"Geschiedenis is van iedereen. We zijn er allemaal het product en soms het slachtoffer van. Even terugblikken op een episode zoals de Grote Oorlog zet aan tot bescheidenheid, voorzichtigheid en seriniteit. Een samenleving mag dit niet verwaarlozen."
Luc Vandeweyer, historicus verbonden aan het Algemeen Rijksarchief Brussel, Knack, 7 november 2007 en VIFF flash 26.2, maart-april-mei 2008.
De mensen van voorbij
De mensen van voorbij De mensen van voorbij, ze blijven met ons leven. De mensen van voorbij, ze zijn met ons verweven in liefde, in verhalen, die wij zo graag herhalen, in bloemen, geuren, in een lied, dat opklinkt uit verdriet. De mensen van voorbij, zij worden niet vergeten. De mensen van voorbij, zijn in een ander weten. Bij God mogen ze wonen; daar waar geen pijn kan komen. De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij!
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen tussen de kruizen, rij aan rij, die onze plaats aanwijzen. En aan de hemel blijven de leeuweriken vliegen en dapper kwelen, tussen 't geschut beneden nauwelijks te horen.
Wij zijn de Doden. Enkele dagen geleden nog leefden we, voelden de ochtendstond, zagen de gloed van de avondzon, beminden en werden bemind en nu liggen wij, gevelden, In Vlaanderens velden.
Zet onze strijd met de vijand verder. Met falende handen reiken wij u over de toorts. Aan u haar hoog te dragen. Doet gij dit niet, dan zullen wij in deze aarde geen rust kennen, ondanks de klaprozen In Vlaanderens velden.
In Vlaamse velden klappen rozen open Tussen witte kruisjes, rij op rij, Die onze plaats hier merken, wijl in 't zwerk De leeuweriken fluitend werken, onverhoord Verstomd door het gebulder op de grond.
Wij zijn de doden. Zo-even leefden wij. Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken. Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust.
Toe: trekt gij ons krakeel aan met de vijand. Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel. Houd hem hoog. Weest gij de helden. Laat de doden Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch Vrede - ook al klappen zoveel rozen open In zovele Vlaamse velden.
De doden met hun ogen van aarde met handen en voeten van gras zijn de stilste doden der wereld. Zij zijn gelijk halmen en aren verbaasd zonder woede gevallen. De weerloze akker van Vlaanderen ligt van hun aanwezigheid vol.
Zij roepen hun boodschap van vrede met wrede verhakkelde monden met modderspatten en wonden. De levenden moeten het weten het nooit meer moedwillig vergeten terwijl zij ademen en eten in het heilige rijk der gezonden.
door priester-dichter Anton Van Wilderode (1918-1998)
Bekijk afloop Eerste Wereldoorlog Einde WOI herdacht
Het is negentig jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog ten einde kwam. Op veel plaatsen wordt dit herdacht. Het aandeel van de Amerikaanse strijdkrachten en de afloop van de oorlog werden prachtig in beeld gebracht door de nieuwsdienst van het Amerikaanse leger. Bekijk de beelden hier. Bron: VPRO Geschiedenis
Droeve Tijden
’t Zijn droeve tijden als de oorlog woedt, Als menschen men slacht ‘lijk dieren, Als menschenbloed bij beken vloeit. Als vrede en liefde liggen geboeid Als haat En kwaad, Als nood En dood Grijnzen en vloeken en tieren.
uit "Uit het Hart"
De Oorlogsblinde
Ja kleine, ik kom, ‘k zal je niet laten schreien, Bewaar jij je tranen, zoo kostbaar als goud! Ke kunt ze gebruiken in latere jaren, Als ’t kindje is groot en je vader is oud.
Wanneer ik vertel dat ik, toen je nog klein waart, De plaats van je moeder bij ’t wiegje innam Omdat ik eens vechten ging tegen mijn broeders En blind en verminkt van het front wederkwam!
