Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
Eén keer in je leven, ontmoet je iemand die perfect bij je past. Daarvan is er maar eentje, daar moet je zuinig op zijn, want als je die kwijtraakt, doet het de rest van je leven pijn. Eén keer in je leven, is de liefde een laaiend vuur, als je er niet goed voor bent, dan dooft het op den duur. En als je het een keer hebt gehad, een liefde zó intens, blijft het voor de rest van je leven, je allergrootste wens.
Doe al het goede dat je kunt, met de middelen die je hebt, op de manier die je gewoon bent, op de plaats waar je staat, in de tijd die je gegeven is, voor de mensen die je kent, zolang het je mogelijk is.
Deze mooie tekst over vriendschap kwam ik per toeval ergens tegen,schrijver onbekend:
Vriendschap
Wat is vriendschap vragen we ons soms af Voor de één , een mens om tegen te praten, Voor de ander een mens om op te kunnen steunen als je het moeilijk hebt
Vriendschappen zijn snel gemaakt Maar ook net zo snel weer stuk Koester daarom een vriendschap als een bloem: Ook vriendschap heeft aandacht nodig (water) Ook vriendschap heeft liefde nodig (zon) Zonder deze dingen zal een vriendschap verdorren En uiteindelijk dood gaan
Daarom wees erg zuinig op de vriendschappen die je hebt En waak ervoor dat zoiets niet verdort Vrienden heb je nodig Al is het soms kort
Met moederdag in het vooruitzicht een mooi gedicht ter ere van alle moeders:
Moeder
Is een woord dat veel omvat, moeder zijn dat is pas wat, moeder zijn is warmte geven, samen met je gezinnetje leven, moeder is t die al haar liefde geeft, t is of ze voor ons alleen maar leeft, haar grootste zorg voor groot en klein, is dat we maar gelukkig zijn
Nog zo een mooi verhaaltje over gelukkig en tevreden zijn, en beseffen dat alles in het leven zijn bedoeling heeft: Geschreven door B. Bisshoff.
Een waterdrager vervoerde twee kruiken, welke op een stuk hout over zijn schouders hingen. Maar één van de twee had een barst. Terwijl de andere kruik al het water bijhield van de bron tot in het dorp, verloor de andere onderweg altijd de helft van haar inhoud. Dit duurde ongeveer twee jaar en de drager leverde dus tijdens zijn reizen slechts anderhalve kruik water in plaats van twee.
De perfecte kruik was fier want zij deed haar job zonder te falen. Maar de beschadigde kruik was depressief want zij wist dat zij maar de helft deed van wat er van haar verwacht werd. Op een dag zei ze aan de kruikendrager toen hij haar vulde aan de bron: Ik voel me schuldig, ik wil me verontschuldigen. Waarom? vroeg de kruikendrager haar. Ik kan maar de helft van mijn water leveren omwille van die barst, waardoor de andere helft verloren gaat.
Jij doet zoveel moeite, maar door mijn fout kan je maar de helft leveren van wat er van jou verwacht wordt. De kruikendrager raakte hierdoor ontroerd en antwoordde: Denk er niet meer aan en terwijl wij naar huis gaan, kijk dan eens naar de mooie bloemen die hier langs de weg groeien.
Onderweg ziet de kruik heel veel mooie bloemen die schitteren in de zon en dat maakt haar blij. Maar toch voelt ze zich nog steeds schuldig omdat ze alweer de helft van het water verloren is.
Dan zegt de kruikendrager aan de kruik: Heb je gezien hoeveel mooie bloemen er langs jouw kant waren en bijna geen enkele aan de andere kant? Ik heb altijd al geweten dat je water verloor maar ik kon er partij uit halen, langs jouw kant heb ik bloemen gezaaid en jij hebt ze tijdens de rit water gegeven. Zonder jou had ik nooit zulke mooie bloemen gehad!
Dit ontroerend verhaal werd ons toegestuurd door vrienden via pps, ik vind dat ook jullie er van mogen genieten:
Een boer had enkele jonge hondjes die hij nog moest verkopen.
Hij schilderde een advertentie op een bord met:
4 puppies te koop
En zette dit aan het begin van zijn erf aan de kant.
Net toen hij de laatste spijker in het bord sloeg werd hij reeds aan zijn mouw getrokken.
Hij keek naar beneden, recht in de ogen van een kleine jongen.
Meneer zei de jongen, ik wil één van uw puppies kopen!
Wel, zei de boer terwijl hij met zijn hand achter in zijn nek wreef,
deze puppies hebben hele goede ouders en kosten aardig wat geld
De jongen liet voor een moment zijn hoofd hangen.
Toen reikte hij diep in zijn broekzak en haalde een handvol kleingeld voor de dag en liet het aan de boer zien.
Ik heb 39 cent, is dat genoeg om te kijken?
Zeker zei de boer en hij floot een deuntje.
Dolly, riep hij.
Uit het hondenhok en over het erf rende Dolly naar de boer toe, gevolgd door 4 kleine bolletjes wol.
De kleine jongen drukte zijn gezicht tegen het hek; zijn ogen straalden van verrukking.
Terwijl de honden naar het hek kwamen aangerend, zag de jongen nog iets bewegen in het hondenhok.
Langzaam verscheen er nog een bolletje wol, maar dit was een zichtbaar kleiner bolletje dan de andere hondjes
Op zijn achterpootjes gleed het bolletje het hok uit en op een wat onhandige wijze begon het hondje vooruit naar het hek te hobbelen terwijl het zijn best deed om de andere hondjes bij te houden.
