Mirko uit het Duitse Ruhrgebied is een gedegen modelspoorder. Met hem heb ik een leerrijk gesprek gehad over de Bogobit remmodule en over het optimale gebruik van de spanningsfrequentie bij register 20 van de Tams decoders. Morgen hebben we het wellicht over het omvormen van mannetjes in schaal 1/87, bv. hoe je een zo’n plastic figuurtje een vlag doet dragen of paddenstoelen doet plukken. De wind is gunstig voor de windsurfers. Hun kleurrijke zeilen moeten beslist op foto bewaard blijven.
En dan hebben we gisteren weer een prachtige muzikale avond gehad. Les Pierrolo’s, een Duits-Hongaars duo met gitaar bracht nummers in het Jiddisch, Frans, Hongaars en Russisch. Een medekampeerder speelde tussendoor piano met een virtuositeit van het hoogste niveau. Directeur-zanger Hubert deed zijn best met zijn volle tenorstem. Wij hadden een gratis avond vol professionaliteit, waar je elders wellicht 50 euro moet betalen. Hubert, de campingeigenaar, slaagt er steeds in de beste performers binnen te halen. Tussendoor ben ik nog eens naar het kapelletje van Sainte Marguerite geweest en dan vijf foto’s samengesteld tot één fotomontage. De kapel stelt nog weinig voor en heeft haar religieus karakter geheel verloren. De gemeentewerkmannen gebruiken het als opslagplaats voor nadarhekkens en verkeersborden. Het heilig Margrietje draait zich wellicht twee keer om in haar graf.
De wind is gevallen. Alles komt tot rust. Alleen Bea toont een grenzeloze energie. Tijdens de ochtendwandeling kwamen de oesterbanken tevoorschijn bij laag tij. De vissers zijn in de weer, want ze hebben bitter weinig tijd om de oesters binnen te halen. Straks heeft het water weer volledig greep op het leven.
De storm blijft razen in Bretagne en een heel stuk van Frankrijk, code oranje en rood. De kustwegen zijn afgesloten en het is verboden met een caravan of aanhangwagen te rijden. De gendarmes houden er toezicht op. Plezierbootjes liggen aan de ketting en volgens ik hoor, zijn er al een paar op drift gegaan en tegen de rotsen geslagen. Vele voortenten hier op de camping zijn beschadigd of vernield. Sommige mensen durven niet buiten komen. Een wandeling langs het kustpad is bijzonder gevaarlijk en eigenlijk niet te doen. Ik ga mijn dagprogramma moeten aanpassen. En meteen is het raak. Mijn vriend Mirko uit het Ruhrgebied Bochum is aangekomen. Mirko is modelbouwer zoals ik. We hebben dus een heleboel te vertellen.
Er woedt momenteel een storm in Landéda en in heel Bretagne. Dikke schuimkoppen staan op de zee en de hoge golven kletsen tegen de rotsen. De voortenten hebben het zwaar te verduren. O wee de kampeerder die met minder zorg zijn voortent opgesteld had! Regen en harde windstoten zullen nog duren tot morgen. Ze trekken landinwaarts richting België en Duitsland. We zijn met de auto gaan rondrijden en konden terug kennis maken met het ruwe, het echte Bretagne. Wij terug naar de grote menhir van Kerloas, daar waar de mannen voor hun fertiliteit bidden en de vrouwen vergeefs hopen op voldoende zeggenschap thuis. Bea en Hannelore hebben ook stilgestaan bij de menhir. Gelukkig dat het maar legende is, dat van het vrouwelijke heerschap in de ouderlijke woning.
Facetime is het communicatiemiddel om via Ipad videogesprekken te voeren. Bea doet dit met bijzonder veel enthousiasme. Omdat het weer nog goed meevalt, zijn we dan gaan stappen langs de dunes de Ste Marguerite. Foto’s zeggen veel meer van een hoop geschrijf.
Weinig nieuws uit Landéda is goed nieuws. Het weer blijft mooi, al steekt er een wind op en waarschuwt het internet voor minder goed weer. Weer of geen weer, Diarmuid en Felix gaan samen het zeebad in. En de dames willen persé op de foto staan, ook al verschijnen zij niet in een of andere plaatselijke gazet. Tenslotte moet ik Marcelleke nog voorstellen, ons nieuw huisdier. Marcelleke loopt voor de voeten van de voortschrijdende ambtenaren en is blij dat hij zijn eigen huis altijd bij zich heeft, een echte kampeerder met caravan dus.
