De vzw Vogelbescherming
Vlaanderen noemde de houtduivenjacht die Boerenbond en de Hubertusvereniging
Vlaanderen eind februari organiseerden zinloos omdat 90 pct toch wintergasten
waren die wegtrekken. "De verhouding ligt bij ons eerder rond 1 op 2 of 2,5",
corrigeert Bart Naeyaert, West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw.
"De toename
zomaar toeschrijven aan maisoogstresten is trouwens ook niet correct".
De oorsprong van het duivenweekend gaat terug tot 2008. Toen besliste de
provincie West-Vlaanderen om in samenwerking met de jagers de duivenoverlast in
de provincie aan te pakken. Omdat de houtduiven niet alleen in West-Vlaanderen
schade toebrengen aan gewassen, werd vorig jaar beslist om in heel Vlaanderen de
jagers op te roepen om het laatste weekend van februari de duivenpopulatie aan
te pakken.
"Zinloos", zei Jan Rodts, voorzitter van de Vogelbescherming Vlaanderen.
"Negentig procent van die houtduiven zijn wintergasten, die een dezer dagen
terug wegtrekken naar Noord- en Oost-Europa". Cijfers die Bart Naeyaert,
gedeputeerde voor Landbouw in West-Vlaanderen wil nuanceren.
"In onze contreien ligt die verhouding eind februari eerder rond 40 tot 50
pct", aldus Naeyaert. Dat blijkt uit een studie van het Instituut voor Natuur-
en Bosonderzoek in opdracht van de provincie. "Het duivenweekend iets later
organiseren, zou nog beter zijn, omdat nog meer houtduiven weggetrokken zijn en
het broedseizoen nog niet echt op gang gekomen is. Maar we kunnen niet om de
regelgeving heen dat het jachtseizoen stopt eind februari".
Dat faunabeheer zich vanzelf regelt, noemt Naeyaert "een verhaal voor de
Fabeltjeskrant". "Dit vergt overleg tussen landbouwers, natuurverenigingen,
jagers, domeinbeheerders en de overheid. De provincie is het platform bij
uitstek om dat te coördineren".
Naeyaert breekt een lans voor landbouwers en wijst erop dat boeren actief
meewerken aan faunabeheer. "We werken met hen samen rond akkervogels, kerkuilen,
zwaluwen en kleine landschapselementen. Boeren vragen geen nultolerantie voor
houtduiven, maar wel dat de schade op een aanvaardbaar niveau blijft".
"De toename van het aantal houtduiven zomaar toeschrijven aan de oogstresten
van mais is ongenuanceerd en niet correct. De zachte winters van het voorbije
decennium beïnvloeden de populatie evenzeer, maar ook natuurlijke vijanden en
bijvoorbeeld ziektedruk spelen een rol".
"Het is al lang duidelijk dat er in deze geen snelle en makkelijke oplossing
is", aldus Naeyaert, die hoopt op een constructieve houding van alle betrokken
partijen. "Dialoog is veel belangrijker dan eenzijdige, straffe artikels
schrijven".
Het
slagingspercentage van dit jaar is hoog: 62,6% (390 kanidaten).
Vraag
nr 20 is nietig verklaard
455 kandidaten 390 + 65 ingeschreven voor het examen praktijk De eerste deelnemers worden verwacht op het examen praktijk op maandag 3 mei
volgende (P1: van 3 tot 12 mei P2: van woensdag 26 mei tot dinsdag 1 juni
uiterlijk) .
Volgens
de HVV wel. Op hun
website vonden we volgende verklaring:
"Reactie Hubertus Vereniging Vlaanderen op vondst
gifeieren nabij dassenburcht
Hubertus Vereniging Vlaanderen(HVV)
distantieert zich van het gebruik van gifeieren, om het even waar deze zouden
worden gebruikt en niet alleen bij dassenburchten. Als verdediger van de
weidelijke jacht is HVV hevig gekant tegen het gebruik van niet-selectieve
bestrijdingsmiddelen waaronder gif, klemmen of stroppen. HVV wijst er op dat
dassen geen bedreiging vormen voor de jagerij aangezien deze dieren zich bijna
uitsluitend voeden met regenwormen, granen en fruit. De das is dus helemaal geen
predator zoals de vos. Bovendien werken enkele Wildbeheereenheden (WBEs) actief
mee aan het beschermen van de das in Vlaanderen."
