Gisteren liep ik een oude makker tegen het lijf. De laatste keer dat ik hem zag moet 35 jaar geleden zijn geweest en toen was het een joviale kerel met een open blik. Hij en ik, wij zouden samen de wereld eens een lesje leren. Het liep echter even anders dan in onze dromen. Ik zit hier nog altijd met mijn dromen over een andere, betere wereld en hij was er blijkbaar niet veel beter aan toe.
Hij praatte en praatte maar op die monotone toon die ik ken van mensen die van alles afstand genomen hebben. En ik, ik luisterde en hoe meer ik luisterde hoe meer er een déjà vu gevoel in mij opkwam. Hij vertelde over al zijn mislukkingen. Mislukte relaties, een echte klotefamilie, kinderen die hem doodschoppen hadden gegeven, jobs die hij had en weer kwijtraakte, schulden van anderen die hij betaald had, deurwaarders die hem niet met rust lieten, de wereld die naar zijn smaak veel te hard was...Daarbij stonden zijn ogen zo dof als van iemand voor wie het echt allemaal niet meer hoefde.
En ik, ik stond erbij en luisterde en wist niet wat te zeggen. Alles wat ik had kunnern zeggen zou vals en onecht geklonken hebben want ik wist en zag dat hij aan het eind van zijn bobijntje was. Het leven had hem al lang ingehaald. Het enige wat ik deed was hem een schouderklopje geven en hem veel sterkte wensen, sterkte waarvan ik wist dat hij die lang geleden al kwijtgespeeld was.
Het zou me niks verbazen moest ik één dezer dagen horen dat Pierre van ons is heen gegaan en dan zal men clichématig zeggen : Het leven is hem niet genadig geweest.
|