Nu blijf ik te huis en je moeder gaat werken, Verdienen het voedsel voor jou en voor mij Om ’s avonds te keeren naar twee hulpeloozen; Het lichaam vermoeid, maar de ziel ó zoo blij!
Kom schat, leg je hoofdje maar tegen mijn wangen; Je vader zal dragen zijn kindje zoo licht, Ik zal voor je zingen de slaapdronken liedjes; Dan vallen je oogjes ook spoediger dicht!
Maar als dan je slaapje is uit, lieve kleine, Dan openen d’oogjes en zoeken het licht; Maar vader zijn oogen zien altijd het duister, Die blijven bij dag en bij nacht immer dicht...
Maar als je eens groot bent, mijn hulp’looze schat, Dan zijn deze oogen twee heldere lichten Voor jou in de wereld op ’t duistere pad Om beter je werk te verrichten!
Aan een moeder Haar zoon viel op het slagveld
Je hebt me gezegd: <Mijn zoon is gevallen,- jij hebt hem niet gekend, zijn voorhoofd niet, of zijn lippen niet of zijn handen; geen van allen die nu naast mij zijn, hebben hem gekend, maar enkel waar mijn zoon is gevallen,- op het veld van eer. Als ik stappen hoorde op de straat zei ik: zo zal zijn heimkeer zijn. Dat luisteren en verwachten hoeft nu niet meer. De penningen die ik heb willen besparen om hem een jas te kopen, liggen nog in de kast, naast de oorlogprentjes uit zijn jeugdjaren. Je moest voor mijn zoon een gedicht maken, dat leg ik dan naast de prenten in de kast.>
Ik weet, moedertje, je zou graag lezen: <Wapengeweld, slagveld, held,> want als een eervolle trits, heeft men je die woorden voorgespeld, en van je zoon heb je niets meer dan dat. Woorden die je troosten moeten, omdat je je zoon niet meer zult wekken; je zult zijn koffie niet meer bereiden, steeds als de klok dezelfde uur slaat, hem nooit meer nakijken als hij de straat langs gaat en nou moet je niet meer de woorden bepeinzen die je hem zeggen zou in stervensnood.
Slagveld, veld van eer, vaderland, en de zaak van het recht. Maar ook staat dit geschreven: Je zult niet liegen, niet bedriegen. De laatste kreet van je zoon was: <Moedertje, belieg mij niet, belieg mij niet. Mijn vaderland is dood, in de zoenegloed van mijn moeder die ik derven moet.> -
Je zoon, moedertje, viel niet voor een gerechte zaak, maar zijn bloed werd hem afgeperst door allen, omdat ons de menselike goedheid is ontvallen. Maar ik, wij, wij allen zijn de moordenaars van je zoon en elk woord als eer en held is smaad en hoon. Elk soldaat die valt in de krijg, hij werd getroffen door een sluipmoordenaar. Dit zijn wij allen, allen die het geloof verloren.
Je zoon heeft me gezegd: dit is de goede weg, en ik heb hem gewezen: ja, die weg is de ware. Wij hebben gelogen. <Demokratie>: wij hebben bedrogen.
Als je zoons zoen aan de bloednatte Aarde nu niet de waarheid heeft vrijgekocht, betaald met zijn warm vlees, dan is er weer niets gebeurd. Om je zoon, om je zoon die viel, werp de glazen kralen van je dwaze woorden weg. Als je zoon die viel, als mijn broeder die nog in de kiel staat van de loopgraven, als al de zoons en al de broers, als de miljoenen verlossers,-laatste teken van de visfiguur,- die weerom brengen de bloedige offerande op dit uur, volgens de oude wet, als de miljoenen kruisen, die zij niet te dragen hadden, dan enkel houten armpjes en rij aan rij, niet hebben vrijgekocht de nieuwe erfzonde van machtbegeren en van waan, dan wordt dit sakrifisie, volgens de oude wet gedaan, weer nutteloos.
Alles is schoonheid. -Herinner je nog je zoon toen hij tegenover je aan de ontbijttafel zat. - wij moeien ons eigen geweten, ons begrijpen bevrijden van de waanzonde.