Uit de eerste voorlopige
resultaten van de tuinvogeltelling die Natuurpunt begin deze maand
organiseerde, blijkt dat houtduiven en kauwen erg talrijk zijn. De
huismus blijft evenwel de top tien aanvoeren en hun aantal neemt
lichtjes toe. Natuurpunt reageerde eerder deze week nog
verontwaardigd op de aankondiging van Boerenbond om dit weekend de
bejaging op houtduiven op te drijven.
Bij de tuinvogeltelling liepen er in totaal gegevens binnen van
5.121 gezinnen en die zagen gemiddeld 40 vogels van 11 verschillende
soorten. Grotere soorten zoals houtduif en kauw zitten in de lift. Zo
werd de kauw opgemerkt in één op drie van de tuinen, terwijl dat in
2004 nog maar in één tuin op zes was.
Het koude winterweer leidde ook tot een toename van kramsvogels,
een lijstersoort die uit het hoge noorden afgezakt komt. De zwartkop,
een kleine insecteneter werd ook vaker dan voorgaande jaren werd
genoteerd.
Nieuw
duivenweekend moet populatie houtduiven inperken
Voor het derde jaar op
rij wordt er een duivenweekend georganiseerd. Op vraag van de
Vlaamse land- en tuinbouwsector zullen de jagers zich dit weekend
vooral richten op houtduiven. Ondanks alle preventieve
maatregelen is er nog steeds nood aan bejaging. Enkel zo
kunnen we de populatie van houtduiven in de hand houden en de
schade aan land- en tuinbouwgewassen binnen de perken houden,
luidt het bij Boerenbond.
De oorsprong van het duivenweekend gaat terug tot 2008. Toen
besliste de provincie West-Vlaanderen om in samenwerking met de
jagers de duivenoverlast in de provincie aan te pakken. Omdat de
houtduiven niet alleen in West-Vlaanderen schade toebrengen aan
gewassen, werd vorig jaar beslist om in heel Vlaanderen de jagers
op te roepen om het laatste weekend van februari de
duivenpopulatie aan te pakken.
Dit weekend werd zeer bewust gekozen. Het is het laatste
weekend dat duiven mogen bejaagd worden binnen het gewone
jachtseizoen. Hoe later op het jachtseizoen, hoe gerichter de
bejaging gebeurt op de populatie duiven die hier hun nest zullen
bouwen, zegt Boerenbond. Volgens de landbouworganisatie is er
al heel wat onderzoek gebeurd naar preventieve maatregelen. Maar
bejaging blijft nodig als aanvullende maatregel.
Zo heeft het proefcentrum Beitem al heel wat afweersystemen
uitgetest, zoals vogelschrikken, geluid van roofvogels,
namaakroofvogels, kanonnen, spiegels, vlaggen of geurproducten.
Maar die blijken allemaal maar zeer kort inzetbaar, want
gewenning treedt zeer snel op. Bovendien belemmeren ze de boeren
vaak in hun werk, weet Boerenbond. Zo zijn afdekdoeken in de
kersen- en bloemkoolteelt wel effectief, maar ze zijn duur en
bemoeilijken het werk van de teler. Ook zouden ze de groei van
onkruiden stimuleren waardoor meer gewasbeschermingsmiddelen
moeten ingezet worden.
Vooral granen, koolgewassen, witloof, cichorei, radicchio,
erwten, bonen, diverse slasoorten, vlas, fruit en
boomkwekerijteelten die in de smaak vallen van de houtduiven.
Praktijkonderzoek toont aan dat niet minder dan 26 manuren per ha
nodig zijn om houtduiven van een bloemkoolperceel te verjagen.
Daarbij werden allerlei vogelafweersystemen ingezet, goed voor een
investering van ongeveer 100 euro per ha.
Zelfs al deze maatregelen leidden op het proefveld tot veel
te weinig resultaat. Meer dan 14 pct van de opbrengst werd
vernietigd, wat een financieel verlies betekent van 1.400 euro per
ha bloemkolen, weet de landbouworganisatie. Boerenbond beweert
ook dat het soms gebeurt dat een veld helemaal kaal wordt gegeten
na inzaai, waardoor opnieuw gezaaid moet worden. Veel werk en
veel kosten gaan zo verloren. Teelten die wel nog kunnen geoogst
worden, vallen door de schade vaak in een lagere kwaliteitsklasse
en worden dus minder goed betaald.