Ik wil die hebben!, zei het kleine jongetje, terwijl hij naar het waggelende exemplaar wees.
De boer knielde naast het jongetje neer en zei: vriendje, je wil dat hondje echt niet.
Het is nooit in staat om te rennen of te spelen zoals de andere hondjes kunnen.
Toen deed de jongen een stap naar achteren, boog naar voren en begon een broekspijp op te rollen.
Terwijl hij dit deed, werd een stalen beugel zichtbaar aan beide zijden van het beentje van de jongen;
onderaan zat die beugel vast aan de twee zijden van een speciaal gemaakt schoentje.
De boer aankijkend zei hij: weet u meneer,
ik kan zelf ook niet zo goed rennen en hij heeft iemand nodig die hem begrijpt.
De boer boog zich voorover om het kreupele hondje op te pakken
en toen hij zich weer oprichtte had hij tranen in zijn ogen.
Hij hield het diertje heel voorzichtig vast toen hij het aan de jongen gaf.
Hoeveel kost het? vroeg de kleine jongen.
Niets, het is gratis, zei de boer. Er is geen prijs voor liefde, de wereld is vol van mensen die iemand nodig hebben die hen begrijpt
Deze mooie bezinningstekst werd gisteren voorgelezen op de gebedswake van een overleden kennis:
Er was eens een boom die van een kleine jongen hield. Iedere dag ging de jongen naar de boom en raapte de bladeren bij elkaar. Daar vlocht hij dan een kroon van, zette hem op zijn hoofd en deed alsof hij koning van het hele bos was. Hij klauterde tegen de stam op en zwaaide aan de takken op en neer. De boom liet hem eten van zijn appels en ze speelden verstoppertje. Als de jongen moe was, ging hij slapen in de schaduw van de boom. En de jongen hield van de boom, heel erg veel. En de boom was gelukkig.
Maar het leven ging verder en de jongen werd groter en ging van school af. En de boom was vaak alleen.
Op een zekere dag kwam de jongen weer eens bij de boom en de boom zei: Kom jongen, kom weer eens in mijn stam klimmen en aan mijn takken zwaaien. Eet weer van mijn appels, speel in mijn schaduw en wees gelukkig. Maar de jongen zei: Ik ben te groot geworden om te klimmen en te spelen. Ik heb geld nodig, want ik hou ervan om dingen te kopen en plezier te maken. Kun je me niet wat geld geven? Het spijt me wel, zei de boom, maar geld kan ik je niet geven. Ik heb alleen maar bladeren en appels. Neem mijn appels maar en verkoop die in de stad. Dan heb je geld en zul je gelukkig zijn. En de jongen klom in de boom, plukte appels en bracht ze weg. En de boom was gelukkig.
Maar weer bleef de jongen een hele tijd weg. En de boom was bedroefd. Op een goede dag kwam de jongen weer terug. De boom fleurde helemaal op en zei: Kom mijn jongen, klim weer in mijn stam en zwaai aan mijn takken en wees gelukkig. Ik heb het veel te druk om in bomen te klimmen zei de jongen. Ïk wil een huis bouwen voor mijn vrouw en kinderen. Kunt u mij geen huis geven? Ik heb geen huis zei de boom, maar je mag wel mijn takken afzagen om een huis te kunnen bouwen. Dan zul je gelukkig zijn. En de jongen zaagde de takken af en bracht ze weg om er zijn huis mee te bouwen. En de boom was gelukkig.
En opnieuw bleef de jongen een lange tijd weg. Toen hij weer terug kwam, was de boom zo gelukkig dat hij nauwelijks kon praten. Kom jongen, fluisterde hij, kom met me spelen. Ik ben te oud en heb geen zin om te spelen zei de jongen. Ik wil een boot, waarmee ik een heel eind hiervandaan kan. Kun je mij die boot geven? Hak mijn stam maar om en maak daar een boot van zei de boom, dan kun je wegzeilen en zul je gelukkig zijn. En de jongen hakte de boom om, maakte er een boot van en zeilde weg.
En na een lange tijd kwam de jongen weer terug. Het spijt me, jongen zei de boom, maar nu heb ik niets meer om je te geven. Mijn appels zijn op. Mijn tanden zijn te slecht om te eten zei de jongen. Mijn takken ben ik kwijt zei de boom. Je kunt er niet meer aan zwaaien. Ik ben te oud om aan takken te zwaaien zei de jongen.Ik heb zelfs geen stam meer zei de boom, om tegenop te klimmen. Ik ben te moe om te klimmen zei de jongen.
Ik vind het echt jammerzuchtte de boom, ik wou dat ik je nog wat kon geven, maar ik heb niets meer over. Ik ben nog maar een oude stomp. Het spijt me werkelijk.Ik heb niet meer veel nodig zei de jongen, alleen een rustig plekje om te zitten, ik ben doodmoe. Nou zei de boom, die zo goed als het kon weer een beetje moed vatte, een oude stomp is juist genoeg om stil op uit te rusten. Kom jongen, ga zitten en rust uit. Dat deed de jongen. En de boom was gelukkig.
Deze tekst kreeg ik van een vriendin toegestuurd toen ik haar bijstond in een moeilijke periode:
Een schouderklopje, Een vriendelijk woord, en dat gegeven op een goed gekozen momentje, is wat ieder bekoort, en betekent soms meer, dan een duur presentje.