De miljoenen zwarte fatum-kruisen zijn zwijgend, maar hun zwarte, wijd-open wonde heeft het woord gevonden: Alles is waan, alles is zonde; levenden, vergaart de kleine krachten die u nog blijven tot geloof in het levende leven. Alles is zo grenzeloos schoon, luistert naar dit ontluikend begrijpen in ons geweten.
Uit: Paul van Ostaijen - Het Sienjaal - 1918
"In memoriam" (Moederken)
Van oorlogswee ’t verdelgen Ontvluchtend, met de Belgen, Oud-moederken alleen, Ging zij met strompelschrêen
Den weg, den droeve-lange Der ballingschap. Zoo lange En bevend hield de hand Zij uitgestrekt naar ’t land
Van ’t broedervolk, dat sprekend Haar taal, verstond wat smeekend Zij bad, in deernis groot: "Heb meelij! Och ontbloot
Van ’t kroost, dat troost moest geven, Mijn weduwstaat, verdreven Van land en erf beroofd Van ’t plekje grond, waar ’t hoofd
Zoo jaren-zwaar, zoo moede Ter rust reeds neigde…." – En goede Lief-zachte hande’ om God Verlichtten ’t harde lot
Der arme. En in haar oogen Weer glansde, als uit den hooge Gezongen licht, een lach Van vrede. – Doch haar dag
Was om! De ziel heur banden Verbrak en trouwe handen Beschaduwden nog zacht ’t Gelaat, dat vredig lacht
Tot in den dood. – Wij vragen Oud-Moederken te dragen, Ten God’s-troon, om den vreê Voor ’t Vaderland, uw bêe!
Uit het ‘Geïllustreerd Zondagsblad’ van de Nieuwe Tilburgsche Courant Bijschrift: ‘Aan een arm kinderloos "Moederken", weduwe, naar Nederland gevlucht en daar overleden.’ d.d. 8 januari 1916
In Flanders Fields
In Flanders Fields staan de papavers rood onder het zwart gelid der houten kruisen. De leeuwerik vliegt tegen vuur en dood gevederd in de hemel van Diksmuide en zaait zijn lied tussen schrapnels en schroot. Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden nog levenden die liefhadden en streden voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. Nu liggen wij alleen in Vlaanderens aarde, in Flanders Fields!
In Flanders Fields staan de papavers rood tegen de grijze schilden van de zerken. De wind waait als een boom boven het groot landschap tussen Langemark en Klerken dat zich beschermt gelijk een moederschoot. Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden nog levenden met leuzen en gebeden voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. Nu liggen wij voorgoed in Vlaanderens aarde, in Flanders Fields!
In Flanders Fields staan de papavers rood als roest gespat over verminkte graven. De blauwvoet met zijn zuivere vleugels stoot tegen de hiërogliefen van de namen, de regen leest de zwarte letters bloot. Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden nog levenden almachtig aangetreden voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. Nu liggen wij doodstil in Vlaanderens aarde, in Flanders Fields!
Anton Van Wilderode naar John Mc Crae uit de bundel: "Zachtjes, mijn zoon ligt hier." Facet 1988
Eerste initiatiefnemers van "Oeren, 11 november 2008" waren Luc Klaps uit Genk (beheerder, in samenwerking met de Dienst Toerisme, cultuur en informatie, gemeente Alveringem), Leon De Winter uit Zulte (+), Joris Ryckeboer uit Westouter, en Patrick Vancoillie uit Roeselare.
10-01-2011
Vinck Valery
Graf 442
4 Aalstenaren begraven te Oeren: Vinck Valery geboren te Aalst op 13 mei 1894 zoon van Henricus en Maria Josepha Heireman, ongehuwd
soldaat 2e klas, milicien 1914 1 Linie / 7 Cie overleden op 12 december 1917 begraven te Oeren op 15 december 1917
Met dank aan dhr. Dirk Meert voor de foto's van deze gesneuvelden en informatie over de families.