Gisteren ben ik naar de grote stad Brest gereden om ons nichtje af te halen aan het station. Ik heb er een dagje “Brest” van gemaakt om te zoeken naar bezienswaardigheden en mooie gebouwen. Helaas blijft Brest een grauwe stad, waar weinig te zien is. De stad heeft geen bekoring. Het enige wat voor mij in aanmerking kwam, was het majestueuze stadhuis. Je moet weten dat Brest tijdens de laatste wereldoorlog plat gebombardeerd werd en dat de stadshernieuwing een mislukking is. Daarom staan er zoveel en grauwe en triestige huizen. Ter compensatie plaats ik een foto van de camping hier in Landéda, van waaruit wij het zicht op de zee hebben.
Vanavond kregen we bezoek van onze Nederlandse vrienden. Omdat we aan zee zitten, kon het niet anders dan zeevruchten, langoustines en oesters op het menu te plaatsen. Het matrozenkoor Libenter uit Landéda zong zeemansliederen op deze donderdagavond. Het was een vrolijke bende mannen, die er duidelijk zin in hadden. Misschien waren ze ook blij omdat ze thuis de afwas niet moesten doen. Ze zongen de ziel uit hun lijf.
Het is broeiend heet in Les Abers. Het asfalt op de wegen smelt. Maar over de zee hangt een nevel en de dampen stijgen omhoog. Wellicht krijgen we morgen een totaal ander weer. In Bretagne is er een gezegde: “het is altijd mooi weer in Bretagne, meermaals per dag!”. We zien morgen wel. Hier staat nog een foto van deze ochtend rond 06 uur. Ik sta meestal vroeg op om van het ochtendlicht te profiteren. Dan zie je nog twee foto's van gisteravond. De avondzon is toch zo mooi in Les Abers.
Vlijt, dat is het minste dat men kan zeggen over Bea. Mogen wij hopen dat breien en haken vele sokken en pullovers opleveren, want de winter komt eraan! Straks is het Kerstmis. Natuurlijk moet er ook een was gedaan worden, we blijven immers meerdere weken van huis. En Diarmuid is nog steeds super enthousiast, de zee en de vriendjes zijn nooit ver weg. Buurman Harald geeft de hondjes een douchebeurt.Wit en zwart is de Bretoense vlag: gwenn ha du. Bretagne is land aan zee: ar mor. Zo kennen we Armorica en slimmeriken die niet op de eerste rij in de klas zaten, hebben het nieuw ontdekte land aan de overzijde van de oceaan "America" genoemd.
Een stralende dag als vandaag kan je niet in luiheid doorbrengen. Met Duitse vriend Gunter zijn we naar Portsall, de ruïnes van Trémazan, het kasteel van Kergroadès en de menhir van Kerloas gereden, een mooi uitstapje. Gewapend met onze fototoestellen hebben we voldoende tijd uitgetrokken voor lichtmeting, compositie en stitching. Het was ons dagje dus. In Portsall ligt het fameuze anker van de Amoco Cadíz, die in 1978 tegen de rotsen van de Bretoense kust te pletter sloeg en vele duizenden liter olie verloor. In Trémazan kan je de geweldige partijen rotsen bewonderen en de menhir van Kerloas was helemaal het einde. Het ding is 5000 jaar oud en is 9,5 meter hoog. Het staat symbool voor mannelijkheid. De legende zegt dat mannen er kwamen ter wille van hun potentie. Vrouwen konden maar bidden dat zij de baas waren thuis. Voor ons, twee Duitse en Vlaamse senioren, volstond de hoop op het behoud van enige vorm van mannelijk kunnen.
Vier vrouwen stappen met militaire tred langs de vloedlijn: eindelijk wat beweging en fierheid aan het eiland Avel. En dan zijn Bea en Christel aan het zoeken naar iets. Zijn zij hun kluts verloren? Of zoeken ze naar verloren euro’s of Engelse Ponden? Ik zal het nooit weten. Dan zie je nog het Fort Sizun, een oude oorlogsbunker, die vol zat met munitie. Lange tijd was deze niet toegankelijk wegens de achtergebleven springtuigen, maar nu kan men met een gids het fort bezoeken.
