit de vaart genomen. De Watson 1 Zeebrugge werd eind 1985-begin 1986 uit de vaart genomen nadat de boot beschadigd geraakte bij het neerkomen van één van de 3,5 ton zware davits op de boot. De Watson 1 Zeebrugge kwam na enige omzwervingen terecht in de collectie van het Jan Lels museum in Hoek van Holland.

    Nu heeft de vzw De Scute de zwaart beschadigde Watson 1 in haar collectie. Een iets wat vergiftigd geschenk gezien de zeer zware restauratiekosten. Subsidies zijn aangevraagd en het is voorlopig wachten op verdere actie.

    De Scuteloods en de werf.

    De Scuteloods vindt u aan het Bevrijdingsplein 15 (de westelijke toegang tot de havengeul) aan de jachthaven van Blankenberge. Wie met de trein komt, neemt aan het station best de tram naar halte 56 "Harendijke" voor de loods en de werf, 

    De vereniging heeft ervaring met het bouwen en herstellen van houten boten en schepen en beschikt sinds 2008 over een eigen museum: het Maritiem Scutemuseum, met voorwerpen, tekeningen, foto’s en dvd’s over de Blankenbergse visserij, en een schaalmodel van de legendarische Blankenbergse schuit. Het museum gaat over de Blankenbergse visserij uit vorige eeuwen en het herbouwen van de Blankenbergse schuit. Verder bevat het museum ook de collectie Bayot (van Cyriaque Bayot, een industrieel uit Ecaussines met veel belangstelling voor erfgoed uit de scheepvaart, delen van zijn collectie verkocht hij o.a. aan Blankenberge)

    De vzw De Scute beschikt over een bescheiden museum .

    Mooie knoppen en vlechtwerk.

    De werf en de loods.


    Bootjes in opbouw.



    De garnaalboot B72 Jacqueline-Denise in de haven van Blankenberge.

    Het afscheidsmoment aan de B1 Sint Pieters na een prachtige namiddag.


    Met dank aan de mensen van de VZW De Scute


    Categorie:Opstap
    19-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blankenberge Belle Epque

    Uitstap naar Blankenberge

    en het Belle Epoquecentrum.

    19 juni 2015

    Deel 1 voormiddag

    De periode tussen 1870 tot 1914 wordt omschreven als de

    'mooie eeuw 'of de ‘belle époque'.

    In de Belle Epoque periode ontwikkelde Blankenberge zich van een eenvoudig vissersdorp tot een mondaine badplaats en werd na Oostende, the place to be voor de beau monde.

    De Blankenbergse belle epoquewoningen zijn vaak vrij goed bewaard gebleven en het is de enige Belgische badplaats waar men nog zoveel tegeltableaus in de gevels aantreft.

    Het waren de plaatselijke architecten, geen Horta of Van de Velde, die eigen creaties bedachten om de bouwheren te plezieren en Blankenberge een florissant uitzicht te geven.

    Fleurig en elegant maar ook ietwat naïef en een wonder van diversiteit en techniek. Meer dan 1 eeuw later bekoort het wandtegelerfgoed nog altijd de menig bezoeker van deze badstad.

    Met de industriële revolutie ontstond voornamelijk bij de burgerij een groeiende welstand. Deze wilde maar al te graag met haar welstand pronken maar er ook van genieten. Ze ontvluchtten de ongezonde en deprimerende industriële stadskernen en zochten te Blankenberge verpozing .

    Het spoorwegennetten was toen het ideale middel om zicht snel en comfortabel ter verplaatsen. De aanlokkelijkheid van de zee en amusement in de badplaatsen maakten algauw furore.

    Van de badcultuur kwam de bad architectuur. Luxueuze hotels en mooie villa’s werden een tendens voor de welgestelden. Voor de lokale bevolking, de vissers en arbeider, was dit een schril contrast met hun leefwereld.

    In het Belle Epoquetijdperk ontplooiden zicht elektriciteit en andere energiebronnen. Staalconstructie, legeringen, non-ferrometalen en chemische ontwikkelingen zorgden voor tal van nieuwigheden: luchtvaart, auto, rad

    io en film..

    Het economiesbestel vervormde van kapitaal naar consumptie met toename van productie en met daling van de prijzen en

    een verhoogde welvaart voor het merendeel van de bevolking. Bovendien schonken de kolonies het Europese bedrijfsleven goedkope grondstoffen.