Voor de "Oorlogskroniek der stad Aalst 1914-1918" verwijzen we u graag naar http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewtopic.php?t=15616. Dag per dag worden de herinneringen van Dirk Martens (1914-1918) hier beschreven, dit met met vele aanvullingen zodat er een goed beeld wordt geschetst hoe Aalst de Grote Oorlog beleefde.
De Baere Oscar Emile zoon van Camiel en Emma De Sloover geboren te Machelen op 11 november 1894
soldaat 2e klas, milicien 1914 5 Artillerie / 4 Groep / 11 Bij M.V.D. (bidprentje: 11 Artillerie) overleden vóór Diksmuide 7 mei 1917 om 16.00 uur begraven te Oeren op 9 mei 1917
Verwanten: Zuster Gonda uit Veurne (klooster Bulskamp) via het tekenregister en dhr. Eric De Baere uit Zulte.
Oeren 2010, een terugblik
De foto's van de herdenkingsdag te Oeren worden zo snel als mogelijk allemaal beschikbaar gesteld. Bedankt voor jullie aanwezigheid te Oeren op wapenstilstandsdag 2010.
Per Bus De dienstregelingen kan u raadplegen via de reiswegplanner op www.delijn.be
Per wagen E40/N8: Brugge-Nieuwpoort-Veurne-Alveringem A19/N8: Kortrijk-Ieper-Alveringem
Parking Voorzien in de dorpskern van Alveringem en in de Oerenstraat (bij het voetbalveld). Een pendelbus brengt de bezoekers naar Oeren (gratis vervoer).
Er is in principe een parkeerverbod aan de kerk (behoudens speciale toelatingen).
Meer route-informatie staat vermeld op de uitnodigingskaart.
Waar ligt de (verwante) gesneuvelde begraven?
Zoek het grafnummer via bijlage 1 Kijk op het grondplan via bijlage 2
Vraag het aan een medewerker-vrijwilliger op de begraafplaats zelf.
Verwant met een gesneuvelde? Geen uitnodiging ontvangen? Tweede oproep, 'Oeren 2010'
Indien u verwant bent met een gesneuvelde die begraven ligt te Oeren maar nog geen uitnodiging hebt ontvangen, neem dan best onmiddellijk contact op met de cultuurfunctionaris mevr. Ina Ruckebusch <ina.ruckebusch@publilink.be>.
Dienst Toerisme, cultuur en informatie St.Rijkersstraat 19, 8690 Alveringem 058/625531 of 058/288881
De gemeente Alveringem nodigt alle verwanten persoonlijk uit.
Uitnodiging met antwoordkaart en programma Oeren 2010
Uitnodiging met antwoordkaart en programma 'Oeren 2010' Wij herdenken onze Belgische gesneuvelden!
Wij zijn vereerd u bijgevoegd een uitnodiging en antwoordkaart voor de 11 novemberherdenking in Oeren te kunnen bezorgen.
Alle verwanten (waarvan het adres in ons bezit is), medewerkers krijgen sowieso een officiële uitnodiging en antwoordkaart. Het liefst stuurt de gemeente Alveringem dit evenwel per e-mail op. Indien de gemeente Alveringem uw e-mailadres dus niet kent, laat het dan even weten. Voor een vlotte verwerking van de gegevens gebeuren ook de inschrijvingen bij voorkeur via e-mail bij de cultuurfunctionaris van de gemeente Alveringem, mevr. Ina Ruckebusch <ina.ruckebusch@publilink.be> . Parking is alleen mogelijk in het dorp Alveringem en de Oerenstraat (bij het voetbalveld). Een pendelbus brengt de bezoekers naar Oeren.
Programma 11 november 2010 'Oeren 2010' Herdenkingsmoment met verwanten en familie van de gesneuvelden
Uitnodiging met antwoordkaart voor de 11 novemberherdenking in Oeren
10.00 u. Bezinningsmoment met eucharistieviering en muzikale omlijsting door het duo Kaloem in de kerk van Oeren 11.00 u. Plechtigheid met bloemenhulde 12.00 u. Lunch in zaal Rethorica, Nieuwstraat 42 in Alveringem
Namiddagprogramma (facultatief) Onthulling van het kunstwerk in de kerk van Oeren, een aandenken aan de ontroerende brief van soldaat Juliaan Heylen aan zijn broer (kunstenaar Louis Mattheuwsen) voorzien om 15.00 uur.