Vogelbescherming Vlaanderen en Natuurpunt zijn niet te spreken
over het duivenweekend. Wij zijn van mening dat een massale
bejaging geen invloed zal hebben op de broedvogelpopulatie in
Vlaanderen en dus kan het ook niet als bescherming dienen voor
vraatschade later op het jaar, klinkt het. Volgens de
natuurorganisaties veroorzaken de boeren zelf de overpopulatie van
de houtduiven door de grote hoeveelheid aan oogstresten van maïs
die achterblijven op het veld.
Ook de datum voor het duivenweekend vinden de vogelbescherming
en Natuurpunt slecht gekozen. Het is niet alleen illegaal, maar
ook de helft van de Vlaamse houtduiven trekt in de lente weg. Er
zijn in de winter tien keer meer houtduiven in Vlaanderen dan in
de zomer. Het duivenweekend heeft dus geen enkele zin en zal
alleen maar veel dierenleed en een algemene verstoring van de
natuur veroorzaken, klinkt het.
Daarom roepen de natuurorganisaties Boerenbond op om de oproep
voor het duivenweekend in te trekken. Ook aan de Vlaamse jagers
vragen wij om niet deel te nemen aan de massale bejaging. Van
minister van Leefmilieu Joke Schauvliege verwachten wij dat ze het
duivenweekend veroordeelt en de Vlaamse jachtwetgeving in
overeenstemming brengt met de Europese Vogelrichtlijn, staat in
een gezamenlijk persbericht van Vogelbescherming Vlaanderen en
Natuurpunt.
De provincie Antwerpen investeert 500.000 euro voor de aanleg
van nieuwe oevers en een moeraszone in het provinciaal sport- en recratiedomein
De Nekker in Mechelen. "Zo zorgen we voor een ideaal toevluchtsoord voor
zeldzame diersoorten. Daarnaast krijgen sportvissers een vaste stek", licht
gedeputeerde voor Leefmilieu Rik Röttger (sp.a) toe.
Het provinciale
sport- en recreatiedomein De Nekker is met zijn vijver van 30ha een paradijs
voor waterliefhebbers. Om de natuurlijke aantrekkingskracht van de vijver voor
dieren, planten ¿n recreanten nog te vergroten, neemt de provincie Antwerpen
enkele ecologische herinrichtingsmaatregelen.
De vijver, eigenlijk een
uitgegraven zandwinningsput voor de aanleg van de E19 in de jaren zestig,
overheerst het domein en biedt onder andere zwem- en visplezier in afgebakende
zones. De vijver verbindt het recreatiedomein met het Mechels Broek, een brok
authentieke natuur van 100ha die tot het vroegere natuurlijke
overstromingsgebied van de Dijle behoort.
Door de aanleg van enkele
bijkomende oevers en een moeraszone wil de dienst Waterbeleid van de provincie
Antwerpen de intrinsieke natuurwaarde van de vijver versterken. Tegelijk zullen
deze ingrepen ook de infrastructuur voor wandelaars en vissers verbeteren. De
werken starten deze week en zullen nog voor de zomer afgerond zijn.
(belga/adb)
Tijdelijk jachtverbod opgeheven vanaf 21 januari , 2010
Article Headline
Het tijdelijke algemene jachtverbod dat door Minister Schauvliege werd ingesteld bij Ministerieel Besluit van 12 januari, waarin alle jacht opgeschort werd tot en met 20 januari, loopt vandaag af.
Dit betekent dat er vanaf donderdag 21 januari opnieuw kan gejaagd worden - conform het Jachtvoorwaardenbesluit van 30/05/2008 - op reewild (geit en kitsen), fazanthaan, vos, konijn, houtduif, wilde eend en Canadagans.
HVV vraagt haar leden met aandrang een weidelijke en correcte houding ten overstaan van de waterwildsoorten (wilde eend en Canadagans). Op heel wat plaatsen kan er nog niet op waterwild gejaagd worden omdat de waterpartijen nog voor meer dan de helft met ijs zijn bedekt. De waterwildsoorten zijn wellicht de enige jachtwildsoorten die hun vetreserves hebben moeten aanspreken om deze winterprik door te komen. Een weidelijke jager weet daar rekening mee te houden.
Door het verlies van een ruime maand aan bejagingsmogelijkheden op de vos, roept HVV nochtans op om deze soort zoveel mogelijk te bejagen in de resterende weken want de overpopulatie en dreigende problematiek vragen hierom.
bron:
Schauvliege lapt met jachtverbod wet aan haar laars" Toen Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) op 8 januari een tijdelijk jachtverbod afkondigde tot en met 20 januari - omwille van langdurige vorst - heeft ze de wettelijke bepalingen terzake niet gevolgd. "Ongehoord", vindt Vlaams volksvertegenwoordiger Vera Van der Borght (Open Vld).
