Omgaan met Angst ( Part I )
Angst is een belangrijk thema in het leven van veel mensen: angst voor de dood, angst om in het openbaar te spreken, angst voor een examen, angst voor muizen, angst dat er iets mis zal gaan, angst voor de toekomst, faalangst - de rij lijkt bijna eindeloos. De meeste mensen lijken maar heel weinig vertrouwen te hebben in het leven. Hoe zou het leven zijn zonder onze voortdurende stroom van angsten?
Angst kan het gevolg zijn van het innerlijk niet compleet zijn. Ergens op jouw lange weg door het universum heb je een deel van je energie, een deel van jezelf, achtergelaten. En dus is er een leegte in jezelf ontstaan. Die leegte vult zich met angst.
Angst is innerlijke leegte.
Als je niet weet wat je moet doen in je leven zoek dan je angst op. Angst is een richtingaanwijzer, angst wijst jou de weg naar dat verloren stuk. Volg je angst naar de bron en je zult het vinden, hoe diep het ook zit. Kijk om je heen en zie dat mensen altijd hun angsten opzoeken, innerlijk voelen ze aan dat ze hier naar toe moeten. Doe je dat niet dan blijf je stil staan.
Je knieën voelen knikken, je hart voelen bonzen, het benauwd hebben, je duizelig of misselijk voelen en het zweet dat je uitbreekt. Allemaal ervaringen die iedereen zal herkennen. Angst vormt dan ook gewoon een deel van ons leven. Over het algemeen kan angst goed verklaard worden vanuit de situatie waarin iemand zich bevindt. Op een moment dat je bijvoorbeeld gedachteloos de straat opstapt zonder goed uit te kijken en je opgeschrikt wordt door het gegier van banden, zal niemand verbaasd zijn dat je deze verschijnselen vertoont. Anders wordt het als het gaat om situaties waarbij iedereen het er eigenlijk over eens is dat er geen werkelijk gevaar dreigt. Bij voorbeeld bij angst voor spinnen of andere kleine onschuldige diertjes, hoogtevrees, angst voor drukke winkels of, wat heel vaak voorkomt, de angst voor paniek: de angst dat iemand ziet dat je beeft of bloost of dat het zweet je uitbreekt. Dit soort angsten kunnen ernstige beperkingen met zich meebrengen. Dit komt meestal omdat angst altijd hand in hand gaat met vermijding. Angst is immers een onaangename situatie, waardoor het vanzelf spreekt dat iemand de situatie die hem of haar angstig maakt uit de weg zal gaan. In de praktijk komt het er dan echter op neer dat iemand vaak meer en meer situaties gaat vermijden en uiteindelijk de beperkingen ervan aan den lijve gaat ervaren.
Omgaan met angst
Let altijd op je lichaam als je bang bent. Blijf door je buik ademhalen en maak via je voeten contact met de aarde. Probeer de aarde onder je te voelen. Ga dan naar je angst toe. Dit is een moeilijke stap. Je moet je voorstellen dat iemand die bang is voor spinnen een spin ziet. Alle aandacht gaat dan onmiddellijk naar de spin toe, zo werkt angst.
Maar je moet je bewustzijn juist naar binnen keren: ga naar je angst toe, richt je bewustzijn helemaal op de angst. Sluit al het andere buiten en probeer je angst zo diep en intens mogelijk te ervaren. Probeer je angst groter te maken. Nu doe je een belangrijke ontdekking: je angst wordt niet groter. Je kunt je angst niet groter maken.
De volgende stap is visualisatie. Geef de angst een stem en een gezicht, maak er bijvoorbeeld een bang kind van - of iets heel anders - en ga daar mee praten. Zoek uit wat er met die gestalte aan de hand is.
De laatste stap is liefde en acceptatie. Omring de gestalte van je angst met liefde. Zeg ja tegen je angst, zeg: 'ja, ik accepteer deze ervaring, dit hoort bij mij, dit is een deel van mijn leven.'
Achter angst zit meestal een oud verwaarloosd deel van je persoonlijkheid. Een deel dat liefde en acceptatie nodig heeft, geef je dat, dan verdwijnt de angst. Het sleutelwoord is herhaling, er steeds weer opnieuw naar toegaan en het omhelzen met licht en liefde.
|