13.30 u. Optie 1: Vertelwandeling met anekdotes, verhalen en liederen uit WO I (5 km) Optie 2: Verkenning van Alveringem, een dorp achter het front, met de bus
Organisatie: Gemeentebestuur Alveringem - Dienst Toerisme, Cultuur & Informatie m.m.v. de Werkgroep Cultuur en Heemkunde Rauw en alle projectmedewerkers.
In het namiddagprogramma van de herdenking op 11 november 2010 zal de onthulling van een kunstwerk van Louis Mattheuwsen in de kerk van Oeren, een aandenken aan de ontroerende brief van soldaat Juliaan Heylen aan zijn broer, plaatsvinden.
Louis Mattheuwsen aan het werk...
Enkele gegevens i.v.m. zijn kalligrafische 'loopbaan'...
Start in 1990 met initiatiecursus in het Dommelhof-Neerpelt, nadien door de jaren heen via tientallen cursussen,workshops en stages in binnen- en buitenland en onder leiding van bekende kalligrafen (o.a. Wilbert Wegman, Peter Thornton, Denis Brown, Marcvan Stone, Eleonor Winters, Timothy Donaldson, Claude Mediavilla, Denise Lach, Brody Neuenschwander, An Van Hentenrijk, Linda Truyers e.a.) is de hobby een obsessie geworden waar we een belangrijk deel van onze tijd aan besteden.
Naast enkele groepstentoonstellingen (Antwerpen, Hoogstraten, Mol, Kasterlee, Herentals) neemt hij om de twee jaar deel aan de Molse open Kunstatelierroute en stelt hij bij die gelegenheid thuis in zijn tuin en in zijn klein atelier tentoon.
Een tiental jaren geleden werd er in Herentals een groep opgericht met een twaalftal kalligrafen die om de drie weken samenkomen. Ondertussen heeft de groep een naam gekregen: Tinta. Mooie teksten met mooie letters tot leven brengen: dat is het. Al komt er naast letters heel wat meer kijken: kleur, compositie,materialen... kalligrafie is voortdurend in beweging en evolueert snel.
Louis stelt mogelijk voor de gelegenheid van de 11 novemberviering ook nog drie kunstwerken ter beschikking als expositie, en een paar objecten. De kunstwerken hebben een afmeting van ongeveer 50 op 70 cm. De objecten zijn beschreven dozen of keien en worden normaliter op een sokkel of tafel voorgesteld.
Tijdens het herdenkingsmoment met verwanten van de gesneuvelden op 11 november 2010 zal in de kerk van Oeren de muzikale omlijsting door het duo Kaloem verzorgd worden.
Kaloem Traditionele muziek uit de Kempen
Het duo Kaloem (Werner Alix en Fries Lefevere) speelt hoofdzakelijk traditionele muziek uit de Antwerpse Kempen, een streek die een unieke plaats vervult in de Vlaamse volksmuziek.
Ze brengen hun nummers in alle eenvoud, en met aangepaste instrumenten, zoals doedelzak, draailier, vedel, viool, vlier, eenhandsfluit en trommel. Een centrale rol vervult de lepelbasser, het type accordeon dat ooit heel populair was in Vlaanderen, maar nu nog maar door een beperkt aantal muzikanten bespeeld wordt.
Heel soms brengt het duo ook een lied. Werner, volgens sommigen de wandelende encyclopedie van de Kempen, vertelt ook graag het verhaal achter de gebrachte nummers. Zang, uitleg, en acht instrumenten voor slechts twee muzikanten: dat alles staat garant voor een zeer gevarieerd optreden!