Ik was nog vergeten te schrijven dat ik gisteren naar Brest gereden ben, naar de spoeddienst, les “urgences”. Een dame op de camping had een ernstig ongeval gehad, een botsing met een skateboard. Het leek het beste haar meteen naar de spoeddienst te brengen en niet te wachten op de 112 of ambulance. Zo ben ik dan naar Brest gereden met mijn camionette. Haar man wuifde haar nog uit terwijl hij met de tuinslang klaar stond om het geronnen bloed van het asfalt te spuiten. Toen de dame enigszins tot bewustzijn kwam tijdens de rit, bleek dat zij ook Vlaming was. Ik vond nog net een parkeerplaats bij de spoeddienst tussen twee helikopters. De wonde werd behandeld en ik had een babbel met een van de helikopterpiloten. “En, drukke dag gehad vandaag? “Oh, het is rustig; buiten een lijk dat al twee maanden in zee lag en half opgevreten was door de vissen, hebben we nog niet moeten uitrukken”. Patiënt en ik zijn dan naar het geneesmiddelendepot gereden, ook in Brest. Een mens kan gelukkig zijn met zijn camionette voor zo’n lading geneesmiddelen, die ingeladen werden. Eind goed, al goed. Maar met dit verhaal krijgt de geloofwaardigheid van mijn blog een serieuze deuk. Ik beloof voortaan enkel nog stukken te schrijven, die historische waarde hebben.
Vandaag valt er weinig te rapporteren. Het was een dagje van inkopen doen voor levensmiddelen, van wat opruimen en van oesters eten bij de Vlaamse vrienden. Het avondgloren gaf me de gelegenheid weer eens wat onvergetelijke foto’s te nemen van de oceaan.
Vandaag en morgen is het “grande marée”. Zandbanken en eilanden komen tevoorschijn. In plaats van één kilometer kan je nu wel tot drie kilometer ver de zee inlopen. Uiteraard kan dit enkel bij laag tij en wanneer dit keert, dan moet je vlug zijn om op het droge te komen. Het blijft tropisch warm en de stranden liggen weer vol met dagjestoeristen, die vanavond allemaal naar huis moeten. Arme filerijders met hun vermoeide kindertjes vol emmertjes met zeezand! Als het morgen terug mooi weer is, mag papa weer een parkeerplaats gaan zoeken. Onze hondjes hebben echt de tijd van hun leven. En wij lieten ons fotograferen aan de rand van de oceaan, een mooie klasfoto.
Ook hier in Landéda slaat de hittegolf toe. De voortent staat geheel open en Diarmuid vindt zijn plaatsje onder de parasol. Gelukkig staat er een windje, want we zitten aan de oceaan. De dagjestoeristen met frigobox kleuren het strand. Ik ben deze morgen rond het schiereiland gestapt, nog voor de zon genadeloos toesloeg. Dan werd het weer tijd voor een selfie van meself in de verkeersspiegel, zowaar de enige keer dat je mijn beeltenis kunt ontwaren in deze blog. Heil Neptunus en de zeilboten varen uit!
Wellicht wordt het voor de lezer van de blog een beetje eentonig, dit leven hier aan de Abers, aan de Bretoense kust. Voor ons is de zee telkens een nieuwe uitdaging, met andere luchten, met een volledig andere zee. Bij laag tij hebben we met ons vast groepje een wandeling gemaakt richting America. Maar zover zijn we niet gestapt. De hondjes zijn in hun sas. Wij genieten van de zuivere en gezonde lucht: vitamines voor de komende winter! Na elk bad in zee wordt Diarmuid gewassen met de tuinslang. Het zout wordt uitgespoeld en het is goed voor zijn huid. En Bea heeft een typische Lembeekse vlaai gebakken, iets wat de Duitsers nog niet kennen. Wedden dat ze straks het recept opvragen?
Er zijn drie Abers: de Aber Ildut, de Aber Benoit en de Aber Wrac’h. Wij zitten ingesloten tussen de Aber Benoit en de Aber Wrac’h. Het werd hoogtijd voor mij om naar een van de Abers te stappen. Ik heb dus mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar de Aber Benoit gestapt, naar Beg Ar Vill. Aber Benoit kan je omschrijven als de "gezegende inham van de zee". Ik passeer een mooie partij rotsblokken in de zee. De mist kwam een beetje opdagen. Dan passeer ik het mooie kerkje van Broënnou. In de Aber Benoit was men de “goémon” aan het overladen. De gewonnen zeewier wordt gebruikt voor cosmetica en voor dierenvoeding.
De grillige kust ligt hier bezaaid met rotsblokken en eilandjes. Bij laag tij kan je ver de zee in lopen, een kilometer of meer zelfs. Bij hoog tij staat alles onder water. We moeten de getijdentabellen goed in het hoofd prenten, want het water komt snel op, ook langs de zijde waar je het niet verwacht, langs achter dus. Hier wat beelden van het eilandje Avel bij hoog tij.