In het jachtvoorwaardenbesluit staat dat een opschorting van de jacht enkel kan na overleg tussen de minister en het Bureau van de Vlaamse Hoge Jachtraad, legt Open Vld uit. Die raad werd eind vorig jaar door Schauvliege zelf ontbonden, en zal worden opgevolgd door een Permanente Werkcommissie Jacht binnen de Minaraad, de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen die als strategische adviesraad voor het beleidsdomein leefmilieu, natuur en energie fungeert. Het orgaan dat de Jachtraad moet opvolgen, is door de minister nog niet geïnstalleerd.
In een persbericht meldde Schauvliege dat ze op 6 januari een consultatie heeft gehad met de Minaraad, met de vraag om tegen uiterlijk 8 januari advies uit te brengen over de opschorting van de jacht. In het intern reglement van de Minaraad is echter bepaald dat ten vroegste tien dagen na de vraag om advies de Minaraad samengeroepen kan worden. "Kortom, een advies zal er niet gekomen zijn", zegt Vera Van der Borght.
"De minister heeft het Jachtvoorwaardenbesluit niet aangepast in die zin dat ze advies moet vragen aan de Minaraad. Dat een minister de wet niet naleeft, vind ik ongehoord". Vera Van der Borght gaat de minister in de commissie Leefmilieu aan de tand voelen, zegt ze.
bron Belga
14/01/2010
Besluit
van de Waalse Regering waarbij de openings-, sluitings- en
schorsings datums voor de jacht van 1 juli 2006 tot 30 juni 2011
vastgelegd wordenDe Waalse Regering, Gelet
op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 1ter,
ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994, en de artikelen 2, tweede
lid, en 10, vijfde lid, vervangen bij hetzelfde decreet; Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), gegeven op 14 en 28 september 2005; Gelet op het overleg gepleegd door de Regeringen van de Beneluxstaten op 24 november 2005; Gelet op het overleg gepleegd door de betrokken Gewestregeringen op 22 februari 2006; Gelet op het advies 40.133/4 van de Raad van State, uitgebracht op 19 april 2006; Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Article
1. Dit besluit is van toepassing van 1 juli 2006 tot en met 30 juni
2011 voor vijf opeenvolgende jachtjaren die telkens lopen van 1 juli
tot 30 juni van het daaropvolgende jaar. Art. 2. De jacht op wild dat niet in dit besluit bedoeld wordt is verboden. Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° bers- en loerjacht : soort jacht dat slechts door één enkele jager beoefend wordt, zonder drijver of hond; 2°
drijfjacht : soort jacht dat door meerdere jagers beoefend wordt
waarbij gewacht wordt op het wild dat gedreven wordt door drijvers die
al dan niet honden met zich mee voeren; 3° jacht met drijfhond :
jachtmethode die door één of meerdere jagers beoefend wordt, waarbij
zij voor hun bewegingen afgaan op het blaffen van de honden die het
wild opjagen en achtervolgen en postvatten op de weg die het opgejaagde
dier onvermijdelijk op zal gaan; 4° jacht met roofvogel : jachtmethode waarbij het wild gevangen wordt door middel van een daartoe afgerichte prooivogel; 5°
uitspruitsel : uitwas van de stang van minstens 2 cm, gemeten vanaf de
holte (d.w.z. op de bissectrice) van de door het uitspruitsel gevormde
bovenhoek en de rand van de stang waarvan hij voortspruit. HOOFDSTUK II. - Jacht met vuurwapens Afdeling 1. - Grof wild Art. 4. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort edelhert worden vastgelegd als volgt : 1° geweidragende herten : a)
bers- en loerjacht : van 1 oktober tot 31 december. De bers- en
loerjacht op edelherten met, aan elke stang, minstens drie enden boven
het middenend is echter toegelaten vanaf 21 september; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december; 2° voor hinden en jongen beider geslachten : a) bers- en loerjacht : van 1 oktober tot 31 december; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december. De
jacht op geweidragende herten is uitsluitend toegelaten op de gronden
die deel uitmaken van een erkende jachtraad en op het Koninklijk
Jachtdomein van Ciergnon. Art. 5. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort ree worden vastgelegd als volgt : 1° reebokken : a) bers- en loerjacht : van 1 mei tot 15 mei en van 1 augustus tot 30 november; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 30 november; 2°
voor reegeiten en -kalveren beider geslachten : bersjacht, loerjacht,
drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 30 november; Art.
6. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het
soort damhert worden vastgelegd van 1 oktober tot 31 december. Art.
7. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het
soort moeflon worden vastgelegd van 1 oktober tot 31 december. Art. 8. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort wild zwijn worden vastgelegd als volgt : a) bers- en loerjacht : het jaar door; b) drijfjacht : van 1 augustus tot 31 december; c) jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december. Van 1 augustus tot 30 september wordt de drijfjacht enkel in open veld toegelaten. Art.
9. De loerjacht op grof wild mag beoefend worden van één uur vóór de
officiële zonsopgang tot één uur na de officiële zonsondergang. Afdeling 2. - Klein wild Art. 10. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het klein wild worden vastgelegd als volgt : 1° patrijs : van 1 september tot 30 november; 2° haas : van 1 oktober tot 31 december; 3° fazanthaan : van 1 oktober tot 31 januari; 4° fazanthen : van 1 oktober tot 31 december; 5° houtsnip : van 15 oktober tot 31 december. De jacht op de grijze patrijs en op de haas is enkel toegelaten in jachtgebieden die deel uitmaken van een erkende jachtraad. Art.
11. De loerjacht op de houtsnip mag beoefend worden van een halfuur
vóór de officiële zonsopgang tot een halfuur na de officiële
zonsondergang. Afdeling 3. - Waterwild Art. 12. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het waterwild worden vastgelegd als volgt : 1° wilde eend : van 15 augustus tot 31 januari; 2° Canadese gans : van 15 augustus tot 31 januari; 3° wintertaling : van 15 oktober tot 31 januari; 4° meerkoet : van 15 oktober tot 31 januari. Art.
13. De loerjacht op de wilde eend en de Canadese gans mag beoefend
worden van één halfuur vóór de officiële zonsopgang tot een halfuur na
de officiële zonsondergang. Art. 14. Het schieten van niet vliegvlugge wilde eenden is verboden Afdeling 4. - Ander wild Art. 15. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op ander wild worden vastgelegd als volgt : 1° konijn : van 1 september tot 28 februari; 2° houtduif : van 15 augustus tot 28 februari; 3° vos : het jaar door; 4° verwilderde kat : het jaar door; De jacht met drijfhond op het konijn, de vos en de verwilderde kat is echter open van 1 oktober tot 28 februari. Art.
16. De loerjacht op het konijn, de vos, de verwilderde kat mag beoefend
worden van één uur vóór de officiële zonsopgang tot één uur na de
officiële zonsondergang. Afdeling 5. - Verbodsbepalingen inzake jacht met vuurwapens Onderafdeling 1. - Jacht bij sneeuw Art. 17. Bij sneeuw is de jacht met vuurwapens in open veld verboden, ongeacht de hoeveelheid sneeuw op de bodem. De jacht met vuurwapens blijft toegelaten : 1° op braakliggende bermen, in grienden, brem, heggen, kwekerijen, teelten van "kerstbomen"; 2°
bij het schieten van waterwild : op en tot maximum 50 meter afstand van
vijvers en moerassen waar de jager houder is van het jachtrecht; 3°
wat betreft het schieten van wild dat rechtstreeks te voorschijn komt
uit een bos, braakliggende bermen, grienden, bremstruiken, heggen,
kwekerijen, teelten van "kerstbomen" tijdens een drijfjacht, voor een
jager die op deze plaatsen, ofwel in open veld, langs en tegenover deze
plaatsen heeft plaatsgevat. 4° bij het schieten van vossen en verwilderde katten. Onderafdeling 2. - Jacht op waterwild bij vorst Art.
18. Indien de vorst lange tijd aanhoudt, kan de Minister bevoegd voor
de Jacht of diens afgevaardigde de jacht op de soorten bedoeld in
artikel 12 voor hernieuwbare periodes van vijftien dagen schorsen. Het schorsingsbesluit treedt in kracht de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Onderafdeling 3. - Ingezaaide velden Art.