Contactgegevens Kaloem: Fries Lefevere [0475/875610] en Werner Alix
Overal in de Westhoek wordt het einde van de 1ste Wereldoorlog herdacht. De Wapenstilstand ging in om 11 uur op 11 november 1918. De meeste herdenkingen vinden in de voormiddag plaats met meestal een eredienst in de kerk, gevolgd door een bloemenhulde bij het monument van de Gesneuvelden.
Ter gelegenheid van 11 november, dag van de Wapenstilstand (WO I), wordt er een herdenkingsdag op het militaire kerkhof te Oeren (Alveringem) georganiseerd.
Deze 11 novemberherdenking is aan zijn tweede editie toe en uniek in zijn opzet: samen met familie en opgespoorde verwanten worden de gesneuvelden uit de eerste wereldoorlog die op het kerkhof van Oeren begraven liggen, herdacht. Zoals de eerste jaargang van de herdenking, wordt opnieuw de klemtoon gelegd op de jonge mens en zijn familie tijdens de oorlog.
Met een goedgevuld dagprogramma hoopt de gemeente Alveringem zo veel mogelijk bezoekers te bereiken: in de voormiddag wordt er een herdenkingsplechtigheid in de kerk van Oeren gehouden, de muzikale omkadering hierbij wordt door het kempische duo Kaloem verzorgd. De plechtigheid wordt gevolgd door een bloemenhulde en een vredesmoment.
In de namiddag worden de wandelschoenen aangetrokken voor een vertelwandeling, waarbij liedjes en verhalen uit de Groote Oorlog gebracht zullen worden. Ook wordt er in de kerk van Oeren een kunstwerk onthuld ter ere van het typerende glasraam in de kerk en het verhaal dat er achter schuil gaat.
Naast een wandeling wordt er ook een bustocht voorzien die de bezoekers langs het dorp achter het front (Groot-Alveringem en daarbuiten) voert.
Voor deelname aan de activiteiten op de 11 novemberherdenking is reservatie gewenst.
Bedankt alvast voor uw bericht en hopelijk mogen wij u begroeten op het Belgisch militair kerkhof te Oeren op 11 november 2010 om samen te gesneuvelden waardig te herdenken.
Bent u een afstammeling, een verwante, of zelfs een ver familielid van een gesneuvelde die begraven ligt te Oeren? *** Hebt u bijkomende informatie over een gesneuvelde?
Wilt u een berichtje achterlaten dat iedereen kan lezen? *** Spam wordt onverbiddelijk gewist.
Het kerkhof te Oeren is wellicht de meest pittoreske Belgische militaire begraafplaats. Ze is immers gelegen rond het kerkje uit de 16de eeuw. In Oeren richtte het Belgische leger tijdens de oorlog kantonnementen in voor troepen op halve rust. Vermoedelijk werden de eerste doden er begraven vanaf 1915.
Werk mee aan dit blog! Beoordeel ons blog. Doe mee aan de poll.
Last Post
Oorspronkelijk werd de Last Post gespeeld als afsluiting van de dag, tijdens de inspectie van de posten. Tegenwoordig wordt de Last Post vooral gebruikt bij militaire herdenkingen en begrafenissen. Sedert 24 juli 1927 wordt iedere avond om 20.00 uur onder de gewelven van de Menenpoort te Ieper de “Last Post” geblazen als eerbetoon aan de honderdduizenden gesneuvelden. De Last Post wordt geblazen door de klaroenblazers van het stedelijk brandweerkorps van Ieper.
Oeren is een plaats en deelgemeente van Alveringem, gelegen in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Oeren ligt in de Westhoek aan de Lovaart. Oeren was een zelfstandige gemeente tot in 1971 en werd toen aangehecht bij Alveringem. Het landbouwdorp heeft geen echte dorpskern, maar bestaat uit de voormalige parochiekerk en enkele verspreide hoeven. De kleinste deelgemeente van Alveringem heeft een oppervlakte van 2,89 km². Oeren verloor in 2008 twee inwoners en telt er nu nog 51 (toestand per 31 januari 2009).