    De industrialisatie trekt de plattelandsbevolking naar de stedelijke industriecentrums op zoek naar een beter leven. Met een overbevolking en een stedenexplosie als uitvloeisel. Antwoord hier op waren grote urbanisatieprojecten in de industriesteden om de mensonwaardige leefomstandigheden te verbeteren.


    De vissersbuurt te Blankenberge omstreeks 1900 een schril contrast

    met de flamboyante Belle Epoquegebouwen.

    Tegen de bedrieglijkheid van de burgerlijke maatschappij en de wantoestanden ageren arbeiders en kunstenaars en verzet zich tegen de euforische schijnwereld van mateloos materialisme. De wantoestanden verdwijnen slechts langzaam.


    De art nouveaux/jugendstil is de stijl ontstaan rond 1875. In deze stijl zijn twee richtingen te onderscheiden.

    1. Er is een florale organische stijl die de naam art nouveaux meekrijgt en die vooral in de Romaanse landen voorkomt.
    2. En er is de jugendstil, een eenvoudige lineaire en geometrische stijl, die vooral in de Germaanse landen te vinden is.

    Het was de Waalse ingenieur Léon Malécot die poogde het toerisme te commercialiseren.
    Onder zijn impuls en leiding wordt het kursaal gebouwd en op 21 augustus 1859 opengesteld.

    Het Belle Epoque casino op de dijk van Blankenberge.

    Het casino komt op het stuk duin waar voordien het Blankenbergs fort Napoleon stond. Het stadsbestuur verwerft de duin in 1873. De realisatie loopt niet echt vlot en het bouwwerk is pas in 1886 klaar.

    Het Blankenbergs kursaal verwerft een sleutelpositie als ontmoetingsplaats en trefpunt van de ‘bonne société’. Het gebouw bestaat uit twee bouwlagen en heeft een voorgevel in Moorse stijl. Ze beschikken er over een grote feestzaal, restaurant, leeszaal, muziekzaal, biljartzaal en ‘salon de conversation’. Het accent ligt duidelijk op de vermaaksfunctie gecombineerd met een logeeraccommodatie van 120 kamers.

    In 1930 beslist men een nieuw casino te bouwen. Het wordt een volwaardig voorbeeld van modernistische architectuur.

    Een kursaal is in oorsprong een gemeenschapsgebouw voor badgasten maar ontwikkelt zich langs de Belgische kust tot een typisch vermaaksgebouw.


    In het laatste kwart van de 19de eeuw worden nog belangrijke werken uitgevoerd in functie van het toerisme waaronder in 1886 de aanleg van de tramlijn Oostende-Blankenberge en in 1894 de bouw van de gietijzeren pier.

    De gietijzeren pier in Blankenberge wordt in 1894 gemonteerd en opengesteld voor het publiek. Het achthoekig platform is bekroond met een sierlijk paviljoen in art-nouveaustijl waarbij gietijzer en glas domineren.

    In 1914 steken de Duitsers de pier in brand. Er blijft enkel een verwrongen skelet over.

    In 1931-1933 bouwt het stadsbestuur op eigen kosten een nieuwe betonnen pier bestaande uit een wandelbrug met feestpaviljoen.

    Het Belle Epoquecentrum.

    Het Belle Epoque Centrum laat ons kennis maken met de tijd die we in de 19de en 20ste eeuw kenden: de belle époque. Deze periode kent zijn gloriejaren tussen 1870 en 1914, waarin de Europese burgerij een opvallende welvaart kende.

    Het Belle Epoquecentrum

    Drie belle-époquevilla's, daterend van 1894, werden gerestaureerd en verbouwd tot een bezoekerscentrum. Wij werden er ondergedompeld in de zorgeloze en feestelijke sfeer die Blankenberge uitstraalde ten tijde van de belle époque. Een interactieve tentoonstelling met affiches, postkaarten, spelletjes, kledingsstukken, foto's en filmmateriaal  vertelt een nostalgisch verhaal. Opvallend goed bewaard zijn enkele prachtige exemplaren van de wandtegeldecoratie. Een ontdekking wat de art nouveau betekende in Blankenberge.


    Het dakterras

    Op de eerste verdieping.

    Een Bele Epoquekamer.


    Categorie:Opstap

    Komende activiteiten

    Vrijdag 30 okterber 2015 Maandelijkse samenkomst. 14:00 u. - 17:00 u. Kasteel A. Claeys Bouuaert, Mariakerk


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per week
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 11/04-17/04 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 02/12-08/12 2013
  • 26/11-02/12 2012

    Blog als favoriet !

    Archief per maand
  • 02-2017
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 12-2013
  • 12-2012

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!