19. Het is verboden hoe dan ook te jagen in graanvelden, in velden met
graandragende planten, in velden met rijpe of rijpende zaaddragende
planten. Het verbod geldt ook indien de planten afgemaaid zijn en op de grond liggen. Dit verbod geldt niet voor : 1° maïs- en zonnebloemenvelden en velden van planten geteeld als groenbemesters of voeder; 2° de drijfjacht op het wild zwijn tussen 1 augustus en 30 september; 3° de bers- en loerjacht op het wild zwijn, de vos, de verwilderde kat, het konijn en de houtduif. Onderafdeling 4. - Jacht in de nabijheid van kunstmatige voederplaatsen Art. 20. De bers- en loerjacht is verboden op minder dan 200 meter van kunstmatige voederplaatsen. Onderafdeling 5. - Jacht in de nabijheid van woningen Art. 21. Tijdens de jacht is het verboden in de richting van woningen te vuren op een afstand van minder dan 200 meter ervan. HOOFDSTUK III. - Jacht met roofvogel Art. 22. De jacht met roofvogel op elk soort wild bedoeld in dit besluit is open van 1 september tot 31 januari. De
jacht met roofvogel op de houtduif is evenwel open van 15 augustus tot
28 februari en die op het konijn, de vos en de verwilderde kat is het
jaar door open. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen Art. 23. Van 1
augustus tot 30 september en van 1 mei tot 25 mei is het vervoer van
reebokken naar de plaats van verbruik of verkoop in de kleinhandel
slechts toegelaten indien de dieren op zichtbare wijze hun gewei of de
uiterlijke kenmerken van hun geslacht dragen. Art. 24. De verkoop,
het vervoer voor de verkoop, de verkoop en het houden voor verkoop van
welk soort wild ook dat afkomstig is van de jacht met roofvogel, van
wintertaling, meerkoet, Canadese gansen, houtsnippen die dood zijn en
elk deel of elk product dat verkregen werd door middel van de vlot
herkenbare vogel, zijn het jaar door verboden. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling Art. 25. De Minister bevoegd voor de Jacht is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 11 mei 2006. De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
Jacht op waterwild in Wallonië gedurende vijftien dagen
opgeschort
In het Belgisch Staatsblad van 12 januari verscheen een
Ministerieel besluit van 5 januari 2010 tot opschorting van de jacht op
waterwild in Wallonië. Dit besluit werd getroffen omwille van de strenge dag- en
nachtvorst deze laatste dagen en het dichtvriezen van talrijke watervlakken die
de mogelijkheden voor het nemen van voeding en zelfs de ontoegankelijkheid van
het voedsel voor watervogels die rond vijvers, plassen, meren en andere heden
dichtgevrozen watervlakken verblijven zeer streng inperken. Het besluit bepaalt
daarom dat de jacht op de waterwildsoorten waarvan sprake in artikel 12 van het
besluit van de Waalse Regering van 11 mei 2006 waarbij de openings-, sluitings-
en schorsingsdatums voor de jacht van 1 juli 2006 tot 30 juni 2011 vastgelegd
worden, gedurende vijftien dagen wordt opgeschort. Dit besluit treedt in werking
de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, d.w.z. op 12
januari2010.
Vandaag
is, ondanks onze open brief tot overleg, het algemeen
jachtverbod verschenen in het Belgisch Staatsblad. HVV achtte het
noodzakelijk u hiervan op de hoogte te brengen.
De
jacht op ALLE wild, inclusief de jacht op reewild, is
gesloten tot en met 20 januari, wat ook de weersomstandigheden
zullen zijn de komende dagen.
Hubertus
Vereniging Vlaanderen vraagt aan alle jagers om dit Ministerieel
Besluit op te volgen.
VLAAMSE
OVERHEID
Leefmilieu,
Natuur en Energie
8
JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot instelling van een
tijdelijk jachtverbod omwille van langdurige vorst
De
Vlaamse Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
Gelet
op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989 en
gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op het
jachtdecreet van 24 juli 1991; Gelet op het besluit van de Vlaamse
Regering van 30 mei 2008 houdende vaststelling van de voorwaarden
waaronder de jacht kan worden uitgeoefend, artikel 2, § 4; Gelet
op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot
bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering,
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli
2009;
Na
consultatie van de strategische adviesraad Milieu- en Natuurraad
van Vlaanderen op 6 januari 2010;
Overwegende
de dringende noodzakelijkheid die bestaat om de jacht te schorsen
omwille van zeer harde en langdurige vorst, gezien het feit dat
deze weersomstandigheden de overlevingskansen van het jachtwild
aanzienlijk verlagen en het feit dat het beoefenen van de jacht
deze overlevingskansen nog verder zou doen afnemen,
Besluit
:
Artikel
1. De jacht op wild is geschorst tot en met 20 januari 2010.
Art.
2. Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan
in het Belgisch Staatsblad.
Brussel,
8 januari 2010.
De
Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,