De kollebloemen van Vlaanderen
Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open, tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant, het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen, dat onze milde dood de vree werd voor dit land.
Bij rooden dagerad volgden wij in het blauwe den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.
Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen, verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held: verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen ons 't heilig verbod te slapen in dit veld: in elken kollebloem zouden wij blijvend bloeden! In Vlaanderens velden
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen Tussen de kruisen, rij aan rij die onze plek aangeven; en in de lucht vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend ook al hoor je ze nauwelijks te midden van het kanongebulder aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan beminden en werden bemind en nu liggen we in Vlaanderens velden
Neem ons gevecht met de vijand weer op: Tot u gooien wij, met falende hand de toorts; aan u om haar hoog te houden Als gij breekt met ons die sterven zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen in Vlaanderens velden.
“Waar is nu toch mijn arme man? ‘k Verga van angst! Ik sterf ervan! Ach! wat verschil bij’t voor’ge jaar! We zaten hier zoo blij te gâar. Bij ’t wiegsken van ons jongste kind. En nu zoover door sneeuw en wind. En vorst…en dan! … Och God! Och God! Heb meêlij met mijn bitter lot!"
uit "Uit het Hart"
’t Sneeuwvlokje
Weer daalt de sneeuw in dikke vlokken neder In de enge hut, gezeten bij den haard Wiegt de arme vrouw haar lieve wichtje teder; ’t Heeft buur en vriend zich al bij ’t vuur geschaard. Is alles stil... een ieder schijnt de droomen, Elk vraagt zich af: “men hoort geen Pieter meer, Waar blijft hij toch, wat is hem overkomen?” Helaas! Hij ging en nummer keert hij weer!
Refrein: Daal, koude veder, Op aarde neder, Daal, blanke sneeuw, als troosting voor ’t verdriet! Ja, dekt de graven Van al die braven Die op het veld den eeuw’gen slaap geniet.
Weer daalt de sneeuw, de vlokken volgen elkander, Leest Rosa in haar woning ’n vroeg’re minnebrief Van hem die door de grillen van een ander Op ’t slagveld stierf –haar een’gen minnaar lief-. Bij ’t minst gerucht verschrikt zij, angstig luist’rend, Doch nutteloos, haar treuren helpt niet meer; En d’arme meid, zij stierf, zijn namen fluist’rend: “Vaarwel mijn vriend! Gij ook keert nimmer weer!”
Refrein
Weer daalt de sneeuw.. en als een zinnelooze Dwaalt Lena rond, wanhoopend, ongetroost; “Waar”, roept zij steeds, “Waar schuilt de laffe booze Die me ontnam de vader van mijn kroost?” Doch niet een straal van hoop strekt haar ten rade Haar kleinen zelf begrijpt de moeder zeer Zij schreien ook, en vragen na hun vader, Hij stierf op ’t slagveld, nimmer keert hij weer!
Refrein
Nog daalt de sneeuw... en vijf gemeene moorders Voert men naar ’t somb’re strafuitvoeringsplein, Zij waren eens de vuur’ge rustverstoorders Hun straf bereid omdat het schurken zijn. Zij die weleer voor ’t recht te velden trokken Tot ’s menschen heil, waren zij eens de tolken; Zij vielen ja, doch moedig onverschrokken Met d’heil’ge kreet voor Vaderland en Volken!
Refrein
Lied van de vrede
Kanongebulder en straatgezang. In een vuile stadsregen fiets ik door de straten, helder in 't licht van de schitterende uitstalramen. Gelaten doe ik onverpoosd mijn fietsschel gaan, en kronkel ik tussen soldaten, bourgeois en parvenu's onder glimmende paraplu's als uitgespreide vlerken van vledermuizen. Tegen de gevels van de huizen in de halve duisternis, mat van 't regenwalmen, slaan de golvende galmen uit het tumult van de vredevierende stad.
