Zoeken naar het Zelf ... !!!

Wij hebben op de klok al gezien dat wat wij werkelijk zijn, buiten de tijd is, onkenbaar voor ons denken, omdat het denken, onze persoon wèl in tijd is.
Toch komt er een moment dat er in ons de drang ontstaat om ons Zelf te gaan zoeken. Waar die impuls vandaan komt? Het kan zijn dat wij gehoord hebben dat het leven een stuk aangenamer kan zijn wanneer je het Zelf gevonden hebt. Je leven is een teleurstelling, saai of een puinhoop. Je zoekt een vluchtroute naar wat beters in plaats van het afgewezen bestaande. Maar het kan ook zijn dat je al van jongs af aan een onbegrepen drang hebt om er achter te komen waarom je bestaat en wie je werkelijk bent.

Het Zelf zoekt zich Zelf. Dat wordt een heel vreemde zoektocht:
het Zelf staat buiten de tijd, buiten ruimte, buiten de objectieve (zichtbare) wereld. Het Zelf kan zichzelf niet vinden buiten de tijd, want daar valt niets te vinden in de vorm van een herkenbaar object. Want dat bestaat daar niet. Alles wat is, is daar het Zelf zelf, maar er is geen apart stukje zelf wat het totale zelf kan vinden, omdat alles daar (er is geen daar, uiteraard) Zelf is. Zodra het Zelf iets anders vindt, treft het Zelf een situatie van dualiteit aan, waar een ik en een ander bestaat. Een subject (het zien) en een object (wat ik zie). Dan is de objectieve wereld betreden.
Wanneer het Zelf op zoektocht gaat naar zichzelf kan het alleen 'zaken' vinden in de objectieve wereld. En geen van die zaken is essentie ofwel het Zelf zelf. Objecten zitten gevangen in ruimte en tijd. Zij komen op en vergaan. En wat nog belangrijker is, zij hebben geen autonoom bestaan. Objecten zijn er omdat zij allen, zonder uitzondering, vervat zijn in het Zelf. Zonder het Zelf zijn er geen objecten, is er geen objectieve wereld. Maar zonder een objectieve wereld is er geen weten van het Zijn of het Zelf.

Zelf en objectieve wereld zijn één. Het Zelf heeft de objectieve wereld nodig om zichzelf te kennen. De Geest (mind) van het Zelf is het Universum. Het Zelf denkt niet. Alle denken en creatie vindt plaats via de objectieve wereld. De wereld van ruimte en tijd. Daar waar wij onszelf als mens tegenkomen. Maar alle denken en alle kennis bestaan louter bij gratie van de bron, het Zelf. En omdat het Zelf Eén is, zijn Zelf en Objectieve Wereld ook Een.
Dus elk object (van denken en voelen naar `materiële' objecten) is ook het Zelf zelf. Maar het object is niet de totale waarheid. Het bestaat niet zonder het Zelf. Het is het Zelf in actie, in dualiteit. De waarheid ben je dus zelf, wat eigenlijk Zelf is.

Maar je zal je Zelf nooit vinden, want het Zelf is onvindbaar, aanwezig maar niet in Ruimte en Tijd. Het is afwezig omdat het niet door ons -zichZelf- te vinden is. Je bent, maar je bestaat niet in objectieve zin.
Elke beweging in het zoeken -in welke richting dan ook- is daarom zinloos. Alleen dit besef, wanneer het tot in alle hoeken van je Zijn is doorgedrongen, kan de illusie van je bestaan doorbreken. En wanneer dit gebeurt ben je het Zelf.

De vraag `Wie ben ik' is daarom de laatste vraag die gesteld kan worden.
Daarna is er alleen kijken. Alles wat gezien wordt is nooit de essentie. Altijd is er dat zien, dat Kennen. Dat is de enige constante die blijft. Uiteindelijk blijft deze constante Aanwezigheid in het zelfonderzoek over. Niet als een object van het Zien, maar als het zien zelf. En dat kan je alleen maar Zijn.