Op de grote mart, onder bengalese verlichting van de katedraaltoren, en de elektriese lampions van het kiosk, getemperd door neteldoeken regen, speelt de muziek van het tweede lansiers marseillaisen en brabanconne's, meegezongen met vervrongen mond door eene oude patriot naast me, met groenomrande brokkeltanden.
O de psyche van dat volk te voelen in de regenavend. Hoor het juichen, hoor het joelen! en 't klapperen van de natte vlaggen langs de gevels.
De nooit rustende psyche van dat volk staat bloot en massaal als een grazende koe, die maalt en herkauwt, nooit moe de wijde wei verslindend poot vóór poot. De oproerige psyche van dat volk hangt boven en in de stad, maar in de zijsteeg, die ik binnenzwenk en waar het ruikt naar ammoniak, komen de kreten verdoven en zit het weer in zijn dageliks pak.
Mijn schel blijft rustig en ik word door de laatste straten gewiegd op het stille druipen van de regen - hitteverdrijvende betting op deze straten - en 't monotone ruisen van de ketting.
Nu is de laatste lantaren voorbijgeschoven. Vóór me ligt de landelike weg. Nog even komt gerekt bazuingeschal kreunend verdoven, en ver klokkegelui sterft weg. als de klank van een vingertik tegen kristal. Nog even klinkt in mijn oor de stem van het oudje met de groene tanden.
Vóór me ligt de landelike weg, niet zichtbaar in de zwarte korelanden, niet hoorbaar in het vreedzaam ruisen van de regen. Mijn hand die schelt haakt soms in de doornen van een heg. Ik voel de weg, geleid door 't licht - als uit de duimpjessprook onder de tinnen van een verwijderd dorpskasteel... 't Is leeg! 't Is goed. Is 't niets hier niet zoveel... zoveel... En schellend fiets ik de vrede binnen...
Uit: G. Burssens - Liederen uit de Stad en uit de Sel (Nederlandsche Boekhandel - Antwerpen - 1920)
De IJzer
Eerbiedig opgedragen aan Z. M. Koning Albert
Ik weet een klein, een klein Rivierken, Rivierken in het Vlaamsche Land: 't Is krom en slom, maar wijkt geen zierken Hoe 't aan zijn oevers spookt en brandt. Het komt voor eigen Vrijheid uit: 't Rivierken weert, 't Rivierken stuit Den vloed van vuur, van grauw venijn Der duivels van den Rijn.
Dat klein Rivierken is zoo Hoezee! 't Rivierken is de IJzer!
Ik weet een klein, een klein Soldaatken, Soldaatken in het droeve oord... 't Rivierken is zijn trouwe maatken; Soldaatken wordt het hart doorboord... Rioeit op zijn graf een bloemken teer, Soldaatken leeft in 't bloemken weer, En brengt zijn Landjen nog een groet Met 't bloemken van zijn bloed.
Dat klein Soldaatken is zoo groot! Hoezee! 't Soldaatken van den IJzer l
Ik weet een Koning van klein Landje, Ik weet een kleine Koningin. Hun beeltnis straalt er op elk santje, En 't santje straalt elk harte in... De Koning en zijn Vrouwelijn, Ze waken bij 't Rivierken klein, Ze waken met 't Soldaatken mijn .., En als hij valt, ze planten 't kruis, En weenen stil in 't Duinenhuis, En plukken later 't Bloemken rein, En vlechten 't Bloemken rood en schoon In eene wondre Vrijheidskroon: Voor 't Land, als 't Land weer vrij zal zijn!
Die Koning en die Koningin! Wat zijn ze groot! Hoezee! de Vorsten van den IJzer!
J. De Maegt - juni 1918
Anton van Wilderode uit de bundel: "Zachtjes, mijn zoon ligt hier" Facet 1988
Bij avondschemer is hij uitgedragen haastig en stil als werd hij weggeroofd; de zachtste klok snikte driemaal gedoofd alsof driemaal een deur dichtviel met doffe slagen.
Achter zijn uitvaart staan de zuivere dagen des zomers puilende van groen gereed om met zacht gras, traag als het menselijk leed, de plek te dempen die zijn naam zal dragen.